Oidipoes in Kolonos

Alweer een verslagje voor GentBlogt.

Sophocles mag dan misschien wel 2500 jaar geleden geleefd hebben, zijn toneelstukken hebben nog steeds niks van hun actuele waarde verloren. Zeker niet als het om een bewerking van Oidipoes in Kolonos door Hugo Claus gaat, die uitgevoerd wordt door Aldo Behrens en Katrien Delbaere, in regie van Jo Decaluwe.

Ook al zijn er meerdere personages, alles wordt gespeeld door twee acteurs, zoals ook in Sophocles’ tijd vaak gedaan werd. De Zuid-Afrikaanse professor Aldo Behrens, 69 intussen, staat met een geweldige présence op de planken, en zet een uitstekende Oidipoes neer, waardig in al zijn nederigheid. Zijn tegenspeelster Katrien Delbaere neemt de andere rollen voor haar rekening, netjes te onderscheiden van elkaar door de knappe kostumering. De enscenering is heel eenvoudig: een omgevallen boom in een zandvlakte, waarrond het publiek zit. Dit “théâtre en rond” heeft het voordeel dat de acteurs niet belemmerd zijn door hun publiek, maar heel eenvoudig de actie kunnen spelen waar ze willen.

De thematiek is dan weer die van rechtvaardigheid en familiezin versus machtswellust en hebzucht: Oidipoes is verbannen door zijn eigen zonen, die hem omwille van een orakeluitspraak nu terug willen in hun stad. Om evidente redenen weigert de blinde oudkoning.

oidipoes

Oidipoes in Kolonos is op zich al geen licht stuk, en het feit dat Behrens Afrikaans spreekt, maakt het er wellicht niet makkelijker op. Toch is die taal zeker geen probleem: door het feit dat Delbaere Nederlands spreekt, vallen de gesprekken bijzonder goed te volgen, ook als je een woord niet zou begrepen hebben.

Een knappe voorstelling, gebracht door sterke acteurs: zeker een aanrader.

Nog elke dag van de feesten in Theater Tinnenpot, om 17.30u. Prijs: 13.00€. Info en reservaties op 09/225.18.60 of http://www.tinnenpot.be

Herhaling: poesje gezocht

Op drie juni zaten de kinderen en ik vergenoegd te kijken naar een vers lief klein zwart pluizenbolletje, zijnde een nieuw katertje in ons huishouden.
Het beestje paste zich wonderwel aan aan ons gezin, en waagde na drie weken al een paar stappen buitenshuis, en zelfs al naar de overkant van de straat. Zes weken na aankomst, op 15 juli, is hij echter verdwenen. Ik vermoed dat iemand hem heeft binnengepakt, of dat hij ergens klem zit. Ik hoop het eerste. In elk geval is hij nu al meer dan een week vermist, en in de buurt heeft niemand hem gezien.

Vandaar dus opnieuw mijn oproep, die al eerder op dit blog heeft gestaan:

grijsje

Vorig jaar is mijn zwarte kater schielijk overleden, in vrij platte toestand. We hebben al een petitie ingediend om een verkeersdrempel te laten aanleggen, maar dat vindt de stad blijkbaar onnodig.

Enfin, ik ben dus opnieuw op zoek naar een katertje. Om voor de kinderen het verschil te kunnen maken, had ik deze keer geen zwarte gewild, maar wel een effen grijs mormeltje. Het moet ook nog een jong beestje zijn: ik heb een hond die katten gewoon is, en alleen een kitten went aan een hond, met een oudere kat wordt het gegarandeerd vechten.

Dus: wie hoort dat er ergens een klein effen grijs katertje te krijg is, laat je me iets weten? De kinderen en ik zullen je dankbaar zijn!

Moereloere

Dinsdagavond met mijn ouders naar de Moereloere geweest, en er het volgende artikel voor Gent Blogt bij geschreven (ze kwamen er niet uit of het in het Nederlands of het Gents moest, vandaar dat het allebei is).

Oas ge nen echte Genteneire zijt, en ge leeft al langer of dat er nen computer in ui uis stoat, tons kende de Moereloere. Margrietse, Oswald, Fred, en vroeger uuk nog Michel en Rik (en ‘k vergete der nog nen nest) ên joaren oan een stuk elke Fieste in ‘t Museetse gespeeld, en doarachter uuk nog in nen uup prochezoalen overal te velde. Tien joar geleen zijn ze dermee gestopt, ‘t wier tevele en te lange. Kanne da goe verstoan.

Moar nui ân Margrietse, Oswald en Fred der were goeste in gekrege, en z’ên tuupe me Jo Decaluwe een compiloase gemokt. ‘k Verschote wel een beetse oas ek zagge daddet nui in ‘t Tinnenpot es, en niemier in ‘t Museetse, moar alla ja, tons emme tenminste gien natte voeten niemier oas ‘t were nen drache nationale doet.
Deissendag zij ‘k mee mijn èwers goan kèke, en ‘k zagge daddet goe woas. Sommigste van de liedses oak joaren geleên al gezien, moar dadden besan nie, want ze zijn nog even goe. En de sketchkes? Awel, da’s gelijk of altijd: ‘uit het leven gegrepen’, lijk of da Oswald da zuu schuune kan zegge. Simonne, getrèwd me Richard, vertelt over ulder vakanse op nen camping oan de Côte d’ Azur, of wa dan ze tegengekomen zijn me ulder otootse in de Beekse Bergen in Olland. Of ge ziet oe dat den chef van Richard komt eten, en da zezij tevele ee gedronke…

‘k E van uure waaien daddet de loatste kier zuu zijn da ze spelen: ‘k en wete nie of dat er nog koarten zijn, moar moeste kik van ui zijn, ‘k zoe ne kier belle, want ‘t is de moeite weird. Zeker wete!

Moereloere Moereloere

Moereloere, het is jarenlang een van de vaste waarden geweest in het Gentse, en dan meer bepaald op de Gentse Feesten. De voorstellingen van deze Gentse cabaretgroep op het binnenplein van het Museetse (Het Huis van Alijn) waren legendarisch, net zoals het paniekerige vluchten midden in een voorstelling als het weer eens begon te stortregenen.

Jarenlang hebben Margriet, Oswald, Rik, Michel en vele anderen het beste van zichzelf gegeven. Tien jaar geleden hebben ze echter de lier aan de wilgen gehangen en er een punt achter gezet, tot grote spijt van velen in het publiek.

Dit jaar zijn echter drie van de vaste leden van vroeger, met name Margriet Bruggeman, Oswald Versyp en Fred Praet, opnieuw samengekomen om onder leiding van Jo Decaluwe een compilatie in elkaar te boksen. Ze zijn verhuisd van buiten naar binnen, dat wel: ik moet toegeven dat ik even vreemd opkeek toen het in de Tinnenpot bleek te zijn. De sfeer is daardoor een beetje anders, maar toen ik het midden in de voorstelling buiten hoorde stortregenen, was ik daar niet echt rouwig om.

Moereloere brengt, zoals altijd, een mix van tekst en muziek, van lollen en ernstiger momenten, maar eigenlijk altijd bijzonder herkenbaar en levensecht. Het eerste stukje is zelfs schrijnend: een oudere man zit op café, en vertelt daar aan de fictieve cafébaas dat hij ontslagen is na 24 jaar trouwe dienst: “den dienst van de carrosserie wordt gotomatiseerd, en de goeie weirkmensen worden vervange door azuu van die robotses… ”

Het overgrote deel van de sketches speelt zich echter af bij Simonne en Richard, een koppel met een tienerdochter Lucrèce. Of Simonne nu aan de telefoon vertelt van de uitstap naar de Beekse Bergen, of het heeft over de campingvakantie, je lacht je tranen. De chef van Richard komt eten en Simonne heeft teveel gedronken, of ze vertelt hoe haar vent aan het worstelen is met een nieuwe kleerkast van de Weba… Het geheel wordt doorspekt met liedjes, al dan niet komisch.

De enige voorwaarde om de voorstelling te kunnen volgen, is een basiskennis van het Gents, aangezien alles in een sappig Gents wordt gebracht. Amper één stuk wordt door Versyp in een of ander Meetjeslands dialect gebracht. Een doorgewinterde Limburger zal dus met grote ogen en niet-begrijpende blik zitten kijken, maar het aanwezige publiek zat dinsdag toch te smullen van de woordgrapjes. Echte Genteneirs dus, mijn gedacht!

Boombal

Een artikeltje dat ik geschreven heb voor Gent Blogt:

Gewapend met een vriendin en gemakkelijke schoenen laveerde ik gisteren doorheen het volk naar het Baudelopark.

Het Baudelopark, al sinds jaar en dag het rustige toevluchtsoord van de alternatieve medemens: er staan veel drankkiosken, er is de Spiegeltent, er is de circusvloer, en er is een podium met houten dansvloer. En daarrond? Gras (of toch iets wat daarvoor doorgaat als het de kans krijgt te recupereren na de feesten) dat, naarmate de avond vordert, steeds meer gevuld is met de liggende soortgenoot, in diverse stadia van dronkenschap en/of andere roes.

Waarvoor het Baudelopark al altijd gekend staat, is het dansen. Er is niet voor niets een goeie houten dansvloer natuurlijk: de hele dag door worden er diverse dansinitiaties gegeven, gaande van hiphop over salsa tot tango en bollywood.

’s Avonds staat het park sinds een paar jaar garant voor het boombal. Ja, dat wordt wel degelijk op zijn Vlaams uitgesproken, het gaat immers om oerdegelijke folk. Diverse dansen worden er aan elkaar geregen door het balorkest van dienst, en de dansvloer staat overvol met enthousiastelingen die er al dan niet een chaos van maken. De leeftijden lopen ook enorm uiteen: het merendeel van de dansers bestaat uit twintigers, maar er staan evengoed oudere koppels tussen als frisse jongedames van niet meer dan vijftien.

Gisterenavond werd er ten dans gespeeld door KV Express, de groep rond Urban Trad-accordeoniste Sophie Cavez. Met Urban Trad geeft ze concerten, maar ze kreeg er meer en meer zin in om de mensen echt te zien dansen op haar vrolijke muziek. Samen met bassist (6-snarige bas, jawel) Cédric Waterschoot en percussionist Fred Malempre had ze er gisteren duidelijk goesting in: de mazurka volgde op de an dro, de wals in vijf tijden werd gevolgd door een polska, enzoverder. En het publiek? Dat zag dat het goed was, en ging in dichte drommen aan het dansen.

En dat is een beetje het nadeel van het boombal op deze feesten: het krijgt teveel succes. Als je de dansen een beetje kent, krijg je het soms op de zenuwen van de sukkelende nieuwelingen die vol goeie bedoelingen proberen te volgen, maar daardoor het danspatroon grondig verstoren. Of door het feit dat je amper ademruimte hebt. Ik ben een paar keer met een reidans in het publiek verzeild, of moest afhaken omdat er meer op mijn tenen werd getrapt dan ernaast. Let wel, er zal geen onvertogen woord vallen, de sfeer is meer dan gemoedelijk, en iedereen danst met een grote glimlach. Maar makkelijk is het niet.

Leuk? Dat wel. Uiteraard. Of we zouden niet blijven gaan, en samen met ons de honderden andere geestdriftige folkies. Laat je niet tegenhouden door het feit dat je er niks van kent: de meeste dansen zijn op een minuutje uitgelegd, en je wordt netjes op sleeptouw genomen door de anderen. Plezier verzekerd!

Aquatopia

Een filmpje in Aqautopia: de eerste halve minuut zie je de kinderen zich amuseren in het ballenbad, de rest van het filmpje is gericht op het grote aquarium met de haaien. Enjoy!

Drache nationale en andere dingen

De kinderen hadden zich gisteren zo goed geamuseerd dat ik vandaag opnieuw naar de feesten wilde met hen. Ook nu parkeerden we bij papa, en gingen we te voet (en per buggy) naar de Trommelstraat. Daar waren we netjes op tijd om de eerste voorstelling bij te wonen: Discomaria van Compagnie des Fils et des Mains. Een franstalige dame (die heel hard haar best deed om sommige dingen in het Nederlands te zeggen) was van kruidenierswinkel naar poppentheater geswitched, en liet haar poppen op verschillende soorten muziek dansen, terwijl zijzelf en haar hondje commentaar gaven. In het filmpje hieronder had ze een kind op het podium gevraagd, waarop Wolf prompt naar voor liep. Hij moest gaan zitten en kreeg een nepviool in de handen geduwd, met het bijgaande resultaat.

Toen waren we zowat gekookt in de brandende zon, maar was er geen plaatsje in de schaduw meer vrij. Gelukkig begonnen er net wat wolkjes te komen, zodat we rustig konden blijven zitten voor de volgende voorstelling: ‘Girovago et Rondella’ van Circo Poetico, een Italiaanse familiegroep. Dit was half poppentheater, half circusvoorstelling, met jongleren, unicycle, muziek, maar ook een dansend minipopje, vader met trucs op een omgegord paard enzovoort. In het onderstaande filmpje ging de moeder het publiek in met een ‘echte krokodil’.

Helaas, op het einde van de voorstelling waren de kleine witte wolkjes al uitgegroeid tot stevige onweerswolken. Waar de eerste kleine druppeltjes nog welkom waren, ontaardde het snel in een echte drache nationale, ofte een stortbui van een half uur. Wij gingen schuilen bij de regie (waarvoor nog eens dank, Veerle) met de regenjassen aan, en aten rustig een ijsje.

Na nog een glimp van Momo the monkey waren we tegen kwart over zes thuis, en na een badje en een boterham werd het muisstil op de jongenskamer. Ze waren allebei doodop, denk ik.

Ik ben nog met de tram tot aan het Gravensteen gegaan en zat om half acht in het theater Tinnenpot, naar de Moereloere. Daarover trouwens later nog wel meer 🙂

Het vuurwerk, waar ik eigenlijk echt wel naartoe wilde, zag ik niet meer zitten. Ik en trams, het zal nooit goed komen, denk ik.

Europees Figurentheatercentrum

Vandaag was een lastige dag, vooral voor de kinderen. De voormiddag was niks speciaals, dat niet, maar de namiddag des te meer. Ik heb Kobe namelijk wakker gemaakt om kwart voor vier, heb de jongens respectievelijk appel en kersen gegeven, en ben met hen naar de Gentse Feesten gereden. Gelukkig heb ik parking (soms) bij Bart op kantoor, zodat ik me daar tenminste al niet dood moet naar zoeken.

Via de Veldstraat (en de Australian icecream – ik kan nog niet geloven dat Kobe de zijne opkreeg) ging het naar de Trommelstraat in het Patershol, alwaar het Europees Figurentheatercentrum gevestigd is. Op het binnenplein hebben we nog de twee laatste voorstellingen van de dag meegepikt:  Systaim d’art (BE) met  “Kami en Kamu” en Cie Le Funambule (BE) met  “Déchets sans frontières”. De eerste was woordenloos, en liet twee grote latexpoppen elkaar besnuffelen en betasten en, toen de ene een vlek die niet afging, had op haar schoen, ook natgieten met water. Ik vond het niet echt bijzonder, en Kobe had schrik van de ‘spoken’, terwijl Wolf vond dat het precies zombies waren.
De tweede voorstelling was in het Frans, duidelijk tekst (en liedjes-) gericht en speelde zich af op een vuilnisbelt, alwaar een melkfles een revue oprichtte tussen het andere vuil. Acrobatische brikpakjes, verliefde colablikjes, een bananenschil op zoek naar de composthoop, en meer van die heerlijke onzin. De kinderen vonden het mooi, ook al verstonden ze er niks van.

Daarna ging het gezwind naar huis want het was al na zevenen, en een pak frietjes later lagen ze tegen half negen in bed. Oef.

En ben ik nog met Annelies naar het boombal geweest, waar ik me ook prima heb geamuseerd en een paar dansen heb geleerd.

Al bij al een fijne dag 🙂

Gezegende leeftijd

Vandaag zijn mijn grootmoeders op de koffie gekomen. Mijn ouders waren in de buurt met hen gaan eten, en aangezien het vreselijk lang geleden was dat ze hier nog waren geweest, kwamen ze hier dan maar koffie drinken, nogal op ’t onverwacht. Ik heb de vier éclairtjes die Bart voor onszelf had gekocht, in twee gesneden en een confituurtaart in de oven geschoven, en dat was dat.

Rond vier uur zaten we dus gezellig met zijn achten aan tafel: Bart, ik en de kinderen, mijn ouders, en de twee bejaarde dames. Bejaard is hier wel op zijn plaats, want de ene oma (omoe voor de kinderen) is 87, de andere 97.
Ik keek rond, en ik prees me gelukkig. Dat ik hen allebei nog heb, en in relatief goeie gezondheid en verstand. En ik vond het bijna niet te vatten dat er 95 jaar tussen de ene oma en mijn jongste zoontje zit. Bijna een eeuw. Poeh.

Moge dit nog vele jaren duren, oma’s!

omoes

hap

omavanz

Kussengevecht en visjes

Ibis, de hotelketen, organiseerde deze morgen een kussengevecht in het Centraal Station in Antwerpen. De eerste duizend die zich in pyama aandienden om elf uur, kregen een voucher voor een overnachting in de Belux voor één euro. Niet slecht, maar vooral gewoon een wijs idee.

Daarom stapten Bart en ik met de kinderen om kwart na tien op de trein, om een paar minuten te laat in het station te arriveren. Uit de verte zagen we de kussens al vliegen. We hadden onze eigen kussens mee, maar dat bleek niet nodig. Er waren ganse stapels verenkussens voorzien, waardoor de hele hal in een mum van tijd een verenzee was geworden. Het leek wel een bijzonder intense sneeuwbui, met het verschil dat je een sneeuwvlok probleemloos kan inslikken, en dat dat met pluimen een stuk minder vanzelfsprekend is. Kobe had schrik, waardoor ik met hem aan de kant bleef staan, terwijl Bart en Wolf zich onvervaard in het gewoel storten.
Wolf leverde een duel met Sofie en won, kijk maar :-p

kussen1

kussen2

kussen3

(ik vermoed dat de foto’s van @zofie zijn)

Aansluitend hebben we iets gegeten in de Quick, en zijn we gaan rondlopen in Aquatopia. Vooral Kobe is bijzonder gek op vissen, en vooral de haaien konden op zijn belangstelling rekenen, al was hij wat bang.

aquatopia1

aquatopia2

aquatopia3

Oostende

Een tijdje geleden viel een bijzonder leuk cadeautje in de inbox: de dienst toerisme van de stad Oostende wilde graag dat we de Citypass gingen uitproberen met de kinderen, en bood ons daarvoor een gratis overnachting in een hotel aan.

hoofdbanner21

En wie zijn wij dan om dat te weigeren, zeker als je net in een verbouwing van je woonkamer zit, en je eigenlijk best wel graag een weekendje uit huis bent dan?

Het laatste weekend van juni pakte ik dus een grote weekendtas, wat speelgoed, en stonden we op een drie kwartier in Oostende. Altijd gedacht dat dat langer rijden was, dat was dus al een eerste meevaller.

Het hotel, hotel Europe, was een tweede meevaller: bijzonder netjes, nieuw en modern. De kinderen vonden vooral de autolift de max :-p Ook de kamer was bijzonder ruim: we hadden de suite gekregen, zodat Bart en ik in een groot bed sliepen,  Wolf in de aanpalende open ruimte op een zetelbed, en Kobe in een kinderbedje, zoals gevraagd. Daarnaast was er nog een badkamer (uiteraard), een apart toilet en een terras van zeker 12 vierkante meter. Royaal dus.

Maar het ging om de stad Oostende, en wat die te bieden heeft. Na de lunch gingen we dus een wandelingetje maken langs de dijk. Blijkbaar was er die dag iets te doen van de Socialistische Mutualiteiten, want de hele stad was roodgekleurd en druk. Omdat het niet echt bijzonder warm was en er een fikse zeebries stond, hebben we de kinderen weggehouden van het strand. We hadden vooral andere dingen te doen :-p

De Citypass was er eentje voor 72 uur, de XL versie dan nog, die ons recht gaf op een trip met de Franlis, een stevige boot die rondvaarten maakt langs kust, haven en stad van ongeveer een half uur. Dat was dan ook de eerste halte, zijnde op het Westerstaketsel, maar alles zag er nogal gesloten uit. We zijn dan maar met de kinderen tot het einde van het staketsel gelopen, en het gevoel dat je op het water liep, vonden beiden vreselijk amusant. Bij het terugwandelen voer de Franlis net terug  binnen en meerde aan. Ik informeerde wel even naar de afvaarturen van de volgende dag, maar toen ik het schip zag deinen, besloot ik wijselijk om de tocht maar over te slaan. We hebben twee kinderen die snel wagenziek zijn, en zelf ben ik daar ook nog steeds bijzonder gevoelig voor, dus we pasten toch maar liever. In de plaats daarvan kregen de jongens een ijsje, en maakten we een rondritje met de koets, iets waar ze bijzonder opgetogen over waren.

In het terugwandelen passeerden we het Noordzeeaquarium. Groot is dat zeker niet, ik schat een vijftiental grote aquaria en een hoop vitrinekasten met gedroogde dingen en afbeeldingen. Toch vonden vooral de kinderen het echt leuk: geen exotische vissen, maar dingen die ze kenden, zoals kreeften (en er waren doorzichtige babykreeftjes), zeepaardjes, baarzen, zeesterren, palingen, krabben, en zelfs kleine haaitjes!

aquarium

aquarium1

Toen probeerden we ergens avondeten te vinden (boterhamachtige dingen zijn niet makkelijk te vinden) en moesten de kleintjes in bed. Dat had uiteraard nogal wat voeten in de aarde wegens geen afgesloten kamer, en dus de aanwezigheid van een lezende mama en papa :-p

De volgende morgen, na een fijn en gevarieerd ontbijt, ruimden we op en gingen deze keer stadinwaarts. Stipt om tien uur stonden we aan het huis van James Ensor, dat zijn naam als rariteitenkabinet wel verdient.

ensor

Daarna wandelden we wat verder, langs Oostendes winkelstraat, met tussenstop voor een drankje en een koekje, tot aan de Mercator. Dit prachtig zeilschip is terecht een van de gekendste toeristische attracties in Oostende. Ik had hem al meermaals gezien, maar vooral Wolf was er wild van!


Vandaar keerden we terug langs het water, voorbij de Amandine. Deze laatste Ijslandvaarder, die trouwens op het droge ligt, is volledig als museum ingericht en geeft een verbazend goed beeld van wat ze deden. Ik kan goed begrijpen dat dit schip een onderdeel vormt van de zeeklassen bij ons op school.

Toen begonnen de voeten van onze kleine man toch wel pijn te doen, en knaagden de magen. Toch zijn we even blijven hangen bij een onverwacht hilarisch schouwspel: een dame in de havensluis had er niet beter op gevonden dan haar rubberbootje vast te maken aan een touw, en toen het water zakte, hing dat meteen te bungelen natuurlijk…

Soit, een maaltijd later haalden we de auto op in het hotel, en reden we naar Earth Explorer. Kobe was intussen zo moe dat hij op die vijf minuten rijden in slaap viel, en niet eens wakker werd toen ik hem daarna in zijn buggy zette.

slapeninbuggy

Zelf had ik het interactieve wetenschapspark al uitgebreid bezocht met school, zodat ik me met de slapende Kobe in de cafetaria nestelde met een paar National Geography-magazines die ik er gekregen had, terwijl Wolf laaiend enthousiast en helemaal opgewonden met zijn papa rondcrosste. Af en toe kwam hij bezweet en met blinkende oogjes verslag uitbrengen: “Mama, ik heb die vulkaan wel aangestoken he!” “Oh, mama, er is hier zo’n tornado, en ik was helemaal bang!” en ga zo maar door.

Daarna was ook zijn pijp compleet uit, zodat we maar naar huis reden. Toen ik hem achteraf vroeg wat hij het leukste had gevonden, bleek dat Earth Explorer en de Mercator geweest te zijn.

Wel jammer dat we de rest van de musea niet kunnen doen hebben, maar met kleine kinderen zijn de afstanden wat teveel gevraagd, en is het ook niet altijd even makkelijk om hen geboeid te houden.

Conclusie: twee fijne dagen, en een Citypass die toch wel de moeite is. Met andere woorden: ben je een paar dagen aan zee en zit het weer wat tegen, neem dan de kusttram naar Oostende en koop er zo’n pasje. Of neem gewoon de trein en ga musea doen. Een fijne dag gegarandeerd!

(En ja, dat had ik ook gezegd als we het niet gratis hadden gekregen van de Dienst Toerisme :-p )