Gevuld dagje Brussel

Deze morgen zat ik om twintig over zeven al in mijn auto richting Dampoort Station. Omdat ik eigenlijk nooit op dat uur de Gentse binnenring op moet, had ik geen risico genomen qua files, wat ervoor zorgde dat ik gewoon vijfentwintig minuten te vroeg in het station stond. Du jamais vu!

Enfin, de trein op dus. Helaas was er even niemand te bespeuren op het perron en heb ik dan zelf maar mijn roltasje op de trein gezet. Geen goed idee, blijkbaar. Meh. Maar de roltrap naar boven werkte al. Naar beneden was er een lief jongmens om te helpen. Nog die chance.

Ik deed een klein ommetje voor een geocache en tekende om 9.00 uur netjes present in het Sint-Jan-Berchmanscollege voor de jurering van de Latijnolympiade, de Cicerovertaling. En blijkbaar zat ik in een goede groep, want we waren het telkens snel eens over de puntentoekenning, een paar kleine maar vruchtbare discussies niet te na gesproken.

Ik had er eigenlijk op gerekend dat we zouden bezig zijn tot een uur of drie ’s middags, en dan om half zes vergadering met het Certaminacomité. Ik had dus mijn computer meegebracht om eventueel nog wat te werken, maar toen bleken we iets over twaalven al klaar. Hah!

Ik ging met een paar anderen om een broodje, discussieerde nog even met de andere comitéleden over de nieuwe manier van jureren, en stelde toen vast dat het nog geen twee uur was, en ik dus dik meer dan drie uur had in Brussel voor mezelf.

Ik negeerde de miezerregen en ging op wandel richting enkele geocaches, maar wel vaagweg in de richting van de Bozar. Onderweg zag ik een paar mooie dingen, zoals de gedichten van Marguérite Yourcenar en dergelijke.

Toen ik een beetje uitgeregend in de Bozar binnenkwam, vond de rug het tijd voor een rustpauze, en dus installeerde ik me met mijn boek bij een koffie in het museumcafé.

En toen ging ik me verdiepen in de verschillen tussen Magritte en Dalí en stelde vast dat er vooral zeer veel gelijkenissen waren. Knappe tentoonstelling, echt de moeite.

Maar dat stilstaan en geslenter in een museum, dat is duidelijk redelijk funest voor een rug, zo bleek nog maar eens. Ik stapte toen stevig door, terug richting het college, maar de grens van het comfortabele was duidelijk overschreden. Ik had nog een dik kwartier op overschot en ben toen maar even gaan liggen, waar de rug duidelijk dankbaar voor was.

Bon, vergadering dus, en dan gaan eten in De Schieve Lat, een typische Brusselse brasserie met verrassend lekkere frieten en vol-au-vent.

Gwen en ik hebben ons dan nog gerept om een trein te halen om kwart over tien, en toen bleek volgens de app van de NMBS dat we in Sint-Pieters meer dan een half uur gingen moeten wachten voor we de verbinding met de Dampoort gingen hebben. Ugh. Dat kon mijn rug helaas niet meer hebben.

Ik heb dan Bart gebeld die ons is komen halen en ons naar de Dampoort heeft gevoerd, waar mijn auto stond. Alleen… bleek in Sint-Pieters dat er wel degelijk nog veel snellere aansluitingen waren, maar dat de app het niet nodig had gevonden ons die te tonen. Meh. Bart dus quasi voor niks laten komen. De lieverd…

Thuis ben ik plat in de zetel gegaan. Hopelijk draag ik hier morgen niet de gevolgen van, maar ik denk het niet: de rug is gewoon moe, maar niet geprikkeld.

Dagje Brussel

Bart had het vorige week al gevraagd: of we niet met zijn allen meegingen naar Brussel, naar de grote reclame-animatie voor The Messiah die zijn bureau gemaakt heeft, en vooral ook naar de tentoonstelling van Keith Haring in de Bozar.

Om elf uur zagen we elkaar in het station voor eerst nog een koffietje en dan de trein naar Brussel-Centraal. Daar hebben we dan eerst iets gegeten in een toch wel fijne brasserie, De Ommegang. Alleen is enkel de naam Vlaams, met de menukaart hebben we goed gelachen. Alleen vertrouwde Merel het toch niet helemaal…

Daarna wandelden we over de Grote Markt, pikten er een cache op, en liepen tot aan de Dansaertstraat. Ha ja, want daar is nog een maand lang een Cora Kempermanwinkel, en dat kon ik toch niet laten liggen, toch?

We wandelden via de animatie op het Muntplein terug naar de Bozar, stonden even aan te schuiven aan de immens lange wachtrij voor tickets tot Bart ze intussen gewoon online kocht, en liepen de tentoonstelling binnen. Waar Merel bij mij bleef en honderduit vragen stelde.

Toen vonden ze het welletjes en liepen we eigenlijk meteen het station binnen, voor een warme wafel en een trein terug.

Fijne dag, het voelde echt als vakantie aan, zo met ons vijfjes. Zouden we vaker moeten doen.

Geocachen in Zingem

Sinds Véronique verhuisd is naar Ronse, zie ik haar nog amper. Heel begrijpelijk, maar wel heel erg jammer. Ik mis mijn maatje wel een beetje, ja.

Gisteren belde ik haar: dat het vandaag stralend weer ging zijn, en of ze geen zin had om te geocachen? Het antwoord liet niet lang op zich wachten, en dus spraken we af zo’n beetje in het midden, namelijk aan de Schelde in Zingem.

Het werd een prachtige wandeling met Véro, Peter, Léonore, Sophia, Merel en ik. En mooi verstopte en gemaakte caches, dat ook: 12 stuks met een bonus. En nog wat losse ertussendoor. Ik genoot intens.

We startten kwart voor twee en waren tegen half vijf terug aan de auto, waar een thermos nog redelijk warme chocomelk op ons wachtte, samen met een hoop frangipannekes. Ook Merel zei het: een pràchtige dag, in heel fijn gezelschap.

Dit is voor mij pas echt vakantie, geloof me.

Gent-Berchem-Antwerpen-Balen-Gent

Dat het gisteren -alweer- een drukke dag was. En eigenlijk was ik het niet van plan en heb ik nog getwijfeld tot op het moment dat ik vertrokken ben.

Het was namelijk Aetherdag. Ik ga voor het eerst meespelen, allez, figureren op Aether, een larp die gesitueerd is in een fictief jaren ’20, compleet met hoge hoeden, petten, enorme jurken, hoeden, parasols… Zo goed als geen fysiek vechten, wel heel veel roleplay en politiek. Het lijkt me echt wel iets voor mij, maar ik ken de wereld dus niet. Vandaag was er figurantenbriefing, kiezen van kostuums, dat soort dingen, van twee tot vijf. Ik ben om vijf uur stipt toegekomen – ik had het gevraagd en het kon nog – en heb een heel uitgebreide briefing gekregen en een stuk kostuum. Maar om enkel daarvoor even tot in Berchem te rijden, meh. Dus had ik gevraagd aan Koen en Lorre of die geen zin hadden om samen iets te eten. Die stonden dus om half zes ook in Berchem – “Hoe, Koen, zijt gij hier terug? Gij zijt hier toch al geweest?” “Euh ja, maar we komen Gudrun ophalen.” Verbaasde blik – en we reden dan samen naar de Wagamama. Ik had daar nog nooit gegeten, maar wel al veel goeds over gehoord. Het eten was dan ook dik in orde, het gezelschap ook.

Daarna waren we uitgenodigd in Balen voor Yannis zijn 21ste verjaardagsfeestje, een van de Korda Boys. Bizar, op mijn leeftijd, maar wel fun. Al was ik eigenlijk niet van plan te gaan. Maar Lorre en Koen vonden dat ik niet flauw moest doen, en eigenlijk was ik nog bijzonder wakker, dus alla, ik ben dan toch maar naar ginder gereden. Tsja.

Het was ook dik in orde: niet te veel volk, maar wel compleet waanzinnige ongein. Iets met Boratzwembroeken en zo :-p En nee, daar zijn geen fotografische bewijzen van. Enfin, het was na drieën tegen dat ik weer thuis was, na een drukke maar fijne dag.

Dag drie in de Voerstreek

Ook deze dag werd begonnen – na een ontbijt, uiteraard – met nog een stevige zangsessie. Het concert begint vorm te krijgen, gelukkig maar. Er werd nog gemiddagmaald, gelardeerd met een speech van de voorzitter, en toen ging een deel naar huis, waaronder ik. Wie wilde, kon nog blijven voor een wandeling, maar het regende wel stevig.

Ikzelf reed naar huis omdat morgenvroeg beide jongens op schoolreis gaan, maar ik pikte nog wel een paar caches mee onderweg. Waarbij ik toch behoorlijk nat werd, ondanks de paraplu, maar wel heel mooie dingen zag.

Maar ik moet heel eerlijk toegeven: na dat drukke weekend met al die mensen om me heen deed het me extra veel deugd om een paar uur helemaal alleen te zijn, zij het al cachend in de regen of gewoon onderweg in de auto.

Mijn brein zit soms toch raar in elkaar…

Tripje naar Brussel

Vandaag nog eens de trein genomen naar Brussel se. Voor een vergadering van het Certaminacomité, u weet wel, de organisatie achter de Latijn- en Grieksolympiades.

Ik ga u niet vervelen met de vergadering op zich, die was goed en functioneel en kon gelukkig niet vervangen worden door een paar mailtjes. Zo hoort het ook.

Maar ik nam dus nog eens de trein, en ergens vind ik dat wel nog wat hebben. Nee, ik zou het écht niet alle dagen willen doen: afgeschafte treinen, geen plaats, treinen met vertraging… En ik ben blij met de Dampoort Express, zoals hij blijkbaar soms genoemd wordt: een trein die vanuit Brussel niet naar Gent-Sint-Pieters rijdt zodat ik moet overstappen, maar gewoon rechtstreeks naar de Dampoort, waar mijn fietsje staat.

Ik kijk dan ook met genoegen rond naar de mensen en gebouwen om me heen, en stelde me de vraag over dit zicht op het perron in Brussel Noord:

Dat is dus wel degelijk een perron, mét een deur met verschillende bellen. Dan vraag ik me keihard af wat er achter die deur zou liggen. En waarom er dan verschillende bellen moeten zijn. Zou daar iemand wonen? Iets van kantoren? Opslagruimte? En mag iedereen dan zomaar daar het perron op lopen? Zou iemand al ooit belleketrek gedaan hebben daar?

Oh, en het is niet alsof de treinreis zelf van een leien dakje verliep. Ik koop mijn ticket gewoon thuis via de computer en laat het dan op mijn e-ID zetten. Nog wel zo gemakkelijk. Als de apparatuur van de NMBS werkt tenminste. De conducteur zijn machine weigerde mijn kaart te lezen, en hij begon bijna mijn ticket in twijfel te trekken. Alsof ik dan spontaan mijn IDkaart aan hem zou geven, ervan uitgaande dat zijn spel niet ging marcheren, of wa?
Maar hij zocht een en ander op, tikte ijverig op zijn andere machine, en produceerde prompt een “regularisatie”. Ik hoefde zelf geen verdere stappen te ondernemen, het euvel was doorgegeven aan de juiste instanties en dat was dat.

Allez hup. Trein, altijd een beetje reizen? Goh ja…

De Dampoort Express

Vandaag zat ik weer de hele namiddag in Brussel voor het Certaminacomité. ’t Is een bezigheid als een ander, maar ik vind het eigenlijk wel zeer fijn om te doen, ook al doe ik er eigenlijk niet zo heel erg veel.

Natuurlijk moet ik dan wel de trein nemen. Voor het gemak rij ik altijd naar Gent Dampoort: het is een eindje naar Sint-Pieters en je kan er ook voor geen meter parkeren. En die ondergrondse garage daar is knudde… Enfin, als het kan neem ik de fiets, maar zo ’s morgens vroeg in de halve regen, nee bedankt.

Ik moet dan doorgaans naar Sint-Pieters sporen en overstappen op een trein naar Brussel. Tot mijn grote verbazing was er nu ook een trein die een zeer bizar traject aflegt, via Melle, Merelbeke en Gentbrugge. Blijkbaar wordt dat onder vaste pendelaars de Dampoort Express genoemd, en eigenlijk is dat best wel gemakkelijk.

Hij rijdt maar twee keer op een dag, zo blijkt, een keertje ’s morgens en een keertje ’s avonds. Maar wat een gemak, zeg! En lekker rustig.

Ben ik blij dat ik niet alle dagen naar Brussel moet…