Nu dat weer?

Hmm. Ik had het al eerder deze week gevoeld: ik heb een blaas. Nu is het niet de bedoeling, dacht ik zo, dat je voelt dat je een blaas hebt, tenzij je heel dringend naar het toilet moet. Maar ik had zo’n licht zeurderig gevoel in mijn onderbuik. Even dacht ik aan een blaasontsteking, maar dat verwierp ik: uit vroegere ervaringen wist ik dat blaasontstekingen meestal gepaard gaan met het pissen van bloed en een heel erg pijnlijk, branderig gevoel bij het plassen. Oh, en een sterk verhoogde plasdrang. Quod non.

Vannacht werd ik wakker van de pijn in mijn rechternier. Oh? Ik kon nog moeilijk slapen, het ding deed echt wel vervelend. Dus trok ik tegen tien uur naar de dokter van wacht. Verdict: een zware blaasontsteking die al opklimt richting nieren.

Je moet dus geen bloed plassen om een ontsteking te hebben. En het bleek al een zware te zijn, eentje met slecht karakter. Daar zijn dus ook zware antibiotica tegen gegooid, kwestie van erger te voorkomen. Allez hup, dit kon er ook wel weer bij.

Wat wel verfrissend was: een dokter van wacht die me niet behandelt alsof ik gatachterlijk ben, maar het gewoon heeft over ontstekingswaarden en leukocyten en zo. En het in deftige termen uitlegde in plaats van kleutertaal. Fijne mens.
En ook: in wat een prachtig land leven wij, zeg? Ik kan in het weekend zomaar naar een dokter die me grondig onderzoekt, en ik betaal daar zes euro voor. 6 euro. Man man man.

Druk, en toen plots niet meer

Nee, het was geen goeie dag vandaag. Deze morgen stond Bart om kwart over acht al met Wolf bij de orthopedist in Sint-Amandsberg: Wolf had opnieuw zijn duim bezeerd tijdens de rugby, net op dezelfde plaats als een jaar of drie geleden. Toen bleek dat een barstje geweest te zijn dat verkeerd behandeld was geweest, en ik wilde liever geen risico lopen. Enfin, gelukkig bleek het een verstuiking te zijn, niks meer. Oef.

Intussen zat ik op school, maar Kobe voelde zich niet zo goed. Hij was ’s morgens toch naar school vertrokken met de belofte dat hij me iets ging laten weten als het niet lukte. En jawel, om elf uur kreeg ik een berichtje: dat hij zich echt slecht voelde en dat hij naar huis wilde. Ik ging even kijken, zag dat hij echt mottig was, en liet hem uiteraard gaan. Maar het feit dat hij koorts had en hoestte, was voldoende om een afspraak bij de dokter te maken voor een test.

Hij is wel nog zelf naar huis gefietst en ik ben hem na twaalven achterna gegaan: eigenlijk had ik nog studiepermanentie, maar er was niet echt iemand ziek en ik kreeg toestemming om te vertrekken. Oef. Thuis lag Kobe in zijn bed te slapen en ik heb hem wakker moeten maken om half twee voor het doktersbezoek. Zij deelde mijn mening: dat hij het eerste geval was van de week waarbij ze echt wel dacht dat het corona kon zijn. Bon, preventieve quarantaine dus.

Ik ging om half drie Merel en haar vriendinnetjes nog ophalen aan de Blaarmeersen na een oriëntatieloop, maar zegde de klassenraad van de eerstes daarna af: ik wilde geen risico lopen om iemand te besmetten, plus ik had zelf een gemene koppijn en het is niet alsof mijn eerstes, na vier lessen module Latijn, veel hebben aan mijn input: ik ken ze nog nauwelijks.

Meestal is de vrijdagavond een gigantische rush van de ene taxirit na de andere, maar plotseling liep de hele avond leeg.  Wolf mag met die gekwetste duim niet gaan trainen, Kobe mag het huis niet verlaten en Merels dansjuf liet weten dat ze ziek is en dat de les dus niet doorgaat. En dus waren we plots allemaal gewoon rustig thuis. Ik kan niet zeggen dat ik het erg vond, want de levels stresshormoon in mijn bloed vandaag zouden wellicht boekdelen spreken. Tsja.

 

Zwarte gat?

Spreken van een zwart gat is sterk overdreven, maar ja, mijn woensdag vandaag voelde bijzonder onwennig aan.

Ik had les tussen tien en twaalf, reed toen fluks naar huis, kookte snel, en… toen was het gedaan. Leeg, Vrij. Dat is dus voor het eerst in acht jaar, sinds Wolf begon met muziekles, dat de woensdagnamiddag gewoon vrij is. Kobe heeft geen notenleer meer, die volgt AMC en dat is op vrijdag, net zoals zijn samenspel en zijn fagotles. Merel heeft maar één keer per week notenleer – excuseer, muzieklab – en dat valt bij haar op zaterdag. En Kobe is gestopt met rugby, en Wolf zit in het Zeepreventorium. Ik ben momenteel zelfs doorheen het corrigeren/redigeren van de boeken van Dirk, zodat zelfs hij niet meer langskomt op woensdagavond.
Heh. Vreemd. Zeer vreemd, maar niet onaangenaam gevoel, zo’n vrije middag. We hebben dat dan maar opgelost door naar de bibliotheek te gaan – ook niet onbelangrijk! – en daarna naar de nieuwe kapper hier net voorbij het kruispunt. Kobes haar was veel te lang geworden, maar de kapper was dicht op maandag, en natuurlijk was er net gisteren de schoolfotograaf…

Om half zes zat ik bij de dokter – borelia, en dus doxycycline, een stevige antibiotica – en gelukkig was er ’s avonds de start van het nieuwe quizseizoen, zodat ik nog niet helemaal verloren liep in mijn woensdag.

Ik voorzie nog mooie woensdagen in de toekomst, jawel.

Verdict van de dokter

Bon, ge komt dus bij de dokter, hoest het mens bijna omver, terwijl ge op uwe stok leunt en met uw been in een soortement plaaster zit. Juist ja.

Ze trok even een wenkbrauw op, stelde na wat onderzoek vast dat ik geen bronchitis heb, maar een tracheitis – ontsteking van de luchtpijp – met massa’s vastzittend slijm, en dat mijn lumbago inderdaad behoorlijk opspeelde. Slijmoplossend middel, en dat was dat.

Waar ze veel bezorgder om was, was het verhaal van de laars en de artrose. De orthopedist had inderdaad een actieve periode voorspeld, en zei dat ik mijn laars vier tot zes weken zou moeten dragen. We zijn intussen quasi drie maanden verder, en ik draag het ding nog steeds.

Ze schreef me Feldene voor, een serieuze ontstekingsremmer, om zowel de pijn in de rug te verlichten, en te zien wat het effect zal zijn op de voet.

Ik ben benieuwd, maar ik ben eigenlijk ook wel wat gealarmeerd door haar bezorgdheid. Blijkbaar is dit écht niet oké.

Over een paar jaar de rollator, zeker? Of iemand zoeken met maatje 40 en enkel een rechterbeen, en de schoenen delen?

Angine

Ik ben vandaag dus even langs de dokter geweest, gewoon omdat die keelpijn en algemene mottigheid blijft aanslepen, en vooral omdat mijn keel intussen dik begint te staan, en slikken moeilijker begint te worden. Niet in orde dus.

En jawel, het verdict luidde “angine”, bacterieel, want ik maak geen koorts. Ik moet antibiotica nemen, en tegen overmorgen zal ik me een pak beter voelen, voorspelt ze. Meh. Die deadline ligt wel vanavond he. Maar ik sta er vrij goed voor: ik moest gisteren noch vandaag naar school, en ik heb dus goed kunnen doorwerken. De examens van vijf en zes verbeteren ook altijd een pak aangenamer dan die van de vierdes, waarbij er altijd problemen zijn. En in tegenstelling tot wat veel leerlingen denken, buizen wij echt niet graag. Eigenlijk is dat een teken van ons eigen falen, want dan hebben we die leerling niet goed aangepakt en niet voldoende begeleid.

Ik moest trouwens ook lachen met de dokter. Ze ging me thuis zetten tot het einde van de week. Toen ik bij die opmerking een wenkbrauw optrok, keek ze me aan en zei: “Ah ja, da’s waar ook, gij staat in het onderwijs.” en legde haar boekje gewoon weer opzij.

’t Is dat ik het zo graag doe, dat lesgeven, want soms he…

Dan toch allergie?

Al weken heb ik last van verstopte sinussen, met bijhorende hoofdpijn en zware kop. Tsja, sinusitis, het zit blijkbaar in de familie. Maar door mijn glaucoom kan ik geen sinutab nemen, en de werkzame antibiotica (amoxicilline) heb ik al zodanig vaak moeten nemen, dat die niet meer zo efficiënt blijkt te zijn, en ik die eigenlijk wil houden voor ergere gevallen.

Ik hield het op snuiten, en dat was dat.

Maar de laatste weken begon ik te niezen, gemakkelijk twintig keer op een dag, en bleef ik maar snuiten. Deze morgen ben ik dan nog wakker geworden met een stijve nek en vooral hals, waardoor het moeilijk werd om te slikken.

Ik moest toch met Kobe naar de dokter voor waterwratjes in zijn oksel, en maakte meteen een dubbele afspraak. En jawel, die bevestigde mijn vermoeden: allergie. Voor wat precies weet ik niet: ik kan er geen specifieke plaats of omstandigheid op plakken. Ik heb het hier thuis, maar evengoed in Londen, in een besloten kamer, op een grasveld, of op een boot op de Thames. En het gaat op en af: soms zit mijn hele kop dicht, soms is alles gewoon vrij. Geen idee van de allergenen dus.

Tsja.

Ik hoop dat de pilletjes snel werken, want ik heb het echt wel gehad, met dat gesnotter, en het bijhorende mottige gevoel. Blergh.

Dokter

Ik loop nu al drie weken te snotteren, en de laatste week waren daar serieuze hoestbuien bij gekomen. Ik vond het allemaal zo erg niet, maar kreeg toch af en toe het gevoel dat ik, als ik niet oplette, mijn longen eens in mijn handen ging hebben. Maar eergisteren en gisteren begon ik me mottig te voelen. Ik ben wel gaan lesgeven, en heb zelfs de klassenraad volgehouden, maar het ging toch niet allemaal meer van harte. En met de nodige medicijnen.

Bart vond het gisteren welletjes, en verplichtte me vandaag naar de dokter te gaan. Hij heeft me zelfs gewoon laten slapen deze morgen!

Bon, verdict van de dokter: een enthousiaste sinusontsteking, en een ernstige bronchitis. Helaas mag ik de meeste verlichtende medicamenten voor die sinusitis niet nemen door mijn glaucoom, en zal het wat uitzieken worden. Ik heb van haar stevige antibiotica gekregen (amoxicilline), een puffer, neusspray, hoestsiroop, en daar bovenop opnieuw mijn maagmedicatie, want die gaat wellicht wel reageren op de rest van de medicatie.

Bon.

Ze ging me ook thuisschrijven tot het weekend, maar dat zag ik niet zitten: ik verlies zo al gigantisch veel lessen door uitstappen links en rechts, dat ik het me eigenlijk niet kan permitteren nóg extra lessen te missen. Mijn leerplan volgen zal zo al een heikele onderneming zijn. En ik voel me al bij al redelijk, dus waarom niet?

Zolang ik volgend weekend maar op de been ben!

Myringitis

Zegt het woord in de titel u niks? Wel, mij ook niet. Althans niet tot daarstraks.

Kobe klaagde al sinds gisteren over wat oorpijn, maar omdat hij zich voor de rest precies toch kiplekker voelde, negeerde ik het gewoon. Het oor zag niet rood, en hij had ook helemaal geen koorts.

Vanmiddag liep ik zijn juf tegen het lijf, en die wist me te vertellen dat hij precies niet helemaal in orde was, verstrooid, stil, en dat hij geklaagd had over oorpijn. En toen hij vanmiddag dan zo bijzonder knuffelig bleek, maar op een bepaald moment echt klaagde over zijn linkeroor, en zelfs begon te huilen, belde ik de dokter. Uiteraard. Zo kleinzerig is mijn rugbyspelertje niet.

Myringitis dus, ofte trommelvliesontsteking. Ik wist niet eens dat dat bestond. Blijkbaar is het een bijzonder pijnlijke aandoening, met blaasjesvorming op het trommelvlies. Hij moet oordruppeltjes krijgen, en mag gerust siroop krijgen tegen de pijn, vooral bij het slapengaan.

Arme Kobe. Maar best dat ik het au sérieux heb genomen, uiteindelijk.

(En blij dat ik, als  Graeciste, niet beschaamd moest zijn dat ik het woord niet kende: de apotheker kende het ook niet. Ném.)