Magnolia’s in het Leen
Vorig jaar was ik net te laat om de magnolia’s nog te zien bloeien, dit jaar gingen ze me niet bij mijn lepels hebben. Zaterdag was het wel nog mooi weer, maar had ik de energie niet, maar vandaag was ik niet ingeschakeld voor de projectweek en wilde ik de rug toch even losmaken door te wandelen op eigen tempo. Ik reed dus naar het Leen en genoot er met volle teugen van de magnolia’s, een vroege rhododendron en enkele camelia’s.
Daarna ging ik nog enkele labcaches oppikken in Eeklo zelf en reed daarna via Lembeke naar huis, waar ik overigens een pracht van een klein natuurgebiedje vond met een grote vijver, iets waarvan je nauwelijks de ingang vindt vanop straat.
Ik was pas tegen zevenen thuis, de rug was moe maar deed geen pijn, en dat vond ik heel veel waard, om eerlijk te zijn. En ik was vooral ook helemaal uitgewaaid met een leeg hoofd.
Wandelingetje
Na een rustige ochtend – die cursussen schrijven zichzelf niet – reden Merel en ik richting opa in het ziekenhuis, want het was al een behoorlijke tijd geleden dat ze hem nog gezien had.
En omdat we toch in de buurt waren, vroeg ik haar of het oké was dat we eerst een kort wandelingetje gingen maken om een verdwenen cache te vervangen, op het wandel- en fietspad langs de Leie, onder de Drongensesteenweg door. Ze ging akkoord.
En dus liepen mijn dochter en ik in de zalige lentezon langs de Leie, nam ik enkele foto’s, wandelden we zelfs nog een eindje verder in de andere richting tot aan het steigertje in park Halfweg, en genoten volop.
En ons pa? Die stelt het prima en was blij Merel nog eens te zien. Maar het wordt echt tijd dat hij weg is uit het ziekenhuis, dat hij weer een eigen leven krijgt. Ik ga hem in elk geval zondag halen om hier te komen eten. Kwestie van weer een normaal ritme op te bouwen.
Canada dag zes: Parc Mauricie
Gewoonweg geslapen tot half acht, zeg! Tegen dat we hier weg moeten, ga ik de jetlag overwonnen hebben: kunnen we herbeginnen.
We lieten de kinderen ook nog wat slapen, en intussen zagen Bart en ik twee spechten die echt tegen een boom kwamen kloppen, denk Woody Woodpecker.
Tegen tien uur vertrokken we, met picknick en water in de rugzakjes, naar Parc Mauricie, het gigantische natuurpark op zo’n uurtje rijden.
Ginder namen we de dichtstbijzijnde ingang, en een jonge gast met een verschrikkelijk accent toonde ons de mogelijkheden. We kozen voor een pad van 5.5 kilometer, maar het is maar best dat ik niet op voorhand door had hoe hoog het wel allemaal ging. Enfin ja, ik zou het misschien toch wel gedaan hebben, maar het was serieus klimmen. Maar mooi!
Iets voor halverwege kreeg Merel een appelflauwte en hebben we gewoon ter plekke, op het bospad, onze picknick opgegeten. Dat hielp serieus, gelukkig maar. We klauterden verder over de boomstronken en rotsblokjes en kwamen uit op een pracht van een uitkijkpunt. Maar echt! En ja, we kwamen alweer van helemaal beneden. Ik heb líters gezweet, denk ik. Maar het is me, met mijn 35 kilo overgewicht, kapotte voeten en kapotte rug toch maar gelukt! Booyah!
Door al het geklauter, zowel naar boven als naar beneden, hebben we over die wandeling toch wel een drietal uur gedaan, en dat was meer dan genoeg. We keerden terug, passeerden nog eens langs Saint-Elie dat blijkbaar midden in de zomer een kerstmisfestival houdt waarbij alle huizen versierd zijn en waar Bart deze keer ook een filmpje van nam, gingen nog snel boodschappen doen, en waren tegen vijf uur weer thuis. Pompaf.
Bart kookte – biefstuk met broccoli en gebakken patatjes – en de kinderen gingen nog even zwemmen in het binnenzwembad, terwijl Bart en ik gewoon genoten van de stilte van de avond en het ingaan van de schemering over het meer. Echt, ik ga het hier missen, dat meen ik.
Geocaching in de woeste wind (en regen)
Het waaide zo hard vandaag dat ik niet thuis wilde blijven, en ons ma indachtig ging ik dan ook langs een vaart lopen, meer bepaald de Schipdonk tussen Stoktevijver en Oostwinkel. Daar ligt namelijk een hele reeks caches die ik nog niet had, en in het terugkeren kon ik dan Wolf oppikken in Lovendegem, dat is dan niet zo ver meer.
Ja maat.
Ik ben daar aan de vaart bijna weggewaaid. De wind zelf vond ik zeer amusant, maar geloof me: harde wind in populieren, dat maakt echt lawaai! Ik heb mijn decibelmeter uitgehaald en die haalde vlotjes 85 dB, en dat is veel, heel veel. Na een tijdje begon me dat zelfs te storen en was ik blij dat ik van de vaart weg ging. De tocht leidde me over Oostwinkelbrug, langs een heuse troostplek en bizarre beelden, en zo een natuurgebied in, heuse bossen dus. Het pad was zelfs bijna niet meer te zien, door bos, weiland, stukjes heide, het leek bij momenten wel alsof ik ergens in de Ardennen liep, zo ongelofelijk mooi…
En toen, toen liep ik de bossen uit, de blakke veld in, en doemden er achter mij bijzonder omineuze onweerswolken op. Me reppen had geen zin, want die kwamen veel sneller dichterbij dan ik kon stappen op die boerenslag. En ja hoor, het is beginnen gieten toen ik daar nog steeds blakkeveld liep, dus geen enkele plaats had om te schuilen. Ik was een beetje nat, zou je kunnen zeggen.
Maar ik was wel helemaal uitgewaaid – letterlijk – en helemaal ontspannen en ik had er een pracht van een wandeling op zitten. Mooi mooi mooi.
Familiediner met boswandeling als dessertje
Op Pasen zat Bart op Parijs-Roubaix en vooral: zaten Koen en Else met de kinderen in Zuid-Afrika. We konden toen dus moeilijk gaan eten voor Pasen. maar vandaag ging Bart zijn moeder oppikken en reden wij apart richting Ronse, naar L’Amuse, een restaurant dat Nelly gekozen had. Een uitstekende keuze, overigens. Het was lekker, het was veel, het was op een bepaald moment ook lang. Nelly kreeg het echt moeilijk, de volgende keer gaan we enkel voor hoofdgerecht en dessert.
Aangezien zij vrij snel weg wilde, waren we rond vier uur alweer buiten, en was er nog tijd, vóór de voorspelde regen, om een klein ommetje te maken in de Kluisbos. Daar bloeien nu de boshyacinten, zoals in het Hallerbos. Het was niet de bedoeling een lange wandeling te maken, gewoon eventjes wat frisse lucht, de bloemen, een fijn momentje. En dat werd het ook. De duur was trouwens perfect ingeschat: net toen we terug aan de auto’s waren, begon het te regenen.
365 – 23 april 2023 – Kluisbos
365 – 07 augustus 2022 – mijn lieverds, ergens hoog op een berg
Oudejaarsavond
Nee, feestelijk was het eigenlijk niet vandaag. Twee jaar geleden hadden we oudejaarsavond gevierd met Gwen en Erik en toen afgesproken dat we dat de volgende keer ook samen gingen doen. De volgende keer was natuurlijk een sisser, vorig jaar, maar dit jaar ging ik er dus van uit dat we het ook samen gingen vieren, en Gwen had dat ook zo in gedachten. Alleen bleken er vrienden van hen dat ergens in de grote vakantie ook gevraagd te hebben, al konden noch Gwen noch Erik zich dat herinneren. Wij zijn echter totaal niet moeilijk, dus vierden ze oudejaar bij die vrienden.
Wij maakten er een rustig dagje van: in de namiddag hielden we wel onze traditionele eindejaarsgezinswandeling. De toer van de Bourgoyen ging me te ver zijn, dat wist ik al, maar een toertje in Vinderhoute door de Vallei van de Oude Kale leek me ideaal: dan ben je rond in iets minder dan een uur.
Toen het donker werd, hielden we onze fotosessie met de vuurspatters, en toen vertrok Wolf richting zijn maten om met hen oudejaarsavond te vieren.
Ik bakte suikerwafels naar recept van mijn oma, we maakten zelf pizza, en toen trokken de kinderen elk naar hun kamer en zapten wij wat tv. Tsja…
Kwart voor twaalf kwamen ze naar beneden, we telden af, en we knuffelden. En dat was dat.
Tot zover 2021. Oef.
Rondje Blaarmeersen met rugbymatch als dessertje
Deze namiddag moest Wolf om kwart voor twee aan de Blaarmeersen zijn: zijn eerste rugbymatch in, goh, jaren. Het was stralend weer, geen beetje koud, de match begon maar om drie uur: ideaal voor mij om even rond de vijver te wandelen en een cacheke aan de overkant te zoeken.
Wel, ik heb intens, maar intens genoten. De cache heb ik niet gevonden, maar ik ben wel lekker in een boom geklauterd en ik heb prachtige herfstfoto’s genomen.
Helemaal uitgewaaid was ik net op tijd voor de match. Ik was eigenlijk niet van plan te blijven, maar het was mooi om zien, het was heel erg lang geleden, en ik zat op mijn gemak. Wolf heeft enkel de laatste tien minuten gespeeld – hij was dan ook invaller, heeft nog niet echt veel getraind – maar kreeg wel complimenten van medespelers en trainer. Goed zo!
En toen ging ik nog even boodschappen doen in de Delhaize daar vlakbij, terwijl Wolf rustig kon douchen en nog iets drinken.
Best wel trots op mijn oudste.