Cachen in de Bourgoyen en in Oostende

Het werd een rustige zondag, met croissants om de dag te beginnen, en dan mijn vader die, zoals vrijwel elke week, bij ons kwam eten. Bart had, tot ons aller grote vreugde, spaghetti gemaakt, en zijn versie blijft toch onovertroffen! Zelfs ons pa moest toegeven dat het lekker was, ook al lust hij eigenlijk geen spaghetti.

En daarna gingen we geocachen, want de dag was echt wel té mooi om verloren te laten gaan, ook al deden mijn benen nog pijn van gisteren. Allez ja, het hele lijf zegt au. Als in: spierpijn aan de ribben van harnas en schild, spierpijn aan de rechterarm van het vele zwaardvechten, pijn aan de achillespezen van de nog niet helemaal ingelopen combats, spierpijn aan de schouders van alweer het harnas, en overal blauwe plekken. Lang geleden dat ik nog zoveel blauwe plekken heb gehad na een larp. Zelfs een wondje aan de rechterslaap en een beetje een dikke wenkbrauw na een stevige mep tegen mijn hoofd, waarbij mijn bril 2 meter verder vloog.

Toch reed ik met ons pa richting de Bourgoyen: ’t is niet ver, en er waren nog een paar caches die we moesten oppikken. Ik geef het toe: in het begin maakte ik me wat zorgen, want ons pa piepte als een oude blaasbalg, raakte nauwelijks vooruit, en voelde zich ook niet goed, zei hij. Dat beterde gelukkig naarmate we verder stapten, maar zelfs voor iemand van 77 met parkinson is zijn conditie echt belabberd. Tsja, hij komt dan ook zelden het huis uit, de enige lichaamsbeweging die hij heeft, zijn die korte zondagse wandelingen met mij.

We deden dik twee uur over een goeie drie kilometer en 3 caches, dat zegt genoeg… Maar we genoten er wel van, en het was er prachtig.

Thuis was er koffie met taart, en na het avondeten reed ik met Wolf richting De Haan. Ginder aangekomen hoefde hij geen ijsje – nochtans een traditie op zondagavond – maar stopten we wel even om de prachtige, maar ronduit schitterende zonsondergang te bekijken, en een foto te nemen van het beeld.

Toen ik hem had afgezet, reed ik verder richting Bredene en Oostende om er hier en daar nog een losse cache op te pikken. De ene ging al vlotter dan de andere, en een paar vond ik niet, ook al omdat het nogal vreemd is om rond tien uur ’s avonds op een zondag te staan rondsnuffelen aan mensen hun voortuin. Dat zijn niet zo’n fijne caches, om eerlijk te zijn, geef mij die maar in een park of bos, ook al is dat dan vrij donker.

Tegen elf uur was de file rond Aalter gelukkig opgelost – om half negen was het nog een uur aanschuiven – en reed ik fluks naar huis.

 

 

Vortex: een uitstekende editie

Yep, het was duidelijk een meerwaarde dat we deze keer al op vrijdagavond in het donker begonnen spelen: een klassieke larp (Omenstyle) met zombies vermengen, dat lukt het best in het donker. Ik heb dan ook een hele tijd gewoon dwars over het hoofdpad door het bos gelegen, kwestie van wegversperringszombie te spelen. Yup, that’s a thing. Helaas was er één bij het groepje die blijkbaar uitstekend zag in het donker, en me dus meteen had opgemerkt. Nog voor ik kon aanvallen, werd ik al in de fik gestoken met een brandpijl. Meh. Tot zover de zombie.

Maar de hele zaterdag was ik schildmaagd/heksenjager die poolshoogte kwam nemen voor de bizarre gebeurtenissen. Kilometers gestapt, redelijk wat gevochten, en me tranen gelachen – letterlijk, ik ben zelfs richting toilet moeten spurten – met drie zombies die ik per ongeluk controleerde door hun ziel in een flesje op zak te hebben. Laat eens drie zombies poort spelen? Slapstick gegarandeerd.

Ook de jongens hebben zich prima geamuseerd, gelukkig maar. Wolf kloeg tegen zaterdagavond trouwens absoluut niet over de rug, wel over de zere voeten en stijve kuiten. Zelf heb ik even een dutje gedaan in vol harnas in het bos ergens op zaterdagnamiddag: de rug kon wel even wat rust gebruiken. Een half uur goed geslapen: als ge moe genoeg zijt, slaapt ge zelfs in een harnas :-p

Enfin, we waren iets voor middernacht terug thuis, en Kobe lag al diep te slapen in de auto. Fijne, fijne dag.

Vortex VII

Vanavond vertrek ik met de jongens naar Vortex, de jongerenlarp van Oneiros. Voor het eerst spelen ze ook op vrijdagavond, en dus blijven we nu ook slapen. Anders kwamen we gewoon steevast toe op zaterdagmorgen en vertrokken we zaterdagavond opnieuw: dat scheelt een hoop gedoe en gesleur.

Ik hoop alleen dat het goed zal gaan: Wolf zag het volledig zitten, maar ik heb er geen idee van hoe hij het zal verteren. Idem voor mijn rug: ik speel weer eens een rol met harnas en zo. En Kobe, die zal de jongste van de hoop zijn, vermoed ik: de vorige keer was hij mee als figurant, deze keer speelt hij diezelfde rol als speler. Hij gaat zich zeker en vast staande houden tussen die grote lummels, daar ben ik zeker van: hij heeft genoeg haar op zijn tanden en ook meer dan genoeg fantasie om te spelen.

We blijven wel niet tot zondag: ik wil bij voorkeur in mijn eigen bed slapen, en we dachten dat de kinderen op zondag ook nog de hele dag scouts hadden. Ik had dus al doorgegeven dat we niet gingen blijven, en toen bleek de scoutsovergang maar volgende week te zijn, maar bon: toch maar naar huis zaterdagnacht, da’s beter voor alle kapotte ruggen.

Allez, op hoop van zegen.

Eerste blokfluitles

Jawel, Merel en ik stonden vandaag netjes om kwart over vier aan de Poel, allebei met een grote glimlach. Ze had namelijk haar eerste blokfluitles, en ze glunderde! En haar leraar had ook heel veel geduld, echt rustig en meegaand.

Noten kan ze uiteraard nog niet, ze moet nu gewoon nog maar leren hoe ze de gaatjes perfect afdekt en een mooie klank maakt. Maar ze genoot er echt van, ’t was mooi om zien.

Daarna zijn we gezellig samen ’t stad in getrokken, zowaar per wandelbus! Daardoor vertrokken we eigenlijk op de Vrijdagmarkt, en liepen we rustig langs de Langemunt over de Korenmarkt terug naar de Ramen. We passeerden zelfs een ijsje bij de Moochie, en Merel voelde zich al helemaal een pubertje, een dame ^^

We waren pas tegen zessen terug, maar hadden een heel fijne meidenmiddag :-p Ik kijk al uit naar de verdere dinsdagen.

77

Vorige dinsdag is ons pa 77 geworden. Jawel, krakend, schuddend en piepend, maar wel degelijk 77, en nog volledig bij de pinken, uiteraard. ’t Is dat dat lijf met de parkinson en het gebrek aan conditie en de rokerslongen en de doofheid niet zo hard meer mee wil, want anders…

Enfin, Jeroen en co, wijzelf, en uiteraard ons pa gingen daarom vrolijk eten in Café Théatre op de Kouter. Roeland kon helaas niet, en Nelly zag de rit tot bij ons niet zitten.

Het was er goed zitten, het eten was lekker – de kelner een beetje verstrooid, maar bon – en het gezelschap was aangenaam. Moet dat meer zijn, voor een verjaardag? Ik dacht het niet, nee. Op uw gezondheid, pa!

Zalige zaterdag

Om negen uur stond ik met Merel in Evergem, voor haar eerste notenleerles. Nee, muzieklab heet dat tegenwoordig :-p Ik geef het toe, ik ben weer gewoon naar huis gereden en heb eerst koffie gedronken en zo. Maar om elf uur viste ik haar weer op, en gingen we nog samen even naar de zaterdagse markt in Evergem. We liepen rond, kletsten, kochten vier bakjes aardbeien omdat de confituur er aan het doorvliegen is, en toen kwamen we aan het snoepenkraam. Waar Merel me met grote ogen aankeek: of ze alsjeblief een zakje van die omabolletjes kreeg? Ik zei van ja, als ze zelf kocht tenminste, en ik stak haar twee euro in handen. Normaal gezien wordt ze dan helemaal verlegen en wil ze het niet meer doen, maar deze keer stapte ze resoluut op het kraam af en bestelde haar 250 gram bolletjes, met de glimlach. Tsja…

We reden naar huis, Bart kookte, en we stapten met zijn tweetjes de fiets op naar het Citadelpark. Daar was vanaf twee uur een en ander te doen van Pokémon GO!, en nerds als we zijn spelen Bart en ik nog steeds dat spelletje. Alleen… We kwamen er net voor tweeën aan, en zagen dat er een en ander bezig was, dat stipt om twee uur stopte! Het was van elf tot twee, en niet omgekeerd. Meh. We lieten het aan ons hart niet komen, vingen de nodige beestjes, deden een paar raids, maakten er een mooie wandeling van, en dronken koffie op een terrasje in het bos.

Om half vier fietsten we weer naar huis, en daar was intussen Arwen ook, die prompt werd ingeschakeld om mee aardbeien te snijden voor de confituur.

En voila, weer zes extra potten. En het doet deugd om al mijn kuikens onder mijn dak te hebben.

Zo van die zaterdagen, ik kan daar wel mee leven, ja.

 

Blokfluit!

Gisteren hadden we Merel en Kobe dus ingeschreven in de muziekschool, met nog een vraagteken bij die blokfluit. Ik had dan even naar de hoofdschool gebeld met de vraag of de leraar blokfluit ons wilde contacteren. En jawel, prompt kreeg ik het antwoord dat hij de rest van de week op school aanwezig was, met zijn uren, en dat we maar even moesten langskomen om te bespreken wat mogelijk was.
Vandaag zijn we dan na school naar de Poel gereden, en Merel  mag effectief les komen volgen op dinsdag! De uren die aangegeven stonden op de site – telkens van half vier tot half vijf, onmogelijk te halen voor ons – zijn blijkbaar vooral indicatief, en dat kan hij zelf regelen.
Het leek me ook een zeer aangename man, en Merel ziet het volledig zitten!

Een korte viering in de Labath leek ons dan ook niet ongepast. Voila!