Volgende kamer in het huis van mijn ouders

Maandag waren we eraan begonnen, dinsdag was ik met ons pa en Merel ook naar Zomergem gereden: Merel en Kobe gingen verder doen, terwijl ik met ons pa naar het hoorcentrum reed om zijn hoorapparaten nog eens in orde te laten zetten. Alexander kwam ook af om naar het containerpark te rijden, en Marie-Julie kwam ook een handje toesteken.

Ik kwam dus terug met ons pa, en die wou nog even blijven, maar het deed hem gigantisch veel hartzeer: we zijn per slot van rekening zijn leven aan het afbreken en opruimen. Ik weet niet hoe ik me erbij zou voelen, maar ik weet dat ik er ook niet gelukkig van zou worden.

Alleen had ik na afloop niet het gevoel dat we veel waren opgeschoten. Meh. Gisteren kon ik me dan ook niet motiveren om nog een paar uur verder te gaan doen, ook al omdat ik me niet zo goed voelde en Bart en ik ’s avonds nog naar de Gentse Feesten moesten. Enfin, dat was het plan, want ook Bart voelde zich allesbehalve oké – hadden we iets verkeerd gegeten of zo? – en we zijn thuis gebleven.

Vandaag trokken Merel en ik opnieuw naar Zomergem en kwam ook Marie-Julie meehelpen, met heel mooi resultaat, eigenlijk.

We hebben vooral verder gedaan aan de vroegere wachtkamer van mijn ma, waar mijn pa de laatste jaren een pracht van een modeltrein had geïnstalleerd. Maar helaas, die grote tafel kon niet in één keer uit die kamer en we hebben alles moeten afbreken. Hij had de sporen vastgenageld, en ze zijn dan ook vrijwel allemaal beschadigd omdat het plastiek ook al ouder is en die spoortjes gewoon braken. Doodjammer… En ik denk dat hij in totaal zo’n 50 locomotieven en wagons heeft, allemaal van Lima, en wellicht zijn er wel een paar die behoorlijk wat waard zijn. Het zat eigenlijk heel, heel erg mooi in elkaar, met verschillende niveaus, en van die kleine houtblokjes in de bochten zodat de sporen lichtjes schuin lagen en de treinen niet uit de bocht vlogen. En heel veel wissels en seinen en een apart bedieningspaneel en al…

Nu stond er vooral ook heel veel rommel op en onder de tafel.

Ik had er dus dinsdag al aan gewerkt en had een deel van de tafel al vrijgemaakt en losgemaakt.

Vandaag, met behulp van de meisjes, werd alles afgebroken en in bakken gestoken, met mooi resultaat.

Nu is het aan de jongens om tafel en poten naar beneden te brengen, en dan kan ik de ruimte gebruiken om alle vuilzakken met rest op te slaan, zodat die later in de container kunnen.

Oh, en ook in de hobbykamer hebben we behoorlijk wat vooruitgang geboekt: de tafel is leeggemaakt, zodat we daar alle boeken van overal kunnen verzamelen en sorteren: romans, non-fictie, kookboeken, kinderboeken, anderstalig…

Yup, er is nog werk. Maar ik zie het voorlopig nog wel zitten.

We zijn eraan begonnen

Yup, ik heb het dan over het gigantische huis van mijn vader. Dat zijn eigenlijk twee samengevoegde woningen met beneden een volledig bankkantoor en boven een tandartsenpraktijk.

Concreet komt dat neer op:
*op de benedenverdieping: 
– een garage voor drie auto’s
– een volledig overwoekerde tuin
– een bankkantoor, met drie loketten en een wachtzaal
– een tweede grote bureau ernaast
– een spreekkamer
– een vroeger salon, mijn vaders muziekkamer
– een nooit afgewerkte middenruimte
– een kamer waarin een megacomputer stond opgeslagen
– een timmerkot, een werkkamer volgestouwd met materiaal

*drie kelders:
– een met verschillende compartimenten met rekken en een grote ruimte, volgestouwd
– een die onder water staat, met intussen allemaal ingestorte houten rekken
– een wijnkelder met nog behoorlijk wat flessen oude wijn

*op de eerste verdieping:
– mijn moeders tandartsenkabinet, nu bureau voor mijn vader
– haar wachtkamer, nu volledig ingenomen door een modeltrein
– een kleine oude badkamer vol poetsgerief en zo
– hun vroegere slaapkamer, nu hobbykamer, volgestouwd
– de woonkamer
– de keuken
– een vestiaire en toilet
– drie kinderslaapkamers, met nog de oude meubels en extra rommel
– de grote slaapkamer van mijn vader
– de badkamer
– een waskot/rommelkot met heel veel boorden die vol staan

*de zolders:
– een centrale ruimte, onder een dikke laag stof, met vooral houtresten en een oude wasmachine, en een kast en zo
– een vroeger duivenkot met wat rommel
– een kleine kamer, onder een dikke laag stof, met rommel
– een tweede kamer, onder een dikke laag stof, met vroegere boeken, magazines, kinderspeelgoed, een oud radiomeubel
– een tweede verdieping met houten bakken en een gigantisch vogelnest

Ik word eigenlijk al depressief als ik eraan denk hoe we dat moeten aanpakken, maar ik heb moed gehaald uit de video’s van Tori Eggy die het huis van de grootmoeder van haar lief moet leeghalen, en dat is pas een echte nachtmerrie want dat is een hoarder die in geen enkele kamer meer binnen kan en ergens anders woont. Zo erg is het echt niet, gelukkig maar. Maar mijn ouders gooiden zelden iets weg, helaas. Het meeste is ook echt niet meer bruikbaar, er is heel veel oud gerief, maar ook bijvoorbeeld nog een mooi servies en zo.

Kobe en ik zijn vandaag naar Zomergem getrokken om de garage vrij te maken om daar te kunnen sorteren. Mijn broers auto staat er geparkeerd, en ook nog heel veel dozen die stammen uit de tijd, zo’n drie jaar geleden denk ik, dat zijn eigen kantoor verbouwd werd en hij zijn bank tijdelijk naar daar had verhuisd. Hij was al bezig om doos per doos weg te halen en gaat daar nu mee verder.

En verder? Oude fietsen, een vijftiental paar verstorven rubber laarzen, heel veel glazen potten, al dan niet gevuld met vervallen voedsel, oude aangevreten jassen, kapotte vloermatjes, kapotte meubels, rommel allerhande, werkmateriaal, een ladder, en overal muizenkeutels en vuil, want nooit gekuist. Enfin, ge hebt er wel een idee van, denk ik.

Tegen de middag kwam Jeroen zijn auto buiten zetten en aangeven wat er nog allemaal van hem was en wat hij dus zelf gaat uitsorteren. We gingen eten en deden daarna vrolijk verder, in totaal 4,5 uur met ons twee. Toen maakte mijn rug me met veel aandrang diets dat het welletjes was en hadden Kobe en ik, ondanks de mondmaskers, allebei stoflong.

Maar het resultaat? De boorden zijn volledig leeggemaakt, alle rommel is uitgesorteerd in glas, papier, vier grote vuilzakken brandbaar, twee zakken kabels en oude elektronica, een doos KGA, een stapel hard plastiek en oud ijzer, en twee bakken met volle glazen potten. Buiten ligt er een stapel hout en staat een torentje houten bakjes.

Jeroen – of zoon Alexander – gaat richting containerpark, zodat wij verder kunnen doen en systematisch dingen uitsorteren in de garage, kamer na kamer.

We zijn er dus aan begonnen, voor Kobe aan 11 euro per uur bij wijze van vakantiejob, en het zou best kunnen dat er nog wat vrienden van hem mee komen helpen, aan hetzelfde tarief.

Morgen doen we verder, beginnen we aan de hobbykamer en breek ik, al zittend, beetje bij beetje de modeltrein af.

Op de lijst

Nee, vreest niet, geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt om aan politiek te doen. Ik gruw ervan, ik probeer alleen op de hoogte te blijven van het hoogst noodzakelijke.

Mijn “allerliefste” broertje, daarentegen, doet al een behoorlijk aantal jaren aan gemeentepolitiek, altijd voor de liberalen. En ja, ook nu staat hij dus op de lijst, op de 20ste plaats van ‘Vrij en Lokaal Lievegem’. Ik wist dat wel, maar toen ik vandaag ons pa ging ophalen bij hem thuis, werd het me meteen bijzonder duidelijk gemaakt. Jeroen heeft namelijk verkiezingsdingen aan het huis gehangen. Dat is uiteraard helemaal oké, maar ik had niet verwacht mijn broer zijn hoofd meer dan levensgroot voor me te zien.

Zeg nu zelf…

Ik wens hem veel succes…

Vette Veemarkt 2024

Naast die van Anderlecht is dit nog de enige Vette Veemarkt te lande, zo blijkt. Nog steeds is het in Zomergem een feestdag: het is en blijft in essentie een boerengemeente, en tradities zijn er om in ere te houden.

Ons pa had me de avond voordien nog gebeld: dat ik wel nog tot in zijn straat geraakte, dat ze die ingang niet hadden afgesloten. De hele dorpskern – markt, alles rond de kerk, de omliggende straten – waren wel afgesloten: op de markt zelf stonden de dieren voor de keuring, maar daarrond stond ook nog vanalles. Jeroen stond als vanouds bij een wedstrijd waarbij je het gewicht van twee varkens moet proberen inschatten. Alexander en Marie-Julie gaven dan weer optredens met de fanfare, terwijl voor de rest het hele dorp op stelten stond. Mooie tradities ook: de ossenkar, de paardentram, de schapen, de neerhofdieren… Ik ging even met ons pa luisteren naar de fanfare, kocht tulpen tvv. Komop tegen Kanker, ging Jeroen even uitlachen, en toen reden we richting Wondelgem. Moest het stralend weer geweest zijn en we niet nog wilden supporteren voor Wolf, dan zou ik misschien nog wat langer gebleven zijn.

Een vreemdsoortig nostalgie, maar geen spijt. Oh nee.

Sofie loves tulips

Ook al ben ik afkomstig uit Zomergem, ik woon er al lang niet meer. Toch kom ik er elke zondag twee keer – wanneer ik mijn vader ga ophalen en weer terugbrengen. Vorig jaar reed ik dan ook in de Dekenijstraat toen ik plots tulpen buiten zag staan. Ik stopte, parkeerde even en ging kijken. Bleek het het huis te zijn van onze vroegere overbuurvrouw Sofie: zij doet een tulpenactie voor Kom op tegen Kanker, smijt zich meer dan 100% en kan op die manier hele mooie bedragen inzamelen. Ik kocht toen tulpen en was bijzonder blij dat die toch wel twee weken bleven staan.

Eerder deze week had ik zien staan op Facebook dat ze opnieuw aan haar tulpenactie ging beginnen: een eerste tulpendag waar ze 1310 euro ophaalde, en dan vanaf 4 februari tot 7 april elke zaterdag. Je kan gewoon bij haar binnenwaaien, tulpen kopen en meestal zelfs nog een enthousiaste babbel en een koffie krijgen.

Gisteren stopte ik dus ook even aan haar deur en wilde twee bosjes kopen van elk twintig tulpen voor telkens negen euro. Geen geld dus, en kraakverse prachtige bloemen. Ze bedankte me, en stond erop me nog een extra bosje mee te geven voor mijn vader, om naast de foto van ons ma te zetten. Ze wilde van geen betaling weten, en mijn gemoed schoot zowaar vol, want jawel, ook mijn ma is gestorven aan kanker.

Die van mijn pa staan te pronken op zijn salontafel maar ze moeten nog openkomen:

En de mijne? Die zijn na één dag in de warmte van het huis mooi aan het openkomen: twintig witte, twintig roze, voor in totaal 18 euro.

Dus: graag een bloemetje in huis, een goed doel steunen en niet veel geld kwijt zijn? Dekenijstraat 3 in Zomergem, elke zaterdag. Gewoon doen.

Nieuwjaren!

Uiteraard moest er ook nog genieuwjaard worden. Zaterdagavond tekenden we present bij Jeroen en Delphine, waar we talloze hapjes voorgeschoteld kregen, nieuwjaarsversjes werden verzonnen – al dan niet met veel succes – en daarna vooral genoten werd van een zeer uitgebreide kaasschotel. Dik, maar dan ook dik in orde. Nog eens merci, Jeroen en Delphine!

De volgende middag deden we het hele proces nog eens over, maar dan in Bistro De Louise in Louise-Marie, vlakbij Ronse: een klein, gezellig restaurantje met een klassieke maar lekkere kaart – de gegrilde gamba’s zijn een aanrader! – en een houtkachel die het beste van zichzelf gaf, zodat Merel en ik tussen hoofdgerecht en dessert even een luchtje gingen scheppen buiten. Maar koud, man!

Wolf, die druk aan het studeren was, werd beide keren via FaceTime op zijn nest gepakt en alsnog een fijn nieuwjaar gewenst, een gift van zijn peters toegestopt en een nieuwjaarsbrief voorgelezen van zijn eigen petekind. De techniek staat voor niks, meneer!

Enfin, het nieuwe jaar werd alweer goed ingezet, me dunkt.

Festival van Vlaanderen: Zefiro Torna

Vorige week kregen Bart en ik een uitnodiging van Jeroen: of we geen zin hadden in een concert van het Festival van Vlaanderen, oude muziek door Zefiro Torna.

Het kon perfect in onze agenda, dus nee, we zeiden geen nee! Tegen zeven uur zaten we inderdaad in de parochiekerk van Zomergem, waar ik als kind al die uren heb gesleten tijdens de zondagsmis. Alleen hadden ze nu de richting van de kerk omgedraaid en stond er een podium aan de grote deuren. Dit zou eigenlijk vaker moeten gebeuren: een prachtige locatie, een prachtige akoestiek…

En dan spreken we nog niet eens over de muziek zelf. Zefiro Torna heeft een wisselende bezetting al naargelang de behoeften van de muziek, en voor ‘Les Champions des Dames’, muziek uit de tijd van de Vlaamse Primitieven, van onder andere Guillaume Du Fay, Gilles Binchois en Domenico da Piacenza, kregen we drie topmuzikanten te zien: Lieselot De Wilde, zang, Dimos De Beun, blokfluit en clavicymbalum, en Jurgen de Bruyn, luit, zang en artistieke leiding.

Ik neem er even de “perstekst” bij: In het liefdesgedicht ‘Le champion des Dames’ dat Martin le Franc voor Filips de Goede schreef, worden Guillaume Dufay en Gilles Binchois samen afgebeeld. Geïnspireerd op de vernieuwende Engelse stijl van Dunstable breken deze componisten met de complexe ars subtiliorstijl. In de ban van Florentijnse vrouwen, thema’s uit de oudheid en het humanisme, schrijven ze oorstrelende pareltjes en muzikale miniaturen die erg in de gading vallen bij het Bourgondische hof. Ze maken de brug van de middeleeuwen naar de vroege renaissance.

Het programma is opgevat als een drieluik: van ‘De verheerlijking van de vrouw’ – volgens een anonieme dichter idealiter als “blans, blond, tout par mesure” beschreven – over ‘Het verlies van een geliefde’, onder meer prachtig getoonzet door Binchois in de ballade ‘Deuil Angoisseus’. En tot slot: ‘Een nieuwe lente’ en ‘joye sans fin’!

 

Concreet betekende dat een prachtige, loepzuivere vrouwenstem die de middeleeuwse muziek volledig tot zijn recht bracht, en af en toe ook een mannenstem die het begrip “troubadour” gewoon verpersoonlijkte. En uiteraard werd het polyfone aangevuld door de rest van de instrumenten. Echt, je waande je bij momenten gewoon in een of andere middeleeuwse taverne voor de hogere klassen. Ik heb intens genoten en hier en daar zelfs gefilmd. Geniet…

 

Urbex in de tuin in Zomergem

Op zondag ga ik steevast ons pa ophalen om hier te komen eten, en nu hij eindelijk nog even thuis was, stond ik ook vandaag in Zomergem.

Deze keer had ik wel een missie, een dubbele zelfs: ik wilde in de oude serre kijken of de tafels daar nog bruikbaar waren, en ik wilde in de wijnkelder een deftige fles wijn halen voor een upscale loterij of zoiets.

Euh…

Dit was wat ik zag toen ik in de tuin kwam:

Centraal in beeld staat de serre. Dat donkere vlekje, jawel.

Ik wrong me doorheen de eerste linie en kwam dichter:

Gelukkig kon ik nog dichterbij komen, ondanks mijn sandaaltjes. Voor de deur hing een waar gordijn van klimop, en daaronder kon je inderdaad de deur ontwaren. Tot mijn grote opluchting stond die open, zodat ik binnen kon.

En binnenin groeit zowaar een boom, naast alle klimop overal. De tafels, helaas, waren toch te veel geroest, en vooral: geen idee hoe je die eruit kan halen zonder alles eerst af te breken.

En toen moest ik nog terug, al zag je nauwelijks het paadje dat ik gebaand had.

En de wijnfles? Ook dat lukte niet, aangezien er ongeveer een meter water in de kelder staat. Ook dat gaan we toch eens moeten aanpakken binnenkort, me dunkt.

Huiskamerkuren: Rick De Leeuw en Jan Hautekiet

De vorige Huiskamerkuren was ons zo goed bevallen, dat ik me meteen had ingeschreven op de mailinglijst. Toen dan plots – gelukkig op een moment dat ik voor mijn computer zat – een mail binnenkwam met een uitnodiging voor Rick De Leeuw en Jan Hautekiet, schreef ik ons prompt in. We hebben er hoegenaamd geen spijt van gehad.

Beide boomlange heren hadden er duidelijk zin in. Hautekiet zegt niet veel, toch niet in woorden, wel in pianospel. De Leeuw zegt des te meer: je kon het eigenlijk niet gewoon een concert noemen, minstens evenveel tijd werd gespendeerd aan de “kaders”, zoals ze het zelf noemen, de omkadering van een bepaald lied. De Leeuw is dan ook een geboren verteller die zijn publiek tot in de puntjes kan boeien, en de nummers smaken dan ook des te meer als je weet welk verhaal er achter zit.

Neem nu “Kampioenen”: het is het verhaal van een renner die de Ronde van Vlaanderen rijdt, zoals De Leeuw zelf ettelijke keren als amateur heeft gedaan. Afzien, en daar toch zo ongelofelijk van genieten…

En dit is dan weer een andere versie van André Van Duyn zijn carnavalsstamper, waarbij De Leeuw begon over miskende poëten en misbegrepen tekstuele pareltjes. Ik had op zijn minst een gedicht van Lucebert of Van Ostaijen verwacht, maar dit was eigenlijk even fijn…  De kleine maniërismen van de zanger neem je er dan graag  bij.

Jan Hautekiet viel ondertussen zijn instrument aan met zo veel passie en zo veel overgave dat we zowaar medelijden kregen met de arme piano: hij werd nog net niet door het kleine podium geramd.

En toen waren er natuurlijk ook nog de twee immense hits van de Tröckener Kecks, “Met hart en ziel” en “Nu of nooit”. Ook hier kreeg De Leeuw zijn publiek volledig mee, tot iedereen rechtstond en mee zong alsof zijn leven ervan af hing.

Een ongelofelijk onderhoudende avond met twee rasartiesten die elkaar duidelijk gevonden hebben, en dit komt dan ook ten volle tot zijn recht in deze kleine omgeving, veel meer dan in een grote zaal.

Topentertainment.