Afrikamuseum

Het Afrikamuseum in Tervuren ligt naast de Britse school, en in het voorbijrijden hadden we de affiches en vlaggen gezien van ‘Spannende spinnen’. Dat leverde meteen een enthousiast heen-en-weergewip op de achterbank op: “Mama, kunnen we naar die spinnen? Mama, we gaan toch gaan kijken he? Nu dat we hier zijn? Ja he mama?”

Ik dus naar Bart gebeld, of het goed was dat we gingen lunchen in het museum en naar de tentoonstelling gaan kijken, en dat we dus later thuis gingen zijn. Al een chance dat ik propere trainingsbroeken en gewone schoenen mee had, want in hun modderoutfit zouden ze nogal een figuur geslagen hebben.

Enfin, het ‘restaurant’ in het museum is eigenlijk wel wijs: je kan er een paar warme, Afrikaans geïnspireerde gerechten krijgen, zoals kip moambe en zo, maar ook croques, broodjes, pannenkoeken, dat soort dingen. De kinderen kregen elk eerst een warme choco om op te warmen (geloof me, het was nodig) en wilden dan pannenkoeken (ze hadden al een paar paaskoeken binnen), ik nam een broodje kip moambe. Speciaal, dat is het minste wat je kan zeggen. Maar wel lekker.

afrika01

Toen ze na een tijdje voldoende gezeten hadden en helemaal opgewarmd waren – daar op dat veld was dat echt pokkekoud, man – doorliepen we de spinnententoonstelling: een terrarium of dertig, schat ik, met vogelspinnen en schorpioenen, en vooraan eentje met de beruchte zwarte weduwe, een heel klein spinnetje eigenlijk. De jongens en ik keken onze ogen uit, en deden vooral het spelletje ‘zoek de spin’. Van degenen die goed zichtbaar waren, heb ik geprobeerd door het glas heen foto’s te maken, en er zitten wel een paar deftige tussen. Prachtige, prachtige beesten overigens!

Enfin, geniet maar van de foto’s.

afrika02

afrika03

afrika04

afrika05

Deze had bovenaan het glas een soort hangmatje gemaakt, waarin ze net was verveld.

afrika06

Een prachtige witknie…

afrika07

Stukken giftiger dan die zwarte weduwe, btw.

afrika08

afrika09

Daarna wilden de jongens ook nog de rest van het museum zien. Kobe was wel doodmoe, maar gaf niet op: ze keken beiden hun ogen uit naar alle opgezette dieren en vergeelde insecten. Alleen konden ze er echt niet bij dat daar zoveel babydieren stonden, en dat dat ooit echte dieren waren geweest die opgezet waren, in plaats van replica’s. Bepaalde stukken hebben we overgeslagen, tot groot ongenoegen van Wolf, die er makkelijk een uur langer had kunnen rondlopen. Het museum is verouderd en vergeeld en nogal stoffig, maar het blijft ongelofelijk wijs. Er liep die dag trouwens een achthonderd man rond, zei een van de toezichters, en dat was vrij kalm. Op een goeie dag komt er gemakkelijk 1400 man kijken, en ik moet toegeven, daar stond ik dan weer van te kijken.

We hebben er een goed uur gespendeerd, en toen vond ik het welletjes, ik wilde naar huis. Ik heb wel plechtig moeten beloven aan de jongens dat we gingen terugkomen, en dat we dan ook in de tuinen gingen rondlopen. Misschien een idee voor een picknick deze zomer? Voor het geld moeten we het in elk geval niet laten: kinderen in gezinsverband onder de twaalf jaar zijn gratis, en leraars ook. Tsja…

afrika10

mama en baby gorilla

afrika11

de neushoornvogel

afrika12

“Whoa, kijk, mama, een janetkat!” Waarop hij spontaan de slappe lach kreeg

afrika13

afrika14

afrika15

Dit mini leeuwenwelpje moest ik perse ook trekken, zeiden ze.

afrika16

afrika17

afrika18

Parkwandeling

Het was vandaag zo mooi weer, en de herfst is dan zó mooi, dat ik bijna niet anders kon dan de kinderen lekker warm aan te kleden, en vijf kilometer verderop naar het park Claeys-Bouüaert in Mariakerke te rijden. Het park aan mijn school, jawel.

park01

park02

park03

park04

park05

Ik denk dat ze er alledrie even hard van genoten hebben. Kobe was bijna onmiddellijk zijn klasgenootje Rihanna tegen het lijf gelopen, en even later ook Sebastiaan, die bij ons in de straat woont.

park06

park07

En Merel, die zat in haar buggy, en keek haar ogen uit. Lekker warm in haar prachtige nieuwe jasje (dat ik al had gekocht toen ze nog niet eens geboren was).

park08

park09

park10

park11

En op het einde was er natuurlijk ook het kleine speeltuintje. Man, da’s toch altijd plezierig!

park12

park13

park14

Mijn eigen kleine Blaarmeersen

Nu ja, niet echt de mijne, maar toch… Laat het me uitleggen.

Goeie vrienden van mijn ouders hebben de meest fantastische tuin, een park op zich eigenlijk: een groot grasveld, prachtige bloemen en planten, een tennisveld, maar vooral eigenlijk een gigantische vijver, met strandje en eilandje met brug. Ik ging er als kind altijd zwemmen, en bleef er zelfs vaak logeren, al ligt hun huis op twee straten van mijn ouders. Onze trouwfoto’s zijn er destijds gemaakt, en ook Wolfs communiefoto’s. Ik ben er vroeger ook nog met de kinderen gaan zwemmen.

Ze  zeiden altijd dat ik maar moest afkomen met de kinderen, en dus belde ik vrijdag of ik zondag mocht komen picknicken met een vriendin en onze kinderen. Dat bleek geen enkel probleem, hun eigen kleinkinderen gingen er ook zijn, en dan was dat dubbel zo leuk voor iedereen.

Mijn ouders gingen uiteindelijk ook mee, en het werd een prachtige dag in een prachtige omgeving. Geen overvolle Blaarmeersen dus, waar je je kinderen geen seconde uit het oog mag verliezen tussen het gewoel, en waar je altijd leerlingen tegen het redelijk ontblote lijf loopt… En geen files naar de kust, maar ons kleine paradijsje. Oordeel zelf maar.

Marc01

Marc02

Marc03

Marc04

Marc05

Marc06

Marc07

Marc08

Marc09

Marc10

Marc11

Marc12

Mountainbike

Daarstraks had ik zin om nog te gaan fietsen. Het was een prachtige avond, de kinderen lagen al in bed, en Bart was thuis, dus ik kon gerust het huis uit. Alleen… ik heb het moeilijk om zonder doel te gaan fietsen. Zomaar een toertje, meh. Je kan natuurlijk zeggen dat de beweging op zich een doel is, maar dat is toch niet hetzelfde. Ik fiets graag ergens naartoe, begrijp je?

Uiteindelijk, na lang aarzelen, ben ik toch de fiets opgegaan, omdat ik eigenlijk wel eens wilde weten hoe ver dat nieuwe park van de Lange Velden doorliep. Een ideaal doel, dus ik trok een vestje aan (het was intussen al na negenen), stak de telefoon op zak, en weg was ik. Doorheen de wijk was uiteraard geen enkel probleem. De hoofdweg van het park is aangestampt gras, ook dat was niet echt moeilijk, al dudderde het soms op de ribbels van de sporen van de tractor die het traject had ingezaaid.

Op het einde – en dat loopt echt wel een eindje door –  had ik de keuze: ofwel keerde ik terug via een woonwijk, ofwel aan de iets hoger gelegen overkant van het park, tussen het water en de hoge berm in. Ik koos voor dat laatste. Hmm. Foute keuze dus. Dat traject is namelijk níet aangestampt, en door de regen van de laatste dagen bestond het uit vrij mul nat zand, ook wel modder genoemd. Voeg er dan nog aan toe dat er blijkbaar toch een paar auto’s waren gepasseerd en er dus sporen van twintig centimeter diep waren, en je begint het wellicht al te snappen. Ik was te koppig om terug te gaan, en dacht dat ik halverwege wel ging kunnen oversteken, maar dat viel zo een beetje tegen. En op een bepaald moment heb ik een bocht genomen van 90°, maar dat zand wilde niet meewerken, en toen lag ik heeltegans elegant tegen de grond. Jawel. Gelukkig was het maar nat zand, het viel nog mee dus. Eerder een gekrenkt ego dan een gekrenkt lijf.

Soit, ik heb vijfentwintig minuten gedaan over ocharme vier kilometer, en ik was helemaal bezweet. Niet dat ik anders vlot dertig per uur rij, maar dit was toch wel er een beetje over. Het zegt wel wat over het terrein dus.

Volgende keer toch maar die woonwijk nemen om terug te keren. Of ergens een mountainbike lenen, medunkt.