Nieuw raam

Het was een processie van Echternach, dat ene nieuwe raam hier beneden. Het ene grote raam aan de zijkant (naast de vroegere voordeur) is het enige raam beneden dat nog gewoon dubbel glas is, en nog niet vervangen door hoogisolerend glas. Omdat we toch glazenmakers over de vloer hadden, leek het ons het ideale moment om ook dat glas te laten vervangen. Juist ja.

De eerste dag dat de mannen van de ramen kwamen, hadden ze het glas wel bij, maar dus niet de tijd om het installeren. Ze gingen het ook gewoon even binnen zetten, en waren nog verontwaardigd ook over het feit dat ik niet wilde garanderen dat het daar niet gebroken zou raken, omdat er anderen volop aan het werk waren in die ruimte.

“Oe madam, we meugen wieder da nie binnen zetten? En tons moeten me wieder da were meepakken?”

Ze namen het glas dus weer mee. De dag daarop hadden ze het glas opnieuw bij, maar geen tijd. Tsja, glas opnieuw mee richting de West-Vlaanders, want er werd uiteraard verder gewerkt.

Derde keer, namelijk toen ze de ‘Colorbel’ kwamen installeren, het blinde stuk glas tussen grote en kleine badkamer boven: “Oi, madam, me zijme de latjes vergeten. Kunnen me wieder da glas nog altijd nie binnen zetten? ’t Zoe maar veur een weeke of tweeje zijn.”

Venster opnieuw naar af.

 

Tot deze morgen dus: om kwart over negen stonden ze hier met het glas, mét latjes en al. Tegen de middag bleek het netjes geïnstalleerd, en proper afgewerkt.

IMG_7680

En meteen ook het plooiwerk in de hoek, dat ze ook nog moesten installeren, en waarvoor ze probeerden aparte verplaatsingskosten aan te rekenen (en dat er voordien zo uitzag).

IMG_7682

Beetje bij beetje.

We gaan er écht ooit nog geraken. Jawel.

Jungle

Ik ben verzot op planten. Wie me kent, weet dat wel. Als het aan mij lag, stond mijn ganse huis vol planten. Bart tempert me daar een beetje in, en hij heeft wel gelijk.

Maar in mijn bureau heb ik een slingerplant: zo’n echt junglegeval, met luchtwortels die zich ergens aan vastklampen, en die meters lang wordt. Ze stond een beetje verloren in de hoek achteraan, en ik had de uitlopers vastgemaakt aan gordijnrails in mijn veranda (mijn bureau is dus een verandageval), maar omdat ik wist dat ik ze ging moeten verzetten, had ik ze eigenlijk wel wat verwaarloosd.

Vandaag ben ik speciale zelftappende vijzen gaan halen om in te draaien in het aluminium van de veranda, zodat alles een pak steviger wordt, en ik de plant zonder scrupules of beperkingen kan ophangen. Mijn grote bureaukast is verzet, en de plant is van links naar rechts verhuisd, waar ze een pak meer in het zicht staat. De uitlopers zijn opgebonden, en helaas heb ik er eentje van een meter of vier afgebroken. Ik heb ze dan maar in het water gezet zodat ze wortels trekt, en ik ze later opnieuw in de pot van de moederplant kan zetten.

De plant zelf moet zich nu nog ‘zetten’: de bladeren moeten nog draaien, ze zal nog meer doorhangen links en rechts. Maar ze heeft nu vooral ook weer ruimte en lucht om te groeien, en da’s het belangrijkste.

IMG_7686

IMG_7685

Gegijzeld

In mijn eigen woonkamer, nog wel!

Vandaag zijn ze hier immers het plafond aan het herschilderen, samen met de witte muren. Omdat ik het echt niet zag zitten om alles te verhuizen, hebben ze gewoon alles afgedekt met plastiek. En toen kwam ik thuis, en kon ik nog met moeite binnen. De kinderen heb ik wijselijk maar in de opvang gelaten tot kwart voor zes: tegen dan was het hier weer leefbaar.

Om je een idee te geven:
IMG_7669

IMG_7670

IMG_7671

IMG_7672

En dat was dan de toestand in mijn bureau, waar ik me nog net heb kunnen tussenwurmen, en waar het pokkeheet was.

IMG_7673

Maar intussen heb ik wel een prachtig egaal wit plafond, wat een heel verschil maakt.

We gaan er ooit nog geraken…

102

Mijn grootmoeder, de moeder van mijn pa, is onlangs 102 geworden. Omdat de hoop te groot is, hebben toen enkel haar kinderen dat gevierd met haar. Met de kleinkinderen hadden we gisteren afgesproken om samen te nieuwjaren. Lang niet iedereen was er – dat is ook bijna niet te regelen – maar we waren er toch met een flink aantal.

Oma zat erbij, keek ernaar, en glunderde. En at vrolijk mee van de meegebrachte taart, hield een ganse conversatie met mijn zesjarige over zijn lezen, speelde met de driemaander, en zag een fotosessie goed zitten.

Alleen die oren willen niet altijd even goed mee, en ook de hoorapparaatjes zijn niet altijd van goeie wil. Of, zoals ze het zelf verwoordde: “Ge moet daar zo soms ne keer op kloppen, just gelijk bij de kleine kinders”.

Times they are a-changing. Gelukkig maar.

Maar chapeau voor deze dame die beide wereldoorlogen heeft meegemaakt, en zelfs nog herinneringen heeft aan de eerste.

Ik wacht vol ongeduld op de foto’s van mijn kozijn. In afwachting is er hier al eentje die Bart getrokken heeft met zijn gsm, met de achterkleinkinderen.

foto 3

Eenentwintig

Eenentwintig jaar lang al mag ik hem de mijne noemen. Een even lange periode als die zonder hem, maar ik kan me die eerste eenentwintig jaar niet meer voorstellen. Wíl ze me eigenlijk ook niet eens meer voorstellen.

Mijn liefste.

Van mij.

Jawel.