Reparatietochtje

Yup, mijn rondje van 18 caches langs dat fietspad had weer eens een opfrisbeurt nodig: enkele kletsnat, enkele vol en ook enkele verdwenen. Bon, geen regen, dus de fiets op met de cachebak in de fietstassen, en richting Bourgoyen om eerst de verste cache – nat en vol – te repareren, en dan op ’t gemakje van cache naar cache om ze na te kijken. ’t Is een bezigheid als een ander, geloof me. En ja, ik genoot van het feit dat ik buiten kon zijn zonder dikke jas en zonder regen.

Ik reed zelfs even verder tot aan het nieuwe Bloemekenspark om te kijken of ik daar ook geen cache kon steken, ik had toch alle gerief bij. Ik kwam op de Kiosk Kiosk uit, en vond daar warempel een oude, wel weggestoken maar nooit geactiveerde cache van Troopeg terug. Ik heb er dan zelf maar geen gestoken maar hem gecontacteerd, en ik mag het plekje gebruiken. ’t Zal voor later zijn.

Bizarre kiosk, overigens. Geen idee wat er precies mee bedoeld werd, maar het is een raar iets.

Drie biggetjes

Merel ging deze namiddag warempel met haar tante Else en haar nichtje Liv naar de musical van de Drie Biggetjes! Om drie uur parkeerde ik in de parking van de Savaanstraat, om dan nog een klein eindje te wandelen tot aan de Capitole.

Daar werd ze opgewacht, en ik, ik liep even binnen in de Zuid. Jammer dat zo’n fantastische locatie toch zo weinig volk trekt, want de helft van de winkelpanden staat gewoon leeg… Maar ik zocht en vond letterparels voor Merels Taylor Swift-armbandjes, liep binnen in een pop-up en kocht daar een hele mooie sjaal, en moest me dan nog reppen. Hoezo, en waarom was ik dus niet in de Zuid zelf gaan parkeren?

Wel, om kwart over vier kon ik Wolf gaan ophalen aan zijn kot, en dan is de parking Savaan nog veel handiger, want vanuit de Zuid moet ik dan een hele rondrit maken om in de Nederkouter te geraken, terwijl ik vanuit de Savaanstraat er onmiddellijk was.

Hij kan natuurlijk ook de tram nemen naar huis, maar dit is net iets makkelijker natuurlijk, en ik was toch letterlijk in de buurt. Dus ja, Wolfie op een deftig uur toch weer in mijn eigen huis.

Nog meer verkeersergernis

Al zou ik dit eigenlijk zelfs bij de stommiteiten kunnen schrijven, denk ik.

Al twee jaar zijn ze hier aan de Evergemsesteenweg – waar mijn straat een zijstraat van is – aan het werken, dé verbinding tussen Wondelgem (en bij uitbreiding Gent) en de R4/Evergem. Uiteraard zijn er omleidingen, met de nodige problemen.

Momenteel is het zo dat ik vanuit thuis slechts met moeite en rondrijden naar de R4 kan. Dat is voor mij enkele kilometers verder richting werk, maar wel de snelste route. Ik neem dus standaard de route via de Botestraat, al moet ik ook daarvoor een klein beetje afwijken van mijn gewone route wegens tijdelijke eenrichtingstraten en zo. En toen bleek er, oh wonder, ook een stukje van die Botestraat afgesloten voor werken. Een omleiding in de omleiding dus. En, jawel, in die omleiding van de omleiding waren ze aan het werken… waardoor ook het verkeer daar stropte omdat er slechts plaats was voor één auto en er zelfs bussen moeten passeren.

Met andere woorden: werken in de omleiding van de omleiding. Faut le faire, toch? Ik was een paar minuten te laat op mijn werk. Tsja.

“Elektra Unbound” in het NTG

Na Antigone in de Amazone, de eerste voorstelling van ons theaterabonnement All Greeks, waren we vandaag toe aan nummer twee, deze Elektra Unbound van Luanda Casella in de NTG. En dit was een, euh, bizarre voorstelling waarover onze meningen behoorlijk uiteenliepen. Bart vond het niet goed, Erik zei dat als hij het zwartwit moest stellen tussen goed of slecht, hij toch resoluut voor ‘slecht’ zou gaan, en Gwen moest het wat laten bezinken. Zelf ging ik voor goed. Steengoed zelfs, of uitstekend. Ik bedoel maar: ik ben zelfs recht gaan staan tijdens het applaus.

Het is wel het verhaal van Elektra – heel kort: koning Agamemnon wil met de Griekse vloot vertrekken in Aulis om Troje te belegeren, maar om de wind te doen waaien, moet hij een zwaar offer maken: zijn oudste dochter Iphigeneia. Wanneer hij tien jaar later thuis komt, vermoordt zijn vrouw Klytaimnestra hem daarom. Op haar beurt wil de tweede dochter Elektra daarvoor wraak nemen en manipuleert ze haar broer Orestes dat hij hun moeder doodt. Hij wordt daarop achterna gezeten door de Wraakgodinnen, tot zij vinden dat hij genoeg geboet heeft – maar dan op een andere manier gebracht. Laatbloeier Lua wil een “Elektra” op de planken brengen en houdt daarvoor samen met haar assistent Lucius audities. Daar komen drie ernstige kandidaten op af, die elk gescreend worden op hun persoonlijke problemen om zo een perfecte gekwelde Elektra te kunnen neerzetten: Abigail die als kind al schoonheidswedstrijden moest lopen en mishandeld werd door haar moeder, Emma die zeer rijk maar emotioneel uitgehongerd is, en Bavo wiens moeder een gevierde actrice is, voor wie hij moet zorgen en die zelf met een zware verslavingsproblematiek kampt.

Wat volgt is een visueel hoogstaand, maar verder behoorlijk bizar stuk. Door de fragmenten die de would-be acteurs doen, krijg je een zicht op de “échte Elektra”, het origineel. Geniaal is het moment waarop Bavo de plot van Elektra samenvat in enkele minuten. De acteurs doen dat schitterend, alleen jammer dat het stuk in het Engels is en niet iedereen dat Engels accentloos spreekt.

Bart en Erik vonden dat de plot gewoon zwak was, onsamenhangend en vaak niet relevant. Zelf vond ik het bijzonder knap hoe de originele tekst in dit vreemde stuk is verwerkt, hoe alles draait om wraak, emotionele chantage en een compleet verstoorde relatie met de moeder. En ja, dit was acteurstheater, waarbij over the top werd gespeeld, waar geacteerd werd dat er geacteerd werd, dat geef ik toe. Maar dat deden ze dan ook geweldig.

Jawel, ik heb genoten. Echt.

Drinkfonteintje op de Korenlei

Op de Korenlei staat een drinkfonteintje. Jawel.

Zelfs Kobe geloofde het niet, tot ik er met hem naast stond: hij had al duizend keer op de Graslei en Korenlei gezeten en dat nog nooit opgemerkt. Eerlijk? Ik ook niet – en ik loop al net iets langer rond dan hij – totdat er een geocache mijn aandacht op trok.

En het is nog niet eens zomaar een drinkfonteintje. Geen idee hoe oud het eigenlijk is, maar het is wel duidelijk dat het op vier niveaus werkt. Bovenaan is een klein bassin voor vogels, en dat is ook duidelijk omdat er enkele vogeltjes op staan.

De brede rand van het grote bassin is versierd met paardenhoofden en is ook de ideale hoogte voor, jawel, paarden. Compleet met ringen om je paard aan vast te leggen. En onderaan, helemaal onderaan, is een drinkbak voor honden, voorzien van kleine hondenkopjes. Oh, en uiteraard kunnen ook mensen via de kraantjes hun fles vullen, als de fontein aanligt, tenminste.

Ik vind het een geniaal ontwerp, wellicht uit de tijd dat er nog volop koetsen rondreden. In prachtig groen gietijzer, maar helaas wel al beschadigd.

Kijk zelf maar.

Noodgedwongen shoppen met Kobe

Als er iets is dat Kobe en ik allebei niet graag doen, dan is het wel shoppen. Maar soms moet dat nu eenmaal: hij moest namelijk een kostuum hebben voor de eindejaarsbals en dergelijke, en dat kan je niet online kopen, dat moet je echt passen.

Soit, wij nog even getwijfeld of we met de auto of met de fiets gingen gaan, maar tegen vijf uur zou het beginnen regenen, en dankzij de website van Stad Gent kan je altijd de ad hoc bezetting van de parkeergarages zien. Wij dus naar de Sint-Michiels met de auto.

Van daaruit ging het vlotjes doorheen de mensenmassa naar de WE, waar we een fijne verkoopster aanklampten bij de kostuums. De eerste broek en het eerste hemd waren meteen de juiste, bij de vest moest hij een tweede exemplaar passen, en dat was dat. Op nog geen kwartier had hij een kostuum, voilà. 210 euro samen, dat valt al bij al nog mee.

Bon, nu nog een zwarte baggy broek voor hem. Binnen en buiten in een veel te drukke Zara, idem in de Brooklyn, maar in de H&M viel het mee van drukte én vond hij een prima broek, meteen ook de juiste lengte. Niet in solden, uiteraard, maar ik ben al lang blij dat hij überhaupt een broek hééft.

Langs de Australian Icecream passeren is altijd riskant, en dus had ik een ijsje en hij een warme wafel mee, en daarmee wandelden we tot aan de Izy voor respectievelijk een Maple Chestnut koffie – veel te zoet – en een warme chocolademelk. We waaiden nog even de C&A binnen en vonden daar de perfecte “Rory Gilmore” trui voor Merel, alleen niet in de juiste maat. Die hebben we dan daarna thuis online besteld, ze stond te springen van blijdschap.

En toen deed Kobe me nog een immens plezier door samen met mij nog tot aan de achterkant van het Gravensteen te wandelen en daar een cache te loggen.

Al bij al een fijne, productieve middag gehad met mijn middelste zoon, en we hebben zelfs geen enkele keer ruzie gemaakt! Missie volledig geslaagd!

Bar Bask

Bart wilde eigenlijk al heel erg lang hier eens gaan eten: we hadden ooit een reservatie, maar toen bleek ik iets niet mijn agenda gezet te hebben en ging het dus niet door. En een reservatie vast krijgen blijkt dus niet evident te zijn, want nog steeds is dit restaurant aan het begin van de Brusselsesteenweg bijzonder hip en populair.

Was het daarmee misschien dat onze verwachtingen wat te hoog gespannen waren? Geen idee…

Wat wij vooral vaststelden, is dat het er druk en luid is, dat je er lang moet wachten op je eten – als ze je al niet vergeten, zoals bij de uitleg over het menu of het brengen van het water – en dat het er behoorlijk duur is voor wat je krijgt.

Ik bedoel maar: een grote lap perfect gebakken maar lauw vlees – bleu chaud is in mijn ogen toch op zijn minst warm, indien het niet heet is – voor honderd euro voor twee personen? Voor aardappelen (7.60 €) of een slaatje (3.80 €) betaal je immers nog bij. En eerlijk? Ik heb al beter vlees gegeten voor veel minder geld. Het was niet bepaald Wagyubeef… Twee langoustines, gewoon gegrilld zonder verdere bereiding, kost je 20 euro, 10 euro per beestje dus. De mergpijp met geroosterd brood (15.90 €) was dan weer uitmuntend, maar dat heeft dan ook niet echt een bereiding nodig. En voor water van de pomp betaal je vier euro per persoon, maar dat moet je blijkbaar wel een paar keer vragen.

Resultaat was dat we ook geen dessert hebben genomen, om eerlijk te zijn. Het hoefde voor ons niet meer. We deelden in feite allebei dezelfde mening: we bleven op onze figuurlijke honger zitten, we hadden echt beter verwacht. Misschien zijn we ondertussen wat blasé geworden door alle sterrenrestaurants, maar voor 185 euro voor aperitief, voorgerecht en hoofdgerecht, met water, mocht het wel wat meer zijn.

En iets zegt me dat we deze Bar Bask ook niet meteen een herkansing zullen geven. Het zal er de volgende keer, zolang het zo gehypet blijft, niet minder druk, minder luid of minder duur op geworden zijn. Als ik het vergelijk met pakweg de 125, dan weet ik wat ik moet kiezen, en dat voor de helft van de prijs. Tsja.