‘Rain’ van Rosas

Donderdag gingen Bart en ik naar het Concertgebouw in Brugge, voor de voorstelling ‘Rain’ van Rosas en Anne Teresa De Keersmaeker, live van muziek voorzien door het ensemble ‘Ictus’.

Ik keek er serieus naar uit, want ik heb al prachtige dingen gezien van hen. Maar, om eerlijk te zijn, van dit werd ik warm noch koud.

Ja, er zaten prachtige stukken in, en op sommige momenten zat ik ademloos te kijken, maar het was me te weinig vertellend. Te… Tsja, te veel geloop, te weinig samen, te weinig vertellend tegen elkaar, vond ik. Maar da’s uiteraard mijn persoonlijke mening. De muziek zat er voor veel tussen, vrees ik. Steve Reichs minimalistische muziek kon me niet bekoren, wel integendeel, hij werkte soms behoorlijk op mijn zenuwen, en stond ook veel te luid. Het was echt de eerste keer dat ik bij een dansvoorstelling de bedenking maakte dat ik in het vervolg beter mijn oordoppen kon meenemen, en dat zou toch niet mogen.

De spel met de kleuren in de kostuums vond ik dan wel weer mooi, maar je gaat niet naar een dansvoorstelling om naar de kleren te kijken. Ja, het was energiek, en ja, ik zat vaak met bewondering te denken aan de enorme stamina van de dansers, maar het sleepte me niet mee, ik zat geen moment in de voorstelling.

Jammer, jammer.

Volgende keer beter?

 

 

Stressfractuur

Hmmm. Ik heb het blijkbaar nóg maar eens gekund.

Al sinds half september doet er iets pijn in mijn linkervoet. Zomaar, plots. Ik weet nog dat ik op een bepaald moment verbaasd mijn schoen en kous uittrok, om naar mijn voet te kijken. Ik had namelijk het gevoel dat hij serieus blauw stond, alsof ik er een fles water of zo op had laten vallen. Maar er bleek niks te zien. Ach ja, ’t zou wel over gaan zeker?

Helaas… Op 26 september moest ik met Wolf naar de orthopedist, en ik maakte een terloopse opmerking over mijn pijnlijke voet. Van Den Broecke keek even naar me, en zei toen: “Begint ne keer met deftige schoenen aan te doen?” Een sneer naar mijn hoge hakken dus. Mja…

Maar het beterde totaal niet, wel integendeel. Het is nu inderdaad wel zo dat ik niet van het stilzittende type ben, en dat ik me niet laat tegenhouden door een zere voet. Ik droeg dan maar mijn laagste hakken, en op een bepaald moment zelfs mijn MBT’s. Thuis liep ik zo veel mogelijk op mijn sokken, maar ook dat hielp niet, en vooral ’s morgens bij het wakker worden doet die voet serieus pijn.

Vandaag dus zelf naar de orthopedist. Wouter kent me al serieus lang en intussen ook vrij goed, en weet dat ik er niet zal zitten als het niet behoorlijk wat pijn doet. Hij weet ook dat ik niet in pijnstillers geloof. Hij schudde zijn hoofd, en vroeg of ik soms een soortement voetfetisj had? Het is ook altijd wat met mijn voeten. Maar na een kort onderzoek was hij toch bloedernstig: wellicht een stressfractuur in een van de middenvoetsbeentjes. Zekerheid zou hij maar hebben na een medisch beeld. Ideaal is een NMR-scan, maar de gemiddelde wachttijd daar is ongeveer twee maanden. Dan maar een isotopenscan: iets minder gezond, maar wel even duidelijk.
En voorlopig zo min mogelijk staan en zo veel mogelijk mijn afneembare plaaster/diabeteslaars aan. Nog een chance dat ik dat ding heb, want stilzitten zit er bij mij helaas niet in. Ik word er zot van.

Enfin, en dan die scan. We zien wel weer.

Zuipnat, of ’t scheelde toch niet veel

Een doodgewone vrijdag, dus ’s avonds met zijn allen naar de rugby. Merel wilde heel graag op de grote speeltuin, en dus parkeerden we aan die kant, en namen de grote zak met de picknick en zo. Ik keek even naar de lucht die stralend blauw was en waar de zon zeer enthousiast scheen, en verklaarde dat de paraplu’s enkel maar ballast gingen zijn. En dus togen de dochter en ik op weg, door de stralende zon.

We installeerden ons op een bankje aan de speeltuin, en meteen voelde ik nattigheid. Letterlijk. Een paar druppeltjes, maar ik zat netjes onder een boom, het zou wel meevallen, het was maar een vlaag.

Hmm.

Na een paar minuten zei Merel: “Mama, zouden we toch niet gaan schuilen? Het begint precies harder te regenen.” Ik keek rond, maar zag niet echt iets schuilenswaardigs, toch niet dichtbij. Behalve dan het piepkleine kleuterhuisje. Ik geef even een foto van vorige keer mee om te tonen hoe groot dat precies is, dat huisje.

img_6723

Enfin, nood breekt wet, dus ik vouwde me in vieren, en geraakte net het huisje binnen. Net op tijd, want toen barstte het onweer stevig los, en was ik wat blij om opgevouwen in een kabouterhuisje mijn boterhammen te kunnen opeten.

Enfin, een half uur, een paar boterhammen, een gigantische onweersbui en een hoop spelletjes ‘Ik zie, ik zie wat jij niet ziet’ later, ondernam ik een poging om weer uit dat huisje te geraken. Wat simpeler lijkt dan het was. Uiteindelijk bleek ‘kont eerst’ het juiste manoeuvre om er weer uit te geraken. Merel kreeg zowat de slappe lach.

Maar we waren dus wel grotendeels droog, dat wel. Oef.

Blauw oog

Hoe zit het intussen met het blauw oog van Wolf? Hij had dat vorige vrijdag opgelopen op training, doordat een medespeler keihard tegen zijn kop was gelopen, vlak boven zijn oog. Het oog op zich had dus geen enkel probleem, alleen was de bloeduitstorting een beetje beginnen zakken en had hij dus een blauw oog. Tip: op het moment zelf ijs op leggen, maar achteraf, als het kwaad toch al is geschied, warme compressen. De zwelling trekt onmiddellijk weg dan. Weet ik van toen ik als studente ook ooit eens een blauw oog had dat compleet dicht zat.

Enfin, het oog is intussen al niet meer blauw, maar geel en paars. Wolf kan er gelukkig zelf wel om lachen, het ziet er ook wel stoer uit.

img_6715 img_6716

Zaterdag taxidag

Zo voelde het vandaag dus weer aan. Serieus.

Om kwart over acht gooide ik Kobe af aan de rugby. Enfin, ik liep wel nog even mee tot aan het clubhuis, want het was in Antwerpen, en ik ging thuis blijven voor de thuismatch van Wolf.

Na een fijn koffietje en een wakkerwordmomentje aan de computer, gooide ik Wolf tegen tien uur af aan de Poel voor zijn muziekles, en ging zelf op wandel door Gent Centrum. Ver ben ik eigenlijk niet gewandeld, want ik ben nog eens op zoek gegaan in de Sint-Niklaaskerk voor die geocache. Enfin, met een meeneemkoffie en meeneemwarmechoco uit de Labath – een echte aanrader! – reden we iets over elf nog eens naar de Blaarmeersen: opwarming voor Wolf voor de rugbymatch om 12.00 uur. Tijd genoeg dus voor mij om nog tot in Drongen te rijden, en het schoonmaakdoekje voor Kobes fagot in te wisselen. Er zijn namelijk twee soorten, en dat ene was natuurlijk het verkeerde. Meh. Ik heb dan maar meteen een echte fagotstaander meegenomen, zodat het ding stevig staat. Tot hiertoe stond het in een gitaarstandaard onstabiel te wezen, tot grote ontzetting van de kuisvrouw. Negentig euro, bon ja. ’t Is ook voor mijn eigen gemoedsrust, zal ik dan maar denken, zeker?

Tegen twaalf uur stond ik netjes te supporteren aan de zijlijn, en man, wat een match! De U14 staan aan de leiding samen met Pajot, en daar speelden ze nu tegen. Het leverde een machtig schone match op, spannend ook, en dan nog eindigen met een gelijkspel, faut le faire.

Kobe was nog niet terug uit Antwerpen, en ik stelde vast dat de dame achter de bar aan het verzuipen was, en dus ben ik daar dan maar bijgesprongen, terwijl Wolf naar de match van de U16 ging kijken.

We waren maar thuis tegen half vier, maar ’t was eigenlijk wel een fijne dag. Beetje druk, dat wel. Tsja.

Schoolfotograaf

’t Zal weer wat zijn, die foto van mij. Een schoolfotograaf verdient eigenlijk redelijk wat aan zo’n marathonsessie, vermoed ik, en wij hebben alle foto’s van onze leerlingen meteen voor het computersysteem. Een gemak dus.

We zijn er natuurlijk wel efkes een stuk les mee kwijt, en daarom krijgen wij, de leraars, onze foto’s ook gratis. Ook een gemak, ik moet dus nooit foto’s laten trekken voor mijn lerarenkaart en dat soort dingen.

Maar vandaag had ik een extreme bad hair day, en ik was die fotograaf dus vergeten. Pech dus. Mja. Volgend jaar beter, zeker?

De metafoto’s staan op het schoolblog, trouwens.

Tandperikelen

Allez zeg! Ga ik maandag nog met de kinderen naar de tandarts, neemt ze foto’s en verklaart mijn tanden prima in orde, breekt er daarnet (elf uur ’s avonds) toch wel een stuk van mijn achterste kies linksboven af zeker?

En ’t is niet alsof ik tijd heb morgen om opnieuw naar de tandarts te gaan: er is de begrafenis van mijn grootmoeder, en ’s avonds gaan we op restaurant. Mja. We zullen het wel zien maandag zeker? En hopen dat ik ondertussen geen tandpijn krijg.

’t Is toch ook altijd wat, he. Zucht.

 

Van dokter naar dokter

Gisteren was dus een dokterdagje. Zodra de kinderen thuis kwamen, vlogen ze naar boven om hun tanden te poetsen, want om vier uur moesten we bij tandarts Saar staan. Merel kreeg het compliment dat haar tanden zo goed gepoetst waren, en ook Kobe kreeg datzelfde complimentje. Het is ooit anders geweest.

img_1980

Ook Wolfs tanden waren prima gepoetst, maar hij staat zelfs achterop tegenover Kobe wat het wisselen betreft. Alweer zat er een melktand veel te hard vast, eentje die zelfs roze kleurde omdat er tandvlees in was gegroeid. Een teken dat hij heus niet uit eigen beweging ging loskomen. Twee jaar geleden in juni zijn er al vier tanden getrokken bij Wolf, en nu dus nog eentje. Erg vond hij dat niet, die prop watten in zijn mond was al veel irritanter. En mijn tanden? Die werden gecontroleerd, goed gevonden, gepolijst, en dat was dat. Oh, en 185 euro, dat ook.

Enfin, we gingen naar huis, deden elk ons ding, aten, en gingen weer op weg naar de volgende dokter. Wolf sukkelt nu al een week of twee met pijn aan zijn knie, de andere dan het vorige probleem. Omdat ik dat echt niet vertrouw, zijn we dus maar richting orthopedist afgezakt. Ik had eerder aan Vallery gevraagd – zij woont schuin tegenover de praktijk – of ik de twee kleintjes bij haar mocht afzetten, en toen bleek dat zij de afspraak na ons had bij de dokter. Juist ja. Scheelde voor haar ook weer een babysit, want ik heb iets over zeven Kobe en Merel bij Bo afgezwierd, en toen wij binnen gingen, heb ik Vallery een smsje gestuurd. Zij stak de straat over, en in het kruisen gaf ze ons de sleutels en bleven wij rustig bij Bo. Netjes opgelost dus.

En Wolfs knie? Blijkt niks ernstigs te zijn, gelukkig maar. Hij is in de vakantie zodanig explosief gegroeid, dat het peesblad in zijn bil met aanhechtingspunt onder de knie niet voldoende mee is gegroeid, en voortdurend onder spanning staat. Hij moet stretchoefeningen doen, en het zal uiteindelijk zichzelf wel oplossen. Oef, weer een zorg minder!