Dierenarts voor Gandalf

Vorige week zat ik nog met Nazgûl bij de dierenarts wegens een blaasontsteking en de bijhorende plasjes overal.
Vandaag ben ik met Gandalf even langsgeweest: hij moet zijn ‘stokjes’ niet meer hebben en loopt precies vrij mager. Het is niet dat hij meer slaapt dan anders, hij blijft dezelfde grote zaag, maar we waren er niet helemaal gerust in.

Ik kan niet zeggen dat hij moeilijk deed toen ik hem in de kattendraagmand zette, maar ik moet wel zeggen dat hij verdomd luid kan miauwen! Enfin, de dokter onderzocht hem, zei dat hij eigenlijk zeer gezond was, dat zijn tanden in orde waren, maar dat de kans groot was dat hij wormen had wegens eigenlijk in de laatste 8 jaar nooit ontwormd. Hmmm, dat zou inderdaad best wel eens kunnen.

Ik terug naar huis van Lovendegem met Gandalf, en zijn ongenoegen over de kattenmand werd zo mogelijk met nog meer decibels geuit. Ik had dan ook verwacht dat hij er onmiddellijk zou uitspringen, maar nee hoor: ik zette de mand neer, deed ze open, en Gandalf bleef eventjes gewoon zitten kijken. Toen stapte hij er omzichtig uit en besnuffelde het vermaledijde ding grondig. Om het dan hooghartig de rug toe te keren en, met de staart kaarsrecht in de lucht, aan de deur te miauwen om naar boven te mogen.

Katten. Bah.

Katten

Een kattenpost, een échte, niet zomaar een foto, het moet ook een keertje kunnen.

Eerst en vooral is er Fientje, de kattin van mijn ouders. Geen idee hoe oud het beestje intussen is, ik schat een jaar of vijftien. Regelmatig denkt mijn vader dat ze gaat sterven, maar blijkbaar is daar niks van aan. Zondag heb ik ze even vastgelegd voor het nageslacht, want daar zijn niet echt veel foto’s van, denk ik. Ze ligt graag op de vensterbank in de woonkamer, boven de chauffage, ofwel op de kerkstoel die daar al altijd staat.

En dan zijn er natuurlijk hier in huis nog steeds Gandalf en Nazgûl, en we hebben de namen blijkbaar goed gekozen, want ze komen nog steeds niet overeen. Maar het is gelukkig wel al een tolereren geworden, niet van harte, en Nazgûl moet ook niet te dicht komen of Gandalf begint te blazen, maar bon.

Maar vooral: ze kunnen allebei net op dezelfde manier verschrikt kijken.

Het zijn vooral ook twee heel verschillende karakters, wellicht ook door hun leeftijd. Gandalf is nu negen jaar en echt een grumpy cat: hij is dominant, een grote zaag, is liefst alleen en is nog steeds boos omdat Nazgûl er is. Hij ligt heel veel boven op de bedden van de jongens te slapen.

Nazgûl daarentegen is met voorsprong de meest ‘mensachtige’ kat die we al gehad hebben: hij ligt heel graag naast mij te slapen in de zetel, komt af als je hem roept, is wild van eten – ook al staat er altijd een bak korrels klaar – is heel erg nieuwsgierig, volgt me soms als een hondje, durft soms zelfs te apporteren, enfin, ne wreed wijzen.