Middagen voor mezelf
Omdat ik maar vier/vijfde werk, heb ik wel iets meer tijd dan de gemiddelde mens. Zou je toch denken. Ik ben inderdaad nogal wat halve dagen thuis van school, maar in de meeste van die halve dagen kruipt verbeterwerk, administratie, voorbereiding, dat soort dingen. Op die ene extra dag dat ik nu thuis ben, doe ik eigenlijk vooral dingen om en rond het huis, en dan vooral de extra’s, zoals bijvoorbeeld woensdag de apparaten voor de keuken gaan kiezen, een pakje gaan ophalen, papieren ivm de verbouwing versturen, en zo nog wel wat dingen. Op woensdagmiddag zijn de kinderen thuis, moet ik taxi spelen, en doe ik vooral huishouden.
Veel tijd voor mezelf blijft er niet over, en dat mis ik wel. Vooral in de grote vakantie heb ik dat gemerkt: ik was veel thuis, deed ook niet zo heel veel, maar er waren wel altijd de kinderen. Tijd voor mezelf zat er eigenlijk niet zoveel in, en ik heb dat nodig. Tijd waarin ik niet bezig ben met de kinderen, het huishouden, de verbouwingen of het werk. ’s Avonds heb ik geregeld zo een paar uur, maar dan ben ik meestal ook wel echt moe.
En dus heb ik een besluit genomen: sinds 1 oktober ben ik op vrijdagmiddag thuis, en dat wordt míjn dag. Enfin, mijn drie uren, want ik heb pas gedaan om 12.05u, en om ten laatste 15.45u moet ik de kinderen alweer ophalen, wil ik geen 5,10 euro betalen voor opvang (tot vijf uur, tenminste, tot zes uur is duurder).
Vorige week ben ik in het Salon iets gaan eten met de onvolprezen Melanie, en daarna ben ik even nog de Hema binnengesprongen aan de Zuid (ik wilde groene washitape), en een sjaal gekocht in de Cassis. Tsja. Gewoon ik alleen.
Vandaag had ik dan weer afgesproken met Xavier, ook al een zeer aimabel gezelschap. We zijn iets gaan eten op de Korenmarkt in de Twilight (niet voor herhaling vatbaar, geloof me), en hebben daarna grondig verder gefilosofeerd bij een machtig goed stuk taart in Julie’s House. Wél een dikke aanrader, maar dat wist ik al.
Ik was nét op tijd terug om de kinderen op te halen, maar voelde me helemaal uitgerust. Fysiek misschien niet, maar dan toch wel mentaal. Blijkbaar had ik dat dus echt wel nodig.
Proveniant medii sic mihi saepe dies, om het even met Ovidius te zeggen.
365 – 11 oktober
Rugbylokaal
Dat mijn jongens rugby spelen, dat wist u al. Dat ik vroeger ook zelf nog competitie heb gespeeld, misschien niet.
Onze club draait voor een groot deel op vrijwilligerswerking. Dat geldt voor de trainers van de jeugdreeksen, het vervoer van en naar de matchen, het smeren van boterhammetjes voor de bezoekende jeugdploegen, het organiseren van speciallekes zoals het Paastoernooi of het Sidney Gale, maar ook voor het openhouden van het clubhuis. We zijn namelijk rotverwend door de Stad Gent: we hebben, naast onze twee kunstgrasvelden en een echt grasveld, ook een prachtig clubhuis (dat we weliswaar huren, maar toch) met uiteraard kleedkamers en douches, materiaalkot, maar ook met een vergaderzaal, fitnessruimte en vooral ook een grote bar.
De constructie is niet altijd even logisch, en vooral: na een paar jaar begin je pas goed door te hebben wat er moet bijgestuurd worden, wat er moet veranderen, waar het praktischer kan. Vorig jaar had ik de lokaalverantwoordelijke al een aantal suggesties gedaan, en had ik vooral ook serieus wat tijd gestoken in het opruimen van de vergaderzaal, die eigenlijk gewoon werd gebruikt als locatie om alles te dumpen. Ik erger me namelijk blauw aan dat soort dingen.
Dit jaar is er een heus clubhuiscomité opgericht, met verantwoordelijken voor bar, aankoop drank, aankoop droge voeding (nog net niet ‘kassa vier’) en het dagelijkse reilen en zeilen.
We hebben vanavond drie uur vergaderd: kleine praktische noodingrepen, een grondige wijziging van de toog en bar, eindelijk eens werk maken van de aankleding van het clubhuis met de tientallen trofeeën en bekers die we liggen hebben, en met de T-shirts van andere ploegen en zo. Oh, en vooral ook met de tientallen foto’s die we in de loop der jaren verzameld hebben. Daarnaast komt er ook een praktische oplossing voor de stock van de drank, voor de geur uit het putje die we maar niet weg krijgen, belettering van de grote ramen, dat soort kleine dingen, en eindelijk ook eens kasten en rekken om alle spullen in op te bergen.
Ik zie het wel zitten, ja. Ook al heb ik een bloedhekel aan vergaderen.
365 – 10 oktober
Ankoria – vervolg
365 – 09 oktober
Banners
Dat mijn blog veranderd was van server, een upgrade had gekregen, en daardoor de foto’s ook aanklikbaar zijn, dat had ik u al verteld.
Maar onze onvolprezen sysadmin heeft ook meteen nog even nagekeken waar ik ook alweer mijn banners moest uploaden, en me meteen ook de correcte gegevens doorgespeeld. Na al een jaar of drie met dezelfde vijf hoofdingen was ik er zo stilletjesaan zwaar op uitgekeken, maar n00b als ik ben, vond ik niet meer hoe of waar of wat.
Ik ben dus onmiddellijk in mijn foto’s gaan graaien, en heb een aantal nieuwe hoofdingen gemaakt, waaruit de pagina random kiest bij het laden. Ik geef ze u hier ook even mee, dan hoeft u niet noodzakelijk te gaan kijken. Al ziet u ze daar wel in het groot natuurlijk ^^
Getrokken in Rijsel, op het plein voor het Musée des Beaux Arts.
Vorige vrijdag getrokken aan de Blaarmeersen.
De laatste dag van de vakantie getrokken aan de Blaarmeersen.
Een beeld uit het Huis van Alijn.
De Hoge Venen, aan Mont Rigi.
De zee aan Cap Griz Nez.
Het strand van Dieppe
365 – 8 oktober
Dak
Omdat de muren nu niet bepaald waterdicht zijn/waren, is het een kwestie van zo snel mogelijk een dak te leggen. De eerste verdieping was dan wel in beton, maar we opteerden voor een lichter (en goedkoper) houten plat dak. Ze waren al even bezig met de dwarsbalken te leggen, vandaag kwamen er OSB-platen op, waar dan de roofing en de eigenlijke dakbedekking op zal komen.
In het nieuwe ganggedeelte komt een plat dakvenster, zodat we ook nog wat licht in de traphal overhouden.
En vanop de tweede verdieping kan je het eigenlijk nog beter zien:
Morgen komt normaal gezien de dakwerker met rubber en roofing.