The Old Fashioned

Ik had u een tijdje geleden nog een bespreking beloofd van The Old Fashioned, et voilà! Ze is oorspronkelijk geschreven voor en gepubliceerd op Gentblogt. Uiteraard.

Cocktailbars. Bij het woord alleen al denk ik spontaan aan hippe locaties in New York, met knap jong volk, luide muziek, flashy belichting. De film ‘Cocktail’, quoi, met een nog jonge Tom Cruise.

Of, in een ander spectrum, een hotellounge van een chique hotel in Londen of Parijs. The Astoria, waar je enkel maar een cocktail kan drinken als je een smoking draagt, of een galajurk, en benen hebt van twee meter. Glamour, luxe, pure verwennerij. En vooral veel geld, dat ook, ja.

Niks van al het bovenstaande in The Old Fashioned, aan de Koning Albertlaan. Daar is vooral gezelligheid troef. En de jaren twintig (of zelfs nog iets vroeger), met een stevige vleug art nouveau. Ik ging er met twee vriendinnen iets drinken, en je komt in een heuse woonkamer terecht. Donkerhouten tafeltjes, stoelen en zetels met vloeren zittingen, en schattige kanten tafelkleedjes op de tafeltjes.

Een jongedame in charlestonkleedje bracht ons naar een tafeltje, nam de jassen aan, en overhandigde ons de kaart. Meteen vroeg ze ook of ze ons komkommerwater mocht brengen, blijkbaar een hele goeie dorstlesser. Ik heb het niet zo begrepen op komkommers en hield het bij gewoon water, maar ik vond de geste wel dik in orde. De kaart bevat een twintigtal verschillende cocktails, waaronder uiteraard – dat moet wel in een absinthbar – een aantal met het groene goedje. De ingrediënten staan netjes vermeld, net zoals een korte smaakomschrijving, en desgewenst geeft de jongedame nog een deskundige uitleg.

Ik stond in dubio: zou ik gaan voor de Apple Pie Martini? Die omschreven stond als, jawel, vloeibare appeltaart. Of misschien de iets pikantere Coriander Mule? Nah, ik koos voor The Cuberdon, die niet echt veel uitleg hoefde. Mijn gezelschap koos respectievelijk de cocktail van de dag, zijnde de Singapore Sling, en de Bruising Daisy (elf euro).

cocktail

Een goeie vijf minuten, en een hoop geschud en geroer van de beide heren in witte labojas achter de toog later, kregen we de drankjes. Niet erg groot, maar wel bijzonder, en bijzonder lekker.

De foto doet het eigenlijk geen eer aan, maar is dan ook getrokken met mijn gsm. Tsja.

Omdat we geen van drieën grote drinkers zijn, gingen we daarna voor een alcoholvrije cocktail (6 euro). Die staan niet op de kaart, maar als je even vermeldt wat je graag drinkt en wat niet, en wat je favoriete smaak is, maken ze iets op maat.

Intussen waren er nog een paar gezelschappen binnengekomen, had men ons vriendelijk gevraagd of we het erg vonden om van een tafel van vier naar een tafeltje van drie te verhuizen, en zat het eigenlijk gewoon vol. Niet moeilijk, want het is er niet groot, en het is er aangenaam zitten. De jaren twintigmuziek staat net luid genoeg, de bediening is discreet maar attent, en het is net alsof je effectief in een huiskamer zit. En voor mij hoeft Tom Cruise daar écht niet bij te zijn.

The Old Fashioned
Koning Albertlaan 115
Open op woensdag-zaterdag vanaf 20.00u
www.old-fashioned.be

Eigen schuld, dikke bult

De dag begon behoorlijk druk. Eigenlijk wilde ik, net zoals gisteren, te voet met de kinderen naar school gaan, met Merel in de buggy. Vandaar zou ik dan Merel naar de crèche brengen, en dan terug naar huis, een ochtendwandeling van alles bij elkaar drie kwartier. Helaas, vannacht is Wolf uit zijn bed gedonderd, met een Tom-en-Jerrybuil als gevolg (zo ene als een duivenei) en een serieus diepe snee in zijn voet, van tegen het nachtkastje te botsen. Don’t ask, dat doe ik ook niet. Hij loopt serieus te manken, en het ziet er ook wel pijnlijk uit. Ik heb ze dus maar met de auto afgezet, en heb daarna de kuisvrouw geholpen bij het opruimen.

Ha ja, want tegen tien uur kwam Sophie langs, een vriendin van bijna dertig jaar geleden. We hebben namelijk samen de eerste jaren van ons middelbaar gedaan, waren toen echt wel bffs, en zijn contact blijven houden. De laatste jaren was dat wat verwaterd, maar door omstandigheden hebben we de draad terug opgepikt. En dus zat ze deze morgen bij mij op het terras koffie te drinken, en kletsten we zoals vanouds, alsof we elkaar pas vorige maand nog hadden gezien, in plaats van negen jaar geleden.

Tegen half één trok ik richting Korenmarkt voor een twunch. Het eten zelf hebben we binnen gedaan, want op het terras was geen plaats voor een groep van acht, maar daarna hebben we buiten in de zon koffie gedronken. En man, ze brandde, die zon. Ik had nog al lachend gevraagd of ik geen zonnecrème zou meenemen, en dat had ik dus beter gedaan.

Tegen half drie ging ik even binnen in de Hema, keek of er Tshirts te vinden waren voor Wolf in de H&M, waaide even langs in de Steps, kocht twee ringen bij M.A.R.T.H.A., en was net op tijd thuis om de jongens op te vangen die van school kwamen. Ik reed het gras af, plantte wat bloemen uit, en stelde toen vast dat ik toch eigenlijk écht wel verbrand was op mijn bovenarmen en in mijn décolleté. Slimme. Ik had er eigenlijk gewoon niet bij stilgestaan. Het was zelfs op het randje van het pijnlijke, en ik was blij dat ik Flamigel in huis had.

Ik haalde Merel vrij vroeg op in de crèche, we aten buiten, en ik zorgde dat ik rond kwart na zeven met de jongens in de Weight Watchers stond. Ik liet me enkel wegen (man, zó’n slecht resultaat!) en reed meteen terug naar huis, om de kinderen in bed te steken.

En smeerde. Serieus gasten, dat weer hier, dat is echt alles of niks. Kunnen we niet eerst even rustig wat kleur opbouwen, nee?

Eendagslente

En toen werd het lente. Enfin, toch voor één dag, want voor morgen voorspellen ze alweer een pak mindere temperaturen.

Maar deze ene dag kunnen ze ons alvast niet meer afpakken: we hebben ervan genoten! Kijk zelf maar.

lente1

lente2

Ze wilde écht niet in haar bedje, en dus deed ze maar alsof ze een dutje ging doen in een stoel. Ze heeft wat gerust, vermoed ik, maar echt slapen zat er toch niet in, daarvoor genoot ze veel te veel van het buiten zijn.

lente3

Zon + warmte = water, hier ten huize.

lente4

En toen zat Wolf al in pyjama aan tafel, wegens compleet natgespoten door zijn broertje. Tsja…

Rozebroeken

Vorige week kwam Bart plots af: “Zeg, als ik nu dinsdagnamiddag eens vrijaf neem, zodat we samen naar de Rozebroeken kunnen gaan zwemmen? Wat denk je?” De jongens sprongen een gat in de lucht. Ik had sowieso gepland om vandaag te gaan zwemmen met hen, maar met papa erbij is dat nog véél leuker!

Merel moest in de crèche blijven, het dutske, want ook al speelt ze heel graag in het water, zo’n recreatiebad als dat van de Rozebroeken is niks voor haar. Enfin, er zijn wel genoeg plonsbadjes met speelgoed, maar dan moest er altijd een van ons bij haar blijven, en dat was niet de bedoeling.

We gingen eten in het Lepelblad

lepelblad

en reden daarna naar het zwembad.

Ik schreef er een uitgebreide bespreking over voor Gentblogt, en die kan u, mét foto’s, hier lezen:

Gentblogt: zwembad Rozebroeken

Daarna wilden we wel een vieruurtje, en trokken we de trap op naar Rest-eau-Café. Best gezellig zitten daar, overigens.

rest-eau

Wolf wilde een ijsje, Kobe nam een pannenkoek (drie euro voor twee grote pannenkoeken met suiker, goeie deal!), Bart ging voor verse fruitsla, en ik, ik twijfelde. Ik had nog wel wat Weight Watcherspunten over, en had wel zin in een dessertje. En toen zag ik ‘ijssoezen’ staan. Hmm. Meestal is dat dan een coupe met een soesje of vier, overgoten met wat chocoladesaus. Ach ja, dat moest wel kunnen.

En toen kwamen ze met dit af:

rest-eau2

Om te weten hoe groot die soezen wel waren, moet je maar eens naar de vorken kijken. En nee, dat zijn geen dessertvorkjes. De slagroom heb ik laten liggen, net zoals een deel van de chocoladesaus, maar de rest heb ik toch binnengespeeld. En ’s avonds heb ik één boterhammetje en wat fruit gegeten. Meer was trouwens niet nodig, na die soezen had ik nauwelijks nog honger. Amai zeg.

Enfin, het was een fijne middag. Welzeker.

Kaastaart

kaastaart

Ik heb ze nu twee keer gemaakt, deze versie van kaastaart met speculoosbodem, en ik kan u garanderen: ze is fantastisch, en trekt gigantisch goed op die van Les Tartes de Françoise. Als u dus even tijd hebt – moeilijk is het echt niet –  en u hebt eraan gedacht de ingrediënten in huis te halen, dan kan u ze gerust ook zelf maken. Het recept maken duurt ook amper tien minuten, maar er moet in totaal ongeveer een uur gebakken worden, en dan nog minstens drie uur in de koelkast, het is dus geen last minute recept.

Ik heb het ook ergens van het net geplukt, geef ik toe.

Ingrediënten

  • 400 gr Philadelphia
  • 400 gr magere plattekaas
  • 200 gr verkruimelde (Lotus) speculoos
  • 200 gr suiker of zoetstof. Ik heb Sucralose gebruikt de tweede keer, en je smaakt geen verschil.
  • 80 gr boter
  • 2 eieren
  • 2 tot sneeuw geklopte eiwitten
  • sap van een halve citroen

Bereiding

  • Meng 200 gram (goed fijn) verkruimelde speculoos met 80 gram boter en beleg daarmee de taartvorm. (Springvorm  Ø 26cm). Ik doe er een bakpapier in voor ’t zicht, en ook omdat mijn bakvorm een beetje beschadigd is, maar in feite is dat niet nodig, er zit genoeg vet in. Protip: je kan speculoos kruimelen met een vijzel en stamper, maar het gaat supersnel als je je speculoos in een diepvrieszakje doet, en hem dan platrolt met de deegrol.
  • Bak het speculoosdeeg 10 minuten in de oven op 180° C.
  • Meng vervolgens 400 gram verse kaas en 400 gram magere platte kaas met 200 gram suiker (of 20 gr Sucralose), 2 eieren, en het citroensap tot er een glad mengsel ontstaat. Schep er voorzichtig de twee tot schuim geklopte eiwitten door.
  • Giet het mengsel over het speculoosdeeg.
  • Bak vervolgens gedurende minstens 30 minuten op 180° C. Zelf doe ik het 40 minuten, hou het gewoon een beetje in de gaten.
  • Zet de taart minstens 4 uur, bij voorkeur een nachtje, in de koelkast.

Voor de Weight Watchers: als je Philadelphia Light gebruikt, en zoetstof, en het resultaat in 12 stukken snijdt, heb je helaas nog steeds 6 punten per stuk. Maar het is wel bijzonder lekker!

“Als vissen zwemmen, ga ik dood”

Schooltoneel.

Ik hou niet van het woord, ik vind het op zich al een negatieve bijklank hebben. Het doet me denken aan stoffige turnzalen met een amper gebruikt podium en dus nog stoffiger coulissen. Een zaal vol enthousiaste ouders wier kind schoon kind is. Ik denk aan een klungelig in elkaar gestoken voorstelling, met kinderen wier acteerniveau dat van de gemiddelde sanseveria benadert, met pakjes die in elkaar gestoken zijn door liefhebbende en behulpzame oma’s. Ik denk aan een zingende selder, quoi.

Het hoeft gelukkig niet altijd zo te zijn. Ik ben dan ook enorm opgelucht dat op mijn school het woord ‘schooltoneel’ eerder een vorm van kwaliteitsvol jongerentoneel is. En de voorstelling die ze er afgelopen weekend drie keer gespeeld hebben, kan gerust naast om het even welk ander jongerentoneel staan, dat subsidies krijgt en meedraait in het reguliere circuit.

Het bijzondere aan tToneel, de groep van Koninklijk Atheneum Mariakerke, is dat ze zo ongelofelijk democratisch zijn. Iedereen van de leerlingen die wil, mag meedoen. Geen audities, geen leeftijdsbeperking, geen beperking van het aantal acteurs, nee. Dat resulteerde dit jaar in een groep van dertig leerlingen, van twaalf tot twintig jaar, die elke woensdagnamiddag en de helft van de kerstvakantie aan het repeteren sloegen.

Kan je een stuk vinden voor een dergelijke groep? Niet echt. Is dat erg? Al helemaal niet: het stuk moet organisch groeien, en komt uit henzelf. En blijkbaar was ‘angst’ wat hen dit jaar vooral bezig hield.

Angst. Bijzonder herkenbaar. Dertig leerlingen die ervoor uitkomen wat hen uit hun slaap houdt. Waar zij van wakker liggen. Hun toekomst. Hoe zij door anderen gezien worden. De angst om vergeten te worden, alleen te staan, hét gelukkigste moment in hun leven te missen, of de kans om de partner van hun leven te ontmoeten te vergooien.

Het gaf een aantal pareltjes van scènes, die ongelofelijk mooi tot een geheel werden gesmeed. De rode draad was een soort van telefoon: drie micro’s die geregeld naar beneden werden gelaten, en waardoor je dus de ene helft van een telefoonconversatie kon volgen. Dat was, naast een resem stoelen, trouwens zowat de enige mise-en-scène. De leerlingen zorgden zelf voor het visuele: terwijl een praatscène aan de gang was, kregen we geregeld een soort van choreografie te zien, die vaak een bevreemdend effect opwekte.

En waar zijn de jongeren van tegenwoordig bang voor? Het ging van – zeer amusant gebracht – de vraag hoe je een meisje moest versieren op een fuif, over het in de steek gelaten worden door je lief omdat zij niet overweg kan met de té heftige emoties die de liefde met zich mee brengt, tot de angst voor zwanger worden. Of nog dieper: de angst voor de dood. Niet gewoon het doodgaan an sich, maar wel de twééde keer doodgaan: dàt moment waarop je door niemand nog herinnerd wordt, waarop je naam voor de laatste keer wordt uitgesproken. Als afsluiter gaven ze nog ‘a word of advice’ van Burroughs, een bijzonder sterk einde, waarin de hoop voor de toekomst het overnam van de angst.

Dit alles, en nog veel meer, resulteerde in een bijzonder krachtige voorstelling: evenwichtig, visueel, bij momenten grappig, maar vooral iets om over na te denken. Regisseur Gregory Caers heeft hier knap werk verricht: een voorstelling als deze kan gerust naast veel professioneel toneel staan, geloof me.

De drie voorstellingen waren uitverkocht en het stuk wordt niet hernomen. Reclame maken heeft dus geen zin. Maar ik wilde eigenlijk gewoon mijn bewondering uiten voor de jongeren van mijn school die dit gerealiseerd hebben. Die ik nu trouwens met andere ogen zie, dan gewoon als een van de vele bezette stoelen in mijn les.

Schooltoneel. Ik hou nog steeds niet van het woord. Maar als het gebracht wordt zoals afgelopen weekend, dan mag het er staan. En zal ik telkens weer met volle goesting gaan kijken.

Respect.

Aquamundo

De grote aantrekkingskracht van Center Parcs is en blijft toch, naast uiteraard een aantal andere dingen, het grote subtropische zwembad.

Elk zwembad is weer anders, en dit was er eentje dat echt wel goed meeviel. Niet al te groot (maar dat is het park in feite ook niet) maar wel fijn. Er is een peuterzwembad in twee verdiepingen, met een halfpipe glijbaantje tussen. Ik vermoed dat Merel er een keer of honderd is afgegleden.

Er is een gewoon zwembad dat eigenlijk gewoon schuin afloopt, dus in het eerste stuk kunnen ook kleutertjes spelen. Verderop wordt het dieper, en af en toe gaat de golfslag aan, en krijg je hele fijne golven. Via een doorgang gaat het over in een hoop gangen en plekjes met bubbels, ligplatforms, watervalletjes en dat soort dingen. Er zijn twee drukbezette jacuzzi’s, en er is een buitenzwembad, dat nu uiteraard nogal hard lag te dampen en eigenlijk nogal snel koud was aan het hoofd.

Heel hoog is het niet, er zijn dus geen grote ronde pijpglijbanen, zoals in veel andere Center Parcs. Maar er is wél een dubbele korte, steile en dus supersnelle glijbaan, en er is een turbotunnel, zijnde een glijbaan waarbij je in een grote rubberen band zit, en waar je ‘afgeschoten’ wordt door een enorme waterstoot. Die is pikdonker en draait een paar keer rond, wel leuk, maar lang wachten vaak.

En dan is er, waar we wel twintig keer in geweest zijn, de wildwaterbaan. Denk aan een open stuk glijbaan, buiten, van toch wel een meter of drie breed, met bulten, platforms, stukken steil naar beneden, een stukje tussenzwembad, dat soort dingen. In het begin klampte Kobe zich nog aan me vast, maar na een tijdje ging hij dapper alleen en kon ik hem nog met moeite volgen. Alleen op het einde wachtte hij steevast op me, want daar werd het eventjes 1.20 m diep, en kon hij dus niet meer staan. Hij kan wel min of meer zwemmen met zijn blokjes, maar was er toch niet gerust in.

En moeder, die zwom dus vrolijk mee, dook de diepte in, stootte zich blauwe plekken bij alle hindernissen, ving kleine Kobetjes op als die onder water verzeilde, en amuseerde zich best.

Tsja, het is wat, zo’n waterspeelpark. Zeker als ge al de veertig gepasseerd zijt :-p

Nieuwjaarsdag

Ik wens u een prachtig 2013, dat alleen maar beter moge zijn dan 2012!

Voor ons begon het jaar eigenlijk heel gewoon, enfin, voor zover op vakantie zijn ‘gewoon’ is. We gingen verkennen, liepen wat rond, zaten rustig in ons huisje, aten de restjes van de avond voordien op (nog een ruime maaltijd) en genoten van het nietsdoen. Ik stak Merel in bed, en daarna meteen ook de jongens: die waren al doodop, en waren dus in slaap gevallen. Rond half vier kregen ze een vieruurtje, en ik ging met de jongens de volle tweehonderd meter verderop naar het strand. Nu ja, echt strand mag je het misschien niet noemen omdat het niet aan zee was (die lag een kilometertje verder) maar wel zand aan het Grevelingenmeer. Geen golven dus, maar wel wind en water. Er werd gevliegerd, en er werden putten gegraven. Zo moet dat ook, natuurlijk.

CP01

CP02

CP03

CP04

CP05

CP06

CP07

Om watertechnische redenen keerde ik met Kobe vrij snel terug naar het huisje, terwijl Wolf nog vrolijk verder bleef graven. En ik moest vaststellen dat ik blijkbaar voor de jongens geen ondergoed had ingepakt. Geen hemdjes, onderbroeken of kousen – ik WIST dat ik iets vergeten was! Tsja. Een snelle trip naar het winkeltje van Center Parcs leverde niks op: zij verkopen geen ondergoed. Gelukkig had ik een sponsen shortje voor Merel bij, dat perfect als onderbroek kon dienen voor Kobe. Want uiteraard zijn er op nieuwjaarsdag nu niet bepaald winkels open.

Bon ja, Merel werd wakker gemaakt, Wolf keerde terug van het strand met een paar kilo zand, en we togen richting zwembad. Een fijn zwembad overigens, maar daarover meer morgen.

CP08

CP09

CP10

CP11

En toen was het avond, lagen de kinderen in bed, brandden er kaarsjes, flakkerde het haardvuur, en lag ik languit in de zetel met een goed boek. Met mijn lief naast me. Beter kan een jaar toch niet beginnen, medunkt.

Verjaardag

Omdat ik op donderdag niet op school moet zijn, ik Bart van de ganse dag toch niet ging zien, en ik geen zin had om vandaag alleen te zijn, had ik vandaag afgesproken met een oude vriendin. Oud als in: we kennen elkaar nu al meer dan vijfentwintig jaar, van in het middelbaar dus.

Ik pikte haar op aan haar huis, en reed naar Fou d’ O, aan de Sneppebrug. Ik was er al eens geweest, en had toen besloten om er terug te keren voor de lunch. Blijkbaar had ik overschot van gelijk.

We dronken er een (alcoholvrije) aperitief, namen het dagmenu, en kletsen intussen honderduit. Over de problemen met de kinderen, over werk, over hobbies, over… Tsja, je kent dat wel, dat soort gesprekken.

foudo

foudo2

Ze had zelfs een cadeautje mee: een heerlijk ruikende badgel en body butter. Ideaal voor in de winter dus. Thx, Lie!

Daarna reed ik rustig terug, deed boodschappen, prutste hier wat rond in huis, zat een half uurtje te lezen in de stralende zon (achter glas, uiteraard), verbeterde toetsen, hielp met huiswerk en dat soort dingen, haalde Mereltje op, gaf iedereen pannenkoeken te eten, en stopte uiteindelijk de kinderen in bed.

En later op de avond heb ik een hoop kaarsjes aangestoken, en me in de zetel genesteld met mijn boek en een misérabletaartje. En zag ik dat het – eigenlijk, feitelijk – allemaal best ok was om alweer een jaartje ouder te worden.