Spotify

Als verjaardagscadeautje kreeg ik van Bart een Spotify-account. Premium, wel te verstaan, zonder reclame of onderbrekingen dus. En dat is dus precies wat ik wilde: afspeellijsten waarbij ik gewoon naar het volgende kan klikken als ik dat wil, zonder gestoord te worden door stemmen.

Sorry, Studio Brussel. Al jaar en dag ben je mijn favoriete radiozender in de auto, maar thuis kan ik het gewoon niet: werken met stemmen en gesprekken die me afleiden, en waar ik me dus gigantisch kan aan ergeren. Op de stakingsdag viel het me nog eens keihard op: goeie muziek zonder storende elementen, dat is waar ik voor ga.

Ja, al mijn CDs zitten in iTunes en kan ik ook random laten afspelen, en af en toe doe ik dat wel. Maar nu ontdek ik veel meer nieuwe nummers, dingen die ik niet kende, of die ik ook nergens op CD had staan. Nummers die ik herontdek, nummers die me vrolijk maken. Die laatste categorie sleep ik dan steevast naar een lijst die ik zelf samenstel: “Goed gezind”. Want af en toe kan ik dat wel gebruiken, ja.

Ik ben dus fan van Spotify, en het is voor het eerst, eigenlijk, dat ik nu dus ook tijdens het werken soms muziek opzet. Nog lang niet altijd, daarvoor ben ik veel te veel gesteld op mijn kostbare minuten stilte. Maar soms wel, ja. Met bijzonder veel genoegen.

Schoolmama

Kobe leert op dit moment op school over muziekinstrumenten. Op zijn kleuters, uiteraard, maar toch: ik vind dat wijs. Vorige week mochten ze muziekinstrumenten meenemen, en ik had hem een (slechte) blokfluit meegegeven, zijn mondharmonica, en een paar castagnetten.

Er kwam ook een oproep of er mama’s of papa’s waren die instrumenten bespeelden, en dat even wilden laten zien in de klas. Dus toog ik deze voormiddag (ik begin pas zelf om 11.15u met lesgeven) naar de kleuterklas met een viool en een mandoline, en had Kobe ’s morgens al een klaroen meegenomen, die ik geleend had van een collega.

De juf had geprobeerd om er een geluid uit te krijgen, maar dat was niet zo’n succes gebleken. Kobe had toen blijkbaar nogal hard met zijn ogen gerold, en gezegd: “Maar juf toch, ge moet daar zo’n protje in laten, ik zal het ne keer tonen”, en toen had hij een zeer enthousiaste klaroenstoot ten beste gegeven.

Ik heb ze de mandoline laten vasthouden, ze hebben van dichtbij mogen kijken naar de viool, mogen voelen aan de strijkstok, een stemvork tegen hun oor gehouden, en ik heb meegespeeld op viool en blokfluit met een liedje dat ze zongen.

Ik had wel het gevoel dat ze het wijs vonden.

En Kobe, die glunderde.