Beetje zielig

Kobe had deze namiddag een toonmomentje, een klein concertje in het rusthuis aan de Poel. Ideaal, dacht ik: ik zet hem af om 13.20 uur, doe een klein toertje van de Poel tot aan de Grasbrug, dan via de Korenlei naar de Sint-Michielsbrug en terug naar de Poel – en pik intussen twee labcaches op – en dan drink ik op mijn gemak nog een koffie in de Labath en ben om 14.00 uur netjes op tijd bij het toonmoment.

Ja slaapwel. Viel dat efkes tegen!

Ik heb over de 800 meter van het rondje net geen half uur gedaan, een oud meetje was er niks tegen! Helemaal bezweet – en niet omdat ik buiten adem was, gelukkig maar – kwam ik toe in de Labath, had nog net tijd om een meeneemkoffie te bestellen, en kwam nipt om 14.00 uur in het rusthuis toe. Ugh. Ik voelde me mega zielig, echt waar: ik ben nog altijd geen 85! Enfin, we hopen op beterschap, de voet doet het beetje bij beetje telkens iets meer.

En toen zat ik rustig in dat rusthuis – badoem psss – en luisterde ik naar diverse fagotten, trompetten, een viool en nog meer fagotten.

 

Raamconcert

Een van de pedagogische doelen van het muziekonderwijs is ervoor zorgen dat de leerlingen regelmatig op een podium staan, dat ze geen podiumvrees meer hebben. Nu, in deze coronajaren valt zo goed als alles weg, ook de hele kleine luistermomentjes voor de ouders.

Tomma, Merels blokfluitlerares, organiseert regelmatig klasconcertjes waarbij de ouders kunnen komen luisteren. Vorig jaar op het einde van het jaar hadden we zo’n concertje in een grote tent in de binnentuin, ook coronaveilig dus.

Nu was Tomma zelf ziek, maar haar vervangster, Rein, ging voor een raamconcert. De blokfluitklas heeft grote ramen en het was de bedoeling dat wij als ouders met een mondmasker op straat kwamen luisteren. Op het moment zelf bleek het nog iets praktischer om het venster aan de binnentuin te gebruiken, aan een ander klaslokaal. Alleen had de leerkracht niet helemaal door, vermoeden we, dat er rondom de binnentuin nog andere ramen openstonden met andere instrumenten, zoals een zeer enthousiaste drum en en twee toeterende trompetten. Een blokfluit of twee kan daar moeilijk tegenop, maar bon.

Donderdagnamiddagen…

Elke donderdag heeft Merel blokfluitles in ’t stad, op de Poel. Meestal ga ik intussen gewoon koffie drinken in de Labath. Alleen is dit jaar haar les van kwart over vijf tot kwart over zes, en moet ik dus telkens ook een kwartiertje in de auto wachten omdat de Labath om zes uur sluit.

Soms ga ik ook gewoon de stad in om nog iets te zoeken of te kopen. Daar geniet ik eigenlijk ook behoorlijk van, al is het soms stressy om op tijd terug te zijn aan de school, want anders begint de dochter te panikeren als ze me niet vindt.

Maar elke keer weer moet ik over de Grasbrug, en elke keer weer geniet ik van het uitzicht.

En toen ik in het terugkeren passeerde aan het klaslokaal, stond het raam gewoon open – corona, weetuwel? – en kon ik binnenkijken hoe zij aan het spelen was, met Tomma op de clavecimbel als begeleiding.

Mooi, toch?

De laatste fagotles

Kobe had nog één fagotles, de laatste van drie échte lessen die konden doorgaan. De vorige keer had ik repetitie op school en had Bart hem gebracht en van de extra voordelen genoten, zijnde een koffie op het terras van de Labath. De keer daarvoor had ik zelf intens genoten ^^

Vandaag was Merel gewoon meegekomen: eerst samen iets drinken in de Labath, en dan met Kobe nog even wat kampspullen kopen en een ijsje eten. Dat leek niet alleen een goed plan, dat was het ook.

De laatste keer, helaas. Het vervolg zal voor in september zijn.