Sofie loves tulips

Ook al ben ik afkomstig uit Zomergem, ik woon er al lang niet meer. Toch kom ik er elke zondag twee keer – wanneer ik mijn vader ga ophalen en weer terugbrengen. Vorig jaar reed ik dan ook in de Dekenijstraat toen ik plots tulpen buiten zag staan. Ik stopte, parkeerde even en ging kijken. Bleek het het huis te zijn van onze vroegere overbuurvrouw Sofie: zij doet een tulpenactie voor Kom op tegen Kanker, smijt zich meer dan 100% en kan op die manier hele mooie bedragen inzamelen. Ik kocht toen tulpen en was bijzonder blij dat die toch wel twee weken bleven staan.

Eerder deze week had ik zien staan op Facebook dat ze opnieuw aan haar tulpenactie ging beginnen: een eerste tulpendag waar ze 1310 euro ophaalde, en dan vanaf 4 februari tot 7 april elke zaterdag. Je kan gewoon bij haar binnenwaaien, tulpen kopen en meestal zelfs nog een enthousiaste babbel en een koffie krijgen.

Gisteren stopte ik dus ook even aan haar deur en wilde twee bosjes kopen van elk twintig tulpen voor telkens negen euro. Geen geld dus, en kraakverse prachtige bloemen. Ze bedankte me, en stond erop me nog een extra bosje mee te geven voor mijn vader, om naast de foto van ons ma te zetten. Ze wilde van geen betaling weten, en mijn gemoed schoot zowaar vol, want jawel, ook mijn ma is gestorven aan kanker.

Die van mijn pa staan te pronken op zijn salontafel maar ze moeten nog openkomen:

En de mijne? Die zijn na één dag in de warmte van het huis mooi aan het openkomen: twintig witte, twintig roze, voor in totaal 18 euro.

Dus: graag een bloemetje in huis, een goed doel steunen en niet veel geld kwijt zijn? Dekenijstraat 3 in Zomergem, elke zaterdag. Gewoon doen.

Nieuwjaren!

Uiteraard moest er ook nog genieuwjaard worden. Zaterdagavond tekenden we present bij Jeroen en Delphine, waar we talloze hapjes voorgeschoteld kregen, nieuwjaarsversjes werden verzonnen – al dan niet met veel succes – en daarna vooral genoten werd van een zeer uitgebreide kaasschotel. Dik, maar dan ook dik in orde. Nog eens merci, Jeroen en Delphine!

De volgende middag deden we het hele proces nog eens over, maar dan in Bistro De Louise in Louise-Marie, vlakbij Ronse: een klein, gezellig restaurantje met een klassieke maar lekkere kaart – de gegrilde gamba’s zijn een aanrader! – en een houtkachel die het beste van zichzelf gaf, zodat Merel en ik tussen hoofdgerecht en dessert even een luchtje gingen scheppen buiten. Maar koud, man!

Wolf, die druk aan het studeren was, werd beide keren via FaceTime op zijn nest gepakt en alsnog een fijn nieuwjaar gewenst, een gift van zijn peters toegestopt en een nieuwjaarsbrief voorgelezen van zijn eigen petekind. De techniek staat voor niks, meneer!

Enfin, het nieuwe jaar werd alweer goed ingezet, me dunkt.

Festival van Vlaanderen: Zefiro Torna

Vorige week kregen Bart en ik een uitnodiging van Jeroen: of we geen zin hadden in een concert van het Festival van Vlaanderen, oude muziek door Zefiro Torna.

Het kon perfect in onze agenda, dus nee, we zeiden geen nee! Tegen zeven uur zaten we inderdaad in de parochiekerk van Zomergem, waar ik als kind al die uren heb gesleten tijdens de zondagsmis. Alleen hadden ze nu de richting van de kerk omgedraaid en stond er een podium aan de grote deuren. Dit zou eigenlijk vaker moeten gebeuren: een prachtige locatie, een prachtige akoestiek…

En dan spreken we nog niet eens over de muziek zelf. Zefiro Torna heeft een wisselende bezetting al naargelang de behoeften van de muziek, en voor ‘Les Champions des Dames’, muziek uit de tijd van de Vlaamse Primitieven, van onder andere Guillaume Du Fay, Gilles Binchois en Domenico da Piacenza, kregen we drie topmuzikanten te zien: Lieselot De Wilde, zang, Dimos De Beun, blokfluit en clavicymbalum, en Jurgen de Bruyn, luit, zang en artistieke leiding.

Ik neem er even de “perstekst” bij: In het liefdesgedicht ‘Le champion des Dames’ dat Martin le Franc voor Filips de Goede schreef, worden Guillaume Dufay en Gilles Binchois samen afgebeeld. Geïnspireerd op de vernieuwende Engelse stijl van Dunstable breken deze componisten met de complexe ars subtiliorstijl. In de ban van Florentijnse vrouwen, thema’s uit de oudheid en het humanisme, schrijven ze oorstrelende pareltjes en muzikale miniaturen die erg in de gading vallen bij het Bourgondische hof. Ze maken de brug van de middeleeuwen naar de vroege renaissance.

Het programma is opgevat als een drieluik: van ‘De verheerlijking van de vrouw’ – volgens een anonieme dichter idealiter als “blans, blond, tout par mesure” beschreven – over ‘Het verlies van een geliefde’, onder meer prachtig getoonzet door Binchois in de ballade ‘Deuil Angoisseus’. En tot slot: ‘Een nieuwe lente’ en ‘joye sans fin’!

 

Concreet betekende dat een prachtige, loepzuivere vrouwenstem die de middeleeuwse muziek volledig tot zijn recht bracht, en af en toe ook een mannenstem die het begrip “troubadour” gewoon verpersoonlijkte. En uiteraard werd het polyfone aangevuld door de rest van de instrumenten. Echt, je waande je bij momenten gewoon in een of andere middeleeuwse taverne voor de hogere klassen. Ik heb intens genoten en hier en daar zelfs gefilmd. Geniet…

 

Urbex in de tuin in Zomergem

Op zondag ga ik steevast ons pa ophalen om hier te komen eten, en nu hij eindelijk nog even thuis was, stond ik ook vandaag in Zomergem.

Deze keer had ik wel een missie, een dubbele zelfs: ik wilde in de oude serre kijken of de tafels daar nog bruikbaar waren, en ik wilde in de wijnkelder een deftige fles wijn halen voor een upscale loterij of zoiets.

Euh…

Dit was wat ik zag toen ik in de tuin kwam:

Centraal in beeld staat de serre. Dat donkere vlekje, jawel.

Ik wrong me doorheen de eerste linie en kwam dichter:

Gelukkig kon ik nog dichterbij komen, ondanks mijn sandaaltjes. Voor de deur hing een waar gordijn van klimop, en daaronder kon je inderdaad de deur ontwaren. Tot mijn grote opluchting stond die open, zodat ik binnen kon.

En binnenin groeit zowaar een boom, naast alle klimop overal. De tafels, helaas, waren toch te veel geroest, en vooral: geen idee hoe je die eruit kan halen zonder alles eerst af te breken.

En toen moest ik nog terug, al zag je nauwelijks het paadje dat ik gebaand had.

En de wijnfles? Ook dat lukte niet, aangezien er ongeveer een meter water in de kelder staat. Ook dat gaan we toch eens moeten aanpakken binnenkort, me dunkt.

Huiskamerkuren: Rick De Leeuw en Jan Hautekiet

De vorige Huiskamerkuren was ons zo goed bevallen, dat ik me meteen had ingeschreven op de mailinglijst. Toen dan plots – gelukkig op een moment dat ik voor mijn computer zat – een mail binnenkwam met een uitnodiging voor Rick De Leeuw en Jan Hautekiet, schreef ik ons prompt in. We hebben er hoegenaamd geen spijt van gehad.

Beide boomlange heren hadden er duidelijk zin in. Hautekiet zegt niet veel, toch niet in woorden, wel in pianospel. De Leeuw zegt des te meer: je kon het eigenlijk niet gewoon een concert noemen, minstens evenveel tijd werd gespendeerd aan de “kaders”, zoals ze het zelf noemen, de omkadering van een bepaald lied. De Leeuw is dan ook een geboren verteller die zijn publiek tot in de puntjes kan boeien, en de nummers smaken dan ook des te meer als je weet welk verhaal er achter zit.

Neem nu “Kampioenen”: het is het verhaal van een renner die de Ronde van Vlaanderen rijdt, zoals De Leeuw zelf ettelijke keren als amateur heeft gedaan. Afzien, en daar toch zo ongelofelijk van genieten…

En dit is dan weer een andere versie van André Van Duyn zijn carnavalsstamper, waarbij De Leeuw begon over miskende poëten en misbegrepen tekstuele pareltjes. Ik had op zijn minst een gedicht van Lucebert of Van Ostaijen verwacht, maar dit was eigenlijk even fijn…  De kleine maniërismen van de zanger neem je er dan graag  bij.

Jan Hautekiet viel ondertussen zijn instrument aan met zo veel passie en zo veel overgave dat we zowaar medelijden kregen met de arme piano: hij werd nog net niet door het kleine podium geramd.

En toen waren er natuurlijk ook nog de twee immense hits van de Tröckener Kecks, “Met hart en ziel” en “Nu of nooit”. Ook hier kreeg De Leeuw zijn publiek volledig mee, tot iedereen rechtstond en mee zong alsof zijn leven ervan af hing.

Een ongelofelijk onderhoudende avond met twee rasartiesten die elkaar duidelijk gevonden hebben, en dit komt dan ook ten volle tot zijn recht in deze kleine omgeving, veel meer dan in een grote zaal.

Topentertainment.

Huiskamerkuren: Klaas Delrue

Redelijk onverwacht stuurde Jeroen eerder deze week dat hij nog twee kaarten over had voor de Huiskamerkuren in Zomergem, met Klaas Delrue, de zanger van Yevgueni, akoestisch met enkel zijn gitaar.

Ik zag dat zitten en ook Bart zei zeker geen nee. Tegen half acht kwamen we vandaag dus aan op de locatie van de huiskamerconcerten, die overigens al aan nr. 36 zaten. Een echte huiskamer is het nochtans niet, al geeft het zeker wel dat gevoel: notaris Vanderauwermeulen stelt zijn, zoals hij het zelf noemt, tenniskotje ter beschikking. Noem het gerust een zeer royale poolhouse, met ingebouwde bar, groot terras met open haard en uiteraard het zwembad zelf.

Binnen was het gelukkig aangenaam warm, want buiten kon je het bepaald frisjes noemen. Het werd alleen nog maar warmer toen Delrue begon te zingen. Het zijn allemaal redelijk kleinkunstachtige nummers, voornamelijk liefdesliedjes voor zijn vrouw, maar dan vaak met een hoek af. Of hoe noem je een lied “Propere ruiten” anders? En toen hij er plots “Lieve Jacoba” van Kris De Bruyne in mixte, kreeg ik zowaar tranen in de ogen.

Het werd inderdaad een intiem huiskamerconcert met amper 40 toeschouwers, wat ook Delrue soms nogal aparte bindteksten ontlokte. Het was vooral hartverwarmend en zeker voor herhaling vatbaar.

Broerke: bedankt!

Den hof van den deken

Nog half ziek zijnde, zag ik het niet zitten om vandaag te gaan geocachen, ook al was het prachtig weer. Maar toen ik ons pa naar huis voerde, wilde ik toch nog wel even met hem in Rijvers een cache oppikken. We hadden die vlug in handen, parkeerden voor zijn deur, en wandelden samen nog even tot in de tuin van de dekenij. Daar zat namelijk nog de laatste labcache van Zomergem en ons pa was ook al in geen tijden nog in den hof geweest.

We waren allebei aangenaam verrast: het is echt een publiek park geworden, en ik genoot. En ik moest vooral terugdenken aan die keer, ik vermoed 35 jaar geleden, dat de toenmalige deken zijn Engelse hoendertjes ontsnapt waren en hij ze al dagen probeerde te vangen, zonder resultaat. Hij heeft toen aan ons pa gevraagd om ze te komen schieten omdat ze de gansen hof naar de *** hielpen. Ons pa heeft dan een heel licht kaliber cartouche gezocht en die hoendertjes geschoten, we hebben vooral tranen gelachen want die beesten waren gigantisch rap, en als beloning hebben we er eentje gekregen voor in de pot. Dik in orde.