Nog een scoutshemdje

Afgelopen zomer, toen ik Kobe ophaalde van zijn kamp, had ik staan praten met Tijl, een oudgediende van de scouts die nog wel meedraaide, maar dan eerder overkoepelend. Hij was vol bewondering over de scoutshemden die ik al getekend had, en wees naar het zijne: daar had hij ooit met stift een Sint-Bernard op getekend, maar die was ondertussen behoorlijk vervaagd. Het hele hemd valt trouwens bijna uit elkaar, maar dat is geen punt: dat hoort zo, bij iemand die er bijna mee stopt.

Nu had hij eindelijk zijn hemd meegegeven met Kobe om het te retoucheren: dat was echt wel nodig. Ik deed het dan ook met verf en niet met stift, zodat het wat langer zou meegaan – hopelijk.

Alleen ben ik erin geslaagd mijn penseel op een bepaald moment te laten haperen in mijn sjaal, waardoor het uit mijn handen viel, en dus een vlek maakte. En het is niet alsof je dat dan kan wegwerken… Gelukkig vond Tijl het niet erg: dat hemd was toch al langs alle kanten geabimeerd, en hij was blij met het diepe zwart van zijn hondje.

Dik in orde.

Getekende zeeslangen, editie 2024

Om het voor mezelf wat plezanter te maken, maar ook omdat ze op die manier tonen of ze hun tekst begrepen hebben, geef ik mijn vijfdes om de zoveel jaar op hun examen een tekenopdracht. Ja ik weet het, ik heb een slecht karakter. Let wel, het gaat hier absoluut niet over hun tekenkunsten, wel over het kunnen uitbeelden wat er in de tekst staat.

Het gaat over het paard van Troje, en hoe de priester Laocoön, als hij durft twijfelen aan de goede bedoelingen van de Grieken met dat paard, verscheurd wordt door twee enorme zeeslangen. De tekst van Vergilius gaat als volgt:

Ecce autem gemini a Tenedo tranquilla per alta
(horresco referens) immensis orbibus angues
incumbunt pelago pariterque ad litora tendunt;
pectora quorum inter fluctus arrecta iubaeque
sanguineae superant undas; pars cetera pontum
pone legit, sinuatque immensa volumine terga.
Fit sonitus spumante salo; iamque arva tenebant,
ardentesque oculos suffecti sanguine et igni,
sibila lambebant linguis vibrantibus ora.

Mijn eigen vertaling: “En kijk, daar kwamen echter uit de richting van Tenedos over de kalme zee (ik krijg nog koude rillingen bij de gedachte alleen al) twee slangen in enorme kronkels. Ze stortten zich in de zee, en trokken zij aan zij naar de kust. Hun tussen de golven opgerichte borst en hun bloedrode kammen staken boven het zeeoppervlak uit; de rest van hun lijf streek achteraan over de zee, en deed hun enorme ruggen kronkelen in een bocht; je kon het geluid horen in het schuimen van de zee. En reeds bereikten ze de kust, en hun brandende ogen waren doorlopen met bloed en vuur. Ze likten met hun trillende tongen hun sissende muilen.”

Opdracht: teken minstens één beest. Ik wilde dus zien: een kam, een uit het water opgerichte borst, rode vlammende ogen, een tong, en een lijf dat achteraan kronkelde over het wateroppervlak.

Juist ja. Ik heb me een breuk gelachen met sommige van de bizarre creaturen die ik gekregen heb, maar dat maakte niet uit voor hun punten: het is per slot van rekening Latijn, en geen tekenles. Ik heb dat trouwens in 2012 ook al eens gedaan, en toen kreeg ik dit; in 2018 werd het dit, en in 2021 dit. Vorig jaar heb ik het ook gedaan, dus volgend jaar moet ik echt eens een ander fragment zien te vinden dat ze ook kunnen tekenen, want dit is veel te plezant. Geef toe, er zitten wel een paar knappe ook.

En toen was er die ene leerling die net dat stapje verder ging. Ik weet dat ze goed kan tekenen en dat ze dat hier niet speciaal heeft gedaan, maar dat ze zich precies wel amuseerde bij het examen. Ik lag plat.

Dit is hoe ik ze doorgaans aan bord zet. Een beetje afgelikt, misschien, maar bon.

Getekende zeeslangen

Om het voor mezelf wat plezanter te maken, maar ook omdat ze op die manier tonen of ze hun tekst begrepen hebben, geef ik mijn vijfdes om de zoveel jaar op hun examen een tekenopdracht. Ja ik weet het, ik heb een slecht karakter. Let wel, het gaat hier absoluut niet over hun tekenkunsten, wel over het kunnen uitbeelden wat er in de tekst staat.

Het gaat over het paard van Troje, en hoe de priester Laocoön, als hij durft twijfelen aan de goede bedoelingen van de Grieken met dat paard, verscheurd wordt door twee enorme zeeslangen. De tekst van Vergilius gaat als volgt:

Ecce autem gemini a Tenedo tranquilla per alta
(horresco referens) immensis orbibus angues
incumbunt pelago pariterque ad litora tendunt;
pectora quorum inter fluctus arrecta iubaeque
sanguineae superant undas; pars cetera pontum
pone legit, sinuatque immensa volumine terga.
Fit sonitus spumante salo; iamque arva tenebant,
ardentesque oculos suffecti sanguine et igni,
sibila lambebant linguis vibrantibus ora.

Mijn eigen vertaling: “En kijk, daar kwamen echter uit de richting van Tenedos over de kalme zee (ik krijg nog koude rillingen bij de gedachte alleen al) twee slangen in enorme kronkels. Ze stortten zich in de zee, en trokken zij aan zij naar de kust. Hun tussen de golven opgerichte borst en hun bloedrode kammen staken boven het zeeoppervlak uit; de rest van hun lijf streek achteraan over de zee, en deed hun enorme ruggen kronkelen in een bocht; je kon het geluid horen in het schuimen van de zee. En reeds bereikten ze de kust, en hun brandende ogen waren doorlopen met bloed en vuur. Ze likten met hun trillende tongen hun sissende muilen.”

Opdracht: teken minstens één beest. Ik wilde dus zien: een kam, een uit het water opgerichte borst, rode vlammende ogen, een tong, en een lijf dat achteraan kronkelde over het wateroppervlak.

Juist ja. Ik heb me een breuk gelachen met sommige van de bizarre creaturen die ik gekregen heb, maar dat maakte niet uit voor hun punten: het is per slot van rekening Latijn, en geen tekenles. Ik heb dat trouwens in 2012 ook al eens gedaan, en toen kreeg ik dit; in 2018 werd het dit, en in 2021 dit.

Dit is hoe ik ze doorgaans aan bord zet. Een beetje afgelikt, misschien, maar bon.

Getekende zeeslangen

Om het voor mezelf wat plezanter te maken, maar ook omdat ze op die manier tonen of ze hun tekst begrepen hebben, heb ik mijn vijfdes op hun examen een stukje doen tekenen. Ja ik weet het, ik heb een slecht karakter. Let wel, het gaat hier absoluut niet over hun tekenkunsten, wel over het kunnen uitbeelden wat er in de tekst staat.

Het gaat over het paard van Troje, en hoe de priester Laocoön, als hij durft twijfelen aan de goede bedoelingen van de Grieken met dat paard, verscheurd wordt door twee enorme zeeslangen. De tekst van Vergilius gaat als volgt:

Ecce autem gemini a Tenedo tranquilla per alta
(horresco referens) immensis orbibus angues
incumbunt pelago pariterque ad litora tendunt;
pectora quorum inter fluctus arrecta iubaeque
sanguineae superant undas; pars cetera pontum
pone legit, sinuatque immensa volumine terga.
Fit sonitus spumante salo; iamque arva tenebant,
ardentesque oculos suffecti sanguine et igni,
sibila lambebant linguis vibrantibus ora.

Mijn eigen vertaling: “En kijk, daar kwamen echter uit de richting van Tenedos over de kalme zee (ik krijg nog koude rillingen bij de gedachte alleen al) twee slangen in enorme kronkels. Ze stortten zich in de zee, en trokken zij aan zij naar de kust. Hun tussen de golven opgerichte borst en hun bloedrode kammen staken boven het zeeoppervlak uit; de rest van hun lijf streek achteraan over de zee, en deed hun enorme ruggen kronkelen in een bocht; je kon het geluid horen in het schuimen van de zee. En reeds bereikten ze de kust, en hun brandende ogen waren doorlopen met bloed en vuur. Ze likten met hun trillende tongen hun sissende muilen.”

Opdracht: teken minstens één beest. Ik wilde dus zien: een kam, een uit het water opgerichte borst, rode vlammende ogen, een tong, en een lijf dat achteraan kronkelde over het wateroppervlak.

Juist ja. Ik heb me een breuk gelachen met sommige van de amechtige meelwormen die ik gekregen heb, maar dat maakte niet uit voor hun punten: het is per slot van rekening Latijn, en geen tekenles. Ik heb dat trouwens in 2012 ook al eens gedaan, en toen kreeg ik dit, en in 2018 werd het dit.

Maar je moet echt eens kijken: er is er eentje bij die meer op een krokodil lijkt, eentje heeft een Fabiolakapsel en er zijn er zelfs bij met lachende smileys. Juist ja.

Dit is hoe ik ze doorgaans aan bord zet. Een beetje afgelikt, misschien, maar bon.