Een. Latte. Op. Een. Terrasje!

Kobe moest deze middag voor het eerst weer naar de fysieke fagotles, om drie uur. Aan de Poel, niet in Evergem. Het was wel met mondmasker, aanmelden, handen ontsmetten, voorbij de warmtethermometer, en dan wachten op de binnenkoer tot je ook werd opgehaald door je leerkracht, maar het bleef wel een échte, fysieke les.

En voor mij was het een half uurtje wachten, maar, zoals de Labath het ook zelf stelt: er zijn nog zekerheden. Je mag niet binnen zitten, maar buiten hebben ze een heel fijn terrasje gemaakt, en de bekertjes en zo zijn biologisch afbreekbaar. Ik had totaal geen tijd gehad om te eten – les tot kwart na één en dan nog wat geschilderd in mijn lokaal, tsja – en dus nam ik me er een heerlijk stuk taart bij bij wijze van middageten.

En geloof me: ik heb ervan genóten. Van zomaar een koffie op een terrasje, het voelde gewoon normaal aan.

Shoppen met de dochter

Merel had gisteren een pedagogische studiedag, maar ik moest wel degelijk lesgeven in de voormiddag. Geen nood, zei Bart, ik blijf wel thuis en ik kook meteen ook. Zalig, gewoon thuiskomen en de voeten onder tafel steken!

Maar ik had wel gepland om in de namiddag even met haar de stad in te gaan: we moesten vrij dringend in de Hopper zijn voor nieuwe scoutshemden, want ze zijn er alle drie keihard uitgegroeid. Dat van Wolf gaat naar Kobe, dat van Kobe naar Merel, en Wolf krijgt dus een nieuw. Dat wordt badges naaien, een ganse pak. Ugh.

Blijkbaar is er naast de scoutswinkel een hoedenwinkel, en ik heb het dus niet kunnen laten om er een veel te dure bordeaux hoed te kopen, zo’n fijn leuk winterding. Tsja…

En toen waren we toch op stap en wandelden we even tot aan de Zuid om er rond te dweilen in het winkelcentrum – lees: Flying Tiger – en dan als echte deftige dames iets te drinken en te eten op een terrasje. Ze genoot…