Ma

Weet je wat eigenlijk nog het raarste van al is aan gans die operatie? Dat mijn eigen ma nog van niks weet!

Die zit namelijk in Cuba, een reis van drie weken die ze al altijd wilde maken. Ze heeft al de halve wereld gezien (Senegal, Mexico, Peru, Thailand…), maar Cuba, dat had ze altijd al eens willen doen en dat was er nog nooit van gekomen. Nu, ze is intussen al 63 en ze wordt er niet jonger op. Mijn vader zag het al niet meer zitten om mee te gaan, die vond het al welletjes. Zelf wou ze het niet langer uitstellen: haar eigen ma, 87 ondertussen, is momenteel in goede gezondheid, maar dat zegt niks over volgend jaar. Hetzelfde geldt voor mijn vader.

Het kon dus best wel eens de laatste kans voor Cuba zijn voor haar, en die heeft ze dan ook gegrepen. Ze heeft zich ingeschreven in een groepsreis van drie weken, en wég was ze. Maandag komt ze terug.

Mijn operatie is eigenlijk bijzonder snel gepland en geregeld. Ik belde naar mijn orthopedist (we waren het er al eerder over eens geworden dat een operatie de enige overblijvende mogelijkheid was) en hij stelde me een paar data voor. Gisteren was voor hem een rare dag: hij moest die namiddag een vliegtuig halen, en had de voormiddag vrijgehouden voor last-minutes en spoedgevallen. Daar rekende hij me ook bij, zodat ik amper een week op voorhand alles wist (het was bijna nog in het honderd gelopen door emailmalcommunicatie, maar bon). Het alternatief was, door een geplande operatie van de kinderen eind april, pas eind mei, en dat viel al helemaal niet meer te plannen met school, laat staan dat ik nog zo lang wilde blijven sukkelen.

Daardoor komt het dus dat mijn ma nog vrolijk in Cuba zit, en dat ze nog van niks weet. Ze heeft al een paar keer met mijn vader getelefoneerd, maar die heeft haar niks verteld. Bewust, of uit warhoofdigheid, dat laat ik in het midden. Hij is wel van plan om maandagnamiddag, wanneer hij haar gaat afhalen aan het station, langs hier te passeren, en dat zou ik bijzonder fijn vinden.

Want, weet je? Ik mis mijn mama…

Vijf

Vandaag, vijf jaar geleden, was het een dinsdag. Een dinsdag waarop ik, volgens Bart, op dit eigenste uur aan het roepen was om een epidurale (of misschien net gekregen had). Vandaag wordt Wolf namelijk vijf jaar.

Ik heb hem net, dansend aan mijn hand, naar school gebracht, hij met zijn boekentas, ik met een grote zak met kleine cadeautjes voor zijn klas. Vijf jaar geleden had ik dit nooit durven dromen. Vijf jaar geleden had ik nooit vermoed dat ik deze morgen nog snel een Spiderman-T-shirt en een paar Spidermankousen uit de droogkast ging halen, en dat er een blond jongetje met stralend blauwe ogen op de keukentafel zou zitten en zijn cadeautjes zou openmaken.

Ik had gewoon niet durven hopen dat ik zo gelukkig ging zijn met het feit dat hij al vijf jaar lang in mijn leven is.

Gelukkige verjaardag, Wolf! Na vijf jaar zijn die barensweeën je wel vergeven hoor!

Verjaardagscadeautjes

Ik heb net 21 uitdeelcadeautjes voor Wolfs verjaardag samengesteld. Dat mag u best letterlijk nemen: kleine diepvrieszakjes (ik vond geen andere, toch niet binnen de radius van wat ik wilde rijden daarvoor) met daarin wat van die pastelkleurige snoepjes aan een rekker (zijnde een halsketting) of een ditto armbandje, of een lekstok, en telkens ook vijf gummibeertjes. Rond dat zakje, waar telkens Wolfs naam op stond en een vrolijke 5 met een hartje rond (ze zijn bezig over Valentijn op school), zit dan een vrolijk, felgekleurd strikje van bij de Ikea. En daarin zit dan een ballon geknoopt.  Een ganse bezigheid dus, en toch met veel plezier gedaan. Ik weet namelijk hoe blij die gastjes zijn met iets dergelijks, als het er maar leuk uitziet. Veel kost het allemaal niet, laat ons wel wezen.

Daarom is er ook een klascadeautje, iets wat meer en meer gedaan wordt, zo blijkt. Dat is dan een iets groter cadeau dat voor de klas bestemd is, en waarmee ze dan allemaal wel eens kunnen spelen. Op die manier komt er ook regelmatig iets nieuws in de klas, zodat het voor de kleuters boeiend blijft, en dat de school zelf haar werkingsmiddelen aan andere dingen kan besteden.

Wolf is vorige week met me meegegaan naar de speelgoedwinkel, en we hebben gekozen voor een mamadino en een babydino die uit zijn ei komt,  van Duplo, denk ik. Dino’s zijn op die leeftijd altijd een voltreffer, zelfs Kobe van anderhalf zegt al netjes ‘diosauwes’.

Enfin, nu maar hopen dat hij donderdag effectief een leuke dag heeft. Je wordt maar één keer vijf natuurlijk 🙂

Kobe

Net naar Kind & Gezin geweest, en het is officieel: Kobe groeit en bloeit 🙂

Hij weegt, in proper pampertje, 12.360 kilo, en is 83 centimeter lang. Niet slecht voor eentje van achttien maanden. Maar waar ik vooral trots op ben, is de grote verwondering van zowel dokter als verpleegster over Kobes taalvaardigheid. Zeker voor een jongen, zelfs voor een tweede kind, is het uitzonderlijk dat hij nu al twee-woordzinnetjes maakt, en zelfs een voltooid deelwoord als ‘gevallen’ gebruikt. Ik zat erbij en straalde. Ja, Kobe kan al babbelen.

En nu allemaal in koor: “Van wie zou hij dàt hebben?”

Soms

Soms besef je maar al te goed van welke onschatbare waarde je ouders en schoonouders zijn.

Zoals bijvoorbeeld wanneer je peuter van anderhalf ziek is, en jijzelf moet gaan werken. Dan kan je de ene dag je kleintje bij je ma brengen, en komen de volgende dag je schoonouders de hele dag babysitten.

En dan ben je er zó gerust in dat je daar de hele drukke dag niet meer aan denkt, ook al heb je beloofd even te zullen bellen.
Want je weet dat hij in goede handen is, dat alles is zoals het moet zijn, en dat je met een gerust hart thuiskomt bij een verzorgd en vertroeteld kind.

En dat, dàt is wel nodig tegenwoordig.

Zestien jaar

Zestien jaar geleden zat ik spaghetti te eten op Barts kot. De wekelijkse dinsdagse bijzonder pikante kotspaghetti. Ik was bijzonder onwennig, zijn kotgenoten bijzonder curieus. Bart zat me met grote verliefde ogen te bekijken, en ik keek terug met mijn liefste, stralendste glimlach.

Zestien jaar geleden werden Bart en ik namelijk een koppel. Dag op dag.

En weet je…

Soms betrap ik hem op diezelfde blik, en mezelf op diezelfde glimlach. Na zestien jaar. Dag op dag.

Maar de spaghetti is intussen een pak minder pikant geworden :-p

Rust

Kijk, ik zie mijn jongens doodgraag, maar ik geniet ervan als ze het huis uit zijn!

Ik weet wel, ik heb elke week de woensdagvoormiddag voor mezelf, maar dan heb ik ze wel al aangekleed, ontbijt gegeven, en heeft Bart ze naar school gebracht. En dan moet ik schoolwerk doen en administratie en andere vervelende toestanden.

Momenteel zitten ze elk bij een van de grootouderparen, en dat betekent dat ik deze morgen bijzonder lang heb geslapen, en daarna in alle rust in een muisstil huis ben opgestaan. Heerlijk gewoon. Ook de gedachte alleen al dat ik ze straks niet moet halen, naar wilde en onzinnige verhalen moet luisteren, met ze moet spelen, potloden opruimen, tuutjes zoeken, luiers verversen, neusjes afvegen, tussenkomen bij ruzie (jawel, Kobe is amper 17 maanden maar kan al behoorlijk ruzie maken met zijn broer), boterhammetjes moet smeren, omgestote bekers melk moet opvegen, pyama’s aandoen, tanden poetsen… geeft me een gevoel van rust. Let wel, als hij thuis is, doet Bart daar de helft van, maar dan nog.

Gewoon even twee daagjes zonder kinderen, dat kan deugd doen. Ook al ga ik nu twee rommelkamers opruimen, kleertjes sorteren, plafondlampen ophangen en wat dies meer zij.

Ik denk dat ze dit vakantie noemen. En ben ik nu een slechte moeder? Nee hoor, gewoon een realistische 🙂

Woensdagmorgen.

In de woonkamer hangt nog de lichte, onmiskenbare geur van het haardvuur van gisterenavond. Langzaam schuif ik de gordijnen open, waardoor het zonlicht naar binnen stroomt. Een felgekleurd windmolentje waait me tegemoet, en het gras glinstert bij elk zacht briesje.

De hond heft argwanend zijn kop op wanneer ik het speelgoed van de kinderen begin op te ruimen, maar droomt daarna ongestoord verder. Langzaam verdrijft de geur van verse koffie die van het verbrande hout, terwijl het gepiep van de microgolf me laat weten dat de melk warm is.

Behaaglijk vouw ik mijn benen onder me in de zetel, de latte in mijn handen, de krant naast me.

Ik mis mijn kat.

De beste van de wereld

En met die titel bedoel ik dan ‘man’, en het feit dat ik die heb 🙂

Oordeel zelf. Maandag ging ik om half vijf Wolf afhalen van zijn dagkamp, samen met zijn vriendinnetje. Na haar afgezet te hebben, zijn we doorgereden naar de parkeergarage van de Vrijdagmarkt (waarom is dat eigenlijk zonder -s? Iedereen in Gent spreekt van de VrijdagSmarkt) om dan met Kobe in de buggy naar Bataclan te gaan. We waren door omstandigheden vrij laat, wat ervoor zorgde dat we pas na zeven uur terug thuis waren.

Toen we rond kwart voor zes op Bataclan waren aangekomen, had ik hem nog gebeld met de vraag of hij niet afkwam. Nee, zei hij, zijn arm deed teveel zeer. Daarop had ik hem gevraagd of hij toch nog even langs de winkel wilde gaan om hesp en kaas, want ik ging macaroni (met hesp en kaas dus) maken.

Toen we dus thuiskwamen en beide kinderen moe en hongerig waren, stond Bart ons met een grote glimlach op te wachten. De tafel stond gedekt, en hij begon vanalles uit de ijskast te halen: een bord met allerhande soorten vlees, netjes opgerold, koude patatjes in de mayonaise, garnalen in de roze saus, versgekookte eitjes, een kom sla, tomaatjes met zelfgemaakte balsamicovinaigrette, gesneden meloen… En dat allemaal op het onverwacht, na een zware werkdag, in de warmte, mét een bijzonder pijnlijke arm!

Geef toe: ik heb gewoon de beste!

(Ik heb dan een dag later macaroni gemaakt, een van zijn lievelingskostjes, met later een witte Magnum als dessert, en hete compressen voor zijn blauwe arm. Ik moet hem toch vertroetelen, nietwaar?)

12 jaar

Vandaag is het exact 12 jaar geleden dat ik in een prachtige witte jurk liep te glunderen. Ik heb er geen idee van welk jubileum dat zou moeten zijn, en het kan me ook geen barst schelen.

Ik weet alleen dat ik, moest ik het kunnen/moeten herdoen, opnieuw onmiddellijk ja zou zeggen.

Meer moet dat niet zijn, toch?