Catullus

Gisteren is onze hond 14 jaar geworden. Jawel. De grote loebas (want dat is hij echt wel, een doodbrave labrador van 35 kilo, en toch geen grammetje vet) deelt ons leven dus al meer dan 13 jaar.

Nu is 14 jaar voor dit type hond echt wel oud, maar hij is nog bijzonder fit en gezond, en gaat elke dag wandelen met de hondenwandelaar/buurman-die-zelf-geen-hond-meer-heeft.

Dit is een fotootje dat Wolf vorige week nog van hem heeft gemaakt. Geef toe, echt oud ziet hij er niet uit, misschien een beetje grijs.

Catullus

Kat(er)

Het is er eindelijk eens van gekomen, ik zeg het al een half jaar: onze huiskater (of beter misschien tuinkater, het beest zit hele dagen buiten) is eindelijk gesneden!  Hij was intussen al bijna anderhalf jaar oud, dus het mocht wel eens, in onze kattenrijke buurt.

Gisterenmorgen heb ik hem zonder omhaal van het hondenmatje geplukt en in de reisbox gedropt (gelukkig had hij die niet op voorhand zien staan) en bij de dierenarts om de hoek afgezet. Rond half vijf mocht ik hem weer ophalen: bang, als altijd als hij vervoerd moet worden, maar niet extra. Niet zoals de vorige katten, die ronduit boos waren op mij en die me minstens twee dagen geen blik waardig keurden. Nee, hij sprong hier thuis wel vrij snel uit zijn box, en ontweek me een beetje (in die zin dat ik hem niet had kunnen pakken als ik zou gewild hebben), maar viel wel onmiddellijk aan op zijn korrels en water, en ’s avonds bleef hij erbarmelijk miauwen om toch maar buiten te mogen. Eigenlijk moest ik hem nog tot vandaag binnen houden, maar dat was dus niet te doen, en daarmee heb ik hem rond acht uur toch maar buiten gelaten. Hij was levendig, had nergens last van, en sprong rond zoals anders. En dus mocht hij van mij.

Met een bang hartje hoopte ik toch dat ik hem de volgende morgen weer in dezelfde vrolijke hongerige staat als altijd ging zien. Hij is misschien geen mensenkat die op je benen komt liggen, maar het is toch mijn beest. En jawel hoor, hij zat klaar op de vensterbank om binnen te mogen, en ging dadelijk eten. De wonde was niet meer te zien, en blijkbaar had hij er geen last meer van. Oef!

Sneeuwsporen

Deze morgen zag ik dit in de sneeuw. Ik hoop alleen dat de sporen niet gelijktijdig zijn gemaakt.

sneeuwsporen

Osiris

Poes Osiris doet al een paar dagen wat raar: hij plast of kakt naast zijn kattenbak, miauwt af en toe, maar maakt zich verder voornamelijk onzichtbaar. Soit, dat laatste is niet echt ongewoon bij hem, het is nu eenmaal een getraumatiseerd beest, daar heb ik me al bij neergelegd.

Deze morgen was Bart eerst opgestaan met de kinderen, en toen ik wat later opstond, zag ik de kattenbak in de gang staan. Blijkbaar had hij weer zijn gevoeg in de living gedaan, en had Bart hem zonder meer in de gang (en de hele bovenverdieping) gezwierd. Tsja, kan gebeuren.

Rond half elf wilde ik de kattenbak verversen, en ik neem het ding dus op. Loodzwaar. Ik doe hem open, en zie onze kat erin liggen. Hoogst ongewoon, dat doet een kat dus niet. Ik til hem eruit en zet hem op zijn poten. Althans, dat was de bedoeling, want hij zakt als een pudding in elkaar. Er kon zelfs geen miauwtje van af, of een klein beweginkje met zijn staart. Zijn kop kon hij een klein beetje opheffen, en hij keek me intens aan, dat wel.

Ik heb onmiddellijk de dierenarts van wacht gebeld, en een half uur later stond ik in zijn kabinet in Oostakker. Osiris zijn urinebuis zit verstopt, en zijn blaas had de grootte van een goeie sinaasappel. Hij heeft dus ook een blaasontsteking, en wellicht zijn zijn nieren geblokkeerd. Toen de dierenarts zijn temperatuur mat, had hij nog amper 35 graden, in plaats van de gebruikelijke 38.5. Conclusie: het beestje was aan het sterven. Hij zou de avond niet gehaald hebben, dixit de dokter.

Hij heeft onmiddellijk de blaas leeggehaald met een spuit, en er ongeveer 60 cc bloed en urine uit gehaald. Osiris reageerde opgelucht, maar bewoog nog steeds nauwelijks, ondanks het feit dat hij geen verdoving had gekregen (daarvoor is hij te zwak).

Nu is het bang afwachten of de nieren terug zullen opstarten, en het beestje terug op temperatuur komt. Pas dan kan de dierenarts proberen de blokkade van de pisbuis weg te halen, nu is Osiris daartoe niet fit genoeg.

Ik heb het beestje daar achtergelaten. Hij is in goeie handen, dat weet ik wel zeker, maar ik zit er behoorlijk mee in. De dokter zei dat het er echt niet goed uit zag, en gaf Osiris een aarzelende 50% kans.

Ik weet dat het maar een kat is, maarre… duimt u toch even mee?

Leven als kat en hond?

Veel mensen vragen zich af of een hond en een kat wel kunnen samenleven. Ja hoor, als een van hen een kleintje is tenminste, wanneer ze je samen brengt.

In onderstaand filmpje kan je zien hoe onze oude Catullus (13 jaar en bijzonder potig nog) zich laat verleiden tot een spelletje met Osiris, klein mormel van nog geen zes maanden oud.

Catullus

Catullus

Vandaag is onze trouwe hond 13 jaar. En 13 jaar is oud voor een labrador.

Als ik heel eerlijk ben, zal ik er niet echt rouwig om zijn als hij weg is. Hij heeft een behoorlijk humeur de laatste tijd, heeft af en toe moeilijkheden om zijn plas op te houden, en stinkt, ook al is hij proper. En als we weg willen, al is het maar één dagje, moeten we altijd een oplossing zoeken voor hem. Gelukkig hebben we een vaste hondenwandelaar die zich met ongelofelijk veel plezier over hem ontfermt. Want op logement naar een asiel of een kennel, nee, dat willen we hem niet aandoen, want dat is hij totaal niet gewoon. Hij voelt zich er gewoon niet op zijn gemak, hebben we gemerkt.

Maar ik weet ook dat ik hem zal missen. Dat kan ook niet anders, als hij al 12,5 jaar deel uitmaakt van ons huishouden. Het is mijn grote loebas, mijn vaste huisgenoot, mijn praatbaken als er verder niemand thuis is, mijn slapende voetveeg, mijn loop-in-de-weg.

Boos

Ik was daarstraks gigantisch kwaad op mijn kuisvrouw.

Ik kwam namelijk thuis van school, en ik zie zowel de deur naar boven als de deur naar berging en garage wagenwijd openstaan. Vorige week (ik had nog vakantie en was toen thuis) had ik haar uitdrukkelijk gewaarschuwd: “Bela, er is een gloednieuw poesje in huis dat bijzonder mensenschuw is, en dat zich verstopt. Je moet opletten dat je geen deuren laat openstaan, of hij is weg.” Het beestje had toen de hele tijd achter de zetel gezeten, doodsbang van de stofzuiger.

Ik ben onmiddellijk beginnen zoeken naar Osiris, maar vond hem nergens: niet in living of keuken, niet in de slaapkamer, niet tussen de dozen in de logeerkamer… Zo’n klein beestje kon natuurlijk overal zitten, dat kruipt in de kleinste hoekjes en gaatjes.

Ik ben echt uitgevlogen tegen Bela, en ik geloof dat ik haar zelfs gezegd heb dat, als het beestje weg was, dat ook zij in het vervolg niet meer hoefde te komen.

Gelukkig hoorde ik iets later iets ritselen in de garage, en zag ik nog net een grijs staartje verdwijnen. Wolf en ik hebben hem dan samen uit de garage terug in de woonkamer gedreven.

Zeggen dat Bela opgelucht was, is een understatement. En ik heb ook het gevoel dat ze de volgende keren die deur niet meer zal vergeten.

Spin

Ik ben niet echt bang van spinnen. Die kleine dinges met hun dunne pootjes storen me totaal niet, en ook een hooiwagen vind ik best grappig. Mijn haag en tuin hangen vol met webben met dikke kruisspinnen in, en ik laat die netjes hangen, ik vind ze zelfs mooi. Als er eentje in mijn kamer zit, mag ze gerust blijven: dat scheelt weer een paar muggen.

Jaren terug had mijn kleine broer zelfs een vogelspin als huisdier, een hele knappe bruine krulhaar, en die heeft rustig over mijn hand mogen lopen en zo. Hell, ik heb zelfs een hoop spinnenjuwelen, en als ik er ooit toe kom een tattoeage te laten zetten, zal het een spinnetje zijn.

Die grote zwarte of bruine huisspinnen, dat zint me al minder: ik raak ze liefst niet aan, maar zal ze ook niet doodmeppen. Als ik kan, laat ik ze zitten, en anders zet ik ze met een glas en een blad papier buiten.

Toen ik echter vorige week de omlijsting van een venster aan het schilderen was, zag ik plots dit aan de rand ervan, en ik griezelde tot in de toppen van mijn tenen. Zeg nu zelf (al komt de foto niet zo goed over): het lijkt toch alsof een dikke spin gevangen zat, zich een weg naar buiten wilde klauwen, daar vast raakte, en zo, in uiterste wanhoop, stierf?

spin

Ik heb een van de meubelmakers gevraagd er iets aan te doen, en hij is er even met zijn stanleymes langs geritst. De poten heb ik snel opgestofzuigd: ugh!

Osiris

Nieuwe huisgenoot, sinds gisterenavond laat: Osiris. Hij komt uit het asiel in Kruibeke, is exact wat ik zoek, en is voorlopig nog zeer schuchter. Hij leeft voornamelijk onder de kast, maar heeft wel al gegeten en gedronken, en was zich daarstraks aan het wassen.

osiris11

osiris2

osiris3