Skeeleren

Gisteren ben ik voor het eerst sinds vorige zomer weer eens gaan skeeleren. Houterig en beverig, en met stramme spieren, vooral dat. Maar het was een zalige avond, ook al was het kwart over negen voor ik kon vertrekken.
Veel heb ik ook niet gedaan: 3,5 km. Maar het begon te schemeren, ik was moe, en ik wilde het niet riskeren om vandaag gans stijf te zijn.

Maar enfin, het is toch alweer een begin, en beter dan niks. Nu moet ik eigenlijk nog eens andere, ontspannen parcours in de buurt zien te vinden, en eigenlijk vooral eens iemand vinden die me wil leren stoppen. Want ik kan dan wel snelheid halen, ik kan gewoon niet stoppen zonder me te laten uitbollen of mezelf in een haag te gooien.

Iemand, zo toevallig?

Pissed

Zijt anders ne keer megacontent met uw moto…

In dit weer is het zalig om te rijden, en het ganse weekend was hij blijven stilstaan, omdat ik niet echt ergens naartoe moest, toch niet zonder de kinderen. Maar vandaag zag ik het helemaal zitten om te rijden. Ik begin pas in de namiddag les te geven, en ik hoef me niet te haasten om de kinderen op te halen, want die zitten sowieso in de opvang op maandag. Ik dus een jeans aan, laarzen, mijn dikke Goretexvest, handschoenen, helm en zonnebril, en al mijn spullen in een rugzakje. Met een grote grijns ging ik op de moto zitten, en… niks. Zelfs geen verklikkerlichtje, niks, nada, nihil, noppes, tipota.

Het lag duidelijk niet aan mijn batterij, want ik was vrijdag nog fluks naar huis gereden, en dan zou ik nu op zijn minst nog de lichtjes moeten gehad hebben, en de startmotor. Ik koppelde ze om zeker te zijn toch even aan de lader, maar nee, de batterij was wel degelijk vol. Zucht. Ergens dus een slecht contact of zo.

Met een rothumeur ben ik naar binnen gelopen, heb mijn motospullen daar gegooid, heb een ander vestje gegrabbeld, en heb me verdorie nog moeten haasten om op tijd op school te zijn. In een snikhete auto.

Blah.

Serieus.

Blah.

Merels kamer

Het was dan misschien wel prachtig weer vandaag, ik was in mijn opruim geslagen – ik wil de kamers bruikbaar hebben tegen de communie – en ik wilde verderdoen.

Merels kamer was ronduit een stort. Op het tafeltje naast haar door lagen de kleren en rommel een meter hoog (helaas geen overdrijving), de knuffels lagen overal, er stond speelgoed opgestapeld uit de jongens hun kamers, en op de kast achter de deur was het niet beter.

Ik ben eerst begonnen aan haar kast: alle te kleine kleertjes eruit en in dozen, voor de nichtjes en neefjes. Al mijn kleren eruit en naar mijn kast, idem voor babylakens, dekens, en reservespullen. In de plaats kwam ruimte voor speelgoed en poppen: er staat nu een zeteltje in, een bedje, en er is een schuif voor poppenkleren.

Alle andere rommel werd grondig opgeruimd, en de tafel werd verhuisd naar een plekje voor het raam, als bureautje. Meteen kwam er plaats vrij voor haar keukentje en tafeltje dat nu nog beneden in de woonkamer stond. Wolf hing intussen het groene blad op, en ook de kaders kwamen eindelijk aan de muur te hangen. Het staat er misschien wel vrij vol nu, maar ze vindt het een droom. En voor mij is het een enorme doorn uit mijn oog. Oef.

IMG_9296

IMG_9292

IMG_9293

IMG_9294

Sidney Gale

De naam uit de titel zegt u wellicht niks. Dat is ook heel normaal, tenzij u bij de Gentse rugby speelt. Dan zou u zich diep moeten schamen, want dan heeft u het feest van vandaag overgeslagen.

Sidney Gale was in de jaren ’70 een schitterende speler en trainer van Gent Rugby, in wiens ere er elk jaar nog prijzen uitgedeeld worden op het Sidney Gale Cup Gala. Pas op: ik ben er vóór dit jaar ook nooit naartoe geweest, zelfs niet toen mijn broer het won. Toen zat ik zelf al lang niet meer in de rugby. Vorig jaar konden we om een of andere reden niet, maar dit jaar was me gevraagd het boeltje te presenteren, en aangezien ik daar toch wel zo’n beetje een opleiding voor gehad heb, zag ik dat wel zitten.

Ik heb dus de boel aan elkaar gepraat, de winnaars naar voor geroepen,  en tussen beide delen in zijn er frietjes met warme beenhesp verorberd, ook door Wolf, Kobe, Merel en zelfs Bart, die speciaal langs waren gekomen.

Voor herhaling vatbaar? Welja. Ik heb toch sterk de indruk dat de jongens gaan blijven spelen. Ze zijn nog steeds dolenthousiast over hun sport.

Moto

Het was eigenlijk ongelofelijk stom, maar ik ben pas vandaag de moto kunnen gaan ophalen in de garage. Het is al een serieuze tijd prachtig weer geweest, ik weet het, maar we waren in de verbouwing zo’n beetje de sleutels van de tweede garage kwijtgespeeld, waardoor ik niet aan de moto kon. Stom, ik weet het.

Ik laat de moto elke lente even nakijken: het ding is op zich al gevaarlijk genoeg, ik wil dat het meteen ook in orde staat.

Dit jaar heeft het me wel wat gekost: er moesten nieuwe banden op. Ik rijd niet veel, maar de banden verslijten en versterven na een tijdje sowieso.

Waarom doe ik de moto dan niet weg? In termen van geld is het inderdaad een duur ding, het staat meer stil dan wat anders. Het geeft me alleen zo’n enorm gevoel van vrijheid, gewoon weten dat ik, als ik wil, de moto opspring. Dat daar in praktijk vooral drie kinderen tegenover staan en ons Belgisch weer, dat vergeet ik voor het gemak even.

Tsja.

Ieder zijn hobby zeker?