Van Kouter- en Kattestraatjes

Ons pa zijn auto is kapot, en dus ging ik hem halen zodat hij hier kon komen eten. Normaal gezien proberen we dan ook elke keer een eindje te geocachen (= vermomd wandelen), en er liggen er nog behoorlijk wat in Zomergem.

We aten daarom vrij vroeg taart en reden richting Zomergem om er een paar wegels met een bezoekje te vereren. Eerst sloegen we het Kouterstraatje in en stonden we er allebei van te kijken dat er niet alleen huizen stonden langs deze wegel, maar dan nog prachtige huizen ook!

We reden verder, het Molenpark in, om het Kattestraatje met een bezoek te vereren, maar blijkbaar, zo wist een bijzonder beleefde jongen ons te zeggen, is de ingang van de wegel in de Molenstraat zelf. Bon, wij geparkeerd en de wegel in. Het was vrij guur weer voor eind augustus en ons pa had het lastig. Zijn conditie is echt wel ondermaats, maar aan de andere kant: hij is tachtig, met parkinson.

In elk geval zijn we weer twee gevonden caches rijker. De rest is voor een volgende keer.

Cachen rond ’t Sas

Een prachtige woensdagnamiddag, een overwerkte Gudrun en werk dat ik ’s avonds ook nog kon afwerken = ideaal recept om een namiddag te gaan cachen niet ver van huis. Ik had eind december dit rondje zien uitkomen, maar durfde het toen niet aan, om de simpele reden dat ik een groot deel van deze wandeling vaak met ons ma deed. Dat het Sas haar favoriete plekje was, en dat een foto van datzelfde Sas zelfs op haar doodsbrief stond. Tsja.

Maar vandaag voelde ik me er klaar voor en reed dus fluks naar de Peperhoek om daar te parkeren en de eerste cache te zoeken. Daar kwam net een koppel toe met een hond die zich op het aanwezige bankje installeerden. Toen ik wat ronddrentelde, bleken het ook cachers te zijn, meer bepaald team Maximuis. Ik bleef een dik half uur kletsen en ging toen, eindelijk aan de wandel.

De caches werden eigenlijk allemaal al bij al vlot gevonden, ik wandelde langs het water, moest eventjes grondig slikken aan het Sas zelf, en nam de nodige foto’s.

Ik wandelde verder, sloeg het Meersstraatje in, pinkte een stevige traan weg op Rohoekske, ging Durmenbrug over, liep terug langs het water, vond alle codes en pikte langs een boerenslag de bonus op. Het begon al te schemeren toen ik terug aan de auto was en mijn fysieke batterijen waren plat, maar de mentale weer helemaal opgeladen.

Ergens blijft het toch ook mijn Zomergem…

Namiddagje Zomergem

Aangezien de uitslag van Wolfs coronatest nog steeds niet binnen is en we geen risico wilden lopen, kwam ons pa deze middag niet bij ons eten, maar ging ik tegen half drie naar hem toe. Met mondmasker, op veilige afstand, maar wel met een portie zalm met broccoli en pasta, een croissant, zelfgemaakte soep voor een paar dagen en vooral ook twee éclairtjes, eentje voor elk. We hebben er aan de keukentafel gezellig zitten kletsen, koffie gedronken, éclairtje gegeten, en we zagen allebei dat het goed was.

Om eerlijk te zijn: eigenlijk heb ik nu meer tijd met hem doorgebracht dan wanneer hij bij ons komt. Bij ons is hij een deel van de familie: we eten, hij sorteert kousen, we drinken koffie en eten taart, hij schaakt als Wolf thuis is, maar echt praten doen we niet vaak.

Bij het weggaan droeg hij me op een lege wijnfles bij het glas te gooien. Dit is dus wat mijn vader als doordeweekse wijn drinkt, tegenwoordig. En hij heeft gelijk!

De vijver

Dit jaar waren we nog niet aan de vijver geraakt, en dat zou zonde zijn mocht het niet lukken. Nu, Wolf had me al gevraagd of hij soms eens met Arwen daar mocht gaan picknicken, zo met zijn tweetjes, lekker romantisch omdat ze al twee jaar samen waren.

Ik had ingestemd, en ook Marc en Annemie maakten daar geen probleem van. Maar zo veel hete vrije dagen gingen we nu ook weer niet hebben, dus gingen de kinderen en ik deze namiddag wel achterkomen. Wolf was daar niet onverdeeld gelukkig mee, maar het feit dat hij zo wel vervoer kreeg, maakte veel goed. Bart zette de twee tortels tegen half twaalf af, tegen half drie pikte ik ons pa op, en iets later waren ook wij aan de vijver.

We waren nog niet goed en wel uitgestapt, of Marc stond er al met zijn amper vier dagen, mega schattige ezeltje. Oordeel vooral zelf.

De kinderen gingen prompt het water in, ik installeerde ons, en ik zette me vooral honderduit te kletsen met de gastheer en gastvrouwe, die ik al ken sinds mijn geboorte. De vijver ken ik eigenlijk ook al even lang. En uiteraard nam ik foto’s, dat hoort zo.

We kregen nog een ganse zak pruimpjes mee, een doosje braambessen, drie krappen blauwe druifjes en drie dikke courgettes. Machtig, toch?

Enfin, een zalige middag, voorwaar.