Rhodos dag 7: bekomen

Wolf had gisteren al lachend gezegd dat hij eigenlijk wel eens wilde uitslapen. Wel, dan zorgen we daar toch voor? Ik werd wakker om negen uur, en zag dat de kleintjes al volop filmpjes aan het kijken waren; Bart en Wolf sliepen nog. In alle stilte hebben we ons aangekleed, en zijn we met zijn drietjes gaan ontbijten, tot grote verbazing van de megavriendelijke obers. Ze moesten vooral lachen toen ik zei: “Ofwel eten, ofwel slapen!”

Om even te schetsen wat de kinderen zoal eten als ontbijt, heb ik vandaag foto’s genomen. Eigenlijk viel het nog best mee. En nee, Nelly, dat is géén reden om de volgende keer dat we bij jou zijn, extra eten te voorzien!

Ook Merel liet zich niet onbetuigd, al hield ze het beperkt.

En ik? Ik nam een grote kom vers fruit met Griekse yoghurt en een rijstpapje, en een kannetje koffie. Eigenlijk ook heel beperkt, tegenover de vorige dagen.

Tegen tien uur waren we terug op de kamer en maakten we de jongens wakker. Jawel, die sliepen nog steeds… Verder zijn we in de voormiddag gewoon de kamer niet uitgekomen: een beetje bekomen van gisteren, zeker? Het leverde volgende beelden op:

Na het eten staken er plots stevige dondertorens op en begon het effectief te donderen in de verte, maar dat was dan ook ongeveer dat. Tegen half vier trokken we nog maar eens naar het zwembad, waar ik vooral liggen lezen heb, terwijl de kinderen speelden met een Brusselaartje en een paar Franstalige kinderen.

En toen was het alweer avond, en gingen we eten in the Asian Corner. Niks speciaals, een allegaartje van inderdaad Aziatische gerechten: wel lekker, maar ook niks meer dan dat. De kinderen vonden de eetstokjes wel grappig…

Daarna staken we Merel in bed, en ging ik met een Baileys op het balkon zitten luisteren naar de traditionele Griekse muziek die wat verderop werd gespeeld. De dansen ken ik al, die hoefde ik niet speciaal te zien.

En morgen zitten we de ganse dag op een boot. Als dat maar goed komt…

 

Rhodos dag 6: geocachen tot in Lindos

Voor vandaag hadden we een auto gehuurd, en dus stond ik om kwart voor negen beneden aan de receptie om alle papieren in orde te zetten. Aansluitend gingen we allemaal samen ontbijten, as per usual. Het wordt hier elke dag later en later ^^ En er moet duidelijk aan Instagram gedacht worden.

Tegen half elf zat ik op mijn eentje in de auto: de rest had geen zin om mee te gaan. Wolf wilde wel, maar ging zijn rug sparen voor de namiddag, wanneer we allemaal samen op stap gingen. En ik ging dus geocachen in de buurt: Kallithea, en nog verder noordwaarts tot de rand van Rhodos stad, eigenlijk. Bij de tweede moest ik een eindje naar beneden klauteren, richting een grote rots. Het  uitzicht was prachtig, maar ik stelde meteen ook twee dingen vast: ik was vertrokken zonder me in te smeren, én ik had geen water meegenomen.

Ik stopte dan maar aan een lokale supermarkt, kocht er een halve liter water, een flesje ice tea en een zonnecrème, en ik kon meteen weer verder. Ik reed tot aan Rodini, iets wat vroeger een prachtig Belle Epoque park moet geweest zijn met prachtige hoekjes, waar je zo al de dames met hun parasols zag zitten. Helaas is het in zeker tien jaar niet meer onderhouden, waardoor het eigenlijk niet meer te doen was om er een wandeling te maken.

Ik haastte me terug, was netjes om 13.00 uur op de kamer zoals afgesproken, en goot meteen nog een liter water naar binnen. Heet, maar héét!

Enfin, we gingen eten, alweer, en ik ging deze keer voor samosa, pizza en dessert. Uiteraard.

Tegen half drie maakten we er ons gedacht van, en vertrokken we. Allemaal deftig ingesmeerd, deze keer, en met twee liter water op zak. De auto heeft gelukkig een goeie airconditioning, want het was echt heet buiten, blijkbaar 34° in de schaduw, en dus net iets heter in de zon.

We pikten een cache op in Faliraki, gingen daarna zoeken in Kolimbia langs de Eucalyptuslaan die effectief ook vol eucalyptusbomen stond, en reden drie caches later door richting Lindos. Intussen waren we wel even Bart kwijtgespeeld, die voorop was gelopen en dus niet mee afgeslagen was richting cache. Gelukkig was hij uitgekomen aan een strandje, waar ik hem met de auto kon oppikken. Mannen…

We reden naar het witte dorpje Lindos, en stelden vast dat we toch het beste bovenaan de rots gingen parkeren. Het dorp zelf ligt beneden aan het strand, en dan moet je weer een stevig eind naar boven naar de citadel. Dat is eigenlijk een oud Grieks heiligdom waar dan in de middeleeuwen een vestingsmuur is rondgebouwd door de Johannieters. Bizar, maar mooi! En dus een stevige afdaling (zoals je kan zien op onderstaande foto) en dan met trappen tot boven in het kasteel. Ugh.

Het dorpje zelf is één grote toeristenval: hele nauwe, best wel charmante straatjes, maar enkel en alleen souvenirwinkeltjes en restaurantjes of cafeetjes. Tsja. En volk… We zijn dus quasi onmiddellijk de tocht naar de akropolis begonnen, en stelden vast dat a) we regelmatig moesten stoppen b) twee liter water niet voldoende was c) bepaalde stukken echt wel gevaarlijk glad waren d) we verdomd blij waren dat het intussen al vijf uur was, en we hier niet stonden rond een uur of drie.

De citadel was wel heel erg mooi: ze hebben een gans stuk van de oude tempel herbouwd, zodat je een vrij goed idee krijgt hoe het er moet uitgezien hebben destijds. En het uitzicht alleen al is de klim waard.

Tegen dan vond Wolfs rug het welletjes, en heeft hij nog wat op zijn tanden moeten bijten om terug naar beneden te gaan. Gelukkig ging dat een pak vlotter dan het klimmen, bij momenten zelfs een beetje té vlot op de gladde steen. We installeerden ons beneden op een terrasje met elk een gróót glas ijskoud drinken, en voelden ons stilaan terug op normale temperatuur komen. Daarna zochten we ons een weg doorheen de straatjes, en vond ik een winkel- en dus ook toeristvrije route.

Terug aan het centrale pleintje waar wel nog auto’s mochten komen, hebben we onze beste vijf euro van de dag besteed: een kort taxiritje van beneden tot aan onze parking. Amper een paar minuten in de auto, maar echt wel een hele klim bespaard. Oef!

We stopten nog heel even op een miniparking om er de knapste foto’s van het stadje te maken, en reden toen fluks terug.

Tegen kwart voor acht waren we terug aan het hotel, een beetje afgekoeld, maar toch sprongen Merel en Kobe nog onmiddellijk in het zwembad, terwijl de rest van ons ging douchen. De zon ging net onder toen we gingen eten, tegen half negen, en om half tien lagen we hier allemaal voor pampus.

Een zalige dag gehad, met tien geocaches, en een hele mooie uitstap naar Lindos. Maar wel blij dat we het niet met de reisleiding hebben gedaan, want dat zou in de hitte geweest zijn, en wat zouden we in hemelsnaam gedaan hebben met twee uur vrije tijd in het stadje zelf?

Nee, geef mij maar de vrijheid van een eigen auto. En ja, dan haal je al eens 19.000 stappen op een dag, ja.

Rhodos dag 5: τίποτα

Het enige wat we hier doen, is eten, heb ik zo de indruk.

We sliepen tot negen uur, zaten om half tien aan tafel, en zaten daar om tien uur nog. Vooral Merel en Kobe storten zich elke dag opnieuw met ware doodsverachting op het ontbijt. Merel was vandaag begonnen met een kom cornflakes, daarna twee grote stukken meloen en een banaan, een croissantje of twee, een pannenkoekje, een wafeltje en dan nog iets. Bij Kobe is het zelfs nog iets meer: twee croissants, yoghurt, een gekookt eitje, twee toasts met choco, en een hoop fruit. Tsja… Het is ook echt wel lekker hier, ik weet niet hoeveel kilo ik ga bijgekomen zijn, maar ik vrees dat het de moeite zal zijn. Ouch.

Daarna hadden de kinderen blijkbaar geen zin om te zwemmen, en dus gingen ze in de bar zitten om UNO en Junge Fever te spelen, terwijl Bart en ik aan het tegenoverliggende hotel geld gingen afhalen.

Ik ging even bij hen zitten, Bart keerde terug naar de kamer om er te schrijven, en nog wat later gingen de jongens zich omkleden om te gaan fitnessen. Helaas, na vijf minuten kwam Kobe al terug: hij was te jong bevonden.

Tegen een uur zaten we alweer aan tafel, waar ik het hield bij een klein broodje, een lepel tarama, en een bord Griekse sla. Oh, en helaas ook weer dessertjes. Ze moeten er maar zo goed niet uitzien!

Daarna kwamen we terug naar de kamer, waar de jongens Fortnite speelden, Merel en ik lazen, en Bart, euh, iets op zijn computer deed.

Tegen drie uur verhuisden we allemaal naar buiten voor een fijn zwemmeke, en tegen vijf uur de nodige ijsjes en milkshakes, twee per kind, geloof ik.

Het was even welletjes, dus was er tijd voor meer Fortnite, douches en dat soort dingen, en tegen kwart na zeven zaten we alweer aan tafel, jawel.

Ik hield het op een voorgerecht van salade met scampi, een hoofdgerecht van kip tikka massala met wilde rijst, en uiteraard dessert. Tsja…

En toen verzeilden we met zijn allen in de bar voor nog een paar spelletjes UNO, tot ik het om negen uur welletjes vond en Merel echt in bed moest. De rest is naar boven getrokken, ikzelf ben nog een stevig wandelingetje gaan maken, want ik was écht nog niet uitgewandeld. Het is hier een beetje te passief voor mij, nu mijn rug het weer redelijk doet. Stilzitten, da’s toch echt niks voor mij.

Rhodos dag 4: θάλασσα!

Slapen tot negen uur en dan ontbijten, ne mens kan daar aan wennen, ja. Zeker als dat ontbijt dan nog buiten in de schaduw op een terras is met zicht op zee.

Kobe en Merel zaten daarna weer bijna onmiddellijk in ons zwembadje, en Wolf en ik gingen even kijken of hij hier bij de kapper terecht kon. Zijn haar is echt veel te lang, maar we zijn de voorbije weekends niet echt bij de kapper geraakt wegens kapotte ruggen en blijfweekends. Tsja. De jongedame keek even, zag dat ze morgen om half elf een perfect plaatsje vrij had, en zei, nadat ze Wolfs huidige coupe had bekeken: “Just fix it?” waarna ze gigantisch in de lach schoot. Zoiets, ja.

Daar beneden is er trouwens een binnenzwembad én een buitenzwembad dat blijkbaar door niemand gebruikt wordt. Ik vermoed dat dat vooral de winterzwembaden zijn, want dan is het binnenzwembad en de jacuzzi verwarmd, naar ’t schijnt.

Daarna verhuisden we naar het grote bruggenzwembad. Dat is vooral een truc om zo goed als elke kamer uitzicht op het zwembad te kunnen geven, want op zich is het niks speciaals, gewoon een heel groot zwembad dat overal even diep is, perfect om in te spelen. Je krijgt ook op geen enkel moment het gevoel dat het er te druk is. En middenin, verbonden door een aantal brugjes, ligt een grote bar en restaurant. Daar installeerden Bart en ik ons, terwijl de kinderen rondzwommen.

Kwart over één gingen we eten, en ook de kinderen zijn zich duidelijk aan het matigen. Alleen waren er vandaag wél weer dessertjes, want het aanbod wisselt voortdurend en het zag er weer schitterend uit.

We hielden daarna even siësta, om tegen drie uur met onze spullen beneden te staan: we wilden een boottocht boeken en een auto huren. Zo gezegd, zo gedaan dus. En daarna namen we het golfkarretje naar het strand. Yep, u leest het goed: er is hier een service om van de hoofdingang via een tunnel onder de baan naar het strandgedeelte te gaan, normaal gezien zo’n tien minuutjes stappen, of dus een minuut of drie met zo’n elektrisch karretje.

De zee zelf was geen succes, om eerlijk te zijn. Het waait vandaag immens hard, veel harder dan normaal, zeggen de Grieken zelf. De parasols staan hier sowieso vastgevezen aan de grond, maar nu waaiden ook stoelen omver, alle kussens op het terras lagen overal, tot in het zwembad toe, en eigenlijk is het niet echt aangenaam meer.

Aan de zee was er uiteraard ook die harde wind, wat zorgde voor een licht zandstraalgevoel en behoorlijk wat golven. Neem daarbij dat het eerst een bloedheet zandstrand is, dan keien, dan een stuk vrij gladde rots in het water, en dan plots de dieperik, en dat was – mild uitgedrukt – geen succes bij Merel. Ze was in het water gegaan met haar broers, en plots had ze het gevoel dat ze niet meer kon staan, terwijl haar broers achter de wegwaaiende band aan het zwemmen waren. Uiteraard was ze geen enkel moment in gevaar, maar ze had blijkbaar wel dat gevoel, en barstte in huilen uit. Het heeft wel even geduurd voor ik haar in mijn armen weer in de zee kreeg, en we samen zeekoala speelden.

Maar toen kreeg ze koud, en hadden we er eigenlijk allemaal niet zo’n zin meer in, en keerden we maar terug naar het hoofdhotel, waar er meteen in het grote bad werd gesprongen, terwijl Bart en ik ons posteerden met een ice coffee, respectievelijk milkshake aan de bar. Wolf kon nog tegen vijf uur naar de kapper, is ongeveer een kilo haar kwijt, en ziet er veel beter uit nu ^^

Tegen zes uur waren we terug op de kamer, en om zeven uur zaten we in het Grill restaurant, blijkbaar iets op Amerikaans-Mexicaanse leest geschoeid, met taco’s, mais, geglaceerde kippenboutjes, dat soort dingen, en dan als hoofdgerecht ofwel een gigantische burger, ofwel een steak of zo. Als dessert was er dan ofwel een brownie, ofwel een kadaifi met ijs.

Allemaal best lekker, maar niet zo ons ding. Hier komen we niet terug, in dat van gisteren zien ze ons wel nog, denk ik.

Tegen acht uur waren we er alweer buiten, zodat we de avond konden afsluiten met een gezellig spelletje UNO in de bar. Buiten konden we niet echt zitten omdat onze kaarten zouden weggewaaid zijn, vermoed ik.

Om negen uur lag Merel in bed, en niet zo heel veel later volgde de rest. Moe maar voldaan…

 

Rhodos dag 3: de middeleeuwse stad

Slapen tot acht uur, ontbijten, en zalig niksen. Zo zou je de ochtend alweer kunnen samenvatten. Met op de foto even de collectie noten en gedroogd fruit, en de koekjes en cakes, kwestie van een idee te geven.

Daarna gingen de kinderen naar de kamer, en gingen Bart en ik een dooie zwaan wisselen voor een levend exemplaar – ze was al slap aan het vallen van in het begin – en intussen ook even een Pokémon GO! raid uitvoeren. Wel handig, zo’n gym aan je hotel. Toen we terug kwamen, zat Wolf blijkbaar in de échte gym – zijn kinesisten hadden hem dat sterk aangeraden – en zaten de twee kleintjes alweer in het zwembad. Allez gij.

We niksten tot het middageten, waaronder een spelletje UNO, hielden het allemaal op een lichte maaltijd zonder dessert – na drie dagen ben je al overvoed hier – rustten nog even op de kamer, en maakten ons rond half drie klaar voor een tochtje.

Hier vlak aan het hotel is een taxistandplaats, en twintig minuten later stonden we aan de rand van het ommuurde, middeleeuwse stuk van Rhodos stad, vlak bij het Archeologisch museum. Wolf kaapte mijn fototoestel, we liepen de stad in, en kwamen wel degelijk in het Μουσειο Αρχαιολογικο Ροδου. Op het eerste zicht leek dat enkel een ommuurde binnenplaats. Maar toen gingen we verder op onderzoek, kwamen bij talloze kamers met vazen en beeldjes, en verzeilden uiteindelijk in een prachtige, prachtige tuin…

Op het einde van de tuin lag trouwens een 16de-eeuws buitenverblijf in Ottomaanse stijl…

Daarna liepen we door de inderdaad prachtige Ridderstraat – is hier niet iets van Game of Thrones opgenomen? – naar het Paleis van de Grootmeester, maar eerst zochten we toch nog een terrasje om even te bekomen. Het is er warm, zelfs de Grieken zeggen het.

Aangezien we nu toch al tickets hadden voor dat paleis, zijn we ook daar even binnengewandeld. Hier dezelfde indruk: op het eerste zicht enkel een binnenplaats, en dan kan je toch ergens binnenwandelen en ben je vertrokken voor een kwartier wandelen, op zijn minst.

We kochten nog een ijsje, en Wolf gaf aan dat het welletjes was voor zijn rug. We besloten dan maar terug te keren richting straten en verkeer, buiten de middeleeuwse muren dus, en ik dacht dat ik een ideaal pad had gevonden, via een geocache dan nog wel. Alleen bleek er zo’n 8 meter hoogteverschil te zijn tussen de slotgracht waarin wij liepen, en de brug die ik in gedachten had :-p

Maar ik begrijp nu wel volledig waarom middeleeuws Rhodos Unesco Werelderfgoed is. Prachtig!

We kwamen uit aan een taxistandplaats, ik ging met Kobe nog snel een leren riem zoeken omdat zijn broek afzakte, en we reden huiswaarts. Daar waren we iets over zessen, nog net tijd genoeg om snel even een plonsje te maken, te douchen, deftig aan te kleden, en iets over zeven in het deftige restaurant alhier te zitten. Geen buffet voor ons vanavond, wel een chique maaltijd, zoals Merel het noemde. En dat op een terras met zicht op zee…

En de kinderen, wel, die genoten, en wij ook. We maakten nog even een wandeling door het feeëriek verlichte domein, zodat ook Merel dat eens had gezien in het donker, en staken de kleintjes tegen kwart voor tien in bed. Wolf en ik gingen nog even iets drinken hier in de bar, maar waaiden bijna weg. Mooi, dat wel.