Warrior Cats

Kobe is de laatste tijd “in zijne lees”, en veel hangt af van de boeken die hij vindt. Soms leest hij tijden niks, dan weer verslindt hij boeken, zoals nu de reeks “Warrior Cats” van Erin Hunter, een schrijverscollectief. Het is zelfs zo erg dat ik al tot aan de bibliotheken van Mariakerke en de Bloemekeswijk ben gereden om de boeken te halen: reeks 1 had 7 boeken plus twee extra dikke superedities, en nu zit hij volop in de tweede reeks. Zijn boekopdracht op school ging ook over een van die boeken, en daardoor had hij zitten opzoeken. Tot zijn grote ontzetting moest hij vaststellen dat reeks drie wel al geschreven was, maar nog niet vertaald.

Oh jee…

Waarop ik hem, half al lachend, voorstelde om ze in het Engels te lezen. Ik stelde zelfs voor om al even eentje te zoeken in het Engels, digitaal, op mijn Kindle, om te zien of hij ze wel al kon lezen. Tien minuten later stond het boek dat hij momenteel aan het lezen is, op mijn e-reader, en jawel, hij was verkocht. De papieren versie ligt opzij, hij is het Engels aan het lezen want dat is beter geschreven, vindt hij. Het helpt natuurlijk wel dat zo’n Kindle een vertaalwoordenboekfunctie heeft, waarbij je maar op het woord te duwen hebt en je na een klikje of twee de vertaling krijgt.

Maar hij is dus tien, en hij leest Engelse boeken. Dikke Engelse boeken. Engelse boeken die niet op beginnende lezers gericht zijn, en eigenlijk nog niet zo makkelijk geschreven zijn.

Mijn Kobe.

Ge wilt niet weten hoe trots ik ben.

Leeswoede

Begin september had ik nog eens gezegd hoe graag ik opnieuw aan het lezen ben, na jàren van grotendeels inactiviteit.

Intussen heb ik er alweer stapels verslonden, maar met één duidelijke constante: op de Kindle. En eigenlijk gewoon omdat ik ze op die manier veel rapper in handen heb – een paar kliks op Amazon en ik heb het -, ik in het volle zonlicht kan zitten lezen zonder zonnebril, en ook in mijn bed geen nachtlampje hoef aan te steken, waarbij mijn boek dan in tegenlicht zit. Ik kan het ook overal meenemen, het is serieus dun, en ik heb er altijd wel meerdere boeken op staan.

Bon, wat heb ik de voorbije maanden, sinds september, nog gelezen?

Wel, die Michael Ondaatje waarover ik het had. Niet slecht, niet slecht, maar niet meesterlijk, nee. En toen bleken er nog extra boeken te zijn van de Masters of Rome reeks van Colleen McCullough, en moesten die er ook aan geloven, ook al zijn ze elk meer dan 1000 bladzijden lang.

  • Caesar
  • The October Horse
  • Anthony and Cleopatra

Meer dan 3000 bladzijden later nam ik met pijn in het hart afscheid. McCullough had nog perfect verder kunnen schrijven over Augustus, ware het niet dat ze intussen zo’n klein beetje gestorven is, en dat dat een beetje roet in het eten gooit.

Tussendoor kwam er Oorlog en Terpentijn bij, van Stefan Hertmans, voor de leesclub van school. Ik was echt van mijn sokken geblazen door dat boek: meesterlijk! Zowel qua schrijfstijl als qua inhoud. Ik weet zeker dat ik dat over een paar jaar nog eens ga herlezen. Mijn bespreking voor de schoolwebsite staat overigens hier te lezen.

Ook The Nest van Cynthia d’Aprix Sweeney werd gelezen, ook alweer in het kader van de leesclub, want ik zou er zelf nooit op gekomen zijn. Ook een zeer fijn, beklijvend boek, vond ik. Bespreking hierzo.

Verder had ik weer eens zin in goeie fantasy, en een vraagje op Facebook overlaadde me met titels. Ik pikte er de trilogie “The First Law” van Joe Abercrombie uit, en ik moet zeggen: ik was onmiddellijk verslaafd! Tv kijken hoefde niet meer, ik las, en op een paar dagen zijn zowel The Blade Itself, Before they are hanged en Last Argument of Kings eraan voor de moeite. Magnifiek gewoon! Allez, toch als je van fantasy houdt.

Momenteel zit ik zo’n beetje in de fantasy, dus ik denk dat ik daar nog een beetje aan verder doe, wellicht met The Black Company van Glenn Cook. Maar eerst nu, voor de leesclub, La Peste van Camus. Geen idee of ik dat eigenlijk wel zie zitten, dat Frans. Da’s echt van het middelbaar geleden dat ik nog Frans heb gelezen.

Soit, allons-y!

 

Gezapige, maar gezellige zaterdag

Aangezien geen van beide jongens fit genoeg was voor een rugbymatch, toog ik met Wolf richting ’t stad: hij naar zijn muziekles, ik met mijn Kindle naar Café Labath voor een koffie. Veel plaats was er niet meer, dus ging ik aan een tafeltje naast dat van een iets oudere heer zitten, die ook een ereader voor zich liggen had. Spontaan sprak hij me aan over de mijne, en voor we het goed en wel wisten, zaten we verwikkeld in een druk gesprek over boeken, online bibliotheken, aan te raden detectives (blijkbaar is de Franse reeks 10/18 een prima richtlijn), en zat ook zijn vrouw enthousiast mee te volgen. We wisselden emailadressen uit, en ik leende hen prompt een boek, en toonde hoe ze formaten konden wisselen, zodat ook Amazonboeken op Tolino te lezen zijn en zo. Het gesprek meanderde alle kanten op, tot ze zich plots het uur realiseerden, want ze wilden nog naar het S.M.A.K. We zeiden salu, hij ging afrekenen, en in het passeren kwam hij snel met een grote grijns melden dat mijn koffie betaald was! Fijne, fijne mensen! En meteen was het uur dat ik ging lezen zo goed als om. Ik bestelde een warme choco voor Wolf, hij kwam die opdrinken, en we liepen nog samen even ’t stad in op zoek naar een stevige zwarte broek. Ah ja, hij mag voor het eerst mee naar een volwassenenlarp, een Omen mini, en daar moet hij echt wel deftige kleren voor hebben, en een jeansbroek just will not do.

We vonden een en ander, liepen nog de parfumwinkel binnen om mijn nieuwjaarscadeau in te wisselen – ik rook er trouwens helemaal niks. Bevreemdend! – en repten ons naar huis, waar Bart voor ons had gekookt.

Tegen drie uur stonden Merel en ik in de Sint-Godelievekerk: alle eerstecommunicanten waren uitgenodigd voor de viering – geen eucharistie – van Lichtmis, en vooral: Merels beste vriendinnetje (na Lieze) Julie werd er gedoopt. Het was wel grappig, want we hebben een nieuwe pastoor, die deze kerk duidelijk nog niet kende. Ik ben bijvoorbeeld op zoek gegaan in de sacristij naar vers water voor de doopvont, en naar doopkaarsen, maar het chrysma was onvindbaar. Tsja.

De namiddag gleed voorbij, en tegen vijf uur waren Marie-Julie en Alexander hier, Jeroens kinderen. Die bleven logeren, en iedereen stond hier al op voorhand te popelen. Er werden gigantische kastelen gebouwd, waarbij de meisjes de prinsessen waren.

En ’s avonds, toen werd er in pyjama met chips en fruitsap naar een film gekeken. En daarna nog steeds een pak gegiecheld en gebabbeld, tot Bart vond dat het welletjes was. Ik vrees dat ze allemaal niet echt veel geslapen hebben, maar wat een fijne dag…

 

Kindle Paperwhite

Voor wie het niet zou kennen: de Kindle (uit te spreken zoals in het Nederlandse kind, btw) is een e-reader, een elektronisch boek. Het ding is zo klein als een paperback, weegt minder dan het doorsnee boek, en je kan er massa’s boeken tegelijk op zetten. Het grote voordeel is: je kan zowel bij klaarlichte dag, in de zon, als in het donker lezen door het ingebouwde licht. En het is ook veel zachter aan de ogen dan een iPad of zoiets, die je daar ook kan gebruiken om te lezen, maar zonder bovenvermelde voordelen.

Het nadeel is dan weer dat je de boeken niet fysiek hebt. Je moet ze kopen, maar kan ze daarna niet in de boekenkast zetten (wat overigens evengoed een voordeel kan zijn) of uitlenen. Voor de ‘goeikoop’ moet je het niet doen: je betaalt quasi evenveel voor een e-book als voor een gedrukt exemplaar.

Maar bon, ik wilde dus zo’n Kindle Paperwhite, eentje die ik in één hand kan houden, en ook met datzelfde hand kan bedienen. Heel makkelijk voor in bed, trouwens. De maker van de Kindles is Amazon, die ze dan ook op zijn sites verkoopt. Helaas, daar zit dus een addertje in het gras: de Duitse, Franse of Engelse versie van Amazon versturen wel boeken naar België, maar niet die Kindle. Daarvoor word je prompt weer doorgestuurd naar de Amerikaanse versie, het moederbedrijf. En als je dus zo’n Kindle laat opsturen uit de Verenigde Staten, kost je dat niet alleen behoorlijk wat transportkosten, maar ook invoertaksen.

Na wat rondgevraag op Twitter kwam ik te weten dat de Engelse boekhandel Waterstones in Brussel ze verkoopt. Voor een fikse meerprijs (169 euro ipv 129 op de site), dat wel, maar bon. Ik heb er eentje besteld, en Monica (nog eens dank u, Monica!) is hem gisteren voor me gaan halen en heeft hem vandaag bezorgd. Een ideaal excuus, overigens, voor een stevige koffie en een fijne babbel.

Gierig als ik ben, had ik geen zin om nog eens 35 euro te betalen voor een stevige leren hoes, en ik wilde trouwens iets dat ietsje origineler was. En dus heb ik uit similileer zelf een hoesje gemaakt, eentje dat perfect past, en waarop ik de tekening van mijn opzijgezette iPhone heb herhaald. Met zilverstift die ik nog had vanuit het middelbaar, nota bene.

Ik vind het best geslaagd, voor een half uurtje werk. En nu ben ik dus een bijzonder tevreden lezer.

Kindle1

Kindle2

Kindle3