Revue

Onze agenda’s zaten de vorige weken overvol, maar deze week maakten Gwen en ik met plezier nog een avond vrij om samen te gaan eten. Zij koos Revue uit, op de hoek van de Nederkouter en de Ketelvest, iets waar Ernest toch redelijk enthousiast over was.

We hadden weer tot het laatste moment gewacht om een restaurant te zoeken, zodat we een plaatsje aan de bar kregen, maar op het moment zelf bleken we ook beneden te mogen zitten, op het terras langs het water, maar wel netjes afgeschermd met dikke plastiek en terrasverwarmers. En ja, het was er best aangenaam zitten, ja.

En het eten? Niet goedkoop, maar echt bijzonder goed. We namen een alcoholvrije aperitief en deelden gefrituurde scampistaarten met een excellent sausje bij. Daarna namen we allebei een kortgebakken stuk tonijn met gemengde groenten en een soort wilde rijst: om bij te kruipen, geloof me. Echt, maar echt lekker. Geef die kok een andere omgeving en een betere presentatie, en die haalt een ster, echt waar.

Een dessert hoefde niet, maar de bijzonder charmante jonge ober – fijn gesprekje gehad over toprestaurants – raadde met klem de tarte tatin aan, en jawel, die loste de verwachtingen in: met yoghurtijs en een dikke stroperige karamel.

De rekening was behoorlijk (80 euro per persoon), maar we hebben ook echt wel genoten. Dit is eentje dat ik ook aangeraden heb aan Bart, intussen.

Soit, we liepen samen terug naar de parking in de Savaanstraat en zagen dat het goed was. Wie immer.

 

La Durée

Ik geef toe, ik kende dit tweesterrenrestaurant niet, zelfs niet van naam. Eigenlijk is dat niet zo een goed teken, maar toch reden Bart en ik deze avond naar Izegem.

Het menu zag er heerlijk uit, de prijs viel nog mee, de omgeving was ook dik in orde. Maar… Het eten was lekker, was uitstekend, maar eigenlijk niet meer dan dat. Ja ik weet het, Bart en ik zijn daar ondertussen echte snobs in, maar van een tweesterrenrestaurant verwacht ik toch dat er minstens één of twee gerechten tussen zitten die me verbazen, die me een wowgevoel geven, waarvan ik onder de indruk ben, en eerlijk? Dat was er niet echt.

Het dessert was zelfs… ruw, zonder enige verfijning: een vanillecrème, daarop enkele frambozen, dan een stevig stuk meringue, een sorbet van roos, met een soortement koekje met roos, en dat was het. Tsja. We moesten vechten om de meringue in twee te krijgen.

Was het slecht? Zeker niet, verre van. Maar naar onze mening was dit geen twee sterren, eerder één ster. We zijn al vaker naar huis gekomen met echt een gevoel van “Wow, dit was top!” maar nu dus jammer genoeg niet.

Enfin, deze komt niet meteen in de top tien terecht. Jammer.

 

Opnieuw de Ooievaar

Vrijdag, en Kobe eet in de Ikea – SID-inbeurs, vandaar – Bart eet ergens te velde, en Wolf eet thuis nog iets warms. Ik had dan ook geen zin om nog om half twee thuis brood te eten, en ging – eindelijk nog eens – eten in de Villa Ooievaar. U weet wel, dat sociaal restaurant op een kilometer of twee van ons deur, waar het altijd lekker is, gezellig en goedkoop.

Vandaag kreeg ik er witloof gevuld met gehakt, in een jagerssausje, met puree. Ik denk dat ik dat thuis ook eens ga proberen maken, want man, dat was lekker!

Op een goed half uur was ik weer buiten, 16 euro armer en een fijn ontspannen gevoel rijker. Meer moet dat niet zijn, zo op vrijdagmiddag.

Michelinsterren, een update

Enkele jaren geleden hadden Bart en ik een vermetel plan opgevat: op ’t gemakje zo veel mogelijk sterrenrestaurants aandoen. Tsja. Het is een hobby als een ander, zeker? Maar wel een dure…
In februari 2020 had ik daar een oplijsting van gemaakt, met de links. Intussen  heb ik gewoon de lijst van Michelin zelf overgenomen, met hun links, en als ge graag wilt weten wat ik ervan denk, dan moet ge maar in de zoekfunctie hier rechts ne keer kijken. Soit, wat we al gedaan hebben, zet ik in het rood.

We hebben nog werk, véél werk. Maar intussen hebben we ook een reservatie bij La Durée.

3 MICHELIN sterren:

Zilte (Antwerpen)
Hof van Cleve (Kruishoutem)
Boury (Roeselare)

2 MICHELIN sterren:

Brussel:

Bozar Restaurant (Brussel) N
Le Chalet de la Forêt (Ukkel)
La Villa Lorraine by Yves Mattagne (Brussel)
La Paix (Anderlecht)

Vlaanderen:

Hertog Jan at Botanic (Antwerpen)
The Jane (Antwerpen)
Colette – De Vijvers (Averbode)
Castor (Beveren-Leie)
Nuance (Duffel)
Vrijmoed (Gent)
La Durée (Izegem)
Bartholomeus (Knokke-Heist)
Cuchara (Lommel)
Ralf Berendsen (Neerharen)
Slagmolen (Opglabbeek)
De Jonkman (Sint-Kruis)

Wallonië:

L’Eau Vive (Arbre)
d’Eugénie à Emilie (Baudour)
Château du Mylord (Ellezelles)
L’Air du Temps (Liernu)
La Table de Maxime (Our)

1 MICHELIN ster:

Brussel:

Barge (Brussel) N
Comme chez Soi (Brussel)
Humus x Hortense (Elsene) N
La Canne en Ville (Elsene)
Da Mimmo (St-Lambrechts-Woluwe)
Kamo (Elsene)
Le Pigeon Noir (Ukkel)
senzanome (Brussel)
La Villa Emily (Brussel)
La Villa in the Sky (Elsene)

Vlaanderen:

Kelderman (Aalst)
’t Overhamme (Aalst)
Bistrot du Nord (Antwerpen)
The Butcher’s son (Antwerpen)
DIM Dining (Antwerpen)
Dôme (Antwerpen)
Fine Fleur (Antwerpen)
’t Fornuis (Antwerpen)
FRANQ (Antwerpen)
Het Gebaar (Antwerpen)
GLASS (Antwerpen) N
Kommilfoo (Antwerpen)
Misera (Antwerpen) N
Nathan (Antwerpen)
Nebo (Antwerpen)
Le Pristine (Antwerpen)
Hofke van Bazel (Bazel)
Sans Cravate (Brugge)
Zet’Joe by Geert Van Hecke (Brugge)
De Zuidkant (Damme)
Marcus (Deerlijk)
Hostellerie Le Fox (De Panne)
Hostellerie Vivendum (Dilsen)
Hostellerie St-Nicolas (Elverdinge)
Libertine (Erpe)
La Belle (Geel)
De Kristalijn (Genk)
Horseele (Gent)
OAK (Gent)
Publiek (Gent)
Sensum (Gent) N
Souvenir (Gent)
Michel (Groot-Bijgaarden)
JER (Hasselt)
Ogst (Hasselt)
Arenberg (Heverlee)
Couvert couvert (Heverlee)
Hof Ter Hulst (Hulshout)
Boo Raan (Knokke-Heist)
Cuines,33 (Knokke-Heist)
Sel Gris (Knokke-Heist)
Table d’Amis (Kortrijk) N
EED (Leuven)
EssenCiel (Leuven)
De Pastorie (Lichtaart)
Rebelle (Marke)
Vol-Ver (Marke)
Tinèlle (Mechelen)
’t Korennaer (Nieuwkerken-Waas)
M-Bistro (Nieuwpoort)
De Bakermat (Ninove) N
Aurum by Gary Kirchens (Ordingen)
Willem Hiele (Oudenburg)
Benoit en Bernard Dewitte (Ouwegem)
Maison Alain Bianchin (Overijse)
L’Envie (Sint-Denijs)
Carcasse (Sint-Idesbald)
Centpourcent (Sint-Katelijne-Waver)
Goffin (Sint-Kruis)
Sir Kwinten (Sint-Kwintens-Lennik)
Brasserie Julie (Sint-Martens-Bodegem)
’t Stoveke (Strombeek-Bever)
Melchior (Tienen)
Alter (Tongeren)
Magis (Tongeren)
De Mijlpaal (Tongeren)
Hert (Turnhout)
Sense (Waasmunster)
In den Hert (Wannegem-Lede)
Bar Bulot (Zedelgem)
Fleur de Lin (Zele)
Innesto (Zonhoven)

Wallonië:

Quai n°4 (Ath) N
Chai Gourmand (Beuzet)
Les Gourmands (Blaregnies)
Maison Marit (Braine-l’Alleud)
Philippe Meyers (Braine-l’Alleud)
Bistro Racine (Braine-le-Château)
Le Pilori (Ecaussines-Lalaing)
Le Château de Strainchamps (Fauvillers)
Aux petits oignons (Jodoigne)
Héliport Brasserie (Liège)
¡Toma! (Liège) N
Arabelle Meirlaen (Marchin)
Les Pieds dans le Plat (Marenne)
Le Comptoir de Marie (Mons)
Lettres Gourmandes (Montignies-Saint-Christophe)
Attablez-vous (Namur)
Le Gastronome (Paliseul)
La Ligne Rouge (Plancenoit)
L’Impératif (Roucourt)
Philippe Fauchet (Saint-Georges-sur-Meuse)
Quadras (Sankt-Vith)
Zur Post (Sankt-Vith)
Au Gré du Vent (Seneffe)
Le Coq aux Champs (Soheit-Tinlot)
Hostellerie Le Prieuré Saint-Géry (Solre-Saint-Géry)
Hostellerie Gilain (Sorinnes)
Le Pré des Oréades (Spa)
l’Essentiel (Temploux)
Arden (Villers-sur-Lesse) N
Le Cor de Chasse (Wéris)

Met Gwen in Baptist

De datum lag alweer een tijdje vast, het restaurant niet echt. Pas vanmiddag maakte ik nog een reservatie voor Baptist, hier wat verderop in Wondelgem. Deze zomer hadden ze nog bijzonder goed voor mij en Merel gezorgd, dus dat moest zeker kunnen.

Gwen kon niet voor acht uur, maar ook dat was geen probleem. We gingen voor gegrilde haloumi en gevulde kroketjes als voorgerecht, en ik ging voor scampisalade als hoofdgerecht.

Geloof me: een dessert hoefde niet meer, want ik had zelfs niet de volledige salade opgegeten, de porties zijn echt wel groot.

En verder? Verder hadden we het alweer over vanalles-en-nog-wat, het werk, de kinderen, het gezin, de ouders, het huis, de vakanties…

Yup, ik geniet echt van die etentjes, zo gewoon met ons tweetjes zonder storende factoren.

Op naar het nieuwe jaar!

Bar Bask

Bart wilde eigenlijk al heel erg lang hier eens gaan eten: we hadden ooit een reservatie, maar toen bleek ik iets niet mijn agenda gezet te hebben en ging het dus niet door. En een reservatie vast krijgen blijkt dus niet evident te zijn, want nog steeds is dit restaurant aan het begin van de Brusselsesteenweg bijzonder hip en populair.

Was het daarmee misschien dat onze verwachtingen wat te hoog gespannen waren? Geen idee…

Wat wij vooral vaststelden, is dat het er druk en luid is, dat je er lang moet wachten op je eten – als ze je al niet vergeten, zoals bij de uitleg over het menu of het brengen van het water – en dat het er behoorlijk duur is voor wat je krijgt.

Ik bedoel maar: een grote lap perfect gebakken maar lauw vlees – bleu chaud is in mijn ogen toch op zijn minst warm, indien het niet heet is – voor honderd euro voor twee personen? Voor aardappelen (7.60 €) of een slaatje (3.80 €) betaal je immers nog bij. En eerlijk? Ik heb al beter vlees gegeten voor veel minder geld. Het was niet bepaald Wagyubeef… Twee langoustines, gewoon gegrilld zonder verdere bereiding, kost je 20 euro, 10 euro per beestje dus. De mergpijp met geroosterd brood (15.90 €) was dan weer uitmuntend, maar dat heeft dan ook niet echt een bereiding nodig. En voor water van de pomp betaal je vier euro per persoon, maar dat moet je blijkbaar wel een paar keer vragen.

Resultaat was dat we ook geen dessert hebben genomen, om eerlijk te zijn. Het hoefde voor ons niet meer. We deelden in feite allebei dezelfde mening: we bleven op onze figuurlijke honger zitten, we hadden echt beter verwacht. Misschien zijn we ondertussen wat blasé geworden door alle sterrenrestaurants, maar voor 185 euro voor aperitief, voorgerecht en hoofdgerecht, met water, mocht het wel wat meer zijn.

En iets zegt me dat we deze Bar Bask ook niet meteen een herkansing zullen geven. Het zal er de volgende keer, zolang het zo gehypet blijft, niet minder druk, minder luid of minder duur op geworden zijn. Als ik het vergelijk met pakweg de 125, dan weet ik wat ik moet kiezen, en dat voor de helft van de prijs. Tsja.

125

Uit te spreken: één twee vijf. Dat is namelijk de naam van een restaurant op de hoek van de Molenaarsstraat, vlakbij ons nieuwe appartement.

Gwen en ik hadden afgesproken om te gaan eten, en wonder boven wonder hadden we hier op maandagavond nog een plaatsje vrij gevonden, aan de bar weliswaar, maar dat stoorde niet.

We hadden elkaar wel vorige donderdag gezien, maar dat was in professionele capaciteit en dus konden we niet echt kletsen. Dat hebben we vanavond dan maar ingehaald, vergezeld van ronduit heerlijk eten.

Veel keuze is er eigenlijk niet: drie hapjes, drie voorgerechten, drie hoofdgerechten, drie desserts. Gwen en ik deelden dan maar de grijze garnaaltjes op een tempura van courgette en de kroket van eend met chilimayonaise als hapje. Fantastisch lekker en verrassend.

Een voorgerecht hoefde niet, als hoofdgerecht nam ik Pluma Duroc met bloemkool en dragon, en Gwen ging voor de portobello met quinoa en witte kool. Opnieuw een voltreffer, geloof me.

In alle desserten zat helaas lactose, en ook al wilde de keuken met plezier iets aparts maken, Gwen ging toch gewoon voor een theetje. Zelf kon ik de crême brûlée niet laten liggen, en het was een van de verrassendste en lekkerste die ik al gegeten had. De crême was iets heel luchtigs, het krokantje kreeg je erbovenop, en eronder zat een ijs van kokos met gepofte rijst. Opnieuw bijzonder lekker.

Maar tegen dan begon mijn rug te protesteren tegen het gebrek aan leuning, dus we rekenden af en wandelden tot aan ons appartement. Onze verdieping staat er dus al.

En toen bleken we, toen we aan de auto’s kwamen, nog lang niet uitgebabbeld en zijn we tot aan ’t Floeren Foefke gereden, aan de andere kant van de straat.

Al bij al was het dus toch nog na elven, maar het werd een bijzonder aangename avond. Zoals het hoort.

Flynn’s

Bart had het van verschillende kanten aangeraden gekregen: Flynn’s, een up-and-coming restaurantje in Ledeberg. Het had eerder een succesvolle pop-up gekend, en was nu dus eerder permanent.

Ik wist niet meteen wat te verwachten en had de jeans omgewisseld voor een iets gekledere broek, en Bart was gewoon in zijn werkoutfit gegaan. In de Langestraat in Ledeberg vonden we het eerst niet, tot we op een bakkerij op het venster Flynn’s zagen geschreven staan, in van die krijtstift. Meteen gingen onze wenkbrauwen omhoog. Zou het dit zijn? Ja dus.

Alras voelde ik me schromelijk overdressed: Flynn’s bleek zo pretentieloos als maar mogelijk, en bijzonder hipster. De tafeltjes en stoelen zijn opgevist uit een kringwinkel of ergens een intussen vernieuwd parochiaal centrum: klein, met mica en vooral een allegaartje. Ook de rest van de ruimte kan een vrouwelijke (of toch een mens met iet of wat gevoel voor stijl) hand gebruiken, want echt gezellig kan je het er eigenlijk niet noemen, ondanks de paar planten. Het is dus een oude bakkerij en dat merk je. De keuken is echter wel top notch: volledig geïnstalleerd, compleet met grote broodoven en al. Dat de afwasmachine ook niet in een afgesloten ruimte staat, stoort wel wat, want zo’n industrieel ding maakt serieus wat lawaai. De tafeltjes waren gedekt met uitgebloeide buddleia in een vaasje en witte papieren servetjes.

Maar bon, we gingen zitten en een bebaard jongmens met ribfluwelen broek, muziekT-shirt en petje op kwam luisteren wat hij ons kon brengen. De kaart bleek een stukje papier te zijn met twee voorgerechten, drie hoofdgerechten en twee desserts. De drankkaart was ietsje uitgebreider.

Bart ging voor de tomaatjes, ik voor de maatjes, maar dan zonder de komkommer. De kok moest even nadenken, maar maakte dan een eenvoudige broccolicrème van geroosterde broccoli voor bij die maatjes. Dat werd overigens geserveerd met een duidelijk zelfgebakken brood.

Hmm. We begonnen te begrijpen waarom dit een aanrader was. Als hoofdgerecht namen we allebei de lamsnek, en die viel gewoon van het been, zo mals was die. Hier misten we wel iets van koolhydraten: pasta, rijst of iets dergelijks.

Een dessertje lieten we ook niet voorbijgaan: voor Bart de kaas, voor mij de millefeuille, en jawel, die zou niet misstaan in een sterrenrestaurant.

De rekening zat uiteindelijk net boven de honderd euro, maar daarin zaten twee aperitieven, voorgerecht, hoofdgerecht, dessert en een glas wijn. Het water krijg je er gratis bij uit de kraan.

Waren we verrast? Ja, twee keer: de inrichting viel ons tegen, maar het eten was voor zijn prijs voortreffelijk. Kok Flynn kan duidelijk koken, zoveel is zeker. Jammer dat de twee elementen die een goed restaurant maken, zo sterk uiteen lopen.

Zoals Bart zei: we gaan over een jaar nog eens terugkeren. Dan is het restaurant ofwel verdwenen, ofwel een stuk geüpgraded. Afgaand op de kwaliteit van de gerechten hoop ik toch op het tweede.