Schot in de zaak

Zoals jullie op de foto in de vorige post kunnen zien, is eindelijk de verkavelingsvergunning binnen! Yes!

Die moet nu 35 dagen ophangen, vooraleer we aan de verbouwingen kunnen beginnen, wettelijk gezien. Helaas, er is ook nog zoiets als bouwvergunning. De architecte is nu volop bezig met die vergunning, en heeft alles al naar Stedenbouw gestuurd om het na te kijken. Het zag er goed uit, alleen de regenwaterput, die wettelijk verplicht is, moet nog toegevoegd worden.

Zodra de bouwaanvraag is ingediend, is het wachten op het goedkeuren daarvan, en dat is ongeveer drie maanden, jammer genoeg.

Maar dat zou betekenen dat we in juni eindelijk aan de werken kunnen beginnen. Oef. Hopelijk zelfs vroeger.

De volgende stap voor ons is dan natuurlijk aannemers aanspreken, offertes vragen, en concrete plannen maken. En beginnen dromen over hoe die nieuwe keuken er zal uitzien.

Ziek – maar nu iets en iemand anders

Deze morgen, half acht – we zijn allemaal in diverse stadia van gekleedheid : “Mama? Ik voel me echt niet lekker! Ik heb buikpijn…” Wolf keek me met hondenoogjes aan, maar Bart beet hem nog toe: “Zeg maat, niet onnozel doen, ’t zal wel over gaan!”

Een tiental minuten en een halve hap van een boterham later zat Wolf met tranen in zijn ogen bleekjes te wezen. En nam ik hem wel degelijk serieus. Ik heb dan maar ons ma uit haar bed gebeld, vijf minuten later – al een chance dat voor een keer al mijn gerief al klaar stond van gisterenavond – zaten Wolf en ik in de auto, om tien over acht installeerde ik hem in Zomergem in de zetel, en stipt om half negen liep ik mijn klaslokaal binnen. Oef!

Een telefoontje over de middag leerde me dat het buikgriep was: hij had al een keer of tien naar het toilet gemoeten, en had ook al vier keer overgegeven, ’t ventje!

Enfin, ik heb dan maar met zijn juf besproken (ik moest toch Kobe ophalen) dat hij morgen ook ging thuisblijven: een half dagje school, waaronder een zwemles, en da’s nogal lastig als je je niet zo lekker voelt.

Hopelijk is het snel over, want hij was nogal zielig bij momenten. Andere momenten voelde hij zich dan weer kiplekker.

En het schattigste? Toen Merel thuiskwam, vertelde Wolf dat hij een beetje ziek was, en dat zijn buikje pijn deed. Waarop zij onmiddellijk, zonder woorden, hem aankeek, en over zijn buikje begon te wrijven. Met van die kleine zachte streeltjes.

(Allemaal in koor: awwww…)

Verdomd smerig beestje

Die griepvariant die momenteel aan het rondgaan is, is dus echt wel een smerig beestje.

Ik ben buiten strijd geweest van dinsdag 5 februari tot en met donderdag 14 februari, tien dagen dus. Pas op vrijdag heb ik mezelf gedwongen om nog iets te doen met de kinderen, maar het was verre van voorbij. Vandaag ben ik dan wel gaan werken, maar mijn hoestje was nog vrij enthousiast, en ik was verschrikkelijk moe, al na een paar uur.

Bart is geveld op donderdag 7 februari, en die heeft zelfs het ganse weekend nog liggen slapen, dat zegt genoeg. Want tegen dat Bart wil toegeven dat hij moet plooien, moet het al erg zijn, en om dan anderhalve week te slapen… Vandaag is hij ook wel naar zijn werk getrokken, maar tegen vijf uur was hij alweer thuis, om onmiddellijk in slaap te vallen in de zetel, en ook dat is veelzeggend. Bij hem is het dus nog erger.

Smerige beeste, die griep, ik zeg het u.

Cake

Zo van die groter wordende kinderen, da’s eigenlijk best handig.

Ik had me vandaag namelijk plots gerealiseerd dat Wolf jarig was geweest in de vakantie, en dat hij dus morgen misschien best wel een traktatie meenam naar school. Niet dat dat moet, natuurlijk, maar ze vinden dat allemaal wel bijzonder fijn, uiteraard.

Individuele traktaties, daar zijn ze op school min of meer van afgestapt. Vroeger heb ik het ook nog gedaan, maar eigenlijk kijken de kinderen toch niet om naar die zakjes snoep, en je hebt er alleen maar werk mee. Voor Kobe had ik afgelopen zomer ook alleen nog twee grote cakes gebakken en versierd, Wolf had vorig jaar nog individuele versierde cupcakes mee.

Bon, ik heb Wolf het bakboek van de Boerinnenbond voor zijn neus gelegd, alle ingrediënten gegeven, en hem min of meer laten doen. Uiteraard heb ik een oogje in het zeil gehouden en hier en daar geholpen, maar zelfs de eieren scheiden heeft hij zelf gedaan. Apetrots stonden er een tijdje later dus twee mooie cakes te wachten op versiering, en daar heeft ook Kobe mee geholpen.

En ik, ik heb intussen was opgevouwen en dat soort dingen. Volgende keer kan hij het quasi helemaal zelf, en als hij dan nog cake wil meenemen, zal hij toch zelf het initiatief moeten nemen.

Naar ’t schijnt was ’t lekker!

Bro-sis

Mijn jongste broer en zijn vrouwtje hadden groot gelijk: wij broers en zussen zien elkaar veel te weinig, en dan meestal nog bij onze ouders, wanneer er nog een rits kinderen mee is en we toch niet kunnen praten.

Zij namen dus het initiatief, en zo bevonden wij ons deze avond in het illustere gezelschap van mijn oudste broer en diens vrouw, en Sarahs twee zussen met hun lieven. Een gezelschap van tien man sterk, en eigenlijk zeer fijn gezelschap ook nog. Er werden gigantisch veel hapjes gegeten (inclusief soepjes en zo), en daarna tongrolletjes met een zeer gedurfd maar bijzonder lekker sausje van onder andere sojasaus, nori, szechuanpeper, en nog wel een paar dingen. Lekker, man!

brosis

Soit, tegen half een waren we thuis, allebei stikkapot want ook Bart is zeker nog niet genezen, maar wel een fijne avond rijker. Volgende keer is het aan ons, goed geweten.