Van schaken en camerae obscurae

Eigenlijk heb ik nooit leren schaken. Ik ken vaag de spelregels, maar daar houdt het ook compleet mee op. Dammen, dat heb ik wel vaak gedaan als kind, maar da’s ook al minstens dertig jaar geleden.

Mijn pa daarentegen was vroeger een verwoed schaker, en was er ook niet echt slecht in, voor zover ik hoor. Wolf speelt zeer graag gezelschapsspelletjes, en dus leek het me ideaal dat ons pa Wolf zou leren schaken. Ik heb ooit vroeger nog zijn prachtige set meegetsjoept van thuis, blijkbaar met Romeinen en Galliërs, maar een bord had ik hier niet. Enfin, ik dacht van wel, maar het bleek een dambord te zijn.

Geen nood: the internet to the rescue! Ik zocht en vond een printbaar schaakbord, plakte het boeltje aan elkaar, en opgelost. Of nee, toch niet helemaal, want de stukken waren net te groot voor het uitgeprinte bord. Gelukkig had ik nog een ander set schaakstukken staan, simpele glazen stukken die mijn broer ooit ging weggooien wegens bijhorend bord kapot.

Ons pa bleef dus eten, en probeerde eerst nog de zelfgemaakte camera obscura uit.

Daarna nestelde hij zich met Wolf in de tuin, leerde hem (en en passant ook Kobe) de basis van het schaakspel, en ondertussen was er een fantastische fruitsla die Wolf in de voormiddag had gesneden, met versgedraaid ijs dat we net zelf hadden gemaakt.

Win win, noem ik dan zoiets.

Ankoria 12

Jawel, opnieuw de kinderlarp Ankoria vandaag, en meteen ook Merels eerste en Wolfs laatste (toch als speler). Wolf is hier eigenlijk al te groot voor, al mag hij nog perfect meedoen zolang hij in het lagere zit. Maar zowel spelsysteem als plot zijn een beetje simpel voor hem, aangezien ze ook geschikt zijn voor zesjarigen. En nu hij Vortex speelt, is het al helemaal nogal eenvoudig voor hem. Maar Merel is nog maar vijf, en durfde niet zo goed alleen. Toen Wolf voorstelde om mee te gaan als haar persoonlijke lijfwacht, was ze meteen honderd man sterk, en zag ze het helemaal zitten.

En dus zette ik deze morgen drie opgetogen kinderen in de auto, en reed helemaal naar Limburg naar Meeuwen-Gruitrode.

Merel had er meteen een vriendinnetje vast, namelijk Manon van Annelies en Erik, die ze al langer kent, en voor wie het ook de eerste keer was. Ook zij was in de wolken met de persoonlijke begeleiding van Wolf, en na een paar uur was er zelfs nog een derde jongedame.

Enfin, ik heb weinig bewogen wegens zere poot, maar het was wel een zeer fijne dag. Warm, dat ook: ik ben helemaal verbrand! En weet u wanneer het beginnen regenen is? Het moment dat ik de auto startte om naar huis te rijden, echt waar. Chanceke!

Capes

Nu zaterdag is er Ankoria, de kinderlarp, en het weer gaat precies nogal nat zijn, voorspellen ze.

Via Freecycle had ik een ganse tijd geleden al een heel mooie lap roestbruine stof gekregen, ideaal voor twee kindercapes. Op zich zijn die capes zowat het simpelste dat er is, als je een beetje rechtdoor kan stikken met een naaimachine.

Je neemt een rechthoekige lap stof, breedte zo lang als je je cape wil hebben (voor mij dus 1.50 meter, voor de kinderen uiteraard een pak korter), en de lengte exact twee keer de breedte. Je neemt een stuk touw en een krijtje, en tekent een perfecte halve cirkel af op je stof. Met hetzelfde middelpunt teken je dan ook nog een kleine halve cirkel voor de halsuitsnijding.

Je knipt de halve cirkels zeer zorgvuldig uit, want de twee overblijvende, min of meer driehoekige stukken heb je nodig voor de kap. Je legt die namelijk op elkaar (als het goed is, zijn beide rechte zijden exact even lang) en stikt één van de rechte zijden aan elkaar. Je vouwt het resultaat open en maakt een mooie ‘zoom’ rond de gezichtsuitsnijding (of werkt met een bies). Daarna leg je het opengevouwen stuk op de halsuitsnijding, en past een beetje tot je het juiste plekje vindt waar de kap even breed is als de halsuitsnijding. Teken dat af, knip uit en naai vast langs de halsuitsnijding. Daarna nog het overblijvende stuk van de kap dichtnaaien, en voilà, een kap met een heel lange staart. Voor de afwerking kan je alles nog een mooie zoom geven, of een biesje, of om het even wat.

Kobe was alvast in zijn nopjes ^^ Zijn cape was geen perfect halve cirkel, en dus vooraan wat korter dan achteraan.

Bij een perfect halve cirkel komt de cape helemaal gelijk:

Een lichte cape kan je gewoon twee haakjes geven als sluiting, of een mooie knoop, of een houtje-touwtje. Voor de zware varianten maak je ter hoogte van de schouders aan de binnenkant twee zeer lange, zeer stevige linten vast. Op die manier kan je die knopen rond je lichaam in plaats van jezelf de keel dicht te snoeren. Voor een versie die wat openhangt, knoop je de linten eerst onder je armen door, kruisen op de rug en een knoop vooraan. Als het koud is of het regent, knoop je de linten vooraan over de borst, en knoop je ze achter de rug. Heel stevig, en vooral geen druk aan je keel.

EDIT: de cape van achteraan gezien:

Fantastische woensdag

Deze voormiddag waren er de laatste lessen van dit schooljaar, en deze namiddag genoten we volop van het heerlijke weer!

We moesten Kobe afzetten om drie uur voor zijn notenleer, en ik had Wolf en Merel meegenomen om eindelijk eens die multicache in Evergem dorp af te werken. De eerste stap hadden we al in januari gedaan, en toen hadden we ontdekt dat er naast de kerk van Evergem ook nog een grote kapel staat. Nog nooit gezien dus.

Enfin, wij dus geparkeerd aan het gemeentehuis, en het tweede tussenpunt gezocht. En er blijkt dus nu, schuin tegenover de zijkant van de kerk, tegenover het grote monument achter de kerk, een waterput te staan! Ook nog nooit gezien!

Het eindpunt van de zoektocht bevond zich een heel eind weg, langs de Christoffelweg aan het Grosseknetenparkje. Met de auto moet je gigantisch rond rijden, en ze raden dan ook aan om te voet te gaan, maar dat zag mijn voet toch niet zitten. We zijn dus eerst maar boodschappen gaan doen in de Aldi (sandwichen voor vanavond aan de Blaarmeersen) en dan toch rondgereden tot aan het parkje. Het was een beetje een weg zoeken doorheen de netels in het bos, maar de cache werd desaltniettemin netjes gevonden. En toen was het tijd, vonden we, voor een donut op het bankje.

We pikten Kobe weer op, reden naar huis en deden allemaal heel rustig even zo goed als niks, en reden daarna met een picknick in de aanslag naar de Blaarmeersen. Zoals verwacht kreeg Wolf beachrugbytraining, maar Kobe bleef netjes op het veld tot half acht: voorbereiding voor het toernooi zondag.

Merel begon netjes in het zand te spelen met haar kleren aan, maar switchte toch vrij snel naar bikini. Het water durfde ze niet aan zonder haar broers: niet dat het diep is, maar toch…

En toen kwam Kobe aangelopen, en was het duidelijk tijd om te zwemmen. En ook Wolfs U12 besloten met een stevige duik.

Merel lag maar in bed tegen kwart voor negen, maar ze had wel een zalige dag, zei ze. Ze gaf me nog een dikke knuffel, en een welgemeende “Dank je, mama!” en viel toen prompt in slaap.

Veldboeket

Iets waar ik eigenlijk al sinds kind zot van ben, zijn veldbloemen. Het mooist zijn ze natuurlijk als ze gewoon in het veld staan, maar ik heb niet zo direct wilde velden en bermen in mijn buurt. In Evergem echter had ik al een paar keer gezien dat de berm langs de Christoffelweg volledig begroeid is, en dat er aan de eindhalte van de tram zelfs korenbloemen stonden.

Vandaag ben ik met Kobe na zijn notenleerexamen gestopt om voor het eerst in twintig jaar een boeket te plukken: korenbloemen, papblommen, verschillende soorten grassen, roze bolklaver, boterbloemen, kattenstaart en nog een hoop andere soorten. Klaprozen zaten er niet tussen, want die verwelken toch meteen. Maar ik vond het prachtig, zo’n wild boeket, ik kan het niet helpen…

IMG_4226

Communie, maar met een bang hartje

Dat het een echt gemengde dag is geworden, vandaag.

Donderdagavond zaten we nog allemaal samen bij ons ma, op haar uitdrukkelijke vraag, om de begrafenis te bespreken. Het gaat plots snel, nu, ons ma eet bijna niet meer, en ze is extreem moe de laatste tijd. Gisteren zag ze er echt niet goed uit, en vandaag, rond half twee – we waren ons net aan het klaarmaken voor de communie tegen drie uur – ging de telefoon: Jeroen was bij ons thuis, en vond dat het echt niet meer kon zijn. Of hij ons ma naar de spoed mocht laten brengen, want ze was zodanig zwak dat ze niet meer op haar benen kon staan. Wat wil je, als je al vier dagen niks gegeten hebt? In het ziekenhuis gaan ze er misschien voor kunnen zorgen dat ze nog wat kan eten of tenminste binnenhoudt, en met een paar baxters glucose zal ze haar kracht misschien wel terugkrijgen. Enfin, hopelijk toch.
Maar Jeroen wilde de 100 bellen, en dat zag ik niet zitten: dan zouden ze haar naar het dichtst bijzijnde ziekenhuis brengen, zijnde Eeklo. Niet dus. Iets later belde hij terug: dat ze wel met de ambulance naar het UZ kon gebracht worden, als een huisarts dat zo voorschreef. Alleen… ze zouden haar nooit van de trap af willen brengen, maar er de brandweer bij halen, met een speciaal bed en een kraan en al. Enfin, tegen half drie belde hij dat hij haar zelf wel van de trap zou dragen en naar het UZ zou rijden. Hij ging dan wel te laat zijn op het vormsel van Wolf, maar als ik hem kon smsen waar hij precies moest zitten, ging hij achterkomen. Roeland zat in Antwerpen, maar kwam dan wel naar het UZ.

Enfin, wij dus met een bang hartje naar de kerk. Aan de andere kant was ik ook opgelucht: ik was er echt niet meer gerust in, in ons ma, sinds ik haar gisterenavond in bed had gestoken, en in het ziekenhuis ging ze tenminste deftig verzorgd worden. Nog een chance dat ze niet tegenpruttelde.

De mis was twintig minuten bezig, toen effectief Jeroen in alle stilte binnen kwam en plaats nam. Oef. Wolf had dus netjes zijn twee peters bij zich toen het moment van het vormsel zelf kwam, en Jeroen had zelfs daarvoor nog tijd om een paar foto’s te nemen. En de vader van een van Wolfs vriendjes zat op de eerste rij, en had dus ook een massa foto’s.

Na de mis belden we even naar Roeland, uiteraard, en bleek dat ons ma nog steeds op de spoed lag, en dat ze al een pak opgeknapt was van de baxters. Ze was uitgedroogd en ondervoed, zei de spoedarts. Oef.

We dronken eerst een glaasje champagne bij ons thuis, en Jeroen nam een prachtige foto van mij met de kinderen.

13234717_10208748303359033_9623234_o

Daarna ging Koen naar huis, en reed Jeroen naar de spoed, om Roeland af te lossen. Ik zou dan wel nog wat later komen.

En jawel, tegen half acht stond ik op de spoed, waar ons ma nog steeds lag. Al gingen ze haar net naar een kamer brengen, bij de oncologie, om haar deftig in de gaten te kunnen houden. Ons ma had gedacht van misschien toch wel naar huis te kunnen, maar de dokters vonden dat ze nog steeds te zwak was, en eigenlijk was ze inderdaad doodop. En dus reed ik met ons ma op haar bed mee naar de K1, en installeerde haar daar rustig in haar kamer. Jeroen had precies nogal overhaast gehandeld, en dus was haar portefeuille niet mee, en ook geen bril of medicijnen, of iets om te lezen. Ze ging dan maar wat slapen, maar niet voordat ze me uitgebreid geïnstrueerd had over wat Jeroen de volgende dag allemaal moest meebrengen. Onder andere haar mooie kleren, want eigenlijk is ze wel van plan morgen naar Wolfs feest te komen. Per slot van rekening moet ze hier ook niet echt iets doen, en kan ze gerust ook slapen.

Hopelijk lukt het, want ze was echt wel moe.

Zembro

Gisteren waren we bij ons ma, en ik vond haar echt wel zwak op haar benen. Ik zou vooral niet graag hebben dat ze op een bepaald moment valt, en niet meer recht geraakt. Ons pa is wel ergens in huis, maar die zit vaak voor lange tijd beneden, en ’t is niet alsof ons ma nog luid kan roepen, en ons pa is zo al zo doof of een kwartel.

En dus ging ik rondkijken voor een alarmknop. Die bestaan in verschillende soorten en maten, maar zijn meestal met een ganse installatie via je telefoonkabel, en ik wilde die knop het liefst nog vandaag. Uiteindelijk kon ik kiezen om nog snel tot aan Partena te gaan aan de Ghelamco, maar mijn voet doet echt wel pijn, en eigenlijk feitelijk mag ik niet met de auto rijden. Een andere optie, die me langs alle kanten werd aangeraden, is de Zembro: een stijlvolle zwarte armband die echt vanalles kan – zowel alarmknop die belt naar de opgegeven nummers, als plaatsbepaling via GPS (voor dementerende patiënten) en nog wel een paar dingen. Grote nadeel: pokkeduur, als in 400 euro aanschaf, en dan een abonnement van 10 euro per maand. Mja… En toen bleek iemand die ik ken voor Zembro te werken, en kan je dat ding een maand op proef krijgen. Hmmm, als ik heel eerlijk ben, denk ik niet dat we hem een maand zullen nodig hebben… Maar bon, na een hoop over-en-weergetweet werd de armband al meteen volledig op ons ma ingesteld, en is Bart hem voor me gaan halen in de buurt van het station. Op dit uur door de drukte, dat zag mijn voet niet zitten. En daarbij, ik moet straks nog de presentatie doen van het Sidney Galevenement van de rugby. Daar kan ik een barkruk vragen, maar dan nog…

Enfin, ik ga dan daarna, zo tegen half tien, richting Zomergem, zodat ik ons ma in haar bed kan helpen, zoals gisterenavond. Ik ben een pak geruster dan, en ze kan de hulp eigenlijk wel gebruiken. Zij vindt het natuurlijk onzin, dat ik daar speciaal voor afkom, maar het is zowat het enige dat ik voor haar kan doen, en ik voel me zo al zo machteloos…

Enfin, benieuwd naar die Zembro. Het ziet er in elk geval schitterend uit.