Sinterklaas zijn verjaardagsfeestje, of zoiets toch

Uiteraard was er de Sint deze morgen. Mijn kinderen blijven me verbazen: stipt om zeven uur – vroeger mogen ze niet opstaan – hoorde ik Merel en Kobe naar beneden gaan. Stipt om acht uur stond Kobe aan mijn bed: dat hij honger had, en of ik de koffiekoeken niet wilde komen bakken. “Oh, en wat heeft de Sint gebracht?” vroeg ik, nog vanuit mijn bed. “Oh maar mama, we hebben onze cadeautjes nog niet opengedaan, want we wisten niet of we dat wel al mochten van jou, en of we niet moesten wachten op Wolf.” Soms denk ik dat ik eens wat minder streng moet zijn met hen :-p

Enfin, ik naar beneden, nog net op tijd om twee stralende gezichtjes op foto vast te leggen: Merel met haar Lego Frozen kasteeltje, Kobe met zijn Jommekes.

Wolf dook pas later op, maar was ook heel blij met zijn Phlatball. Vree wijs ding, trouwens, daar is al intens mee gespeeld.

Daarna mocht ik eindelijk de kerstboom zetten. Een nieuwe dit jaar, vorig jaar gekocht aan 50% in de solden. En mocht je je afvragen hoe vaak een vijfjarige kan vragen: “Mama, mogen de ballen er al in?”, wel, veel, neem het van mij aan. “Maar wacht toch efkes! Eerst den boom en de lampkes en de slingers!”

IMG_0665

Intussen was de schoonmoeder toegekomen voor een rosbiefje, en reden we tegen half twee richting Brussel, voor Livs verjaardagsfeestje en de bijbehorende taart ^^

Enfin, het was heel gezellig, er was – zoals altijd – weer veel te veel taart, en de kinderen vielen prompt in slaap in de auto. Volledig zoals het hoort, dus. Bedankt, Koen en Else! En ook nog extra bedankt voor de kleine Sinterklaascadeautjes, de kinderen vonden ze de max!

Van rugbyspelende koninginnen met een lange baard en een mijter.

“Wie kan uitgaan, kan opstaan”, zei mijn schoonvader altijd. En dus stond ik deze morgen om kwart over acht met Kobe aan het rugbyclubhuis, klaar om te gaan spelen (en supporteren) in Dendermonde. ’t Was vroeg, ja, en eigenlijk was het ook wel koud. Maar ze hebben goed gespeeld, en Kobe heeft zich geamuseerd, en daar gaat het uiteraard om.

In de namiddag liep er een koningin rond in mijn huis.

IMG_0652

En ’s avonds was het weer machtig amusant om Sinterklaas te spelen. De kinderen krijgen elk één cadeau van rond de twintig euro, en dat is het. En een hoop koekjes en chocolade, dat ook. Wat trouwens aan Kobe de commentaar ontlokte: “Zeg mama, er zijn kinderen in mijn klas die zeggen dat Sinterklaas niet bestaat, en dat jullie dat zijn. Maar dat kan eigenlijk gewoonweg niet, want jij zou ons nóóit zoveel snoep geven!” Er is normaal gezien wel iets van, maar bon…

IMG_0654

Wat een dag…

Eigenlijk heb ik tegenwoordig bijna alleen nog fijne dagen. Toegegeven, er loopt hier en daar al eens mis, maar de algemene teneur is toch die van vrolijkheid, contentement en geluk. En daar, daar wil ik voor tekenen.

Neem nu vandaag. Het begon niet allemaal met rozengeur en maneschijn: Merel begon bij het aankleden prompt te huilen. Na lang proberen om de reden te achterhalen, kwam het er eindelijk uit: ze was bang voor Sinterklaas. Zucht.

IMG_0594

Maar ik liep mee met de kinderen naar school, en wachtte de Sint op met mijn fototoestel. Tegen dan was Merel al lang gekalmeerd, en stond ze vrolijk naast Lieze te zwaaien.

In de voormiddag heb ik zitten verbeteren, en was ik eigenlijk best wel in mijn nopjes met de resultaten van de Latijnolympiade.

Tegen half één had ik met ons ma afgesproken in de Volta, om te lunchen. We moeten dat vaker doen, het is niet alsof er ons nog jaren resten. We hebben er geaperitiefd, heerlijk gegeten, tranen gelachen – letterlijk, mijn ma is bij momenten een kieken – en zalig gekletst.

Om te demonstreren wat een kieken ze eigenlijk is (jawel, ma, dus toch online):

IMG_1485

Maar het dessert – en ook de rest – was echt wel lekker.

IMG_1489

Omdat het buiten prachtig weer was, hebben we nog even een wandelingetje gemaakt doorheen het park van de Groene Vallei, waar we geen van beiden al geweest waren. Lang was het niet, maar het deed wel deugd. En toen moest ik richting huis, want de kinderen gingen stilaan thuis komen.

Ik verbeterde nog even, zorgde dat Kobe naar de rugbytraining geraakte, en reed met Wolf naar de kinesist. Zijn enkel is nog steeds niet in orde, en de dokter schreef kinesie voor, in de hoop dat er dan eindelijk wél verbetering optreedt. Maar bon, we kwamen naar huis, aten snel een boterham, en reden uiteindelijk door – veel later dan gepland – naar De Schorre in Boom.

Daar was namelijk Putteke Winter aan de gang, waar een maat van mij vier keer optreedt met zijn groep. Het optreden van zeven en acht uur gingen we uiteraard voorbij laten gaan, maar, dacht ik, dat van negen uur moeten we perfect kunnen halen. GPS zei half negen in Boom, dus geen probleem om op tijd te zijn voor dat ‘kleine, fijne vuurfestivalletje’, zo had Linus het omschreven. Ja santé mijn ratse!

Blijkbaar was er tien keer meer volk dan vorig jaar, de organisatie was zelf overrompeld. De parking van het provinciale domein stond uiteraard vol, maar op ongeveer een kilometer afstand was er een gigantische wei voorzien als parking, en ook die stond quasi vol. Serieus zeg. Bon, een kwartier later stonden we aan de ingang, en toen bleek dat we toch wel twintig minuten moesten aanschuiven om binnen te kunnen. Twee euro is niks als toegang, maar je moest wel aan die kassa zien te geraken. Tien over negen konden Wolf en ik eindelijk beginnen stappen langs de vuurkorven, de verlichting, de fakkels en dat soort dingen. En kregen we als omschrijving: “het podium op den berg, naast het frietkot”. Juist ja. Maar dat bleek verrassend gekend te zijn, alleen zo nogal een beetje de andere kant van het terrein. Een en ander resulteerde in het feit dat we pas om twintig over negen aan het podium stonden, en nog net de laatste twee nummers hoorden. Tsja. Maar de kamerbrede glimlach van Linus, toen hij ons zag staan, maakte het wel waard, ja.

Tot zover dus de plannen om om negen uur het optreden te zien, en daarna op verkenning te gaan. Iets drinken zat er ook niet in: 40 min. aanschuiven voor de bonnetjes, een half uur voor het drinken zelf (vrienden van ons bleven meer dan een uur weg, gene zever). Maar ik kende er een ganse hoop volk, ik kende Linus, en het half uurtje tot aan het optreden van tien uur was bijzonder snel voorbij. En Wolf, die ging intussen een wafel halen, en keek naar een vuurkunstenaar.

Het optreden zelf werd zeker gesmaakt, en de bandleden vonden het blijkbaar wel fijn dat zowel Wolf als ik bepaalde stukken konden meezingen.

Maar het werd wel koud, en laat, en we zijn dan ook vrij snel na het optreden doorgegaan: het was per slot van rekening nog een half uurtje stappen. Niet ideaal, trouwens, voor Wolfs enkel. Al bij al was het na twaalven tegen dat we thuis waren. Mja. Moet ook eens kunnen, zeker?

Nog meer vriendschap

Zoals ik eergisteren al zei, zijn de examens voor mij hét moment bij uitstek om sociaal te doen. Een vaste afspraak is dan ook die met Gwen: elke examenperiode gaan we samen lunchen, in december voor mijn verjaardag, in juni voor de hare.

Eerst zouden we gaan ontbijten, maar zij werd gisteren plots opgeroepen om vandaag toezicht te gaan doen bij een examen. Tsja. Maar tegen een uur of elf bleek ze klaar te zijn, en konden we eigenlijk nog gaan lunchen. Tegen twaalven zaten we samen in de Fou d’O, aan de bar, genoeglijk te kletsen. Het blijft na al die jaren heerlijk om een dergelijke vriendin te hebben: we kennen elkaar intussen meer dan 25 jaar, kennen elkaar vooral ook door en door, zijn altijd goeie vrienden gebleven, en hebben dus geen geheimen voor elkaar. Of, zoals zij zei, we kunnen volledig onszelf zijn bij elkaar, en dat doet deugd. We hoeven eigenlijk ook niks uit te leggen aan elkaar: we hebben dezelfde job, kennen ook elkaars mannen bijzonder goed, we hebben elkaars kinderen zien opgroeien, kennen de ouders, grootouders, achtergronden, vrienden, kennissen, kleine kantjes, onnozeliteiten…

En dus genoten we van een alcoholvrij aperitief, de dagschotel, dronken nog een koffie, respectievelijk thee, taterden honderduit – tot toch wel groot jolijt van de barman die niet zo heel stiekem meeluisterde – deden van vakcoördinatie, en hadden een fantastische lunch.

IMG_0586

En keerden daarna allebei terug naar het kroost en de verbeteringen. Dat ook. BFFs, het zal wel zijn dat!

Sociaal en al

Eigenlijk zijn de examens, behalve hopeloos saai tijdens de toezichten en het verbeteren, ook vooral uitstekend voor mijn sociaal leven. In een normale week heb ik amper 50 minuten middagpauze, die de facto doorgaans maar 40 minuten zijn, tegen dat iedereen uit de klas is en zo. Veel te kort om ergens te gaan eten, natuurlijk.

Maar in de examens? Tsja, dan heb ik gedaan om 12.05u, of moet ik zelfs helemaal niet naar school en mag ik thuis verbeteren. En dan spreek ik al eens graag af met vrienden om te lunchen. Natuurlijk verspeel ik daar tijd mee, maar die haal ik dan wel ’s avonds of in het weekend in. Mijn vrienden weten dat intussen, en contacteren me vaak zelf al om eens af te spreken.

Zo ging ik vandaag iets eten met Xavier, die ik toch ook al meer dan vijftien jaar ken. Sinds hij verhuisd is naar Niel,  moeten we grondiger afspreken dan vroeger, maar dat heeft zo zijn voordelen. We aten iets, deden nog wat boodschappen in de stad, en verzeilden in de Barazza voor koffie. En eigenlijk geniet ik telkens immens hard van de gesprekken met hem: hij is brutally honest, we kennen elkaar zodanig goed dat we absoluut geen blad voor de mond hoeven te nemen of zelfs maar moeten nadenken hoe we iets verwoorden, en dat doet deugd. Ik mag zijn wie ik ben, en de dingen zeggen zoals ik denk, en dat geldt voor hem ook. En dan worden dan vaak van die diepe, maar wel keiharde gesprekken, met af en toe een lachsalvo ertussen.

Twee cynici samen, het heeft wel wat. Geen idee wat precies, maar ik vermoed dat het toch wel in de buurt van vriendschap komt. Toch wel.

Heerlijk rustig weekend

Dit weekend was een prachtexemplaar: geen druk, alle punten voor school binnen, en ook geen verplichtingen.

Merel was zaterdagnamiddag weg, en hier was het helemaal rustig. Ik kon in alle stilte aan mijn examens werken, bloggen – de gigantische achterstand wegwerken dus – en zelfs een beetje lezen. En ’s avonds was er een best wel fijne sessie van Nachtkronieken in Antwerpen, waarvoor ik nog eens non mocht spelen.

Zondag heb ik heerlijk lang geslapen, nog geblogd, examens afgewerkt, en alweer een klein beetje gelezen, stel je voor zeg! En intussen werd er hier een gigantisch kamp gebouwd en liepen er plots drie ninja’s in mijn huis, een rode, een groene en een witte, alledrie op ‘sluipkousen’.

IMG_0572

Toen Wolf naar de scouts was, werd de plasticine bovengehaald:

Beide foto’s zijn trouwens door Merel getrokken.

Al bij al een zeer deugddoend weekend na alle drukte van de afgelopen weken. En ja, ik weet het, ik doe ook te veel, maar zou jij dingen als Tafel 24 of de Opera afslaan? Ikke niet dus.

Dagje vol muziek

Bij mij is dat zeer wisselend, het luisteren naar muziek. Soms gaan er weken voorbij dat de enige muziek die ik hoor, die van de autoradio is. En dan staat die vaak ook nog uit.

Muziek hangt bij mij sterk samen met mijn stressniveau’s. Als het druk is, heb ik behoefte aan stilte. Veel stilte. In mijn hoofd heerst er voortdurend chaos, versterkt door ganse klassen leerlingen, het getetter van de kinderen, het geluid van de gigantisch irritante stemmetjes van kindertv, en gewoon random geluiden. Ik wil dan ook geen extra mensen zien, of afspreken met vrienden. Eigenlijk ben ik in se een heel asociaal mens. Ik wil dan het liefst alleen zijn, in absolute stilte. Dus ook geen tv of muziek.

Maar dan zijn er van die momenten dat de ergste drukte achter de rug is, dat de stress gevoelig vermindert, dat ik het precies weer allemaal onder controle krijg. Pas dan is er weer ruimte voor muziek. En die komt dan in de meest uiteenlopende vormen.

Neem nu deze morgen. Ik was eigenlijk al heel vroeg heel productief, en dat wil wat zeggen, want ik ben absoluut geen ochtendmens. Om half negen waren de kinderen al netjes naar school gebracht, had ik de taart van gisterenavond nog versierd, de keuken volledig opgeruimd, en zat ik al met een koffie achter mijn scherm, examens te maken. En dan kan daar gerust Spotify bij ^^ Ik heb, dankzij Bart, een abonnement, dus zonder reclame. Een van de ongelofelijk wijze features is de Discover Weekly. Spotify gaat dan zelf, op basis van de nummers waar je naar luistert, elke week opnieuw een lijstje opstellen van twintig nummers. Sommige nummers klik ik meteen weg, andere zijn compleet onbekend, maar de meesten gaan meteen in een van mijn vaste playlists. Héérlijk!

Onbewust waren toch weer de nummers van Stereomoon – bandje van een vriend waar ik het gisteren over had – in mijn hoofd geslopen, dus ook die mochten er even bij.

Toen de kinderen dan thuis kwamen, begon Wolf meteen gitaar te spelen, en haalde daarna ook Kobe zijn fagot boven. Lag het nu daaraan, of het feit dat ik eerder deze week de altviool van een leerling in handen kreeg, ik weet het niet, maar ik had plots ongelofelijk veel zin om mijn viool na tien jaar nog eens van onder het stof te halen. En neem dat laatste gerust letterlijk.
De kinderen keken hun ogen uit: Wolf herinnerde zich vaag dat die viool vroeger aan de muur in de woonkamer hing, voor de verbouwingen. Kobe wist zelfs niet eens dat ik een viool had. En tot mijn grote verbazing kwam er nog een redelijke klank uit ook. Absoluut niet zuiver, toegegeven, maar de basis zit er nog in.

Nog wat later zag ik op Facebook plots het nieuws verschijnen dat een vriendin naar het concert van de Cure ging, volgend jaar in november. Ik stuurde het bericht meteen door naar mijn broer, die prompt vier tickets bestelde, waarvan eentje voor mij. Het had meteen mijn dag goed gemaakt, mocht die nog niet goed geweest zijn.

En om de dag af te sluiten, bleven Bart en ik per ongeluk hangen op Canvas, bij een ronduit schitterende documentaire over Rammstein. Da’s nog zo’n groep die ik ongelofelijk graag eens live zou willen zien, maar dan niet op een festival, maar op een eigen concert, zodat ze het hele vuurspektakel kunnen uitproberen. Geef toe: weirdo Duitsers, keigoeie muziek en vuur, wat wil ne mens meer?

Stereomoon

10305174_646521655463887_376394989636667266_nEen van de mensen die ik dit weekend op Omen heb leren kennen, is Linus. Behalve een hele fijne gast is hij ook nog een begenadigd zanger, zo blijkt.

Toen hij dat vertelde, zei ik dat ik ook wel zong, en begon prompt samen met iemand anders een Frans liedje te zingen. Daar schaam ik me nu eigenlijk wel voor, want mijn stem komt in de verste verte niet in de buurt van wat hij zingt. Gisteren ben ik namelijk op Youtube even gaan kijken naar een paar liedjes van zijn groep Stereomoon, en “aangenaam verrast” is eigenlijk een understatement. De groep kan meer dan behoorlijk spelen, de extra stemmen passen er bijzonder goed bij, maar vooral: ik ben als een blok gevallen voor Linus’ stem. Warm, een speciaal timbre, en het helpt ook wel als je weet dat de kerel in kwestie eigenlijk ook nog serieus sympathiek is.

(Ja, ik ben dus twee keer op dezelfde dag gevallen voor twee mannenstemmen: een operazanger en een, tsja, folkpopzanger. Ik en stemmen, jongens toch.)

Doorgaans stelt het niet veel voor, wanneer iemand die je kent, zegt dat hij/zij een groepje heeft, en vraagt of je even wil luisteren. Dit is duidelijk anders.

Neem nu dit liedje:

 

Geen idee eigenlijk onder welk genre het zou moeten passen, ik weet alleen dat het verschrikkelijk in mijn hoofd blijft hangen, en dat ik dat helemaal niet erg vind. Wolf is trouwens vandaag van school gekomen, terwijl hij dat liedje aan het neuriën was, go figure.

Ook zo’n fijn nummer is dit:

 

Er staan nog maar vijf nummers van hen online op hun Youtubekanaal, maar ik zou zeggen: check het eens uit, ik vind ze de moeite. En ik denk dat ik volgende vrijdag me zelfs de moeite ga doen om tot in Boom te rijden, naar PuttekeWinter op het domein de Schorre, want daar spelen ze.

Als ze zelf niet opgeven, gaan we daar nog van horen. Toch wel. En dan ken ik de zanger, lekker puh!

 

 

Armida

Eigenlijk hou ik wel van opera. Alleen geraak ik daar nooit, net zoals het er eigenlijk nooit van komt om naar het toneel of een concert te gaan. Want ja, gedoe met babysits, en als er dan iets tussenkomt, en goh, tickets reserveren, ik stel dat dan altijd uit… U kent het wel. Daarbij komt ook nog het feit dat opera toch wel pokkeduur is, net zoals ballet.

Toen de cultuurcel van onze school dan ook aankondigde dat ze naar de opera zouden gaan, en schitterende plaatsen hadden kunnen regelen voor een klein prijsje, schreef ik me onmiddellijk in. En jawel, ik mocht zelfs mee!

Voor school schreef ik er een verslag over voor de schoolwebsite.

Maar hier kan ik uiteraard een heel eigen mening zetten. Ik heb ervan genoten, echt waar. Maar eigenlijk heb ik bijna nog meer van genoten van het feit dat onze leerlingen blijkbaar bijzonder aangenaam verrast waren en ook een schitterende avond beleefden. Heerlijk om zestienjarigen zo te zien genieten van dergelijke muziek.

Maar hoe was het stuk zelf eigenlijk? Wel, er is duidelijk een goeie reden voor dat de opera ‘Armida’ van Rossini niet vaak opgevoerd wordt, en dat ligt aan het libretto. Zelden zo’n rommelige plot gezien, en in operacontext wil dat al wat zeggen. Bepaalde stukken waren compleet van de pot gerukt, en vaak vroeg je je af wat dit er nu plots weer kwam bij doen. Eigenlijk is het verhaal vrij simpel: Godfried van Bouillon wil met zijn legers Jeruzalem innemen, wanneer prinses (en tovenares) Armida steun komt vragen om haar eigen stad opnieuw te veroveren (maar het is een plot om de strijdkrachten te verzwakken of zoiets). Ze wil daarbij onder andere de dappere kapitein Rinaldo, die ze blijkbaar al van vroeger kent. Ze verleidt hem, en daardoor komt het tot een discussie met ene Gernando, die sneuvelt in het daaropvolgende gevecht. Rinaldo vlucht met Armida, vergeet zijn krijgersverleden, en gaat volledig op in de liefde, in een soortement sprookjesbos, volledig onder de magische controle van Armida. Maar dan komen twee strijdmakkers hem redden, en met behoorlijk wat moeite – en aria’s – krijgen ze hem mee. Armida zweert wraak.

Rossini neemt twee en een half uur de tijd om dit verhaal uit de doeken te doen, en de regisseur zweert bij een vrij oubollige regie, compleet met theatrale clichégebaren die je je altijd wel bij een slechte opera voorstelt. De decors waren soms ingenieus, maar vaker ook… goh, ouderwets?

Maar, en daar draait het bij een opera toch grotendeels om, de muziek was prachtig! Chapeau voor zowel Enea (de naam alleen al) Scala en Carmen Romeu, de hoofdrolspelers. Maar ik ben vooral als een blok gevallen voor de prachtige tenor van Robert McPherson (te beluisteren op Spotify). Wat. Een. Stem. Fantastisch!

Ik had dus een prachtige avond, doorspekt met de nodige what-the-hell-momenten, en vooral met prachtige muziek. Een aanrader.