Laatste keer rugby… dacht ik toch.

Andere jaren stopte het rugbyseizoen eind mei voor de junioren, omdat de meeste trainers zelf ook examens hadden. Nu zijn de trainers doorgaans wat ouder, en gaan de trainingen blijkbaar toch door. Fijn!

Merel en ik hadden ons vandaag nochtans weer aan de Blaarmeersen geïnstalleerd. Ze wou even nog langs de petanquebaan en tennisvelden lopen – “die mensen doen dat zo wijs, mama!” – bleef even hangen op de speeltuin, en toen trokken we met ons dekentje naar het grasveld aan het strand.

En toen kletsten we nog even met een van de acrobates die we in de loop van het voorbije jaar hebben leren kennen, en aten we, heerlijk in de avondzon, rustig op een dekentje. Oh, en speelde Merel voor fotomodel.

We amuseerden ons zelf nog met wat acrobatische oefeningetjes, en genoten honderd procent.

En veel te vlug was het alweer tijd om de jongens op te halen en naar huis te rijden. “Ik ben echt nog niet moe hoor, mama! Ik wil nog niet naar huis!” En toen viel ze in de auto prompt in slaap, mijn prinses.

Absolute rotdag, die toch nog mee bleek te vallen

Ik stond op met knallende koppijn, vanmorgen. Geen idee hoe of waarom, maar het was eentje van de soort dat ik mijn lenzen niet instak, maar er een brildagje van maakte. Om les te geven, ja, en wie me kent, weet dat dat eigenlijk nooit gebeurt.

Bart nam de kinderen mee naar school, en ik moest pas om negen uur weg. Tijd genoeg dus om nog een toets af te printen. Dàcht ik. Want mijn printer heeft zware kuren, en wil de ene keer wél, de volgende keer niet printen. Drie keer raden wat het werd vandaag. Bon, ik zette de toets dan maar om in PDF en printte op school. Ik gooide de toets nog net op tijd in de kopieermachine, en ging lesgeven. Ik weet nog dat ik toen al dacht: “Tiens, da’s precies een klein pakje voor 26 kopies…” Tot ik de toets uitdeelde en ik elf exemplaren te kort bleek te hebben. Geen tien maar elf, dus het lag niet aan foutief intikken. Ik belde in allerijl naar Peggy van het secretariaat, en die kwam gezwind aangestapt om even toezicht te houden terwijl ik richting machine crosste om nog elf kopies bij te maken. Zucht.

Gelukkig mocht ik daarna gewoon lesgeven, en word ik nog steeds goed gezind van mijn job. Zelfs na eenentwintig jaar. Chance, want dat is nog niet de helft. En toen werd de dag, beetje bij beetje, beter. Al bleef ik een kort lontje hebben, en had ik niet veel nodig om te blaffen. Maar er was heerlijke stoverij met aardappelbolletjes, en da’s ook al iets. Een goede vriend die ging langskomen en die ik al tijden niet heb gezien, belde helaas af. Maar toch ging plots de bel:

365-mei20

Mijn allerliefste kent me zó ongelofelijk goed he… Ik smolt ter plekke, en samen met mij mijn slechte humeur.

We lieten nog pasfoto’s maken voor de kinderen, ik smeerde driekwart brood, en terwijl de jongens gingen trainen, zochten Merel en ik een nieuwe weg op de Blaarmeersen. We ontdekten dat er blijkbaar nog een extra clubhuis met café en gezellig terras is aan de tennishal, dat daar om een of andere reden iets is met treinen,

IMG_5405

dat er daar twee perfecte, gezellige petanquevelden liggen, dat er wat verderop zelfs drie permanente pingpongtafels staan buiten, en dat je een doos boterhammen best niet open laat staan als je in het zand picknickt. Tsja.

We trokken verder naar de pier, en gaven daar de zanderige boterhammen aan de waterhoentjes, die ze prompt naar hun jongen brachten.

En eigenlijk, feitelijk, was het al bij al toch een haalbare dag, met zelfs fijne momenten.

Uitwaaien

Als we al in de winter als het vriest gaan picknicken, dan doen we dat zeker als de temperatuur meer dan behoorlijk is ^^

Merel en ik zetten dus ook vandaag de jongens af aan het rugbyveld, en liepen naar het strand van de Blaarmeersen. Ik geef het toe, we waaiden bijna weg! Merel liep te schateren, haar haar vloog alle kanten op.

IMG_5074 IMG_5075

Helaas, langs het strand lopen was geen optie, want de wind striemde zodanig dat Merels blote beentjes gezandstraald werden. Ik heb ze even in mijn jas gewikkeld, en toen zijn we op het bankje op de pier gaan zitten, uit het bereik van het striemende zand. Het was een machtig zicht: golven op de Blaarmeersen!

IMG_5077 IMG_5076 IMG_5078

Lang zijn we echter niet blijven zitten, want de wind op zich was eigenlijk wel koud, en zelfs een stevige gilet en een regenjasje brachten geen soelaas. Ach ja, op het veld zaten we tussen de bomen, en voelden we het zo hard niet meer.

Maar het is wel eens leuk, zo’n harde wind!

Onverwacht op zwier, eigenlijk feitelijk

Deze morgen was het voor het eerst weer vroeg: ons ma moest om acht uur in het UZ zijn, en ik ben haar dus gaan oppikken in Zomergem en gaan afzetten. Dat betekende wel dat ik helemaal klaar en fris en al om half negen al aan mijn bureau zat. ’t Was vooral eens wat anders :-p

Ik prutste wat rond, en laadde tegen half elf de kinderen in de auto om naar de dokter te gaan. Wolfs vinger, die hij vorige maand verstuikt had en die toen helemaal dik en blauw zag, doet namelijk nog steeds pijn, en dat verontrust me een beetje. Maar aangezien je dus niet zomaar bij een radioloog kunt binnenlopen, gingen we eerst naar de huisdokter. Die zei: “Naar de radioloog”. Tiens. Maar die kon wel onmiddellijk bellen, en we reden dus aansluitend naar de Rooigemlaan. We waren daar eigenlijk vrij snel buiten, en passeerden nog langs de C&A omdat ik eerder al, in een andere vestiging, een prachtig kleedje voor Merel had gezien, alleen een maatje te groot. Helaas, ze hadden het er niet. De jongens kozen wel elk een Tshirt met korte mouwen, want daar is tegenwoordig al weer eens nood aan.

En toen stonden we kwart voor twaalf buiten, keken we elkaar aan, en besloten dat we deze vakantie nog geen fast food hadden gegeten, zoals ik eigenlijk elke vakantie beloof. Wij dus naar ’t stad, parkeren in de Sint-Michiels, en naar de Pizza Hut. Tip: kies er nooit frietjes, zoals Merel deed, want die worden ook in de oven gebakken en zijn het vreten niet waard.

Enfin, we waren nu toch in ’t stad, we konden even goed eens rondkijken voor een fietshelm voor Wolf, voor een docking station voor Wolf zijn iPhone voor in zijn kamer, en een nieuwe muis voor zowel de kindercomputer als ma’s nieuwe laptop. In de Hema verkopen ze verschillende soorten kabeltjes, maar blijkbaar geen muizen, en veel fietsgerief, maar geen helmen. We zijn dan maar de Veldstraat ingewandeld, waar ik het gewilde kleedje voor Merel toch nog vond, en waar we de FNAC onveilig hebben gemaakt. In de Zonnestraat vonden we de gewenste fietshelm in felblauw, en in het terugwandelen naar de parkeergarage tikte ik bij M.A.R.T.H.A. alsnog een ring op de kop.

Onverwacht veel geld uitgegeven dus, maar wel een fijne middag. Al had Kobe precies te veel gegeten: hij voelde zich misselijk thuis. En Wolf, die ging op zijn kamer de puber uithangen met zijn muziek 🙂

Rond vijf uur ging ik ons ma weer ophalen, en prutste ik bij haar thuis aan de instellingen van de WIFI, want dat internet bleef maar ambetant doen. De modem deed terug normaal na een volledige reset, maar de router sputterde behoorlijk tegen, en ik moest online hulp vragen aan mijn vaste sysadmin, die me dan ook feilloos kon helpen. Joepie!

Al bij al was ik laat thuis, en ben ik dan maar in de zetel geploft. Poeh.

Heerlijk zomers vakantiedagje

Ik sprak gisteren al van zomers vakantiegevoel, en dat werd vandaag eigenlijk alleen maar bevestigd. Kobe was al vroeg het huis uit: hij zat nog prinsheerlijk naar de ochtendfilm op Ketnet te kijken in zijn pyjama, toen een vriendje aanbelde of hij mocht komen spelen. Op drie minuten tijd ging hij van pyjama naar aangekleed, peperkoek in zijn mond, de fiets op. Hehe. In de namiddag stapten we alle vier op de fiets, en reden naar de speelstraat wat verderop, waar Kobe ook uitgenodigd was. De jongens waren eigenlijk al voorop gereden, want ik had eerst nog een oudleerlinge die een geleend boek – Annelise Freisenbruch, Vrouwen van Rome. Seks, macht & politiek in het Romeinse rijk, de eerste helft is een enorme aanrader – kwam ophalen, en meteen ook gezellig een koffie bleef drinken en de bijhorende koffieklets houden. Merel en ik reden dus achter, en er was een springkasteel, en ijsjes, en eigenlijk een heel fijne sfeer. Maar tegen half vier verlieten we de speelstraat alweer: we hadden nog andere plannen.

Zoals elke woensdag was er om zes uur rugbytraining, en we hadden met Gwen en de kinderen afgesproken om ervoor te picknicken op het gras aan de Blaarmeersen. De kinderen konden dan eerst wat spelen, en dan zouden Wolf, Kobe en Ernest naar de training gaan, terwijl Leander en neefje Noah gingen lopen, en de kleintjes gewoon bleven spelen. Het werd een ronduit heerlijke, en warme namiddag/avond. Ik had al mijn standaardspullen mee, zoals een dekentje, en extra water, en ballen natuurlijk, maar ook een speeltentje van de Ikea waar onze pubers zich in konden omkleden. Er is nog een vriendin komen bijzitten, en later ook nog een andere rugbymama, de mama van Wolfs beste vriendje. De kinderen zaten bijna onmiddellijk in het water, en waren er bijna even snel weer uit. Maar daarna hebben de kleinsten eigenlijk nog verder in het water gespeeld, ondanks het feit dat het nog ijskoud was.

Ik had in elk geval een superdag, met een ongelofelijke vakantiestemming. Fantastisch, toch?