Zaterdag taxidag

Zo voelde het vandaag dus weer aan. Serieus.

Om kwart over acht gooide ik Kobe af aan de rugby. Enfin, ik liep wel nog even mee tot aan het clubhuis, want het was in Antwerpen, en ik ging thuis blijven voor de thuismatch van Wolf.

Na een fijn koffietje en een wakkerwordmomentje aan de computer, gooide ik Wolf tegen tien uur af aan de Poel voor zijn muziekles, en ging zelf op wandel door Gent Centrum. Ver ben ik eigenlijk niet gewandeld, want ik ben nog eens op zoek gegaan in de Sint-Niklaaskerk voor die geocache. Enfin, met een meeneemkoffie en meeneemwarmechoco uit de Labath – een echte aanrader! – reden we iets over elf nog eens naar de Blaarmeersen: opwarming voor Wolf voor de rugbymatch om 12.00 uur. Tijd genoeg dus voor mij om nog tot in Drongen te rijden, en het schoonmaakdoekje voor Kobes fagot in te wisselen. Er zijn namelijk twee soorten, en dat ene was natuurlijk het verkeerde. Meh. Ik heb dan maar meteen een echte fagotstaander meegenomen, zodat het ding stevig staat. Tot hiertoe stond het in een gitaarstandaard onstabiel te wezen, tot grote ontzetting van de kuisvrouw. Negentig euro, bon ja. ’t Is ook voor mijn eigen gemoedsrust, zal ik dan maar denken, zeker?

Tegen twaalf uur stond ik netjes te supporteren aan de zijlijn, en man, wat een match! De U14 staan aan de leiding samen met Pajot, en daar speelden ze nu tegen. Het leverde een machtig schone match op, spannend ook, en dan nog eindigen met een gelijkspel, faut le faire.

Kobe was nog niet terug uit Antwerpen, en ik stelde vast dat de dame achter de bar aan het verzuipen was, en dus ben ik daar dan maar bijgesprongen, terwijl Wolf naar de match van de U16 ging kijken.

We waren maar thuis tegen half vier, maar ’t was eigenlijk wel een fijne dag. Beetje druk, dat wel. Tsja.

Van paastoernooien, notenleerlessen en fagottoestanden.

Ik weet niet wat mijn telefoon heeft, maar soms geeft die berichtjes gewoon niet weer in mijn meldingen, en weet ik niet dat iemand me een bericht heeft gestuurd.
Zo had ik gisteren een berichtje gestuurd naar Kobes fagotleerkracht die ook de lerares notenleer is voor Wolf. Kobe heeft bij haar les van 9.00 uur tot 9.30 uur (daarna heeft hij zelf notenleer bij een andere juf) en dan moet zij een uur wachten tot de notenleer van het vierde begint om half elf. Kobes notenleerjuf is ziek, en dus vroeg ik wanneer hij dan les had. Ik had niks meer van haar gehoord, en dus stonden we daar netjes om negen uur. Geen juf. Tien minuten later wilde ik haar een smsje sturen, en bleek ze gisteren prompt geantwoord te hebben op mijn berichtje, dat Kobe dan les had van half tien tot half elf. Zucht. Daarvoor zo vroeg uit mijn nest dus :-p
Enfin, toen ze om half tien arriveerde, bleek Kobe nog niet eens zijn boek mee te hebben, en mocht ik weer naar huis kletsen daarom. En ik kon nog niet eens wachten tot het einde van zijn les, of intussen boodschappen doen, want om half elf moet Wolf naar de notenleer, en die was nog niet mee. Zo blijft ne mens bezig.

Enfin, om half elf Wolf afgegooid en Kobe opgehaald, en een poging tot markt gedaan. Alleen staat er een kermis op het plein, en stond de markt gewoon in de straten, waardoor er al helemaal geen parkeermogelijkheid meer was. Tsja.

Tweede poging was om half één, toen Merel en ik om paaseitjes gingen en tulpen haalden. Prachtige dubbele vuuroranje tulpen met twee bloemen per steel, 12 euro voor 30. Meteen dus een paascadeautje voor oma en omaly die morgen komen eten.

Na de middag waren de kinderen plots buiten beginnen spelen, met waterballonnen, en hoewel ik eigenlijk naar het paastoernooi van de rugby wilde, had ik het hart niet om hen uit hun spel te halen.

Uiteindelijk bleek Kobe sowieso geen zin te hebben, en ben ik met Wolf en Merel tegen een uur of vier gearriveerd aan de Blaarmeersen. De zon scheen af en toe, maar we waaiden vooral bijna uit onze schoenen. We keken naar gewone rugby, volgden een matchke touch rugby, speelden bij gebrek aan ijsjes een pakje frieten naar binnen, en stonden toen minstens een half uur bij een gigantisch wijs opblaasspel. Denk mechanische stier, maar dan amusanter. Het is een grote cirkel waarbij in het midden een ding ronddraait met een hoge en een lage arm. De bestuurder kan kiezen wanneer het ding van richting verandert, en hoe snel het draait. Resultaat: je wordt gewoon bij momenten van je sokken geslagen! Wolf heeft zich de max geamuseerd! Merel was er echt nog te klein voor, het ding heeft echt wel impact.

Enfin, fijne namiddag, en stipt om half zeven waren we weer thuis. Waarna ik gegeten heb, me omgekleed, en opnieuw naar de rugby vertrokken ben, voor een dubbele manusje-van-alles shift, die erop uitdraaide dat ik bekers zocht voor een ploeg die te laat was op de uitreiking, pasta opzette om te koken voor de volgende dag, bakken ging zoeken, een voorlopige wand afbrak, en vooral heel veel achter de toog stond, zowel om af te wassen als te tappen en door te geven. Geen moment verveeld, dat niet!

 

Fagot

Kobe lijkt echt wel aanleg te hebben voor muziek, en dus mocht hij na een jaar notenleer een instrument kiezen. Gitaar wou hij niet, want dat speelt Wolf al. Piano? Meh, te groot en te luid, en (denk ik) te gewoon voor Kobe :-p En strijkers, dat zei hem niet veel.

Hij sprak eigenlijk al lang van een blaasinstrument. Dwarsfluit, of blokfluit misschien. Voor trompet en klarinet kreeg hij een veto: het een echt te luid (en ik hou niet van koperblazers behalve hoorn), en klarinetten doedelen me te veel.

En toen kwam hij thuis met fagot. Je weet wel, houtblazer, familie van de klarinet, maar dan de grote broer. Ook met een rietje te bespelen, maar ongeveer 1.30 meter lang. Serieus.

Fagot.

Hij bleef bij zijn standpunt, ook toen ze met de notenleerklas op instrumentenbezoek waren geweest. Fagot zou het zijn. Dus maakten we op het einde van vorig schooljaar al kennis met juf Renate, de fagotlerares, en werd zijn maat bepaald. Want ja, als hij té klein is, kan hij niet aan alle kleppen, en moest het een speciaal instrument zijn. Blijkbaar was dat niet nodig, en deze morgen stond ik met hem om negen uur in de fagotles. Juf had een huurinstrument mee, een mooi houten ding, en eigenlijk hebben we samen geleerd hoe je het ding in en uit elkaar haalt, hoe je het schoonmaakt, en hoe je erop blaast. Enfin, dat heeft Kobe geleerd, want ik krijg er geen zinnig geluid uit. Maar hij blaast dus al een mooie peut.

Hij straalde.

Deze namiddag wilden ze al samen spelen, Wolf en hij. Ik wierp nog op dat Kobe maar één noot kent, de lage mi, maar dat was volgens Wolf geen bezwaar: de meeste van zijn stukjes zijn sowieso met een mi als grondtoon, en dat kon dus wel.

We hebben tranen gelachen, echt waar, en ik heb zelfs op een bepaald moment de fagot overgenomen, want Kobe zakte door zijn benen van het lachen. Het klonk dan ook hilarisch: Wolf heel delicaat op zijn gitaar: “Mi – re – mi” “Peeeeeuuuuuutttt!”

Man man man.

Fagot begot.

Een dag van wisselende emoties

Alles begon nochtans vrij rustig, met het standaard ritje om half negen naar de muziekschool, en aansluitend het obligate koffietje thuis. Een uurtje later ging ik Kobe weer oppikken, en gingen we even langs bij de fagotjuf. Jawel, dat bestaat, en jawel, Kobe gaat fagot leren volgend jaar. Hij moest even een fagot gaan passen, om te kijken hoe groot zijn handen zijn en welke maat van instrument hij dus heeft. Dat bleek mee te vallen, eigenlijk. In elk geval stond Kobe gewoon te stràlen.

Nog een uur later bracht ik Wolf naar de muziekles, en wist ik zelf niet wat aan te trekken. Het was wel een begrafenis, maar Vic hield niet van zwart, wel van kleur. Toch heb ik nog voor zwart gekozen, gewoon omdat ik me daar zelf het sterkst in voel, en dat had ik wel nodig. Ik had namelijk aangeboden om, als onze leerlingen die iets gingen voorlezen, niet meer verder zouden geraken, over te nemen en hun tekst af te werken. Net op het moment dat ik Wolf moest ophalen van de muziekles, kwam mijn vriendin toe. Ik had haar al twintig jaar – geen overdrijving, dit keer – niet gezien, maar toen ze mijn oproep voor een babysit had gelezen op Facebook, had ze zich spontaan aangeboden. Ik heb dus met moeite hallo gezegd, Wolf afgegooid, en ben doorgereden naar Lochristi.

De dienst was prachtig. Heel intens, heel oprecht, heel… Tsja. Ik ben nog meegekomen naar de binnentuin van de school, maar echt veel leerlingen waren er niet. Niet erg, we waren er tenminste voor degenen die er wél behoefte aan hadden.

En van daaruit ben ik dan naar het ziekenhuis gereden om Bart op te pikken. Het viel wel mee van pijn, beweerde hij, al zei zijn gezicht iets anders. Maar bon, we moeten erdoor.

Ik heb hem thuis in de zetel geïnstalleerd, Ann ongelofelijk hard bedankt, heel even zelf tot rust gekomen, en heb toen geprobeerd de toiletten te repareren, want die werkten blijkbaar niet meer. Bleek de waterput leeg te zijn (filter verstopt) en het overschakelingsmechanisme naar stadswater niet te werken. Enfin, ik heb nog wat zitten prutsen, en heb dan de kinderen bijeengepakt en ben naar Gwens verjaardagsfeestje gereden. Gwen had meteen ook de kinderen gevraagd voor een gezellige avond met hapjes en drankjes, en we zaten prinsheerlijk buiten. Bart was zelfs eerst van plan geweest om mee te gaan, maar werd uiteindelijk te moe, en had afgezegd. Tegen kwart voor negen ben ik Merel thuis in bed gaan steken, en ben nog teruggekeerd. Het was echt een fijne, fijne avond, en ik denk dat het zelfs na middernacht was toen de jongens in bed lagen.

Maar man, ik was echt aan zo’n zorgeloze avond onder vrienden toe. Bedankt, Gwen!