De allereerste kers

Sinds Bart in corona begonnen is met tuinieren, staat er vrijwel geen maat meer op. We hadden vorig jaar al eigen tomaatjes, aardbeien, worteltjes – een paar maar – radijsjes en wat sla, maar dit jaar is het een pak uitgebreider. In zijn serre staan er opnieuw tomaten, maar ook aardbeien, meloen en diverse kruiden. Buiten groeien er intussen pompoenen, courgettes, erwtjes, bloemkool, broccoli, verschillende soorten sla en wellicht nog een resem dingen die nog volop aan het uitkomen zijn. Oh, en massa’s frambozen, dat ook!

In 2023 had hij ook fruitboompjes gezet: twee appelaartjes en twee kerselaartjes, maar die waren nog klein en deden niet veel. Intussen zijn die al wat opgeschoten, maar de droge voorbije maanden zorgen ervoor dat we amper één appeltje zullen hebben. Vorig jaar hadden we nog geen kersen, dit jaar hebben we er ….. tromgeroffel!!!! …. twee. Maar we klagen niet: het zijn nog steeds kleine jonge boompjes, en ik vind het al fantastisch dat er al een enkele kers te vinden is!

Ik heb die dan ook met veel zorg geplukt en met veel smaak opgegeten, en ja, ze was zoet en knapperig!

Ik kan al niet wachten tot er volgend jaar meer zullen opstaan, en dan hopelijk ook meer appels en meer dan één vijg op onze vijgenboom. Maar bon, het is een begin.

Roll-out van Elektra

Vorig jaar was er de roll-out van Orion, de auto van UGent Racing waar Wolf aan gewerkt had bij Mechanical Composites en waarvoor hij destijds de stoel had gemaakt uit carbon fiber.

Intussen zijn we een jaar verder, heeft hij dus een jaar meegedraaid bij Autonomous Control en ontelbare uren geklopt, ging zijn Bachelor proef over het kalibreren van de Lidar en de optische camera zodat die exact op hetzelfde moment hetzelfde beeld weergeven, en is hij verkozen in het bestuur van UGent Racing als Chief Autonomous. Right up his alley, zeggen we dan, al was hij liever Captain van het hele team geworden. Yup, hij is altijd al ambitieus geweest, onze Wolf.

Maar vandaag was er dus de Roll Out  van de nieuwe auto, waarvan hij me zelfs de naam nog niet had willen verklappen. Ik stond dus tegen half acht in de Handelsbeurs, samen met blijkbaar zo’n 700 anderen, en keek vol trots naar de presentatie en uiteraard ook de auto zelf. En ja, het is een knap ding geworden. Elektra, heet ze.

Maandag waren ze nog foto’s gaan nemen met de auto overal in ’t stad:

Deze zomer gaan ze aan drie competities meedoen: Nederland, Hongarije en Duitsland. En nu maar hopen dat Wolfs tweede zit meevalt zodat hij mee kan.

Maar wat ik eigenlijk nog wijzer vond, was het nevenproject van UGent Racing: Hydra! Ze hebben de auto van twee jaar geleden, Artemis, omgebouwd naar een verbrandingsmotor. Vreemd, zegt u, en dat vonden we eerst ook, toen we het filmpje zagen en vooral ook het brullende geluid van de motor hoorden (een filmpje dat Wolf afgelopen nacht nog met een paar heeft gemaakt). Maar dit blijkt op aanvraag te zijn van ABC, de Anglo-Belgian Corporation die een van hun grootste sponsors is en op wiens terrein ze zitten, een bouwer van scheepsmotoren. Het is namelijk de bedoeling om hiervoor een waterstofmotor te ontwikkelen en verder uit te bouwen. Puur research dus, niet om mee te racen, maar wel voor praktisch gebruik in de industrie. Zalig, toch?

Enfin, leerrijke, fijne avond gehad en vooral bijzonder trots op mijn zoon die volgend jaar daar ook op dat podium zal staan met een hele uitleg rond de Autonomous control.

Cerberus

Al een paar jaar leg ik in het eerste jaar de Griekse goden uit aan de hand van Playmobil. Ik zet dan de sokkeltjes op tafel en laat alle leerlingen er eentje pakken, alsook een figuurtje en een van de andere voorwerpen.

Dit jaar had ik hen de goden op voorhand laten opzoeken en invullen, ze wisten er dus een pak meer van. Maar uiteraard vertel ik er hen het hele ontstaansverhaal bij, van Kronos die een orakel krijgt dat zijn zoon hem zal verslaan en dus maar voor het gemak al zijn kinderen opvreet. Maar goden zijn onsterfelijk, en Zeus slaagt erin zijn broers en zussen te bevrijden en de hegemonie over te nemen. Daarna verdeelt hij de drie gebieden – alles wat lucht ademt, alles wat in het water leeft en alles wat in de onderwereld zit – tussen de drie broers. Ha ja, want zussen tellen niet mee.

Alleen…

Playmobil is zo’n typisch bedrijf, weliswaar van Duitse oorsprong maar met een Amerikaanse insteek, dat niet aan dood en verderf en onderwereld en dergelijke voor kinderen doet. Er is dus ook geen figuurtje voor Hades, maar zonder hem krijg je die mythologie dus niet uitgelegd. Vorige jaren werd hij ‘gespeeld’ door een bloempotje of een sleutel of zo, maar dat slaat eigenlijk nergens op. Online had ik wel een afbeelding gevonden van iemand die hem zelf had gemaakt voor de volledigheid en die staat dan ook in mijn cursus.

Ik heb dit jaar een zalige kerel in mijn zesde die nogal een Lego aficionado is, maar die ook niet vies is van een Playmobilleke. Op mijn vraag heeft hij me een Hades samengesteld en vooral ook een Cerberus gemaakt, de driekoppige hond uit de onderwereld. Heel fijn was dat niet afgewerkt, dus heb ik aan Geraard – mijn GM van de Call of Cthulhu en notoir figurineschilder – of hij die kon bijwerken. Hij is dan aan de slag gegaan met putti en verschillende soorten verf en kwam tot een zeer fijn resultaat.

Hades was nu tenminste al aanwezig in de les. Nu nog het sokkeltje bijwerken, een troon en een kroon zoeken, en ik kan de afbeelding in de cursus ook aanpassen.

Maar dat spelen in de klas, dat blijft wel wijs natuurlijk!

Magnolia’s in het Leen

Vorig jaar was ik net te laat om de magnolia’s nog te zien bloeien, dit jaar gingen ze me niet bij mijn lepels hebben. Zaterdag was het wel nog mooi weer, maar had ik de energie niet, maar vandaag was ik niet ingeschakeld voor de projectweek en wilde ik de rug toch even losmaken door te wandelen op eigen tempo. Ik reed dus naar het Leen en genoot er met volle teugen van de magnolia’s, een vroege rhododendron en enkele camelia’s.

Daarna ging ik nog enkele labcaches oppikken in Eeklo zelf en reed daarna via Lembeke naar huis, waar ik overigens een pracht van een klein natuurgebiedje vond met een grote vijver, iets waarvan je nauwelijks de ingang vindt vanop straat.

Ik was pas tegen zevenen thuis, de rug was moe maar deed geen pijn, en dat vond ik heel veel waard, om eerlijk te zijn. En ik was vooral ook helemaal uitgewaaid met een leeg hoofd.

Paars karretje

Omdat mijn rug lastig blijft doen, rij ik al behoorlijke tijd rond met mijn boodschappentrolley ofte bommakarretje. Ik had eentje in zwart en rood, een zeer goedkoop geval uit een Turkse winkel, en dat was echt uit elkaar aan het vallen, het rood was er gewoon verstorven en al mijn gerief zat onder de rode tiekskes.

Ik vond, aangezien ik het nu elke dag gebruik op school zodat ik geen boekentas hoef te dragen, dat ik een chiquer geval verdiend had, en dan uiteraard eentje in het paars.

Het duurde eventjes voor het toekwam, maar kijk, ik heb een knalpaars bommakarretje!

Het rijdt vlot, het is stevig én iedereen weet meteen dat het van mij is, zowel leerlingen als collega’s.

En mijn rug is er dankbaar om, en dat is het voornaamste.

Nieuw bommakarretje

Sinds mijn rug zo lastig doet, is echt elk gewicht te veel voor me. Normaal gezien pak ik één dikke map mee in mijn grote handtas, met dan nog een fles water, een peer, mijn agendaatje en wat extra brol, en dat lukt. Nu dus niet: de rug doet echt moeilijk, en ik moet ook altijd wisselen van lokalen. Ne mens zou denken dat hij na 31 jaar les op dezelfde school min of meer een vast lokaal heeft, maar dat lukt bij mij niet: mijn groepen gaan van 28 tot 5 leerlingen. Met die kleine groepjes zit ik meestal wel in het lokaaltje van Klassieke Talen, maar daar krijgt mijn collega ook standaard voorrang. En die grote groepen, daar heb ik een groot lokaal voor, gelukkig maar.

Ik rijd dus al enige tijd rond met zo’n boodschappentrolley, een bommakarretje dus. Ik heb dat al behoorlijk lang, een zwart met rood, om bv. mee naar de markt te gaan, of extra rommel mee te slepen naar school. Maar dat was nu uit elkaar aan het vallen, letterlijk: de stof begon te versterven en alles zat onder de kleine zwarte of rode tiekskes, gelijk of dat ze zeggen. Ik heb er dan maar meteen wat meer geld tegen aan gegooid dan de 10 euro die ik destijds in de Turkse winkel had betaald, en heb nu een – hopelijk – stevig knalpaars geval, waarmee ik dus de hele school rondrijd en waarvoor ik dus ook steevast, dag na dag, de sleutel van de lift moet gaan halen. Ach ja, klein ongemak, groot gemak voor de rug.

En zeg nu zelf: lekker paars, toch?

Frans

Frans is nooit mijn lievelingsvak geweest, en dat is een understatement: ik was er notoir slecht in. De grammatica was geen probleem, ik was de enige die daar altijd alle punten op scoorde en me daarmee de woede van de rest van de klas op de hals haalde, want ik bewees dat het kon. Tsja, altijd al een grammar nazi geweest, zeker?

Maar die woordenschat, en dat le/la, serieus… Nee, ik deed het niet graag.

Maar intussen heb ik al meermaals vastgesteld dat mijn humanioraopleiding blijkbaar toch zijn vruchten heeft afgeworpen: ik kan dus veel beter Frans dan ik eigenlijk dacht, ik kan me perfect redden in behoorlijke volzinnen, met uiteraard frequente foutjes, maar hey, mijn Frans is beter dan de gemiddelde Parisien zijn Nederlands, toch?

Wat dus ook gigantisch helpt, is het lezen in het Frans. Voor mijn collega’s Frans is dat een open deur intrappen natuurlijk: zij beweren dat continu, maar krijgen daarmee niet noodzakelijk hun leerlingen ook aan het lezen. Het probleem is bij mij het vinden van de juiste boeken. Voor de leesclub hebben we nu Tout le bleu du ciel gelezen, en dat is hedendaags Frans. Bij Camus is dat net iets ouder, en bij Le Passe-Miroir was dat in passé simple en zo.

Ik zoek dus nog goeie fantasy in het Frans, zoals Le Paris des Merveilles  of voornoemde Le Passe-Miroir. Geraard had me nu ook Le Bureau des Affaires Occultes aangeraden, en die neem ik dan wel ter hand na de Alkibiades.

Maar mocht iemand toevallig van die romantische niemendalletjes hebben, vooral dan zelfs nog romantacy in het Frans, op een zeer eenvoudig niveau voor Merel, dan hoor ik het graag. Ze wil graag ook in het Frans beginnen lezen, maar ik zou niet weten waar te beginnen. In het Engels leest ze op hoog niveau, maar nu dus nog Frans… Niveau derde-vierde middelbaar.

Suggesties welkom!