Op zich is het niet zo vreemd dat Bart niet thuis is: hij is al richting Singapore gegaan, IJsland, Dubai… Maar dat was telkens een reis door een andere organisatie, zoals VOKA of zoiets.
Deze keer heeft hij het zelf georganiseerd, met alle stress vandien. Hij heeft gelukkig een prima reisbureau gevonden dat alleen maar dit soort zakenreizen op poten zet, en in de paasvakantie waren we zelf al eens gaan scouten wat er nu interessant zou zijn en wat niet. Maar het blijft een feit dat je met alle mogelijke mensen moet samenwerken – het programma zat eivol, van het ene communicatiebureau naar het andere – en dat er allerlei onvoorziene dingen kunnen gebeuren natuurlijk.
Ja, het loopt eigenlijk wel goed met IKAG (I know a guy, and often it’s a girl) zijn nieuwe bedrijf. Hij zet evenementen op poten, maar legt vooral de juiste link tussen bedrijven en bureau’s. Zijn dagen zijn stevig gevuld en hij is doodmoe als hij thuis komt, maar zijn ogen blinken.
En dus zit hij nu met een aantal ondernemers in Amsterdam, en ik zie de foto’s passeren in zijn Instagram maar vooral ook op onze gedeelde Google Foto’s, en ik weet: dit is wat hij wil doen, dit is wat hij graag doet, dit is waar hij goed in is. En ik ben trots op mijn lief.
Zoals gezegd doen we geen meerdaagse dingen deze vakantie, maar Amsterdam is niet zo ver natuurlijk, daar kan je makkelijk op een dag heen en terug. Bart wilde zeer graag de tentoonstelling van Marina Abramovic zien, en ik gaf hem geen ongelijk.
Wolf gooide ons dus om kwart voor acht af aan het station, zodat we de trein richting Brussel konden nemen. In mijn hoofd was Antwerpen logischer, maar volgens de NMBS kon dat niet om daar op te stappen op de HST. Waarop we prompt een tussenstop in Antwerpen maakten natuurlijk. Meh. Maar gelukkig was de trein wel rood: Bart wenst zich enkel in rode voertuigen te verplaatsen.
Enfin, iets over tien stonden we in Amsterdam Centraal en kreeg ik prompt een bericht van Jeroen dat ons pa bloed had overgegeven, en wat hij nu moest doen. Euh, de dokter bellen tiens? Die kwam langs, en stuurde, zoals verwacht, ons pa richting spoed. Ik vrat mijn kas op, daar in Amsterdam, het moest weer lukken natuurlijk. Soit, Jeroen bracht hem, en Roeland nam over in het ziekenhuis. En ik, ik nam extra maagmedicatie en stapte met Bart in een Uber richting Fabrique des Lumières voor een prachtig lichtspektakel zoals we al gezien hadden in Bordeaux.
Bart was eigenlijk ook op prospectie voor een latere reis met mensen uit zijn sector en had gedacht dat dit misschien wat te licht zou zijn, maar ik vond het prachtig. Het moet ook niet allemaal zwaar zijn, toch? En ja, je kan hier foto’s en filmpjes van blijven nemen…
Bon, we stapten buiten, genoten even van de prachtige omgeving en namen opnieuw een Über, richting Nxt Museum, gewijd aan digitale kunst. En ja, dit is zeker een aanrader. Niet bijzonder groot, maar wel indrukwekkend, als dit je ding is.
(Nog twee filmpjes komen eraan, maar ik moet even wachten van YouTube wegens spamgevaar)
Vanuit dit fijne museum wandelden we dan te voet richting ons restaurant: Moon in de A’Dam toren. Wij gaan enkel nog voor lunches in hoge ronddraaiende restaurants, toch? Maar waar de kwaliteit van het eten in Berlijn te wensen overliet, was dit echt wel goed. En een fijne ober, dat ook.
We namen het veer naar de overkant en daar dan opnieuw een Über naar het Stedelijk Museum voor Abramovic. Het was er druk, maar het was wel de moeite. Dat mens is echt wel een paar vijzen kwijt. Dat wist ik al, maar als je alles samen ziet zoals hier, spreekt daar toch echt wel enige vastberadenheid en engagement uit.
Eigenlijk was het plan om nog naar het MoCo te gaan, maar de rug was het echt wel aan het opgeven. Maar we waren nu toch al in het Stedelijk, en ik wilde dan toch nog de moeite doen om even naar de vaste collectie te gaan kijken. Daar heb ik geen spijt van gehad: prachtige, prachtige dingen.
Ook voor Bart was het welletjes nu. Het plan was om te voet terug te lopen naar het station, dat is een mooie wandeling dwars over de grachten heen. Alleen bleek gans Amsterdam buiten gekomen te zijn op deze eerste echt mooie zaterdag en zaten alle terrasjes ook overvol. We zijn dan ergens binnen – met groot open raam – iets gaan drinken om even te rusten en tot aan het station gewandeld. Dat gaat dan gelukkig wel weer voor de rug, al mag het niet al te lang zijn.
En toen bleek de trein terug geen HST te zijn, maar een gewone trein, zodat we er meer dan twee uur op zaten. Och ja, we zaten redelijk op ons gemak, dat viel dus wel mee. De trein vanuit Antwerpen naar Gent viel dan wel weer tegen: nog eens anderhalf uur, wegens boemeltrein met omleiding door werken. En nee, er was geen snellere trein meer, en ook geen betere verbinding vanuit Brussel. Meh. We waren dus pas om 22.50 uur in Gent, maar gelukkig stond onze trouwe zoon ons weer op te wachten.
Yup, goed gevulde dag, zou je kunnen zeggen. Maar het heeft deugd gedaan.
We waren met opzet vrij vroeg op: de kinderen waren sowieso wakker, en wij wilden ook wel op tijd – lees: voor de lange wachtrijen – in het Van Goghmuseum zijn.
Maar eerst was er uiteraard ontbijt in het hotel, en dat was toch wel dik in orde, ja. De kinderen hebben mega veel gegeten, ik had schrik dat Kobe misselijk ging worden in de auto, maar dat viel gelukkig best mee.
Ook al hadden we eigenlijk gratis busvervoer, Bart is zodanig fan van Uber (en ik moet toegeven, het is ook wel enorm gemakkelijk en comfortabel in die grote auto’s) dat we toch maar weer ons netjes aan het Van Goghmuseum lieten afzetten. De kinderen waren onder de indruk van zoveel moois.
De wandeling naar Nemo – de Amsterdamse Technopolis, maar dan groter – zou iets te veel gevergd hebben van Barts knie, en dus deden we een mooie, lange tramrit doorheen de stad. Eigenlijk hadden we dat vaker moeten doen: je ziet ongelofelijk veel, en er zijn ook van die wijze mensen die dan spontaan poseren voor je.Daarna moesten we wel nog even wandelen. Alleen jammer dat alles zo grijs was…
En toen kwam Nemo, het wetenschapscenter voor kinderen. De planning was om er een uur of zo te blijven. Tsja. We hebben er maar meteen ook gegeten, want de kinderen raakten maar niet uitgespeeld. Het zicht vanop het dak is trouwens fenomenaal, een echte aanrader.
Daarna moesten we weer een flink eindje stappen – ik had echt medelijden met Bart – om rond twee uur in Artis aan te komen, nog net op tijd om binnen onze I AMsterdamkaart te vallen.
Ik moet het toegeven: Artis is de moeite. We hebben prachtige beestjes gezien. Afsluiten deden we met een half uurtje tekenfilm in het planetarium, en daarna een wafel in de buurt.
Moet ik nog vertellen dat het niet lang duurde voor de hele achterbank lag te slapen?
Wat zeg je, als je het aanbod krijgt van Accor Hotels om een weekendje naar Amsterdam te gaan, mét de kinderen, en je krijgt je hotel betaald? Niet nee, natuurlijk.
Hotel Mercure Amsterdam Airport zag ons met plezier komen, en dus vertrokken we deze morgen zo rond tien uur naar Amsterdam. De afstand valt eigenlijk best wel mee: een goeie twee uur, toch met een klein beetje file. Het hotel ligt wel een kwartiertje per auto van het centrum verwijderd, maar dat geeft eigenlijk totaal niet: er is een prima busverbinding, én er is in Amsterdam natuurlijk Uber.
Enfin, aangezien het al net na de middag was toen we de parking opdraaiden, waren we toch wel blij dat er een restaurant aan het hotel zelf was, al is de kaart ’s middags toch wel beperkt. De kinderen vonden de combinaties in elk geval hilarisch: soep in een broodkom, met een wrap en een bamikroket (of toch zoiets) erbij. Lekker, dat wel, maar wij zouden dat toch echt anders combineren. Andere cultuur? Check!
We gooiden de spullen af op de kamer, zagen tot ons genoegen dat Bart en ik een gewone kamer hadden gekregen, maar de kinderen een junior suite (met drie bedden dus), en ik mocht hen meteen al verbieden om op het bed te springen. Raar, thuis willen ze dat eigenlijk nooit doen, maar op hotel is dat blijkbaar verleidelijk.
Bart bestelde een Uber, en in een Jaguar reden we het centrum binnen, netjes tot op het Museumplein. Ik schafte ons allemaal de Amsterdam City Card aan, en we trokken het Rijksmuseum binnen. Daar liep net een kleine tentoonstelling rond Dick Bruna, en dus gingen we even naar Nijntje en co kijken. De jongens wilden zelf de Nachtwacht zien, en omdat ze Rubensiaanse dingen nog niet echt kunnen smaken, namen we hen mee naar de Stijl, met Rietveld en dergelijke.
Enfin, het was al na vier uur toen we buiten stonden, te laat om nog te beginnen aan Artis of Nemo, en nog een museum zou te veel van het goede geweest zijn voor zowel Barts knie als de kinderen. Maar! In de I AMsterdamkaart zat ook een boottocht inbegrepen, en dus liepen we netjes tot aan een van de haltes. De tocht duurde een uurtje, de kinderen kregen er nog een speelgoedje bij, en wij genoten van het zicht op de Amsterdamse grachten, ook al was het intussen beginnen regenen. Maar op zich had het wel iets magisch, het zo stilaan donker zien worden van op het water. Prachtige huizen, trouwens. Aansluitend – het was toen een uur of zes – liepen we een Indonesisch restaurant binnen, en bestelden er een rijsttafel. Bij de kinderen was het geen onverdeeld succes, Bart en ik genoten.
Er werd weer richting hotel geüberd, Merel vloog in bed, en wij vieren gingen nog een spelletje spelen in de gezellige bar. Fijne dag, echt waar, fijne dag.
Elk jaar gaat de cultuurcel van mijn school – i.e. Koninklijk Atheneum Mariakerke – met wie wil uit vier, vijf, en zes een ganse dag op uitstap. Afwisselend is dat Parijs, Londen en Amsterdam. Doorgaans is dat compleet volzet, en kunnen er geen extra leraars mee. Dit jaar had ik geluk: de busmaatschappij voorzag een iets grotere bus dan besteld, en dus kon ik mee.
Al is twintig over zes toch verdomde vroeg om aan school te staan, geloof me.
Het verkeer verliep bijzonder vlot, en iets na tienen stonden we al op het museumplein in Amsterdam, voor een bezoek aan het Rijksmuseum. Obligate groepsfoto’s zijn er om genomen te worden, en dat deden we dus ook.
De rest van de voormiddag werd gespendeerd met gapen naar de Nachtwacht en andere kunstvoorwerpen, tijdens een vrij bezoek. Kobe: “Oh mama, ga jij naar Amsterdam? Ga je dan naar de Nachtwacht gaan kijken?” Dat kind is echt soms niet te doen.
Ik heb wat foto’s genomen van dingen die ik ofwel echt mooi vond, of intrigerend, ofwel bruikbaar in de klas. Helaas weinig in combinatie van de drie ^^ Ik zet ze hier eigenlijk vooral als referentie voor mezelf, maar het staat u uiteraard volledig vrij mee te kijken.
* glasramen in een totaal areligieus huis, dus van filosofen
* Doordenkertje
* ik vermoed over de stad zelf?
* afgietsel van de Laocoöngroep
* afgietsel van Diana
* hele mooie donderwolken. Knap.
* Manlius laat zijn zoon doden omdat die een bevel negeerde
* een Orpheus, met detail
* vliegtuig in de Stijl
* Rietveld
* gewoon mooi.
* machtig om zien
* de ontvangst van Aeneas in het paleis van Dido
Daarna gingen we rustig gaan picknicken in het Vondelpark, en aansluitend verdeelden we de leerlingen in vier groepen, en namen hen mee op sleeptouw voor een lange stadswandeling met een hoop uitleg.
De foto’s van groepjes luisterende leerlingen zal ik u besparen – u kan die vinden op de FBpagina van de school, mocht u dat écht willen – maar alweer waren er fijne dingen te fotograferen.
Na bijna twee uur stappen volgde een boottochtje van een uur, en dan nog eens een stevige wandeling van anderhalf uur. Amai mijn voeten (letterlijk).
* prachtig gebouw
* Spinoza met eikosahedron
* op aanvraag. Bij deze, Lina!
* het wapen van Amsterdam
Er was nog net genoeg tijd om met de collega’s iets te eten, zodat we tegen achten terug op de bus zaten, en tegen elven in Mariakerke waren.