Puzzel

Jawel, het begin van een nieuw schooljaar, en dus ook weer alle muziek- en andere activiteiten plannen voor de kinderen.

Wolf gaat voorlopig even niks doen: het is een beetje te moeilijk voor de muziekacademie aangezien hij sowieso maar in november zou kunnen beginnen, en rugby is ook nog even niet aan de orde. Eventueel kan hij daar wel later bij instappen. Voor de scouts gaan we hem wel inschrijven: we zien nog wel hoe dat loopt.

Kobe is definitief gestopt met rugby: na zeven jaar zag hij het niet meer zitten. Hij deed het op zich wel graag, maar werd er maar niet beter in, en dan werkt dat ook nogal ontmoedigend natuurlijk. En nu hij in het middelbaar zit, en al die muziek nog heeft, wilde hij een beetje schiften. Met fagot gaat hij wel nog verder, en zijn juf Renate heeft dat ongelofelijk mooi voor hem geregeld. Hij gaat nu op vrijdag van vijf tot zes samenspel volgen, dan van zes tot zeven Algemene MuziekCultuur (of hoe dat nu ook heet met die hervorming), en aansluitend de eigenlijke fagotles. Hij gaat steendood liggen op vrijdagavond, maar bon, hij is er dan ook wel meteen vanaf voor een ganse week. En ja, uiteraard ook nog scouts en larp.

En Merel? Wel, die start nu ook in de muziekacademie! Ze keek daar al tijden naar uit, en vandaag zijn we haar gaan inschrijven. Ze gaat muzieklab (notenleer van vroeger) volgen op zaterdag van negen tot elf, bij de favoriete juf van de jongens. Als instrument wil ze dolgraag blokfluit volgen, maar dat wordt blijkbaar niet gegeven in Evergem, enkel in de Poel in Gent Centrum. Hmpf. We gaan daar dus even gaan kijken wat de mogelijkheden zijn, en als het echt niet lukt, wordt het dwarsfluit in Evergem op vrijdag. Maar we leven in hoop.

En onze woensdagmiddag? Die is dus helemaal vrij! Zalig!

AMC

Wolf heeft, ondanks alle pijn en het feit dat hij al anderhalf jaar geen gitaar meer speelt, toch nog steevast de lessen Algemene MuziekCultuur (AMC) gevolgd. Vrijwel elke zaterdag was hij trouw op post in de Poel tussen 11 en 12, terwijl ik dan een koffie dronk in de Labath.

Zodra we wisten dat hij naar het Zeepreventorium kon, is hij gestopt met die lessen: het ging gewoon echt niet meer. Ik heb dan ergens in mei aan de lesgever, Jelle, laten weten wat er precies aan de hand was, en die mailde vol ongeloof terug: dat Wolf echt die lessen was blijven volgen met al die problemen??? De helft van de leerlingen is regelmatig afwezig zonder geldige reden, en hij was er zo goed als altijd.

Hij moest enkel nog een taak indienen, en dan was het oké, had hij gezegd.

Vandaag was de laatste les, en Wolf was zijn taak natuurlijk in De Haan vergeten. Gelukkig mag hij hem nog gewoon doormailen. Jelle was bijzonder blij verrast van Wolf nog eens te zien, en Wolf is al zo veel aan de beterhand dat de les op zich geen probleem meer vormde.

Merel en ik posteerden ons intussen in de Labath, zoals altijd: de antibiotica maakte me te suf en de kaak doet nog te veel pijn om te gaan rondlopen.

Toch wel trots op mijn Wolf: zijn doorzettingsvermogen en koppigheid mogen er zijn.

Van fagotten en caches

Kobe en ik waren al halverwege Evergem, op weg naar zijn fagotles, toen ik een berichtje binnenkreeg van zijn lerares met het juiste lokaalnummer. Ik liet Kobe terug-sms’en waar dat dan precies was, en dat bleek in de Drabstraat te zijn. Ugh, juist ja, hij had voor een keer geen les om vier uur in Evergem, maar om twintig voor vijf in Gent centrum, zodat hij kon oefenen met piano voor zijn toonmoment volgende week. Alleen…

Merel was net vandaag op schoolreis, en ging thuiskomen om half vijf. Dat zou normaal gezien netjes uitgekomen zijn met die fagotles: Kobe brengen, Merel ophalen, Kobe terug ophalen, en dat was dat. Niet dus.

We reden dan maar eventjes naar huis, lieten Renate weten dat we iets later gingen zijn, en gingen wachten aan de schoolpoort. Daar werd gemeld dat de bus in de file stond, en dat die dus ook later gingen zijn. Hmm, daar ging de toch al geforceerde timing. Geen nood, zei Els, de mama van Lieze: ik zal haar wel meepakken naar huis, kom haar dan straks bij ons ophalen. Deus ex machina, jawel, en Kobe en ik sprongen in de auto en reden naar ’t stad. Daar vonden we nog niet meteen het lokaal aangezien we in de gebouwen van de Poel stonden en wat verderop in de Drabstraat moesten zijn, maar bon: hij was er uiteindelijk en kon oefenen, terwijl ik een koffie ging drinken in de Labath. Oef.

Daarna dronk ook Kobe nog rustig een chocomelk, en reden we samen naar de Coupure om er een cache in orde te zetten.

Voor de rugby was het inmiddels te laat, en eigenlijk vonden we dat niet erg, want Wolf was intussen thuis, en dat deed extra veel deugd.

Plannen

Mijn rug doet het nog steeds niet, maar ik kan er wel intens van genieten, van die gecompartimenteerde momenten. Ik moet alles dus wel veel beter plannen, maar als ik voldoende rustmomenten inplan, lukt het allemaal wel.

Gisteren, bijvoorbeeld, was het zo’n plandag. Wolf was ook gewoon thuis en dus aten we overschotjes, keken in de namiddag een film, en ik hield me gewoon rustig. Tegen half vier waren de kinderen thuis, en iets later reden Kobe, Merel en ik naar ’t stad. Net zoals vorige week had hij fagotles in de poel, maar we waren deze keer niet haastig, want er was sowieso geen rugbytraining door het paastoernooi.
Merel en ik gooiden Kobe af aan de poel, gingen parkeren, en trokken ’t stad in: ik wilde pralines kopen van bij Chocolou in de Donkersteeg, want die zijn zalig! Merel moest ermee lachen: “Ken jij die mevrouw, mama? Want die is zo sympathiek!” Enfin, na de pralines waaiden we nog de Hema binnen voor fudge en dergelijke, en toen kregen we al een berichtje van Kobe dat zijn les geen drie kwartier had geduurd, maar afgelopen was na een half uurtje. Merel en ik spoedden ons dus terug naar de Labath, waar Kobe al netjes zat te wachten, en we dus gezellig samen nog iets dronken, voor we weer naar huis reden.

Een zalige manier om de vakantie in te zetten!

Beetje druk, zei u?

Het was weer zo’n dag vandaag, eentje van de soort die mijn rug niet zo tof vindt.

Om half negen vertrok ik namelijk met drie collega’s en 66 eerstejaars met de bus naar Velzeke, voor onze jaarlijkse uitstap naar het Gallo-Romeinse museum aldaar. Hele fijne dag gehad, daar niet van, maar gewoon te veel van het goede. Ik heb me over de middag een kwartiertje languit op een bankje gelegd, maar dat is eigenlijk niet voldoende.
Tegen het einde van de uitstap keken mijn collega’s me inderdaad bezorgd aan: ik had er blijkbaar al beter uitgezien. Het verslag van die dag, met massa’s foto’s, vind je trouwens hier.

Tegen half vier waren we op school, net op tijd om snel even goeiedag te gaan zeggen binnen, en dat we allemaal veilig en wel terug waren, en naar huis te rijden. Tegen vier uur kon ik eindelijk een tiental minuten in de zetel liggen, want daarna laadde ik Merel in de auto, en reden we naar Kobes koffiestop. Was me dat een teleurstelling, zeg! Op papier stond hij aangekondigd tot half vijf, maar om kwart over vier waren ze net de laatste dingetjes aan het opruimen: het was te koud om nog veel volk te lokken, en dus waren ze maar gestopt. Meh. Ik kon nog wel voor elk een cakeje kopen, nam Kobe mee, gooide Merel thuis af, en reed door richting ’t stad. Kobe heeft namelijk twee keren op vrijdag fagotles in de Poel. Zijn juf heeft door een zware verkoudheid en het vele hoesten een rib gebroken, en dan is toeteren geen goed idee natuurlijk. Er is een vervangjuf, maar dus in de Poel. Enfin, ik zocht samen met hem zijn lokaal, en ging zelf in alle rust koffie drinken in de Labath. Ik hoefde maar te knikken om een latte te bestellen, en ze waren zowaar verwonderd om me op een vrijdag te zien. Tsja…

Ik trakteerde mezelf op een stukje kaastaart, Kobe kreeg nog een warme chocomelk, en weg waren we weer, naar huis. Daar was er nog een kwartiertje overschot tegen dat Bart, Kobe en Merel naar Nands verjaardagsfeestje vertrokken, en ik moest nog een hoop kleren meegeven.
Ik ging eindelijk wat liggen – bevel trouwens van Wolf, zodra die mijn gezicht had gezien – checkte mijn social media, at snel een boterhammetje, en iets over zeven stonden Wolf en ik bij Jesse en Cody voor een sessie Dungeons and Dragons. Die jongens zijn echt superlief: ik kreeg meteen een clubzetel aangeboden als zitplaats, want daarin kan je perfect hangen en je rug laten rusten.

Waardige afsluiter van een tsjokvolle dag.

Taxi mama

Taxi mama draaide vandaag weer op volle toeren.

Om zeven uur rolde ik mijn bed uit, voor een snelle douche, ontbijt, en tegen kwart over acht stond Kobe netjes aan het rugbyclubhuis. Heel even was er nog twijfel of het rugbytoernooi wel zou doorgaan, maar het sneeuwde nauwelijks, en de grond was eigenlijk niet bevroren. Ottignies nam de telefoon niet op, en dus werd er aangezet richting match. Ik kan wel rijden maar ik kan niet zo lang rechtstaan, dus ik keerde weer naar huis voor een welverdiende koffie en meteen ook het legen en opnieuw vullen van de vaatwas en het uitkuisen van de bestekschuif. En dat allemaal voor negen uur, soms word ik bang van mezelf :-p

Tegen elf uur bracht ik Wolf naar zijn les in de Poel, en dronk ik zelf op ’t gemak een latte in de Labath. Heerlijk gewoon: je komt binnen, krijgt een grote zwaai als begroeting, de latte die ik daarna voor mijn neus krijg, is van de juiste bonen en gloeiend heet – heter dan ze eigenlijk zelf willen want de melk verbrandt volgens hen – en mijn telefoon gaat er automatisch op de wifi. Da’s altijd een beetje thuiskomen, ginder.

Na Wolfs warme chocomelk reden we nog even tot aan de Coupure voor het herstellen van een verdwenen geocache, en kregen daarna eten voorgeschoteld door mijn allerliefste. Quasi onmiddellijk daarna zette ik opnieuw aan naar de rugby, want Kobe ging terug gaan zijn van de match. Alleen hadden ze blijkbaar file rond Brussel, en moest ik een kwartiertje wachten. Geen probleem, ik zat lekker warm binnen, maar ik was mijn gsm thuis vergeten en had dus het smsje met de fileboodschap niet gezien. Tsja…

Enfin, naar huis dus, eventjes liggen, dan nog naar de Aveve om koeken, en dan reed ik tegen zes uur met Kobe naar Sleidinge, want die had daar een concert met de muziekacademie. Het was misschien wel serieus koud, maar het was nog lang niet donker, en dus wilde ik nog snel twee caches in de buurt zoeken. De eerste was eentje waar we een hele tijd geleden al eens samen hadden naar gezocht, maar toen niet gevonden. Dat snapte ik deze keer niet, want zodra ik op de locatie afstapte, zag ik hem hangen. De wind was ijs- en ijskoud, en mijn vingers waren binnen de kortste keren bevroren. Man, ik herinnerde me absoluut niet meer dat ontdooiende vingers zó ongelofelijk veel pijn deden. Serieus zeg.

Enfin, nog wat verderop kon ik via een paadje tot achter de spoorlijn in Sleidinge geraken, in een prachtig landschap.

Tegen kwart voor zeven was ik weer thuis om een beetje op te warmen, maar tegen kwart na acht stond taxi mama alweer in Sleidinge om de zanger opnieuw op te halen.

En toen was het welletjes met al dat rondrijden. Bleh.

Tot zover mijn zen ^^

Deze morgen ben ik met Wolf vertrokken, zoals voortaan weer elke zaterdagochtend, naar de Poel voor zijn les Algemene MuziekCultuur. Dit jaar is ze niet van tien tot elf, maar van elf tot twaalf. Ik zag nog steeds geen reden om dan niet gezellig in de Labath te gaan zitten met mijn koffietje en een boek, en te genieten, en dan helemaal zen terug naar huis te gaan.

Awel, deze keer was ik helemaal opgefokt en zenuwachtig toen we terugreden, en Wolf moest daarmee lachen. Wat was er nu gebeurd?

Ik was binnengekomen, zag dat het behoorlijk vol zat, en had me aan het tafeltje naast twee druk kletsende dames gezet. Nu, die twee waren duidelijk vriendinnen die elkaar niet zo vaak zagen, en waren op zeer luide toon in conversatie, onmogelijk om hen niet te horen eigenlijk. En ik, ik moest lachen, want het ging over de school, en hoe zot dat die leraars eigenlijk wel waren dat ze 24/24 bereikbaar waren via Smartschool, en hoe onzinnig die lijst met benodigdheden eigenlijk wel is, en of ze dat dan niet kunnen samenvatten, en die werkboeken… Tegen dan was ik ook echt geamuseerd aan het luisteren, en vond ik het ook nodig om dat tegen de dames te zeggen, dat ik niet anders kon dan hen horen, en dat ik het zo grappig vond omdat ik wel degelijk aan de andere kant stond, als leraar.

Beide vonden ze dat dan weer fantastisch, en er ontspon zich een gans gesprek, waarbij bleek dat bij de ene de zoon bij ons op school zat en dat ik hem wel degelijk kende – maar nog net niet in de klas had – en dat de andere een zoon op de Voskenslaan had. Eigenlijk kwam het uiteindelijk neer op een lang, zeer geanimeerd, zeer hilarisch oudercontact, gelardeerd met extra sloten koffie. Ik heb me de max geamuseerd, maar zen, nee, dat was het niet, wel integendeel.

De gezichten van de jongens, toen ze binnenkwamen en ons in druk gesprek verwikkeld zagen, waren goud waard. Uiteindelijk hebben we afgesproken over twee weken – volgende week zitten hun kinderen allebei bij de papa – in het Mariott, want ook hen was het bijzonder goed bevallen. Grappig!

 

Zucht…

Gisterenavond leek het allemaal prima te gaan: ik liep recht, redelijk pijnvrij, en zonder stok. Ik kon zelfs probleemloos in mijn bed kruipen, en me draaien.

En jawel, deze morgen werd dat bevestigd: ik kon ook weer normaal uit mijn bed, en het ergste leek geleden. Leek, jawel, want ik stapte argeloos de douche in, draaide het water open, zeepte me vrolijk in, en bukte me toen, volautomatisch, om mijn voeten te wassen.

Krak.

Ugh.

Ik heb mijn voeten enkel afgespoeld, dat geef ik toe. En ik ben uit de douche gestrompeld en op een handdoek gaan liggen, krom van de pijn.

Alweer.

Hoe een kalf kunt ge zijn, zeg!

Ik dacht: ik wandel het er wel af! Want meestal verbetert mijn rug als ik een tijdje rondloop of in beweging ben. Ik zette Wolf dus af aan de Poel, parkeerde me in de parkeergarage van Ramen, en wandelde met mijn stok naar de Korenmarkt, naar de Hema. Alleen… per honderd meter werd ik 5 jaar ouder. Ik denk dat ik begonnen ben aan 60, maar tegen dat ik aan de Hema was, was ik er minstens 80, helemaal krom, schuifelend, nog net niet kreunend. En toen moest ik nog teruggeraken ook, zeker nadat ik een twintig minuten met een oudleerling had staan kletsen. Op zich was ik daar helemaal opgefleurd van, tot ik weer een paar stappen zette.

Yup, 100, zo voelde ik me tegen dat ik neerzeeg op een stoel in de Labath. De koffie smaakte intens, de rug voelde intens, en ik verlangde naar de zetel, jawel.

En dat is dus wat ik de rest van de dag gedaan heb: in de zetel gelegen. Gelezen. Met veel moeite een was opgehangen.

Ik vond mezelf een beetje zielig, eigenlijk feitelijk. Hoe stom kunt ge zijn zeg… Amai mijn voeten.