Quiche met geitenkaas, appel en spekjes

Wij eten hier al graag ne keer een quicheke, maar ik had geen zin in een standaard quiche, ik wilde wel eens wat anders. En dus zocht ik even online en kwam ik zowaar bij De Zondag uit, alwaar ik een een recept vond voor quiche met geitenkaas, appel en spekjes, perfect wat ik zocht.

Ik noteer het hier dus for future reference want het werd zeer gesmaakt hier ten huize.

Ingrediënten:

– 1 vel bladerdeeg
– 300 g. geitenkaas, zo’n rolletje, geen potje
– 1 bosje lente-ui
– 1 appel
– 1 eetlepel olijfolie
– 100 g spekreepjes (ik gebruikte er meer, gewoon het doosje)
– 3 eieren
– doosje room (200 ml)
– vloeibare honing
– nootmuskaat
– peper en zout
– eventueel een handvol verse bladpeterselie, maar die had ik niet liggen

Bereiding:

– Verwarm de oven voor op 180°
– bak de spekblokjes goudbruin in een pan met de olijfolie
– snij de geitenkaas in plakjes
– was peterselie, lente-ui en appel
– snij de lente-ui in ringetjes, hak de peterselie fijn
– snij de appel in schijfjes
– meng eieren, room, peterselie en een flinke scheut honing in een kom
– leg het bladerdeeg in een ronde bakvorm, prik er gaatjes in met een vork
– bedek de bodem met de spekblokjes, schik daar de appel op, daarboven de plakjes kaas en bestrooi met de uiringetjes (of alles door elkaar, kan ook)
– overgiet met het eimengsel
– bak ongeveer 30 minuten in de voorverwarmde oven

 

Noodkuisploeg

Ik was van plan om vandaag me enkel met de was bezig te houden, wat te bloggen, en vooral uit te rusten.

In de voormiddag lukte dat aardig: ik moest enkel nog boodschappen doen en koken, en er gingen warempel vier machines was door. Dit weer is dan ook zalig: machine 1 wassen, buitenhangen, machine 2 wassen, ook buiten hangen, machine 3 wassen, machine 1 binnen halen en opvouwen, machine 3 in de plaats hangen, enzovoort.

Merel was in de voormiddag met Wolf mee boodschappen gaan doen: hij is gisterenavond pas thuis gekomen van UGent Racing competitie in Tsjechië, maar had vandaag een teamdag met het nieuwe autonomous drive team waarvan hij nu de captain is. Die ging eerst door in de loods, maar dan vanaf een uur of zes-zeven in het appartement, zodat ze daar konden eten, chillen, poolen en elkaar wat beter leren kennen.

Alleen… In de week voor de competitie had Wolf geschilderd, samen met Arwen en soms ook Merel. De bedoeling was dat het af was en netjes gekuist. En toen was hij ziek geworden, zodat hij de vrijdag en de zaterdag eigenlijk zo goed als niks meer gedaan had.

Resultaat? Het lag daar ronduit smerig: plastiek op de grond, overal afplaktape, de pompsteen nog vol verfresten en vuil, en alles onder een dun laagje schuurstof. Moesten het Wolfs gewone vrienden geweest zijn, ik had gezegd dat ze eerst gezellig samen konden kuisen en dan chillen. Maar dit waren niet zijn vrienden, dit was zijn nieuwe team waarvan hij de manager is.

Ik keek dus naar Merel en vroeg of ze samen met mij haar broer een mega plezier wilde doen door daar alles toonbaar te gaan maken. Ze twijfelde of hij dat wel zou willen, maar ik belde hem en hij hoorde er ongelofelijk opgelucht uit.

Nu, kuisen is niet mijn ding, of beter gezegd: niet het ding van mijn rug. Maar als Merel kon stofzuigen, afplaktape weghalen en kon dweilen, dan kon ik de keuken en de oppervlakten doen, en dat zou me wel lukken. Wij dus naar ginder, en tweeënhalf uur later trokken we de deur weer achter ons dicht, terwijl Wolf eigenlijk zelfs al vroeger klaar was en had willen afkomen. Maar het resultaat mocht er zijn: alles afgewassen – keuken, boekenkast, tvkast, tafels, keukeneiland, stopcontacten, lichtknoppen – alles opgeruimd en gestofzuigd en gedweild. De koelkast was opgevuld, de rommel stond in de berging. Best wel trots, maar we waren doodop.

En Wolf? Die was bijzonder dankbaar en had een zeer fijne, productieve en vooral propere avond.

Naailes

Wolf heeft een favoriete broek en heeft er nu twee van datzelfde model bij gekocht. Op zich geen probleem, alleen is hij niet zo groot en moeten de broeken dus ingelegd worden. Hij ging dat snel even zelf doen, zei hij. Juist ja.

Maar ik ben van het idee dat mijn kinderen zo zelfstandig mogelijk moeten zijn, en dus deed ik Wolf mijn naaimachine naar beneden halen en deed een grondige uitleg aan hem en Merel. Ik heb de broek voor hem ingespeld, hij heeft ze dan afgesneden, gesurfileerd en ik heb ze dan uiteindelijk ingelegd, want als het je allereerste keer achter een naaimachine is, is dat nog niet zo evident.

Merel heeft intussen wat losse lapjes gezocht en een aantal dingen zitten naaien, gewoon als oefening. Zelf heb ik dan meteen ook de kap van een van haar vestjes genaaid, en nieuwe broekzakken voorzien voor een van Kobes jeansbroeken. Man, is me dat gepruts!

Bon, ik weet nu ook wel dat, als er iets moet genaaid worden, de kinderen nog steeds bij mij gaan komen aankloppen, maar ze kunnen nu al een draad in het machien steken, de tegendraad koppelen en basis rechtdoor naaien of surfileren. En de rest? Dat is ondervinding, ervaring en prutsen, zoals ik het geleerd heb.

Basis opvoeding, iemand?

Hogedrukreiniger

Onze hogedrukreiniger heb ik een paar jaar geleden uitgeleend – geen idee meer aan wie – en nooit teruggekregen. Hmpf. Ik heb dan die van ons pa meegetsjoept, maar daar ontbreekt een spuitstuk, zodat je amper een straal hebt van een vierkante centimeter, en dat werkt wel héél traag.

Ik gebruik het ding ook maar één keer per jaar, en om er daarvoor eentje te kopen… Mijn apotheker to the rescue: ik stuurde een berichtje naar Delphine of zij zo’n onding had, en jawel hoor. Ze kwam het zelfs brengen, gewoon te voet over ’t straat, alsof je een hondje uitlaat. Grappig zicht…

Soit, vandaag ging ik ermee aan de slag, want ons terras was eigenlijk meer groen dan grijs. Het is nog nooit zo erg geweest, maar het najaar en de winter zijn ook nog nooit zo nat geweest, denk ik. Er stond overal mos…

Het resultaat was dan ook zeer bevredigend. En de last voor de rug viel eigenlijk ook mee, los dan van het feit dat je de hele tijd gewoon recht staat.

De rest zal voor morgen zijn, maar ik heb meer gedaan dan wat op de foto staat.

EDIT: mijn allerliefste Wolf heeft het overgepakt en de rest afgespoten, het ziet er redelijk fantastisch uit nu.

Vest nummer drie

Ik had voor mezelf al de lange vest in het paars gehaakt en voor Gwen de korte versie in blauw.

Peggy vond die zo leuk dat ze die ook wel wilde, maar dan niet zo lang als de mijne, maar ook niet zo kort als die van Gwen, en met iets minder wijde driekwartsmouwen. Euh, ja zeker? Ik begon vrolijk te haken en twee weken later kon Peggy ze trots showen. Ik had wel haar boezem wat verkeerd ingeschat, zodat de boord een stuk breder moest, maar dat vond ze juist goed want zo heeft ze ook meer kraag in haar nek waardoor ze geen sjaaltje hoeft te dragen. Ze is toch niet van plan om ze vaak dicht te doen, ze wilde ook geen knoopjes. Bon, alweer een blij iemand dus, en dat voor zo’n twaalf euro aan garen.

Ze had ze de volgende dag toch al aan, zodat ze ze precies wel leuk vond. Alvast een goed teken.