Huiskamerkuren: Rick De Leeuw en Jan Hautekiet

De vorige Huiskamerkuren was ons zo goed bevallen, dat ik me meteen had ingeschreven op de mailinglijst. Toen dan plots – gelukkig op een moment dat ik voor mijn computer zat – een mail binnenkwam met een uitnodiging voor Rick De Leeuw en Jan Hautekiet, schreef ik ons prompt in. We hebben er hoegenaamd geen spijt van gehad.

Beide boomlange heren hadden er duidelijk zin in. Hautekiet zegt niet veel, toch niet in woorden, wel in pianospel. De Leeuw zegt des te meer: je kon het eigenlijk niet gewoon een concert noemen, minstens evenveel tijd werd gespendeerd aan de “kaders”, zoals ze het zelf noemen, de omkadering van een bepaald lied. De Leeuw is dan ook een geboren verteller die zijn publiek tot in de puntjes kan boeien, en de nummers smaken dan ook des te meer als je weet welk verhaal er achter zit.

Neem nu “Kampioenen”: het is het verhaal van een renner die de Ronde van Vlaanderen rijdt, zoals De Leeuw zelf ettelijke keren als amateur heeft gedaan. Afzien, en daar toch zo ongelofelijk van genieten…

En dit is dan weer een andere versie van André Van Duyn zijn carnavalsstamper, waarbij De Leeuw begon over miskende poëten en misbegrepen tekstuele pareltjes. Ik had op zijn minst een gedicht van Lucebert of Van Ostaijen verwacht, maar dit was eigenlijk even fijn…  De kleine maniërismen van de zanger neem je er dan graag  bij.

Jan Hautekiet viel ondertussen zijn instrument aan met zo veel passie en zo veel overgave dat we zowaar medelijden kregen met de arme piano: hij werd nog net niet door het kleine podium geramd.

En toen waren er natuurlijk ook nog de twee immense hits van de Tröckener Kecks, “Met hart en ziel” en “Nu of nooit”. Ook hier kreeg De Leeuw zijn publiek volledig mee, tot iedereen rechtstond en mee zong alsof zijn leven ervan af hing.

Een ongelofelijk onderhoudende avond met twee rasartiesten die elkaar duidelijk gevonden hebben, en dit komt dan ook ten volle tot zijn recht in deze kleine omgeving, veel meer dan in een grote zaal.

Topentertainment.

Huiskamerkuren: Klaas Delrue

Redelijk onverwacht stuurde Jeroen eerder deze week dat hij nog twee kaarten over had voor de Huiskamerkuren in Zomergem, met Klaas Delrue, de zanger van Yevgueni, akoestisch met enkel zijn gitaar.

Ik zag dat zitten en ook Bart zei zeker geen nee. Tegen half acht kwamen we vandaag dus aan op de locatie van de huiskamerconcerten, die overigens al aan nr. 36 zaten. Een echte huiskamer is het nochtans niet, al geeft het zeker wel dat gevoel: notaris Vanderauwermeulen stelt zijn, zoals hij het zelf noemt, tenniskotje ter beschikking. Noem het gerust een zeer royale poolhouse, met ingebouwde bar, groot terras met open haard en uiteraard het zwembad zelf.

Binnen was het gelukkig aangenaam warm, want buiten kon je het bepaald frisjes noemen. Het werd alleen nog maar warmer toen Delrue begon te zingen. Het zijn allemaal redelijk kleinkunstachtige nummers, voornamelijk liefdesliedjes voor zijn vrouw, maar dan vaak met een hoek af. Of hoe noem je een lied “Propere ruiten” anders? En toen hij er plots “Lieve Jacoba” van Kris De Bruyne in mixte, kreeg ik zowaar tranen in de ogen.

Het werd inderdaad een intiem huiskamerconcert met amper 40 toeschouwers, wat ook Delrue soms nogal aparte bindteksten ontlokte. Het was vooral hartverwarmend en zeker voor herhaling vatbaar.

Broerke: bedankt!

Den hof van den deken

Nog half ziek zijnde, zag ik het niet zitten om vandaag te gaan geocachen, ook al was het prachtig weer. Maar toen ik ons pa naar huis voerde, wilde ik toch nog wel even met hem in Rijvers een cache oppikken. We hadden die vlug in handen, parkeerden voor zijn deur, en wandelden samen nog even tot in de tuin van de dekenij. Daar zat namelijk nog de laatste labcache van Zomergem en ons pa was ook al in geen tijden nog in den hof geweest.

We waren allebei aangenaam verrast: het is echt een publiek park geworden, en ik genoot. En ik moest vooral terugdenken aan die keer, ik vermoed 35 jaar geleden, dat de toenmalige deken zijn Engelse hoendertjes ontsnapt waren en hij ze al dagen probeerde te vangen, zonder resultaat. Hij heeft toen aan ons pa gevraagd om ze te komen schieten omdat ze de gansen hof naar de *** hielpen. Ons pa heeft dan een heel licht kaliber cartouche gezocht en die hoendertjes geschoten, we hebben vooral tranen gelachen want die beesten waren gigantisch rap, en als beloning hebben we er eentje gekregen voor in de pot. Dik in orde.

Een paar caches in Zomergem

Vandaag was ons pa geweest, zoals altijd, maar ik zag het niet zitten om uitgebreid te gaan cachen in Lochristi. Liever wilde ik dan wat vroeger, na de koffie, terug naar Zomergem rijden om daar samen met hem nog een paar losse caches op te vissen.

Zo gezegd, zo gedaan: we reden langs de Gru richting Moerstraat en verder naar het Beukenpark, want ik was grandioos vergeten afslaan aan Lovendegem. Het zorgde wel voor een prachtig landschap.

En in het Beukenpark hebben we wel even staan zoeken, want er was nogal wat afwijking. Maar vooral werd onze aandacht getrokken op een bijzonder majestueuze boom, een blijkbaar beschermde plataan, en zeer terecht ook.

Ik ga ooit wel eens in volle zomer hier terugkomen om die boom dan nog eens te bekijken. Serieus zeg, de foto doet hem onrecht.

Vette Veemarkt

Zoals altijd ging ik ook vandaag ons pa ophalen in Zomergem. Hij had me gewaarschuwd: het is Vette Veemarkt, ge kunt niet parkeren.
En toen stond ik in zijn straat en zag ik de melkkoeien al lopen op ’t dorp, en zijn we nog even tot ginder gewandeld.
Op het ene plein stonden de melkkoeien met hun overvolle uiers klaar voor keuring, op de markt stonden de prijsbeesten onder de dikbillen. Jeroen stond er, zoals altijd, met een soortement tombola: je moet het gewicht van twee varkens raden en wie er het dichtst bij zit, wint een half varken, of zoiets.

Naar de tractors, de schapen en kleine huisdieren zijn we niet meer gaan kijken, daarvoor was het te koud en te veel wind. Maar het is echt nog een andere wereld: zo is er een wedstrijd “om ter langst aan de pijpen van een boerenoveral blijven hangen” en dergelijke.

Het gaf me een enorm gevoel van nostalgie, maar tegelijk ben ik blij dat ik er weg ben, uit dat dorp. Ik ben duidelijk meer een stadsmens, zoveel is duidelijk.