Toonmoment voor Kobe

Ik noem het een toonmoment, wellicht was het eerder een soortement examen, maar bon, maakt niet uit.

Normaal gezien ben ik degene die mee gaat naar dat soort dingen, maar gisteren zat mijn dag net een beetje te vol daarvoor. Geen nood, Bart kon zich vrijmaken, reed met Kobe naar de Poel, volgde daar zijn concertje, en zag dat het goed was.

En daarna gingen ze, zoals het betaamt op vrijdagavond, samen iets van fastfood eten.

Zo heurt dat.

Beetje zielig

Kobe had deze namiddag een toonmomentje, een klein concertje in het rusthuis aan de Poel. Ideaal, dacht ik: ik zet hem af om 13.20 uur, doe een klein toertje van de Poel tot aan de Grasbrug, dan via de Korenlei naar de Sint-Michielsbrug en terug naar de Poel – en pik intussen twee labcaches op – en dan drink ik op mijn gemak nog een koffie in de Labath en ben om 14.00 uur netjes op tijd bij het toonmoment.

Ja slaapwel. Viel dat efkes tegen!

Ik heb over de 800 meter van het rondje net geen half uur gedaan, een oud meetje was er niks tegen! Helemaal bezweet – en niet omdat ik buiten adem was, gelukkig maar – kwam ik toe in de Labath, had nog net tijd om een meeneemkoffie te bestellen, en kwam nipt om 14.00 uur in het rusthuis toe. Ugh. Ik voelde me mega zielig, echt waar: ik ben nog altijd geen 85! Enfin, we hopen op beterschap, de voet doet het beetje bij beetje telkens iets meer.

En toen zat ik rustig in dat rusthuis – badoem psss – en luisterde ik naar diverse fagotten, trompetten, een viool en nog meer fagotten.

 

Goed gevulde dag

Meestal heb ik op woensdag niet te veel te doen. Allez ja, buitenshuis dan, ik weet altijd wel wat gedaan, vooral qua schoolwerk.

Deze morgen hielp ik rond kwart voor acht Kobe met pancakes te bakken – hij mocht ontbijten op school – en daarna pakte ik zelf een en ander in qua koffiemateriaal: mijn campinggasvuurtje, de bialetti, koffie, een hoop bekers, lepeltjes, melk en suiker, en ik reed vrolijk met de fiets richting school.

Ha ja, onze zesdes hebben vandaag eindelijk hun uitgestelde en sterk beperkte uitvaart. Er is een digitale show opgenomen, en daarvoor spraken ze af op ’t veld voor een ontbijtje in klasbubbels. Ontbijten heb ik dus niet gedaan, maar wel verse koffie gemaakt voor een aantal mensen. En deugd gehad van de lachende gezichten van de zesdes, dat ook.

Daarna was er dus de uitvaartshow, en aansluitend reed ik vrij snel naar huis: Bart had zoals altijd gekookt voor ons.

Kobe had dan weer om twee uur een miniconcert voor fagot. Al zat daar ook wel enige miscommunicatie tussen mij en mijn zoon. Hij had gezegd: een tiental minuten om een stukje op te nemen met een pianiste, in het Guislain.

Om zeker te zijn – het Guislain heeft nogal wat ingangen – vroeg ik het exacte adres tijdens het eten. Bleek het de Sint-Juliaanstraat te zijn, een zijstraat van de Ottergemsesteenweg, aan de andere kant van Gent in plaats van hier in Wondelgem. Oh yo, best dat we het nog even nakijken of we waren grandioos verkeerd geweest.

Enfin, wij daarnaartoe. Er was niet meteen parkeerplaats, dus zei ik tegen de uiterst behulpzame verpleegster aan de ingang dat ik wel in de auto zou wachten. Euh, zei die, dat is wel lang, toch? Er ging een wenkbrauw omhoog. Blijkbaar was het geen opname maar een heus miniconcert van twee fagotten en een zanger voor de geriatrische patiënten in het centrum. Eerst even inspelen en dan om half drie het concertje. Ah bon. De verpleegster heeft me op de privéparking van de instelling geposteerd en ik ben dus uiteraard komen luisteren.

Omdat ik dus onverwacht aan de andere kant van Gent zat en iets langer werd opgehouden, heb ik Kobe dan maar verplicht om mee even een drietal caches in orde te zetten en ééntje te zoeken. Ik had niet echt de indruk dat hij het erg vond ^^ Het was overigens lang geleden dat ik nog eens op zwier was met mijn jongste zoon, en dat deed wel eens deugd, ja.

Enfin, terug thuis was er tijd voor een vieruurtje, wat verbeterwerk, en dan richting Vinderhoute voor een sessie bij de psycholoog met Merel. Deze keer was het niet de bedoeling dat ik erbij was, maar ik zag het ook niet zitten om de wandeling te doen van de Oude Kale – mijn heup, waarvan de slijmbeurs quasi nonstop overbelast is door mijn rug, deed pijn – en dus heb ik een stoel gevraagd en heb ik me gewoon aan de kant van de weg zetten lezen. De Molenstraat is plaatselijk verkeer, maar man, volk dat daar woont en werkt, niet te geloven! Er moeten daar een paar vakkundig verborgen gigantische woontorens en kantoorgebouwen staan, dat kan niet anders.

En toen ik thuis kwam, viel mijn euro dat morgen alles dicht was, en dat ik eigenlijk mijn zinnen gezet had op een deftige partytent, want morgen is er DND  buiten. Ik dus nog richting Brico, waarbij dezelfde bijzonder behulpzame  jongeman van de vorige keer me uitlegde waarom hij die van 110 euro duidelijk meer aanraadde dan die van 40. En nee, die gast krijgt daar geen commissie op. Die van 40 is plastiek met plastieken buizen, die duurdere is in stof met stevige metalen buizen en véél makkelijker op te zetten. Ha bon, die dus. En meteen ook alles netjes in mijn kar gelegd, want hij herinnerde zich zelfs nog dat ik een kapotte rug heb.

Aan de kassa werd er afgerekend door een iets oudere dame, die meteen ook vroeg of het wel zou gaan om het in mijn koffer te leggen. Toen ik zei dat ik wel behulpzame handen ging vinden op de parking, riep ze meteen een van de jonge gasten om het ding in de auto te leggen.

Mooi, mooi.

Nu nog een paar dagen goed weer, en we kunnen er weer tegen.

 

Gerickrolled

Jawel, het bestaat nog steeds: rickrollen.

Wikipedia zegt: Rickroll is een internetmeme, die ontstaan is in 2007.

Rickrollen gebeurt door een ander een link te geven en de indruk te wekken dat daar iets interessants te vinden is. Maar in werkelijkheid leidt de link naar de muziekvideo Never Gonna Give You Up van Rick Astley. De grap begon in 2007, toen mensen die op het internetforum 4chan op een link naar een trailer van Grand Theft Auto IV klikten doorgelinkt werden naar de video van Rick Astley op YouTube.”

Vorig jaar tijdens de lockdown probeerden mijn leerlingen me af en toe te rickrollen, maar dat is ze eigenlijk nooit gelukt.

Nu, deze week komt Kobe met zijn fagot bij mij: “Mama, mama, luister eens? Ik kan iets dat je wijs gaat vinden.”

Vol goeie wil, zoals een goede moeder betaamt, zeg ik: “Ja liefje? Laat maar horen?”

Waarop mijn allerliefste engeltje met een grote grijns – voor zover je kan grijnzen met een fagotboccaal in je mond – “Never gonna give you up” begint te spelen.

Gerickrolled in mijn eigen badkamer op fagot. Dat kan dus blijkbaar ook.

Zucht.

Eén hobby…

Merel heeft het er bij momenten wel lastig mee, met die “één hobby” regel per kind.

Voor de inhuizige pubers was er minder een probleem: Wolf doet al een tijdje geen muziekles meer, en de rugbytraining is op zich wel weer opgestart in kleinere groepen, maar Wolf vindt het sop de kool niet waard. Hij vindt het veel te risicovol om daar met compleet onbekende mensen full contact te gaan, en ik geef hem daarin gelijk. Ze trainen wel, maar er is toch geen competitie momenteel.

Kobe doet geen sport meer, maar fagotles mag gelukkig wel omdat dat apart is en de leraar afstand kan houden. Het wordt trouwens ook gezien als les, niet als hobby. Zijn orkest, het GEJO, staat dan weer al bijna een jaar on hold: dat kan natuurlijk niet doorgaan met al die spelers in één ruimte die dan nog eens enthousiast aan het toeteren zijn.  Scouts doet hij intussen wel, als enige activiteit: twee keer per maand buiten in een groepje van tien, dat is netjes afgemeten en geregeld.

Maar Merel heeft het er wel lastiger mee. Muziekles mag nog omdat ze maar met tien zijn onder de twaalf jaar. De twee iets oudere krijgen apart les, niet in groep. Ook haar blokfluitles mag doorgaan: twintig minuten in plaats van een uurtje, dus apart en niet met drie samen. Tsja. Niet zo erg. En zoals gezegd telt dit niet als hobby maar als les.

Maar daarnaast doet ze nog een uurtje dans op vrijdag en normaal gezien op zondag de scouts. Aangezien dit wel in groep is, mag ze maar eentje kiezen, en dat is dans geworden. Dat doet ze met haar beste vriendinnen, en die scouts, daar zitten die vriendinnen ook wel in, maar da’s in een grotere groep en altijd buiten en dus een pak kouder. Eén vriendinnetje heeft atletiek gekozen in plaats van dans en volgt de les van thuis uit. Dat dat kan, vind ik fantastisch: de juf zet ook daar een camera op en ze kunnen volgen.

Een andere vriendin heeft twee keer dans en twee keer scouts gekozen, maar Merel wilde toch liever gewoon dans. Allez, liever allebei, maar dat kan nu niet. Ik ben al lang blij dat ze ook de muziekles en blokfluit mag blijven doen.

Zucht.

Ik heb zo’n medelijden met de kinderen en jongeren momenteel. Onbezorgd kind of puber zijn zit er niet in. Ugh.

Nieuw taxiseizoen

Jawel, vandaag was er de aftrap van het nieuwe activiteitenseizoen voor mezelf en de kinderen. Allez ja, Wolf was al even terug bezig met rugby, maar nu pas kickt het echt in.

Wolf doet naast zijn Wetenschappen-Wiskunde nu enkel nog rugby, maar dan wel met overgave. Hij heeft training op woensdag en vrijdag van zes tot acht, en is aan het overwegen om ook op maandag deel te nemen – als hij geselecteerd wordt – aan de Rugby Academy, training van acht tot tien. Misschien gaat hij tussendoor dan wel nog gaan fitnessen, maar dat is via de SNS-pas van de school en daar fietst hij zelf naartoe.

Kobe is al even gestopt met sporten maar fietst wel alle dagen naar school, en tegenwoordig ook aan een stevig tempo. Op zich is dat voor mij genoeg, die dagelijkse tien kilometer. Op vrijdag heeft hij GEJO jeugdorkest van vijf tot zeven, met tussendoor ergens zijn fagotles. En binnenkort start ook de scouts weer op zondag.

Merel heeft nog blokfluit op donderdag van kwart na vijf tot kwart na zes – al is het nu iets korter wegens corona – en muzieklab (notenleer dus) op zaterdag van elf tot één. Daarnaast is ze nu ook ingeschreven, samen met haar twee beste vriendinnetjes, voor een uurtje dansles op vrijdag van vijf over zes tot vijf over zeven, en ze ziet het volledig zitten. Oh, en scouts op zondag dus.

Concreet betekent dat voor taxi mama op maandag heen en terug naar de Blaarmeersen. Op woensdag kan Wolf gelukkig meerijden met rugbyspelers uit de straat, maar die zijn jonger en stoppen om half acht. Ik ga hem dus wel om acht uur halen. Op donderdag rij ik met Merel naar de Poel en drink ik rustig een koffie in de Labath, en ’s avonds ga ik proberen terug naar het koor te gaan. Vanavond nog even niet wegens de rug, maar bon.

En op vrijdag? Dan breng ik tegen vijf uur Kobe naar Evergem, zorg ik dat Wolf om half zes bij de rugbyspelers in de buurt staat om mee te rijden – al heb ik daar eigenlijk geen omkijken naar – pik ik om kwart voor zes Merels vriendinnetjes op om hen naar de dansles te brengen, haal ik zelf om zeven uur Kobe op in Evergem, vang ik om twintig na zeven Merel op die thuis wordt gebracht van de dansles en ga ik om acht uur Wolf ophalen aan de rugbytraining.

Goh, ’t is een bezigheid als een ander, zeker? Maar ik heb wel vrolijke, blije kinderen op die manier, en daar gaat het om.

De laatste fagotles

Kobe had nog één fagotles, de laatste van drie échte lessen die konden doorgaan. De vorige keer had ik repetitie op school en had Bart hem gebracht en van de extra voordelen genoten, zijnde een koffie op het terras van de Labath. De keer daarvoor had ik zelf intens genoten ^^

Vandaag was Merel gewoon meegekomen: eerst samen iets drinken in de Labath, en dan met Kobe nog even wat kampspullen kopen en een ijsje eten. Dat leek niet alleen een goed plan, dat was het ook.

De laatste keer, helaas. Het vervolg zal voor in september zijn.