Zwembadperikelen, deel twee

Mja, eind juni is ons nieuwe zwembad voor een paar dagen vrij intens gebruikt. Sindsdien is het weer zo wat beginnen kwakkelen, in elk geval niet goed genoeg om buiten te zwemmen.
Kobe en ik hadden wel de filter aangesloten en dat soort dingen, we checkten de pH en deden er chloor bij, maar het water werd precies vuil. En groen. En vies. En er zaten massa’s grijze muggenlarven in. Als in: honderden. Ugh. Yuck. De kat vond het zelfs drinkbaar.

Nee, niet meer bruikbaar. Ik spoelde de filter twee keer per dag uit, maar het hielp niet direct. Bon, dan maar met Kobe naar de Brico voor een “shock treatment” voor groen water. En toen, ja toen viel onze euro: wat we in huis hadden gehaald als chloor, bleek pH mini te zijn, een product om de pH te verlagen maar niet om de bacteriën en algen onder controle te houden. Zucht.

We koppelden de filter los, deden een stevige dosis “Snelle Chloor” in het water, en zagen het uur na uur opklaren. We hadden ook een handmatige stofzuiger meegebracht, waardoor we het vuil konden opzuigen. Vierentwintig uur later was het water weer helemaal helder en het chloorgehalte zoals het moest zijn. Yay!

Gisteren waren we dan gaan zwemmen in de Rozenbroeken, vandaag mocht Merel mee met Sandra en Feija naar Merelbeke voor een heuse zwemles. Sandra geeft les aan twee kinderen, maar er was er maar eentje en dus mocht Merel mee. Toen ze thuis kwamen, zijn ze snel eerst samen naar de bibliotheek gegaan, en daarna hadden de meisjes nog niet genoeg gezwommen en doken ze ons zwembadje nog eens in.

Zo blij dat het gelukt is! Ik zag het niet zitten om nog eens 6500 liter water te gebruiken en het dan weer groen te zien worden. Oef.

Zwembadperikelen

De kinderen wilden al een paar jaar een echt zwembad. Nee, niet de ingegraven soort uiteraard, daarvoor is onze tuin veel te klein. Wel het opzetzwembad met een redelijke hoogte, waarin ze ook echt konden spelen in plaats van zo’n kinderzwembadje.

Hmm. Ik wilde dat eigenlijk ook al lang, het is een van de redenen dat we een rond terras hebben, om eerlijk te zijn.

Bon, we hadden er al twee jaar eentje liggen in het tuinhuis, een van 3.66 meter diameter met zo’n opblaasrand. Renzo vond het destijds te groot en had het weggegeven. En toen zei hij dat hij zijn zwembad van 3.00 meter met opblaasrand ook ging wegdoen, want er zat een gaatje in de opblaasrand door zijn katten, en hij ging dan maar switchen naar een zwembad met buizenframe. Hah, ideaal. We legden beide zwembaden open, en Wolf besloot dat het toch dat van 3.66 mocht zijn, ondanks het feit dat dat behoorlijk vuil was en dus stevig kuiswerk vergde. Een uur later konden we beginnen vullen en was het gaatje in de opblaasrand gestopt.

Helaas…

Er bleek een gat te zitten in het grondzeil. En toen nog een. En toen… maar liefst vijf stuks, die we niet meteen dicht kregen zonder deftige stopmateriaal. Een ervan was eigenlijk zelfs een scheur, waardoor we het niet zagen zitten om het alsnog te repareren. Meh.

En omdat de kinderen echt een van 3.66 meter wilden, heb ik dan maar een buizengeval besteld bij bol. In de hittegolf eind juni, en het was nog later ook, dus pas dinsdag kunnen beginnen vullen. Het is wel de max van een ding, ik moet het toegeven.

Op woensdag was het nog behoorlijk koud, maar donderdag, toen ik thuis kwam van de repetitie voor de proclamatie, bleken er plots gewoon vijf pubers in te zitten! En terwijl ik de tuinman buitenliet, kwam er nog een zesde aanwaaien, en wat later, toen er alweer twee vertrokken waren, nog een extra exemplaar. Zalig, toch?

Allez, we weten weer wat doen qua onderhoud. Maar als ik zie hoeveel plezier ze er al van gehad hebben – ook Kobe heeft er al in gespeeld met maatje Levi, en Merel en Feija ook – dan heb ik er dat gerust voor over.

Als er iemand nu nog een exemplaar wil van 3 meter doorsnede met opblaasrand waarin een klein gaatje zit: er ligt er hier nog een te krijg.