Thuis! (maar ikke niet)

Het werd een gewone lesdag vandaag, maar zo vlak voor een vakantie hebben de leerlingen er echt geen zin meer in. Ik sloot de dag af met een documentaire over Pompei, een zeer interessante die perfect aansluit bij de les, en dat was ideale timing.

Daarna spoedde ik me naar huis, begon nog extra gerief te verzamelen voor het weekend, liet om half vijf Jarne binnen, de jonge figurant die met mij meerijdt, en gooide Merel in heksenkleedje af bij Lieze. Ha ja: ik weg, Kobe naar de muziekles en Bart en Wolf nog niet thuis: ik kon dat kind toch moeilijk alleen laten? Gelukkig ging Els met haar drie dochters net een spokentocht doen in Tielt, en was er nog een plaatsje extra voor Merel.
Jarne laadde alle gerief in de auto – da’s de deal: hij moet als student geen nafte betalen, maar helpt me wel met in- en uitladen, iets wat ik als ouwe kapotte doos niet meer kan – we gooiden Kobe nog af op zijn muziekles, en reden door naar Gouvy of all places, net tegen de grens met Luxemburg.

Bart had om twee uur een vergadering in Brussel, en ging daarna Wolf ophalen met al zijn spullen in De Haan. Ik geloof dat het zes uur was tegen dat Bart daar was, maar daar was niks aan te doen. Ik had ervoor gezorgd dat Kobe terug naar huis kon met zijn lerares fagot, want het was bijzonder moeilijk in te schatten wanneer Bart en Wolf thuis gingen raken. En Merel ging afgezet worden na de spokentocht. Enfin, weer een regeling om u tegen te zeggen dus.

En intussen reden Jarne en ik in de gietende regen naar Leuven, stevig wat file trotserend. Het was vijf uur toen we hier vertrokken, het was tegen zevenen toen we in Lovenjoel een tent konden ophalen. Een korte stop in de plaatselijke Delhaize voor proviand later reden we verder, alweer in de gietende regen. Fijn hoor! Nog wat file later was het tegen negen uur voor we het terrein konden opdraaien. Vier uur in de auto, ingespannen rijden in de regen, ik was verdomd blij dat Jarne meegereden was. Want intussen waren we voluit aan het geeken geslagen: hij mag dan een ingenieur zijn, hij is blijkbaar al even zot van talen als ik. En samen hebben we de speciaal voor Haven ontworpen taal, het Eshki Ganu, zitten ontleden, vier uur aan een stuk. Ik heb een goed geheugen voor de woorden en morfemen, en hij kan de tekens lezen en omzetten naar woorden. Samen zijn we er dus niet slecht in, in dat taaltje.

Enfin, toch blij dat we er waren. Er werd geïnstalleerd bij de Akata, ik trok mijn winteroutfit aan, en tegen elf uur, toen de meeste mensen waren aangekomen, konden we eindelijk in game. Wat resulteerde in spel tot half vier, maar bon.

De stress viel subito presto van mij af. Zalig toch?

Dagje aan zee

Wolf moest tegen half elf in het Zeepreventorium zijn, en aangezien Kobe op kamp is, moest Merel uiteraard mee. We gingen er dan maar meteen een dagje aan zee van maken, ook al zijn we beiden niet zo zo van dat zand en al.
Maar we laadden handdoeken, zonnecrème, een emmertje met wat spulletjes en voor elk een boek in mijn bommashopper – de bolderkar is nog steeds niet gerepareerd – en reden fluks naar de kust. Voor een ijsje was het nog te vroeg, en dus gooiden we Wolf af met een dikke knuffel, en reden naar ons vaste plekje in De Haan, zijnde de straat van de ijsjes. Wonder boven wonder hadden we er zelfs nog een parkeerplekje!
En, ik mag dan een grote sloddervos zijn, maar eigenlijk ben ik ook wel best praktisch: we haalden de twee campingstoelen die vast in mijn koffer resideren, ook boven, samen met een grote grote paraplu. We waren van plan om ons kleine parasolletje mee te nemen, maar dat heeft onlangs eens de geest gegeven.

Een en ander zorgde ervoor dat we ons perfect konden installeren op het strand.

Na een dik uur hielden we het voor bekeken, laadden alles weer in in de bommashopper, en ploegden ons een weg door het hete zand naar de Mano, ons favoriete restaurantje aldaar. Het was er pokkedruk, maar het blijft me gigantisch verbazen: binnen de tien minuten staat je bestelling op tafel, en het is echt niet dat het opgewarmde of verslenste kost is, geloof me. Die hebben daar een ongelofelijk efficiënte keuken, heb ik zo de indruk.

En voor de prijs hoef je het niet te laten: ik geloof dat ik geen 10 euro betaal voor een kinderspaghetti, kinderpannenkoek en een drankje voor Merel. En mijn uitgebreide salade kost er iets van een 15.

We gooiden daarna de spullen in de koffer, reden naar Oostende, en gingen daar in de Vuurtorenwijk geocachen. Alleen, dat viel een beetje tegen. De eerste, op de dijk, vonden we niet. De tweede, aan een grote muur, helaas ook niet, ook al stonden we er samen met nog een familie te zoeken. Die familie kwamen we dan tegen bij nummer drie, en die wisten ons alsnog te melden waar we nummer twee konden vinden. Het zal echter voor een volgende keer zijn, want nummer drie lag in de duinen, de bloedhete, snikhete duinen, en Merel zag het totaal niet meer zitten. We waren ook niet de enige: die andere familie heeft hem ook niet gevonden. Bon, Merel en ik baanden ons opnieuw een weg door het gloeiende zand en het duingras tot we weer op de dijk uitkwamen, en toch nog eventjes zochten bij nummer 1. En jawel, deze keer hadden we hem vlotjes in handen, en snap ik nog niet hoe het kan dat we hem de eerste keer niet vonden.

We stapten in de auto, dronken elk een halve liter water, en ik lokte Merel in de val door iets verderop aan de haven te stoppen voor nog een cache (of twee), wat ze dan wel weer volledig zag zitten. Het is toch echt een stadsmeisje, die dochter van me.

En voor de curieuzeneuzen: er zat een geocache in het ronde Europese teken op de laatste foto. Je kan rechtstaan in de vis, en dan kan je dat ding eruitschuiven, en achteraan is er een blikje ingeschoven. De max!

En toen reden we naar huis, waarbij we in de auto al meteen afspraken dat Merel eerst mocht douchen om de zonnecrème en het zand van zich af te spoelen, en dat ik me dan daarna kon opfrissen en klaarmaken voor het concert vanavond.
Zij smeerde overigens ook mijn boterhammetjes, de lieverd, zodat ik om zes uur de fiets kon opspringen om naar de Brabantdam te fietsen.

Ik snap al bijna niet meer dat ik dat vroeger automatisch met de auto deed. Kieken dat ik was!

Haven IV

Haven dus, een nieuwe larp voor mij. Heb ik me geamuseerd? Welzeker! Maar toen spelleiding me dat op zaterdag in de vooravond vroeg, moest ik nog antwoorden: “Ja, maar ondanks Haven, eigenlijk”. Door het concept – je komt als vreemd volk toe in een compleet onbekende wereld met compleet andere, onbekende culturen – bleef mijn personage zeer op haar hoede, en legde nauwelijks contact met anderen.
Het hielp natuurlijk niet dat er al twee van mijn volk aanwezig waren, en dat we een eigen kampementje hadden gebouwd, een beetje – logischerwijs – verwijderd van de rest. Héél gezellig, met worstjes op de vuurkorf en al, en fantastisch gezelschap, maar we waren helemaal niet betrokken bij het spel.

Dat veranderde radicaal toen we – oorspronkelijk enkel Mireille en ik, later ook Sabrina en Hanneke erbij – mee de crypte in gingen, doorheen een soort doolhof, dan een tunnelsysteem, om voorbij een stevige golem in een kamer terecht te komen waar in een vreemde taal – het zelf verzonnen Eskhi Ganu – een hoop opnames konden beluisterd worden. En toen werd de linguïst in mij niet alleen wakker, maar begon die zich te verlekkeren. We probeerden zo goed zo kwaad mogelijk een van de acht teksten fonetisch te noteren, om die dan later bij het kampvuur met behulp van een zeer onhandig lexicon te vertalen. Schitterend gedaan, en ik amuseerde me rot!

Ook zondagochtend hebben we in die crypte doorgebracht met de andere zeven teksten. Ik vermoed dat de anderen zich doodverveeld hebben, maar ik vond het zalig! Zelfs toen het bericht kwam dat ze buiten aan de eindbash bezig waren, kon ons dat niet schelen: we deden voort!

Enfin, het volk van de Taoxka ligt me wel, het concept ook, en we bouwen het vooral verder uit. Ik kijk nu al uit naar de volgende Haven. Met àlle Vossen, deze keer.

Haven

Yup, na al die jaren eindelijk nog eens als speler op een larp weekend! Het had wat voeten in de aarde – de vorige kon ik niet mee omwille van de rug, en die daarvoor waren we aan het wachten op Els – maar yup, eindelijk gelukt. Met vier van de zes, maar bon, we hadden een klein kampje, genoten van het goede weer, en zagen er fantastisch uit, toch?

Een gewone zondag, enfin, toch een beetje

De dag begon met croissants en vriendinnen, ik gooide er eentje af aan het station – we hebben nog moeten crossen! – en om half twaalf stapten ook de laatste twee dames hun auto in, terug richting Dordrecht.
Ik moet het eerlijk toegeven: ik heb genoten van de voorbije dagen, maar ik was ook blij dat de rust terugkeerde in huis: helemaal stil en kalm.

Die rust duurde maar heel even, want om tien voor twaalf stond mijn pa al hier, en was ik volop bezig met een gigantische pot macaroni met hesp en kaas te maken. Wolf had daar expliciet naar gevraagd, en Bart was nog niet terug van Rome, ik moest dus wel zelf koken. Maar het smaakte enorm, en we genoten ervan, vooral dan ook van het dessert: zelfgemaakt vers roomijs met caramel ^^

Tegen dan kwam ook Bart thuis en waren we weer compleet. Bart at, viel prompt in slaap, en ons pa en ik reden naar Doornzele om daar een cachewandeling te doen, maar dat viel precies gelijk wat tegen. We zijn dan nog naar Speybank gereden die we met enige moeite wél opgelost kregen, en tegen half zes waren we weer thuis.

Een doodgewone zondag dus, met alles erop en eraan. Oh, en ons pa had gewoon een bloemetje mee voor mij: prachtige rode potroosjes! Ik hoop maar dat ze een beetje blijven staan, want ze zijn prachtig met mijn witte amarylissen…

Vossenweekendje ter voorbereiding van Haven

In oktober hadden we hier al eens samen gezeten voor Haven III, maar toen kon ik uiteraard niet mee gaan larpen door mijn kapotte rug. Mireille, Caterina en Hanneke zetten toen zeer overtuigende Akata neer, zo bleek achteraf uit alle verslagen.
Intussen zijn we een half jaar verder, is mijn rug nog absoluut niet oké – dat zal ook nooit meer goedkomen, maar bon – maar goed genoeg om een weekendje te gaan spelen. Ik was in november wel al een weekendje naar Omen gegaan, maar dat was als figurant en dus compleet anders.
Nu ga ik dus opnieuw spelen, mijn derde spelersrol ooit, en de eerste buiten Poort. Ik ga Els keihard missen, dat weet ik nu al: de laatste poorten speelden we voortdurend zij aan zij.
Ook Sabrina gaat nu mee, we waren dus met twee nieuwe spelers, en haar personage moest nog opgesteld worden en de rest bijgestuurd. En daarbij, gewoon een weekendje onder vriendinnen is ook zalig. Mireille was hier al van gisterenavond, ik had haar opgepikt in Drongen station. Bart zit intussen een weekendje in Rome met Jaguar, extra rust dus in huis :-p

Tegen de middag reed ik even naar Mariakerke om Chinees voor zes personen, en om één uur stonden effectief Hanneke en Sabrina hier. We waren net allemaal bediend toen ook Stefaan, man van Els en eigenlijk ook een echte Vos, hier stond. Hij had nog niet gegeten, we schoven een bord bij, en het werd extra gezellig. En ook al waren we met achten, er was nog steeds veel te veel eten :-p



Na het eten overliep Mireille even het concept van Haven, het spelsysteem, en gingen we aan de slag voor een personage voor Sabrina en meteen ook voor Stefaan, want bij hem was het ook beginnen kriebelen. Hij gaat nu nog niet mee doen, maar hopelijk wel de volgende. Yes! Dik in orde! Hij ging trouwens maar even blijven, had hij gezegd, maar het was toch ruim half zes voor hij weer richting Brugge vertrok ^^

Het was oorspronkelijk de bedoeling dat Mireille vanavond nog een trein naar huis nam, maar uiteindelijk is ze, samen met de andere twee, gewoon blijven slapen. Hehehe. Doodjammer dat Caterina er niet bij kon zijn, maar die heeft volgende week examens en was ijverig aan het blokken.

Enfin, vermoeiende, maar wel superwijze dag dus.