Aristoteles in het park

Ik schreef het volgende over vandaag op de schoolwebsite:

Het is intussen al eventjes volop zomer, en onze leerlingen zwoegen en zweten tijdens het studeren en tijdens hun examens.

Maar niet iedereen vond dat warme weer even erg. Voor hun quasi laatste lessen Latijn trok het zesde jaar Latijn namelijk eerst even naar de speelplaats, waar een bank, het zonlicht, een paar vrijwilligers en de schaduw ideaal bleken om Plato’s Allegorie van de Grot uit te leggen. Nadien ging het zelfs richting park. Hoezo? Wel, de naam van de Oud-Griekse filosoof Aristoteles doet bij de meeste mensen wel een belletje rinkelen. Hij is per slot van rekening ook nu nog steeds een zeer invloedrijk filosoof. Maar wat veel mensen niet weten, is dat hij op een peripatetische manier les gaf. Al rondwandelend dus.

En hoe kunnen we onze leerlingen uit de zesde Latijnse de filosofie van deze Griekse wijsgeer beter laten begrijpen, dan zelf ook al rondwandelend zijn theorieën uit de doeken te doen?

Die bewuste donderdagvoormiddag kon de occasionele wandelaar-met-hond- (en zo waren er wel een paar) een groep leerlingen met leerkracht tegenkomen in het bos, terwijl ze om de oren geslagen werden met syllogismen, categorieën, doeloorzaken, potentia en actio.

En al een vleugje carpe diem van Epicurus, maar vooral dan in de praktijk gebracht.

Fijne, fijne dag

Vandaag heb ik er echt gewoon carpe diem van gemaakt. Als in: doen wat je moet doen, maar op de leukst mogelijke manier.

Er was om te beginnen de twee uur les in het zesde. Momenteel zijn we bezig met Antieke Filosofie, en dus trokken we naar de buitenklas. Soms heb ik mijn bord nodig voor de meest bizarre tekeningetjes en grafieken, maar niet vandaag. Vandaag had ik de zon nodig, gewoon om Plato’s allegorie van de grot te kunnen uitleggen.

En na de pauze liepen we het park in. Da’s dus echt zalig aan onze school: we liggen naast een groot veld en een fijn bos. Daar kon ik me volledig aan de categorieën en substanties, oorzaken, δυναμις en ενεργεια van Aristoteles gooien, compleet met zijn peripatetische methode.

Toen was er nog een uur toezicht bij blijkbaar een van de zwaarste klassen van de school, maar gelukkig heb ik mijn reputatie mee en waren ze lammetjes. Tegen één uur kon ik me met een bord eten naar de muziekrepetitie reppen, waar ik na een kwartier alweer wegliep voor een klastitularisonderonsje met de directie. Ik heb ondertussen dan maar mijn bord leeggegeten ^^ Toen volgde nog een les met de tweedes – altijd een uitdaging, maar altijd fijn – gevolgd door nog een stukje repetitie, en daarna repte ik me naar huis, waar op het moment dat ik binnenkwam, de koffiemachine aansloeg. Ik had tegen half vijf namelijk afgesproken met Jesse, en die was ietsje te vroeg. Hij was al koffie aan het zetten en zijn taartjes uit aan het halen. De vorige keer was ons koffiemomentje gewoon veel en veel te kort geweest, en dus kwam hij nu een uur of twee kletsen. En dat is precies wat we gedaan hebben, relaxed, gezellig, met een stukje taart en een paar koffies, en veel blabla.

Dit zijn zo van die volle, maar op een of andere manier toch relaxte dagen.
Carpe diem, Horatius had wel een punt, ja.