Hindernissenparcours

Ik had eigenlijk klaar willen zijn met verbeteren voor het weekend, maar dat was dus niet gelukt. Ach ja, gisteren was er de stakingsdag en moest ik op school zijn van 8.30u tot 15.30u, ik ging dat dan wel afwerken. Juist. Het ging niet bepaald vooruit, ik deed er vanalles tussen, en dus had ik deze morgen nog dertien stuks te gaan. Da’s zo’n kleine zes uur werk, ingetikt en alles. Moest perfect kunnen, deadline is middernacht. Alleen kwam er nogal wat tussen. Aan de andere kant vond ik dat ook niet zo erg, want ik heb intussen de concentratie van een vleugellamme fruitvlieg op wiet.

Bon, deze morgen kinderen naar school gebracht, en blijven kletsen. Eén exaampje verbeterd, en alweer naar Eeklo vertrokken voor mijn halfjaarlijkse oogcontrole, en aansluitend nog een paar kerstinkopen.  Aangezien ik nu toch in Eeklo zat, ben ik meteen doorgereden naar Adegem, naar een jarige collega met een pracht van een derde dochter, die me nog papieren moest geven. Uiteraard ben ik niet onmiddellijk weggelopen, verre van, ik heb koffie gedronken en de baby uitgebreid bewonderd.

Omdat de route naar huis langs de deur van mijn ouders loopt, vond ik het nogal idioot om niet even binnen te springen, en ik heb dan maar meteen ook de overschot van het middageten opgegeten, kwestie van dat thuis dan niet meer te moeten doen. Enfin, tegen half drie was ik thuis. Twaalf examens.

En toen kwamen de kinderen thuis, luisterde ik naar de verhalen, en voorzag ik vieruurtjes. Tien examens.

Om kwart voor vijf bracht ik Kobe naar de logopedie, deed intussen boodschappen voor onder andere morgen, en haalde hem weer op, met afscheid van de logopediste. Acht stuks.

Er werd vroeg gegeten, ik bracht Wolf naar de gitaarrepetitie voor het kerstconcert, stak Merel in bed, keek even naar Kobes huiswerk, ging Wolf weer ophalen, en toen was het acht uur. Zes te gaan.

Mijn mond viel tussen door even open van verbazing over iemand die 143/145 haalde, en dan nog gewoon twee keer te weinig opschreef. Ik nam nog maar eens een nieuw rood inktbuisje, stak twee jongens in bed, en ploeterde verder.

Om twintig over tien was ik klaar. Moest ik enkel nog de commentaren intikken en doorsturen, oef.

*crash*

 

 

Verbeteren? Goh, we doen dat zo graag, meneer!

Het is echt niet mijn meest favoriete bezigheid, dat geef ik grif toe. Maar het is een essentieel onderdeel van mijn job natuurlijk.

Gelukkig heb ik in juni vooral mondelinge examens: da’s op het moment zelf wat op de tanden bijten, maar het heeft één groot voordeel: je kan het niet uitstellen!

Ik moet dus enkel mijn vierdejaars verbeteren, en daar heb ik nog tijd voor. Ik verbeter dus mondjesmaat, want eigenlijk vind ik voortdurend vanalles dat ik interessanter vind, of dat vooral *dringend* moet gedaan worden. Ik zal dus geen boek zitten lezen, want dat vind ik voor mezelf niet te verantwoorden, maar die klusjes? Jawel hoor.

En dus heb ik vandaag Merels poppenbedje gerepareerd, dat gesneuveld was op Kobes communiefeest, en haar klokje opgehangen.

IMG_9824

Heb ik de gigantisch rommelige piano opgeruimd, en de kaders die erop stonden, opgehangen in de gang boven.

IMG_9822

IMG_9823

Heb ik de kader met het prachtige diploma van mijn grootvader uit 1933, voor beste opstel in het Latijn, eindelijk in de gang opgehangen.

IMG_9511

Heb ik Wolfs Lord of the Ringsposter aan zijn kast gehangen.

IMG_9825

En ik zal nog wel wat van dat soort dingen gedaan hebben, mezelf kennende. Zolang het maar niet verbeteren was ^^

 

Examendinges

Als je bij examens open vragen stelt, dan krijg je vaak ook (onbedoeld) grappige antwoorden. Alleen zitten de meeste van mijn leerlingen uit vijf en zes al een paar jaar bij mij, en kennen ze mijn gevoel voor humor en sarcasme.

Een paar voorbeelden.

In het zesde hebben we Tacitus gelezen, waar Nero net zijn stiefbroer heeft vermoord, tijdens het eten. Vraag was: “Schets de reactie van alle aanwezigen”.

– “Het lijk lag rustig dood te wezen.” Mijn cynisme is aanstekelijk…
– “Het lijk was redelijk dood, dus geen reactie”. Tsja, ik eis doorgaans volledigheid :-p

In het vijfde jaar lezen we Vergilius. Godin Juno wil wraak nemen op de Trojanen die aan het varen zijn, en vraagt aan de god der winden om een verwoestende storm te ontketenen. In ruil biedt ze hem een prachtige nimf aan als vrouw. Vraag: “Vat in één zin samen, bot en zonder omwegen, wat Juno hier zegt”.

“Als ge mij een vriendendienst doet, krijgt ge de schoonste madam die ik op voorraad heb”
– “Als ge dat doet voor mij, dan geef ik u de meest realistische sexpop die ge maar kunt wensen!”
– “Als je doet wat ik zeg, krijg je van mij een ontieglijk lekker wijf om mee te doen wat je wil.”
– “Als gij voor mij Aeneas kloot, dan geef ik u een schoon wijf die u kinders kan geven, en ge moogt haar houden ook!”

En dan vroeg er eentje of er tekeningetjes bij mochten. Ik zei van wel, zolang ze maar functioneel waren. Da’s altijd aangenaam tijdens het verbeteren.

examen1_sm

Hoorde bij de uitleg van het Parisoordeel, en de godinnen zijn inderdaad perfect te herkennen.

examen2

Reactie van Poseidon (Neptunus) op de ontketende storm.