Geocachen in de vallei van de Oude Kale

Vandaag had Wolf gevraagd of ik na zijn rijles Arwen misschien wilde ophalen: haar vader kon niet rijden en ik had daar misschien wel tijd voor, toch?

“Tuurlijk”, had ik gezegd, “maar dan moet je wel even mee een geocache ophalen die opa en ik al twee keer niet gevonden hebben.” We konden inderdaad evengoed langs Merendree rijden. Ik liet hem de keuze of we dat in het doorgaan of terugkeren zouden doen, en hij koos resoluut voor het terugkeren: eigenlijk cachen ze allebei wel graag, als we daar de tijd voor hebben.

Bon, aan de vermaledijde boom waar ik al twee keer tevergeefs staan zoeken had, had ik deze keer dus de veel jongere en dus veel lenigere, en ook iets grotere zoon mee, én een klein vouwstapje. Een eerste inspectie leverde ook nu niks op. Toen Wolf echter dat stapje pakte en keek hoe hij dat stabiel kon neerpoten, bleek de cache gewoon in het hoge gras te liggen! Moh! En ik had wel de onmiddellijke omgeving van de boom en de gracht afgezocht, maar niet dat gras. Enfin, cache gevonden en terug op zijn plaats gelegd.

En toen zijn we nog verder gewandeld naar twee volgende caches die wat meer aan de Oude Kale zelf lagen. Voor de laatste was ik maar wat blij dat ik Wolf mee had, want die had gesloten schoenen en een lange broek aan – tegenover mijn sandalen – en kon zich dus een weg banen door de metershoge tengels. Wel schoon uitzicht…

Enfin, happy me: drie nieuwe caches waaronder een weerbarstige, en een fijne wandeling met mijn zoon en diens lief van een uurtje of zo. Een geslaagde namiddag, mag ik wel stellen.

Eerste echt zomerse vakantiezondag

Niet dat het vorige week geen zomerse zondag was, maar toen zaten we op het communiefeest van Marie-Julie, en dat is niet hetzelfde.

Vandaag maakte ik ettelijke potjes confituur dankzij het snijwerk van vader en dochter. Het zwembad, waarvan we vrijdag hadden vastgesteld dat het meer gaten bevatte dan het geheugen van een zwaar dementerende fruitvlieg en dat ik dus nieuw besteld had en dat gisteren werd geleverd – de lokale handelaars hadden er geen meer in voorraad – was eindelijk gevuld en kon gebruikt worden, de zomertent werd opgesteld om toch uit de zon te kunnen zitten, en ook de tuinmeubelen werden dankbaar gebruikt door ons pa.

Zomerse shenanigans, als het ware.

En toen ging ik, in het terugrijden naar Zomergem, nog een paar caches zoeken met ons pa in Vinderhoute. Of Merendree, geen idee welk grondgebied het precies was.

Vinderhoutse caches en vondsten

Vandaag ben ik met ons pa, zoals de vorige keer, naar Vinderhoute getrokken: we moesten de rest van het rondje “Ontdek Vinderhoute” nog doen én een ijsje gaan eten in dat tuincafé ’t Wegeltje.

Het had nochtans niet veel gescholen of ik had ons pa met zijn klikken en zijn klakken thuis afgegooid: we zaten al in de auto toen ik plots merkte dat ik vergeten was zijn haar bij te werken. Martine, zijn kuisvrouw, is nen crème van een mens, maar een kapper is ze niet… Hij had nochtans bij haar aangedrongen, enkele weken geleden, om zijn haar te doen, maar zijn nek was niet uitgeschoren, zijn bakkebaarden waren scheef en er stonden hier en daar gewoon nog plukken terwijl hij voor de rest bijna kaal was. Volgende week is er het communiefeest van Marie-Julie en ik wilde dat hij proper was. Ik had hem gesommeerd om naar de kapper bij hem om de hoek te gaan, maar dat wilde hij niet, want ‘hij kende die mensen niet’. Nooit geweten dat mijn pa schuchter was, maar bon.

Ik zag het niet zitten om nog terug naar huis te rijden om het te doen en zei dat hij toch maar naar die kapper ging moeten. Waarop hij een pruillip trok en zei: “Gij gaat dus mijn haar niet doen? Ik vind dat erg…” Ik keek eventjes ongelovig opzij, waarop hij herhaalde: “Ik vind dat erg…” En toen ben ik gigantisch uit mijn krammen geschoten. Ik ben echt beginnen roepen tegen hem, dat hij niet beschaamd was, alsof ik nooit iets deed voor hem, alsof hij niet elke godse zondag bij ons mag komen eten en nog eten mee krijgt, alsof ik niet vanalles regel voor hem en met hem naar alle mogelijke dokters en zo loop… Ik heb mijn remmen toegeslagen, mijn kar gekeerd en ben richting Zomergem beginnen rijden, vastbesloten om hem zonder meer bij hem thuis af te gooien. Maar toen had ik een nog beter idee: het was zondagnamiddag, maar de lokale Turkse kapper, Classmen, is open. Normaal gezien is het na afspraak, maar soms kan ne mens geluk hebben, zoals vandaag: de assistent was nog bezig, maar Ibrahim zelf had twintig minuten tijd voor zijn volgende afspraak. Ik ben daar binnen gestoomd, heb ons pa in die stoel geplonkt en heb Ibrahim wel vijf keer bedankt.

Twintig minuten later en  25 euro armer zag ons pa er weer bijzonder convenabel uit: netjes geknipt, nek uitgeschoren, oren en neus ontdaan van haar, wenkbrauwen kort gezet, soit, weer helemaal proper. En twintig minuten bleek ook voldoende te zijn om mijn woede te doen zakken, zodat we alsnog naar Vinderhoute  zijn gereden en een bijzonder aangename middag hadden. Ik heb er zowaar een pracht van een kasteeltje ontdekt dat ik helemaal niet kende, met blijkbaar de dikste eiken van België.

Eindigen deden we effectief in ’t Wegeltje, waarvan bovenstaande foto de naamgever is. We namen elk een stevige ijscrème, maar ons pa kon voor de foto precies niet lachen, ik weet niet goed waarom. De andere foto is nochtans genomen toen we allebei aan het schateren waren en hij een poging deed om zijn lach onder controle te houden.

We pikten nog een laatste cache op onder Bierstal brug en besloten dat het goed was. Yup, dit zijn van die aangename zondagen. Zonder de kappersperikelen dan…

Vinderhoutse vagraties

Merel had vandaag nog een sessie bij de psycholoog, maar in het donker gaan wandelen langs die modderpaadjes, dat is me toch net iets te gevaarlijk: je loopt soms nogal dicht bij het water. Maar om anderzijds drie kwartier in de auto te koekeloeren, dat was het nu ook weer niet. Ik was eventjes blijven zitten maar besloot toen om toch nog een ommetje te maken.

Ik stapte stevig door, een klein half uur, langs verlaten straten, duistere wegels en heerlijke paadjes onder een stralende volle maan.

Ik zag vooral dat het goed was, dat het hier en daar stevig donker was, dat de Van Vlaenderensmolen er ook in het donker goed uitzag, en dat zo’n iPhone 11 toch een verdomd goeie nachtsensor heeft. En dat ik nog steeds bijzonder graag rondloop in het donker.

Tsja…

Psycholoog

Merel kampt eigenlijk al sinds de kleuterschool met een soort faalangst: een opdracht die ze nochtans begreep, ging ze niet meteen uitvoeren zonder eerst bij haar vriendinnetje gekeken te hebben of het wel juist was.

Verlegen is ze niet meer, intussen, dat heeft ze afgeleerd. Maar vorig jaar op het einde van het schooljaar was ze doodsbang dat ze niet geslaagd zou zijn, terwijl ze echt wel bij de betere helft van de klas zit. Ze heeft het zeer moeilijk om haar eigen mogelijkheden in te schatten en denkt altijd meteen overal het ergste van. Er zijn perioden dat ze zeer moeilijk slaapt en soms heeft ze echte huilbuien, vaak zonder aanwijsbare reden. Zelf zegt dat ze dat ze met haar verstand wel snapt hoe ze dingen zou moeten aanpakken, maar dat het daarom emotioneel niet noodzakelijk lukt.

Nu, ik had vorig jaar op het einde van het schooljaar een en ander besproken met de leerlingenbegeleider en het CLB van haar school, en na mijn verhaal waren ze het er over eens dat het misschien best was dat ze externe hulp zou krijgen. Voorlopig zijn er nog geen echte problemen, maar ik voorzie dat ze bij de overstap naar het middelbaar wel eens compleet in de knoop zou kunnen slaan, en liever voorkomen dan genezen, toch?

Enfin, vandaag reden we dus samen naar Vinderhoute voor een eerste gesprek bij een kinderpsycholoog. Normaal gezien luistert hij eerst naar de ouders apart, maar aangezien Merel verbaal zo sterk is en zelf al grondig heeft nagedacht over haar probleem, wou hij haar er meteen wel bij.

Het is een jonge gast en het klikte wel, had ik de indruk. Het was een eerste verkennende gesprek, de volgende keer is het de bedoeling dat ik er niet bij ben, zodat ze helemaal vrijuit kan spreken. Ook daarover was ze wat angstig, maar toen ik zei dat ik in de auto ging zitten wachten en dat ze me gewoon kon komen halen als ze niet uit haar woorden zou geraken, was ze gerustgesteld.

Ik hoop maar dat het helpt, want zo’n huilend brokje ellende in je armen, dat is het toch niet, zeker als er geen echte reden toe is. Tsja.

Cachen met ons pa in Landegem en omstreken

De eerste prachtige zondag in toch wel een tijdje, en dus nam ik ons pa mee op sleeptouw om te gaan cachen. Ja, hij is nog duizelig, maar hij stapt ook niet of nauwelijks, dus dat heeft ook geen kans om te verbeteren. In het ziekenhuis liep hij een paar keer per dag de gang op en af, maar zelfs dat doet hij thuis niet. Daarom moest hij mee, maar ook geen lange einden aan een stuk.

Ik was hem gaan ophalen, en tegen drie uur zaten we al aan de taart en koffie, zodat we vrij snel met een omweg richting Zomergem konden. We reden eerst in Drongen naar de Campagne, omdat daar een nieuwe, knappe cache verschenen was. Van daaruit ging het verder naar Vinderhoute, naar de Oude Kalevallei. Daar heeft ons pa trouwens voor ’t eerst zelf de cache gevonden: ik had hem nog niet in het oog, en hij wees me er meteen op. Waar hij trouwens vroeger op een afstandje bleef staan, komt hij nu sowieso helpen om vast te houden, toe te schroeven, weg te steken, dat soort dingen. Dik in orde!

We reden verder richting Nevele om daar een cache op te pikken waarvan ik wist dat hij zo’n 300 meter via een wegel langs de Oude Kale van de parkeerplaats verwijderd lag. We zagen dat allebei volledig zitten, alleen… hebben we ons mispakt aan het wegeltje dat effectief vlàk naast de Kale liep, waarbij ik soms schrik had dat ons pa zijn evenwicht ging verliezen en in het water zou liggen. Daarnaast ging het bij momenten ook nogal op en af, want blijkbaar wordt dat stukje bos vooral gebruikt door mountainbikers. Tsja… Maar het werd wel een mooie wandeling.

Het terugkeren verliep langs de vaart.

Daarna passeerden we nog langs een cache die ik donderdag niet had kunnen oplossen, maar waarvan ik vandaag wel de oplossing wist. Ook hier liep ons pa mee het bos in om te helpen, en hij zag dat het een schoontjen was. Tegen dan was het zo goed als zes uur, gooide ik ons pa af bij hem thuis, en reed zelf ook huiswaarts. Alwaar ik weer op het ideale moment langs het sas passeerde, en er een prachtige zonsondergang zag.

 

Stukje Vinderhoute?

Gisteren vond ik het zó zalig op de fiets, dat ik vandaag opnieuw de fiets nam, flink ingesmeerd, dat wel. Ik fietste fluks naar school, gaf les, en sprong meteen weer op de fiets, langs de Trekweg, de Speybrug over, en zo naar een klein verloren stukje bos dat zich tussen de Ringvaart en de bocht van de R4 bevindt. Je kan er te voet of – een beetje hobbelig – met de fiets naartoe. Er liggen namelijk twee geocaches. De eerste had ik vrij snel vast, een pure klassieker.

Voor de tweede heb ik even staan kijken, maar de tengels staan intussen al meer dan 10 centimeter hoog, en met mijn sandaaltjes aan zag ik dat niet zitten. Ik zal dus nog eens moeten terugkomen met stevige schoenen en een jeans aan ^^

Enfin, ik sprong weer de fiets op, en genoot van het fietsritje langs de Trekweg en over het blauwe brugje. Dat ligt er nu al zó lang, en ik had het nog nooit gebruikt. De fietstocht zelf, langs pure fietspaden, is ook echt wel aangenaam.

Mja, ik denk dat ik veel vaker ga fietsen, zo lang ik niet te veel extra gerief moet meenemen en het niet regent. Ik denk dat ik zelfs een beetje verliefd ben. Op mijn fiets, jawel.

En daarna, toen was er milkshake met de dochter in de hangmat. Nog zo’n genietmomentje ^^

Leeuwenhof

Dinsdag had ik zo hard genoten van dat fietsen, dat ik vandaag ook weer de fiets op ging. Gisteren had ik het me niet geriskeerd: het fietsen zelf zou wel gelukt zijn, maar ik had ook drie uur les na elkaar, en dat was wellicht een beetje te veel van het goede om dan nog te fietsen ook.

Maar vandaag had ik amper één uurtje les, van twaalf tot een. Ik fietste naar ginder, gaf les, at op school, en fietste toen gewoon nog wat verder om twee geocaches op te halen. De eerste lag in de Vinderhoutse Bossen. Ik had hem al twee keer staan zoeken, maar toen niks gevonden, omdat in een bos de GPS van mijn telefoon niet ideaal is. Deze keer kon ik hem alsnog van onder een brug plukken, al lag ik bijna in het water :-p

Voor de tweede moest ik wat verderop zijn, en kwam ik onverwacht uit bij een prachtig stukje natuurgebied, een vogelbroedplaats, achter een woonwijk en langs de R4. Het geraas van die auto’s was het enige storende element, voor de rest was het er prachtig. Ik had al vaker op de GPSkaart gezien dat er naast de R4 een meertje lag, maar nog nooit bij stilgestaan. Nu dus wel, en zelfs op het uitkijkplatform.

Pas toen ik effectief stond te zoeken naar de cache, viel het me op dat ik hier ooit al eens eerder was geweest: de bonus van de prachtige, maar helaas ter ziele gegane cachetocht van de Chocomouskes. Het werd wat netelig in korte mouwen en vooral sandalen, maar met enige moeite en een lange stok had ik uiteindelijk toch de cache in handen.

Thuis bleek ik af te klokken op  15 kilometer met de elektrische fiets. Niet slecht voor iemand met een finaal kapotte rug, toch?