Geluk

Deze morgen werd ik overvallen door een intens gevoel van geluk, en tweette ik om een paar minuten over acht: “Wat zijn wij toch gelukzakken! Opstaan in een groot, lekker warm huis, hete douche, verse kleren en een stevig ontbijt. *kust pollekes*”.

Ik denk dat vaak, om eerlijk te zijn, en ik probeer mijn kinderen ook van die gedachte te doordringen. Dat ze dankbaar mogen zijn voor elk cadeautje, alle nieuwe kleren, elke fijne maaltijd. En dat wij chancards zijn omdat we, als de wasmachine kapot is, er ook gewoon meteen een nieuwe kunnen gaan kopen. Rijke mensen, dat zijn wij.

Op Facebook, waar ik het ook had gepost, kreeg ik er een paar cynische reacties op. En ja, mijn besef vandaag was deels getriggerd door het feit dat ons huis gisteren behoorlijk koud was bij het opstaan. We waren maandagavond namelijk zonder mazout gevallen, en ik had het pas gemerkt toen het eigenlijk behoorlijk fris begon te worden zo ’s avonds. Maar bon, een goed dekentje verhielp dat wel. Gisteren heb ik dan rond half acht ’s morgens naar de leverancier gebeld, en eigenlijk was die volgeboekt deze week, maar bon, we zijn al jaren klant, en dus gingen ze na één uur ’s middags toch nog komen leveren. Ik was wel gaan eten met mijn vriendinnen, maar Wolf ging eten met zijn papa, en vanaf een uur of een weer thuis zijn om te studeren. Ik had de bankkaart en instructies achtergelaten, en toen ik rond vier uur thuis kwam, was de tank weer netjes vol, had het vuil ook alweer kunnen bezinken, en kon ik een poging doen om de ketel opnieuw op te starten. Ik was er niet gerust in: als het systeem water had opgezogen, was ik eraan voor de moeite. Maar lo and behold, de vlam sloeg in de pan, en alles ging weer aan het broebelen. Het nadeel van vloerverwarming is dan weer dat het systeem heel traag opwarmt, dus heb ik uiteindelijk toch maar de haard aangestoken, kwestie van toch niet te zitten kleumen bij het verbeteren.

Maar het maakt een mens inderdaad wel nederig.

Verjaardagsfeestje… of toch niet.

Dat het een drukke dag ging worden, vandaag. Om 9.00 uur zaten we met de hele familie in de, jawel, familiemis. Merel doet haar eerste communie dit jaar, vandaar. Tsja.

Ik begon te verbeteren, Wolf was, net zoals gisteren, bezig met zijn wiskunde, en we aten rustig, voor een keertje zonder extra opa’s en zo.

En toen bleek dat Wolf nog langs geen kanten klaar was met zijn wiskunde, en dat hij het dus niet zag zitten om mee te gaan naar Livs verjaardagsfeestje. ’t Is ook een uur rijden, dat komt er ook nog bij, dus ja… Geen feestje voor Wolf. Ik vond dat ik het niet kon maken om dat kind hier alleen te laten, zo vlak voor zijn eerste examen ooit, en dus ben ik ook maar thuis gebleven, en heb zitten verbeteren.

Maar Bart stuurde me wel een paar foto’s door: hij miste me.

img_6160

Oud worden, zeker?

Yup, ’t is weer van dat: de examens zijn begonnen, de stress van de voorbije weken is even gaan liggen, en het lijf doet lastig. Lastig als in: ik pak wel een Dafalgan. Wie mij kent, weet dat ik niet geloof in pijnstillers, dus dat wil wel wat zeggen.

Maar nu heb ik een bijzonder gemene koppijn, doen mijn sinussen lastig, speelt de artrose in de voet op, en heb ik een zeurderige pijn in de onderrug (zoals wel vaker, lumbago en al).

Meh.

Dafalgan it is. Maar let it be known: met flinke tegenzin.

Dakperikelen

Een tijd geleden hadden we plots gezien dat er twee leien verdwenen waren aan ons dak. Aan, niet op, gelukkig. Het zijn leien aan de zijkant met de buur, tegen een spouwmuur, dus op zich kan het nog niet zó heel veel kwaad, maar het moet natuurlijk gerepareerd worden. Alleen… Vind maar eens iemand die het wil doen?

Ik had iemand gecontacteerd, maar nooit meer iets terug gehoord. Toen Bart in de tuin liep, een maand geleden, had een Ier hem aangesproken erover, zei dat hij in de dakwerken zat, en dat we maar eens moesten bellen, hij was een paar straten verder bezig. Ik heb gebeld, maar nooit iemand aan de lijn gekregen. Zucht.

Gisteren zat er een foldertje in de bus, van een dakwerker van wat verderop in Wondelgem. Met de grote slogan: “offerte binnen de 24 uur”. Ik heb foto’s genomen, en een mail gestuurd. Ik ben eens benieuwd hoe lang het zal duren voor ik antwoord krijg.

Maar, mocht u iemand kennen die dat kan oplossen: graag!

Geen kind meer…

Ik laat Spotify (=muziekprogramma op mijn computer) me altijd voorstellen doen, de Discover Weekly. En toen zat er plots het onderstaande tussen, en mocht ik beginnen met het examen dat ik aan het verbeteren was, droog te deppen. Al een chance dat het niet met pen geschreven was.

OCD much?

Dan doe je toezicht in de grote zaal van de school, ook wel de turnzaal. In de grond zijn er gaten voorzien om bijvoorbeeld netpalen voor volleybal te installeren. Uiteraard zijn er dekseltjes op die gaten. En staan er ook lijnen geschilderd in de zaal voor de diverse balsporten.

En dan zie je dit.

img_2295

Ik heb me een tijdlang kunnen inhouden, dat geef ik toe. Maar uiteindelijk, bij de zoveelste passage – leraars met toezicht in een zaal lopen nu eenmaal rond – kon ik het niet meer aanzien. Serieus zeg.

Dus nu ligt het zo. Zoals het hoort. Zoals mijn brein ook accepteert.

img_2297

Néh.

Ne mens zou van minder hypochondrisch worden…

Ik heb nu al een paar dagen last van mijn rug. Op zich niks bijzonders, dat gebeurt wel vaker, zeker als het een stressvolle periode is, waarbij ik dan nog eens veel aan mijn bureau zit. Wellicht heeft die laars er ook wel iets mee te maken: je ziet het niet echt aan mijn manier van stappen dat ik ze aan heb, maar ik vermoed dat ik toch niet helemaal loop zoals anders. Dus ja, een zere rug. Die serieus op mijn zenuwen kan werken, maar dat is nu eenmaal een hernia, daar kan ik niks aan doen.

Alleen schiet het me dan af en toe door het hoofd: zou dat ook niet die artrose kunnen zijn? Want die werd ook opgemerkt in de lage rug.

Hmm.

Ben ik nu aan het overdrijven, ben ik nu een hypochonder aan het worden, of wat? Zie ik spoken, of zou het toch kunnen? Aan de andere kant: de vraag op zich is compleet irrelevant, want of het nu artrose is of de hernia, er valt toch niks aan te doen.

En toch. En toch.

Energievreter

Intussen zijn we een half jaar ver in het schooljaar, enfin, toch een semester, en weet ik beter waaraan ik begonnen ben. Welja, ’t is niet alsof ik veel keus had: met die modules moet al het Latijn parallel lopen, en alle drie de leraars Latijn op school geven dus een eerstejaar. Mezelf incluis.

Op het einde van vorig schooljaar waren we het er in de vakgroep over eens: ik was de beste van de drie om twee keer de twee uur Latijn te geven, ervan uitgaand dat ik hen het beste kan enthousiasmeren.

Hoe ik het gedaan heb, weet ik niet, maar ik weet wel dat ik qua leerplan bijna even ver sta als de leerlingen van de vier uur. Dat leerplan is namelijk redelijk ongenadig: het is een graadsleerplan, en of je nu in het eerste jaar twee uur of vier uur Latijn geeft, op het einde van het tweede jaar moeten alle leerlingen even ver staan. En dus geef ik gas, ook al hebben ze bijvoorbeeld enkel les op vrijdagnamiddag. Dat betekent elke week toets, dat betekent ook dat ik geen ruimte heb voor gezellige babbels, of hen zelf verhalen kan laten vertellen.

Ik hou de inleiding wat beknopter, maar ze moeten hetzelfde leren als de vier uur. Ik geef dezelfde cultuur rond dezelfde teksten, alleen lees ik maar drie teksten in plaats van zeven in het Latijn. Ik geef dezelfde grammatica, leg die even lang en breed uit, maar maak minder oefeningen. Qua woordjes leren scheelt het wel: ze zien de helft van die van de vier uur. Aan de andere kant zal zich dat wreken in het tweede jaar, als ze verder doen met Latijn tenminste: wat voor die van de vier uur herhaling is, zal voor hen vaak nieuw zijn qua woordenschat. Tsja.

Maar één ding weet ik wel: die lesuren vréten energie! Ik merk het op dinsdag, maar ik merk het nog veel beter op vrijdag. Ik ben gewoon steendood op vrijdagavond. Ik stop met lesgeven om half vier, en moet zorgen dat Kobe om vier uur in zijn fagotles is in Evergem. Om vijf uur haal ik hem weer op, en om zes uur moeten we alweer op de rugby staan, tot half acht. Ik geef het toe: de rugby is er op vrijdag al een paar keer bij ingeschoten, en dat lag dan grotendeels aan mij.

Dus nee, geen verdere activiteiten meer op vrijdag: ik ben kapot.

Dode koffiemachine is dood

Was ik op mijn verjaardag nog zo blij dat ik ze alsnog aan de praat had gekregen, intussen is onze koffiemachine dood. Als in: de verwarmingselementen en alles werken nog prima, maar een mechanisch deel binnenin zit geblokkeerd. Ik heb het ding opengevezen, helaas, to no avail. Maar ik moet toegeven, het ding heeft acht jaar lang trouwe dienst bewezen, het kon erger. En blijkbaar raakt me dat telkens weer, zo’n dood koffiemachien. Hier heb ik over het vorige lijk geblogd, en hier was ik dan weer bijzonder opgetogen over de aankoop van de huidige afgestorvene.

Zucht.

Het lastigste was, dat ik nu geen koffie had. Als in: geen. Ik heb wel nog Barts oude koffiezet staan van op zijn kot, maar ik heb geen gemalen koffie in huis, en da’s niet zo praktisch met zo’n standaard ding. En het Italiaanse dingetje dat ik nog staan heb, eentje zoals dit, werkt blijkbaar niet op een inductievuur. Ik moet eens zo’n warmteplaat aanschaffen, me dunkt.

Maar dat bracht me nog niet uit mijn penibele situatie. Ja, ik kon natuurlijk ook gewoon naar de winkel gaan en gemalen koffie halen, maar weet ge hoe lastig dat dat is, uit uw kot komen en al?

En toen viel mijn euro: ik heb nog een erfstuk in de kast! Effectief een erfstuk van mijn eigen overgrootmoeder, namelijk een manuele koffiemolen. Ik viste het ding uit de kast, legde aan de kinderen uit wat het was, want die zetten grote ogen op, en liet Merel zelfs even malen. Wat overigens niet zo vlot ging, zoals je ziet.

img_7561

Maar even later stond er wel degelijk, dank zij dit erfstuk en het reliek uit onze kotstudententijd, koffie voor mijn neus. Enfin, toch iets wat ervoor moest doorgaan. Want als ge espressokoffie gewoon zijt, dan is dit het toch niet.

Toch eens nadenken over een nieuw machien. Ba-hart?