Zeeklassen

Dat hij deze morgen voor het eerst op schoolreis is vertrokken. En dat hij er ongelofelijk veel zin in had.

Het is niet de eerste keer dat Wolf een aantal dagen van huis weg is: hij is al drie keer op kamp geweest met de scouts. Maar toch: het blijft raar doen, zo’n kind minder in huis.

Veel werk had ik er niet aan: hij had van school netjes een afstreeplijstje meegekregen, en maakte dus zelf zijn valies. Uiteraard heb ik hier en daar meegeholpen, en alles nog eens nagekeken, maar toch: zo’n zelfstandige zoon, da’s toch een gemak.

Wat ongelofelijk wijs is, is dat de school een speciale website heeft gemaakt, met daarop het programma, een contactformulier om berichtjes achter te laten voor hen, en vooral: massa’s foto’s, elke dag weer. Op die manier kan ik netjes volgen wat hij allemaal uitspookt. Blijkbaar was het vandaag mooi weer aan zee, en genoten ze volop.

Ik ben benieuwd met hoeveel straffe verhalen en hoeveel zand hij naar huis zal komen. Ik zal de stofzuiger maar alvast klaar zetten vrijdag.

5510374_orig

8515384_orig

9747154_orig

Vossen

Het was een weekend van

– fijne dames om me heen
– een Britse vriendin op bezoek die mee kwam als woudelf
– ongelofelijk veel Engels
– nieuw plaatstaal aan mijn lijf, ofte schouderkappen en een kraag
– massa’s gevechten
– lap krijgen, en ook geven
– orken, weerwolven en andere weerbeesten, barbaren, gouden wezens, een steenbeest, en vooral nog meer orken
– rondlopen in de bossen en verse lucht opdoen
– heling en vooral veel reparatie aan mijn harnas
– eten op de meest bizarre uren, maar wel voortreffelijk eten
– vreemde rituelen
– gelakte nagels
– jonge liefde, altijd mooi om zien

Kortom, het was weer larp.

Lest we forget…

Op Nands verjaardag, drie weken geleden, heb ik met mijn vader, broer, en Sarahs vader een wandelingetje gemaakt naar het plaatselijke soldatenkerkhof. Ik wist dus van geen kanten dat er in Machelen-aan-de-Leie zo’n kerkhof was, laat staan dat er meer dan 750 Fransen begraven liggen.

Het was er stil in de lentezon, en daarom ook des te indrukwekkender. Het ergste vond ik eigenlijk de data: bijna alle gesneuvelden waren uit de laatste maanden van de oorlog, in 1918 dus, en verschillende zelfs van na de wapenstilstand.

IMG_8110

Wat me raakte, en ik meteen ook prachtig vond, was het feit dat de geloven er zonder meer door elkaar liggen. Christenen naast moslims naast neutrale graven, zonder onderscheid. Zoals het hoort, eigenlijk. Allemaal om dezelfde reden gestorven, helaas.
IMG_8113

IMG_8116

IMG_8112

IMG_8115

Eén graf was versierd, en was ook net iets groter dan de anderen: dat van een Engelse luchtmachtofficier.

IMG_8114

We werden er stil van.

Zolang we het maar nooit vergeten. Nooit.

They went with songs to the battle, they were young.
Straight of limb, true of eyes, steady and aglow.
They were staunch to the end against odds uncounted,
They fell with their faces to the foe.

They shall grow not old, as we that are left grow old:
Age shall not weary them, nor the years condemn.
At the going down of the sun and in the morning,
We will remember them.

They mingle not with their laughing comrades again;
They sit no more at familiar tables of home;
They have no lot in our labour of the day-time;
They sleep beyond England’s foam

Afscheid van een trouwe viervoeter, maar dan definitief.

Wie me al lang kent, kent ook Catullus, of kortweg Tuul, onze bleke labrador.

Catullus102010

Hij is geboren op tien oktober 1997, en eergisteren, 16,5 jaar oud, is hij gestorven. Een meer dan respectabele leeftijd voor een labrador.

Hij woonde al sinds april 2011 niet meer bij ons, om hier uitgelegde redenen. Maar in die drie jaar zag ik hem geregeld nog passeren: in het begin nog dagelijks, na verloop van tijd minder en minder, omdat het gewoon niet meer ging. Hij herkende me ook niet echt meer, had ik het gevoel, of liet het toch niet blijken.

Dat hij dood ging, was uiteraard geen verrassing: de buurman hield me op de hoogte, en het beest was ook stokoud. En toch…

Toch doet het me wat. Het beest heeft per slot van rekening dertien jaar ons leven gedeeld, en is hier komen wonen op de dag dat we verhuisd zijn, als kers op de taart. Hij heeft menig kat versleten (jammer genoeg), en ongelofelijk veel vrienden zien passeren. En eergisteren kwam de buurman dus met het nieuws. Hij was er het hart van in, heeft staan huilen in mijn armen.

Gisteren heeft hij hem zelfs laten cremeren, hij kon het niet aan om hem naar het vilbeluik te brengen.

Ik ging bijna zeggen: “Arme Catullus”, maar in feite klopt dat niet. Het dier heeft een prachtig hondenleven gehad, en veel langer dan de gemiddelde hond. Hij is altijd graag gezien, en altijd omringd geweest door zijn roedel. Wolf gebruikte hem als zitbank, Kobe als opstapje om in de zetel te geraken. En ik, ik had altijd iemand die blij was me te zien als ik thuis kwam van school, had altijd gezelschap.

Vaarwel, Catullus, je was een bijzonder fijne hond.

 

Cent deux

Mijn vaders moeder, mijn oma dus, is intussen 102. Ze zit sinds een paar jaar in een tehuis, niet omdat ze het niet echt meer aankon om alleen te zijn, maar omdat ze gevallen was, en we het sindsdien niet meer vertrouwden.

Ze heeft twee hoorapparaten, dat wel, maar heeft nog altijd geen bril nodig om te lezen.

Zo zat ze vorig week in een dik boek te lezen toen mijn ouders binnen kwamen. Het bleek dan ook nog een Franse turf te zijn, waarbij ze al aan pagina 350 of zo zat. Uiteraard kwam de vraag waarom ze in het Frans zat te lezen. Het antwoord kwam snel:

“Ha ja, toen ik jong was, moesten we veel Frans spreken. En het zou toch jammer zijn dat ik dat zou kwijtspelen. Want ja, als ik een woord niet meer weet, dan zoek ik het op in mijnen dictionnaire! Ik heb dat, zulle!” en trots hield ze het woordenboek omhoog.

Stel u voor zeg, dat ze haar Frans zou verwaarlozen! Zie dat ze het nog nodig heeft in haar volgende job!

Juist ja.

Ik heb het, geloof ik, van niet verre.