De laatste Omen

Het was met gemengde gevoelens dat ik richting Geel reed, vandaag. Ik had er de voorbije dagen eigenlijk geen zin in: te moe, te druk, te veel… Geen zin in sociaal zijn, geen energie. Ik had mijn briefing amper gelezen, maar vandaag begon het gelukkig wel te beteren. We hadden dan ook onze facultatieve vrije dag, waardoor ik me nog niet eens hoefde te haasten.

Tegen half drie zat ik in de auto, met het idee dat ik dan wel de ergste file rond Antwerpen kon vermijden. Traject Geel-Gent ’s nachts, wanneer er dus geen verkeer is: 1 uur en 20 minuten. Traject Gent-Geel vandaag: 2 uur en drie kwartier. Meer dan het dubbele dus. Fijn hoor.

Maar bon, ik was er en ik had twee fijne rollen, ik zag het wel zitten. Bij het ingame gaan was ik even niet nodig: dat was toch gewoon bashen in het donker, en met mijn rug zag ik – en ook spelleiding – dat niet zitten. Daarna was het wachten tot een andere NPC enkele spelers verzameld kreeg om naar de heksenboom te gaan, waar wij dan met een paar, jawel, eventjes heks moesten spelen. Planning: zo rond een uur of negen, zodat we daarna aan onze weekendrol konden beginnen.

De facto: half één. Ik heb dus een hele avond in het spelkot zitten wachten, lekker warm, dat wel. Maar dus wachten. Dat waar ik zo goed in ben…

Soit, het werd gelukkig een haalbare scene. Maar het was dus wel na enen toen we daarmee klaar waren. Eigenlijk zag ik het niet helemaal meer zitten om nog in game te gaan met dat andere personage – make up en kostuum en gedoe – maar Annelies wist me alsnog te overhalen, zodat het half twee was toen we nog in die rol in het spel gingen. En nee, ik heb me dat niet beklaagd: we hebben onze vrijdagavonddoelen nog gehaald, en toen was het plots half vijf! En hadden we nog niet eens in de herberg gemoedelijk zitten kletsen en al.

Maar ondanks het wachten werd het dus toch nog een fijne start. Morgen meer van dat.

Ghent by Night – Duister Gent

Vorige jaren speelde ik regelmatig als NPC mee aan een Vampire The Masquerade LARP hier in Gent op zaterdagavond. Het team hing op een bepaald moment het scenario aan de wilgen: het was genoeg geweest.

Maar nu besloot iemand anders om dit nieuw leven in te blazen, met een nieuw team – allez ja, ze doet het eigenlijk bijna solo – en op een prachtige locatie, de orgelzaal van de ontwijde kerk in Sint-Amandsberg. Ze zochten ook een aantal NPCs en dachten daarbij blijkbaar meteen aan mij – goed voor mijn ego.

De eerste keer was in juli toen we op Gent Jazz zaten, maar deze keer kon ik er dus wel bij zijn, met name als Sophronia Halberdine, de Head Harpy – als je VTM kent, weet je wat ik bedoel – en ancilla van Clan Ventrue. Een beetje op mijn lijf geschreven? Goh…

Yup, ik heb me geamuseerd. Ik moest de Head Harpy koel en afstandelijk spelen, onpartijdig en zeer kritisch. Wel, ik denk dat het me gelukt is. Er was overigens nog een andere harpij, iemand die ik nog niet kende, maar met wie het eigenlijk wonderwel klikte.

Een van de spelers schreef het volgende over mij, en over onze interactie (ja, in het Engels, want dat is de algemene voertaal aangezien er ook enkele Waalse spelers zijn):

“Sophronia has the gaze of a general and the voice of a schoolmistress. She speaks softly, but with direction. There is no flattery in her tone, only purpose. You get the impression she’s here not to perform power, but to transfer it—if she deems you worthy. Her energy is that of a pedagogue, but not of the kindly sort. She does not coax learning. She expects it.”

“Watching her and Vaelthorne (de andere harpij, nvdr) interact was like watching two mirrors edge toward each other—measuring, adjusting, resisting the impulse to blink. Where Vaelthorne is sharp, Sophronia is polished. Where Vaelthorne demands, Sophronia expects. It is like watching two lionesses idly sharpening their claws, measuring each other.”

Dus ja, ik denk wel dat de bedoeling overkwam. Ik ben benieuwd waar dit personage naartoe zal gaan, want we krijgen wel een uitgeschreven personage met doelen, maar mogen daar vooral ons eigen ding mee doen als NPC.

Yup.

I like.

 

Lunchdate

Op de laatste Aether hadden ze me ’s nachts gevraagd om snel even een vroeger NPC-personage te komen spelen, zodat ze dat stukje plot konden afronden. Blijkbaar wilden ze haar daar ook laten doden. Euh, ik protesteerde, niet omdat ik dat op zich zo erg vond, maar wel omdat dat personage met een andere groep spelers echt nog wel spel had en dat er zelfs naar gevraagd was bij het begin van het weekend.

Blijkbaar wist deze vernieuwde spelleiding daar niet echt van, of hadden ze dat in de database niet opgemerkt. Ze lieten haar dus ternauwernood ontsnappen, en vandaag kwam Laurens speciaal uit Brugge om te bespreken wat ze precies had uitgespookt vorige weekends dat plot opgeleverd had.

Ik nam hem mee naar de Ooievaar: rustig, gezellig, niet duur en ook wel een beetje zijn ding als zijnde een sociaal restaurant. En het waren net frietjes, en ze hebben daar ongemeen goeie frieten.

Soit, na een dik uur kwamen we nog bij mij thuis een koffie drinken en het gesprek afronden. Geen idee wat ze er nu verder mee gaan doen, maar Laurens gaf toe dat hij ook wel inzag dat het jammer ware geweest mochten we het personage daar laten sterven hebben, want er zit nog zo veel meer in.

Maar eerlijk? Ik speel haar niet zo graag, ze ligt me niet helemaal. Maar toch: alles voor de plot, alles voor de spelers. En mij heeft het een fijne middag en een lekkere lunch opgeleverd.

Nog eens merci, Laurens!

Twee daagjes Dordrecht met de vriendinnen

Gisteren, na het gedoe met ons pa, kon ik alsnog richting Nederland vertrekken. Rond kwart na vier pikte ik Mireille op ter hoogte van Kemzeke, en daarna gingen we vrolijk in de file rond Antwerpen staan. Zodoende was het effectief zes uur tegen dat we onze auto op het vertrouwde plekje bij Hanneke konden parkeren. Rebel, haar poes, kwam ons al meteen tegemoet.

Binnen werden we bijzonder hartelijk verwelkomd door zowel Hanneke als Sabrina: die kwam uitgebreid koken voor ons viertjes en gastvrouw spelen. Met Hanneke gaat het namelijk niet zo goed, en dat is een understatement. We wisten dat uiteraard al een tijdje, maar hadden nog volop genoten op Big Rivers vorige zomer. Maar Mireille en ik wilden dolgraag Hanneke nog eens zien, en we wisten allemaal dat dit perfect de laatste keer kon zijn. We hebben het onderwerp ook niet geschuwd: Hanneke liet ons een pracht van een nummer horen dat ze op haar uitvaart wilde laten afspelen, Sabrina las ons haar speech voor, en Han had net haar Marla-jurk – uit onze favoriete larp Poort – gewassen om daarin begraven te worden.

Het deed niet akelig of vreemd, maar hard en intens was het bij momenten wel, ja. Dat weerhield ons er niet van om extra hard te genieten. Sabrina had een heerlijke, bijzonder uitgebreide chili klaargemaakt, en ik wist dus echt niet dat ik chili lekker kon vinden – ze had er speciaal voor mij de bonen uit gelaten. Maar die waren er dus als extraatje, net zoals de nacho’s met gesmolten kaas, en de guacamole, en de paprika’s en al. Serieus, veel te veel gegeten eigenlijk.

Daarna werd er rustig gechilld in de zetel, zaten we te kletsen, tot er een berichtje van Leon binnenkwam, Hannekes zoon die enkele straten verderop in dezelfde wijk woont: de bevers waren actief! Jawel, die hele wijk is via kanaaltjes en watertjes verbonden met de Biesbosch, een groot natuurgebied naast Dordrecht, en die bevers hebben er niets beters op gevonden dan een burcht te beginnen bouwen daar tussen de huizen.

Wij dus allemaal een vestje aan en naar buiten, naar de bevers. Maar zo wijs!

Eentje zwom wat verderop – er is daar een fijn pad aan deze kant zodat je kan meevolgen – en ging daar vrolijk in een tuin een stuk struik afknagen om die dan naar zijn burcht te slepen. Als die mensen niet op tijd een soort afsluiting voorzien, hebben ze binnen de kortste keren geen tuin meer…

En wij, wij stonden daar als gekken te kijken en te filmen. Serieus, daarvoor moet ge veertien dagen in Canada zitten om geen enkele bever te spotten, en dan gewoon in Dordrecht tussen de huizen hen te zien zwemmen.

We keerden op onze stappen terug, en Hanneke ging rond half tien slapen, het was genoeg geweest. Wij bleven nog even zitten praten, tot Mireille en ik richting de logeerkamer gingen en Sabrina ging overnachten bij haar zoon wat verderop.

De volgende morgen was er een bijzonder uitgebreid ontbijt – die twee zijn gewéldige gastvrouwen – en daarna leerde Sabrina ons werken met ecoline. Ja, een Vossenweekendje is dat niet zonder dat we op zijn minst ook iets maken of knutselen. Ik vond het best wel geslaagd, ja.

Wat later aten we bij wijze van middageten Mireilles zeer geslaagde applecrumble, en nog wat later verklaarde Hanneke dat het welletjes was. Mireille en ik waren sowieso al bijzonder opgetogen dat we hadden kunnen overnachten en op die manier wat extra tijd met ons vieren hadden kunnen doorbrengen.

We namen hartelijk afscheid en spraken meteen ook af voor Big Rivers in juli. Hoop, nietwaar.

Maar het was prachtig weer, en ook al kan Mireille niet echt veel – long covid with a vengeance – rustig wandelen zit er gelukkig nog wel in. We gingen eerst naar het Sterrenburgpark voor vijf labcaches.

En toen zagen we dat er een ongeluk was gebeurd op de autostrade ergens in de buurt van Zwijndrecht en dat we daar twee uur zouden stilstaan, en dus kozen we voor nog een extra wandeling in de Biesbosch, met uiteraard ook nog enkele labcaches. Wat een prachtig, muisstil natuurgebied zeg! Heerlijk gewoon, zeker in die zon…

En toen bleek het bijna half zeven, stond er nog steeds behoorlijk wat file, en kregen we een hongertje. De bistro aan dat Sterrenburgpark had er zeer behoorlijk uit gezien, zodat we daar iets gingen eten: zeer ruime porties voor weinig geld, zo hoort dat.

Het resultaat was dat we rustig zonder file naar huis konden rijden, Mireille werd opgepikt door Arend, en ik tegen tien uur, helemaal uitgerust en opgeladen, terug thuis was.

Vossenweekendjes – al is het tijdens de week – ik ga dat gigantisch missen. En dat niet alleen.

Omen Rollercoaster

Het was enkel een mini – één namiddag en avond dus – maar het voelde als een volledig weekend: de Omen mini die eigenlijk had moeten draaien rond de verloving van Eric Ragnarson. Maar man, wat was dit een rollercoaster! Het begon allemaal rustig omdat enkele van de hoofdrolspelers pas later kwamen, maar na het eten brak het hele rumoer los. Ik vreesde even voor het leven van Olga, en heel terecht, zo bleek.

Ik heb uiteindelijk gespeeld tot vier uur en moest dan nog naar huis rijden, ik was dus pas thuis tegen zessen, maar ik heb me ongelofelijk goed geamuseerd! Jammer genoeg was dit wellicht de zwanenzang van Olga Vedordotter, mijn meest geliefde personage ooit. Omen houdt in oktober nog één weekend, en gaat dan eventjes in pauze. Als ze besluiten verder te gaan, komt er een reset, want er zat zodanig veel politieke plot in verweven, dat het voor figuranten bijna niet meer te doen was om een briefing te memoriseren.

De wereld blijft dan gelukkig wel behouden, dat hoeven ze niet opnieuw uit te schrijven, maar personages zoals Olga verdwijnen dan.

Mijn hoop is dat er nog een extra mini komt met het huwelijk van mijn neefje, waar Olga dan waardig afscheid kan nemen, voor ze terugkeert naar Midmark.

Maar wat hou ik van de wereld van Omen… Hard, duister, gritty, en tegelijkertijd zo zalig. Kudos aan het spelteam dat dit uitgewerkt heeft en blijft uitwerken: ik hoop ongelofelijk hard dat jullie de energie vinden om verder te gaan.

Aether: de conclusie

Awel ja, dat het een zalige editie was! Op zich had mijn rol niet zoveel om het lijf, maar ik was wel continu in de weer en deed blijkbaar wel mijn deel van het spelplezier. Man, geen idee hoeveel volk ik verbonden heb, pijnstillers heb gegeven – lang leve de M&Ms! – spuiten heb gezet en dies meer. Mijn persoonlijke plot – een onverwacht weerzien met de vader van mijn 23jarige zoon die van diens bestaan niet af wist – viel een beetje in het water wegens te veel andere dingen, en het proces rond de verdwijning van medicatie werd zonder mij opgelost, zo bleek: ik was niet langer een verdachte en ging niet terechtstaan.

Ik heb me gigantisch geamuseerd, de rug was moe maar deed eigenlijk niet echt pijn, maar dat kan ook aan de pijnstillers gelegen hebben: mijn bakkes is echt niet in orde, maar daarover later meer.

Leuk was ook dat ik plots onverwacht nog mijn mafiabaas moest gaan spelen. Ik had gelukkig andere kleren bij die daarvoor konden dienen – en ik leende een bloes van Valerie – en het kwam al bij al nog wonderlijk goed uit toen spelleiding het me kwam vragen. De zuster was namelijk aan het bekomen van de drukte en de afwijzing van haar vroegere minnaar en had een whiskey gevraagd. Ze kreeg blijkbaar een vierdubbele, maar aangezien ze dat eigenlijk nooit drinkt, had ze dat niet door en kiepte ze dat in één teug naar binnen. Resultaat? Een behoorlijk zatte zuster die haar hart uitstortte bij een van de spelers. Tsja. Blijkbaar kwam dat bijzonder geloofwaardig over, want toen ik dat verder uitspeelde en Jonas me dan ook zogezegd in bed stak, kwam het bericht bij spelleiding – die op me zaten te wachten voor dat mafiastuk – dat ze me noodgedwongen in bed hadden gestoken. Waarop ik enkele minuten later, in andere tenue, vrolijk binnenwalste bij de regie en me klaar voor een confrontatie verklaarde.

Deze ochtend heb ik me ook gigantisch geamuseerd met het uitspelen van de kater, waarbij ik zeer twijfelachtig naar mijn karige ontbijt staarde, veel water dronk, ineenkromp bij elk geluidje en zeer weinig van zeg was. Het leverde me de vraag van Chelsey op of ik iets van Dafalgan of zo wilde. Waarop ik uiteraard nee zei, en pas tien minuten later haar euro viel dat ik helemaal geen alcohol drink en dus ook geen kater kon hebben. Score!

Soit, het was een goeike dus. En bonus: ik heb het net gehaald tot thuis zonder bij te laden.

Aether: zalige foto’s!

Sara Brys, ofte LittleCat, maakte weer zalige foto’s van de Aether. Uiteraard zijn er veel meer dan dit, maar ze heeft er wel een aantal getrokken die perfect de hectiek weergeven die bij momenten heerste in de ziekenboeg van de larp.

Daarnaast was er ook een zalig moment waarop een oproep werd gedaan om bloed te komen geven, en uiteraard eerst en vooral de politiekers hun ding kwamen doen, onder toeziend oog van de pers. Ik moest uiteraard wel de procedure uitleggen aan mijn assistent-zuster, onder auspiciën van een van de dokters.

Gelukkig kon ik af en toe heel even gaan liggen, soms in het gras bij de Ieren, maar ook soms gewoon in de ziekenboeg zelf omdat de heren op missie waren en er elk moment gewonden konden binnengebracht worden.

En tussendoor was er ’s middags een ongelofelijk buffet en ’s avonds een compleet diner met voorgerecht, hoofdgerecht en dessert, allemaal aan tafel opgediend en afgediend. We worden immens verwend!