Eentje om te onthouden
Merel wilde me gisteren iets uitleggen in de auto, maar struikelde over haar woorden, en het kwam er maar niet uit.
Toen zweeg ze even, dacht na, en zei, met nadenkende frons op haar gezichtje:
“Mama, mijn mondje is kapot!”
365 – 29 juni 2014 – alpaca
Rapportentijd
Er zijn hier een hoop rapporten toegekomen intussen: notenleer, gitaar, en de gewone school. Ik ben met alles bijzonder tevreden, de jongens doen hun best! Kobe was wel wat focus aan het verliezen, zei zijn juf, en dus weer zeer traag aan het werken, maar bon, ge kunt niet alles hebben zeker? Dat groeit er echt wel nog uit (hoop ik).
Notenleer van Wolf:
Zoals eerder gezegd ziet ze gelukkig doorheen het valse zingen, want dat kan hij dus écht niet.
Zijn gitaar:
Alleen zou hij de neiging hebben zijn ene schouder te veel naar voor te schuiven, zodat hij verkrampt speelt. Voorlopig geeft dat nog geen problemen, maar later kan dat wel moeilijkheden opleveren. Maar ik ben vooral blij dat hij het zo graag doet, en altijd spontaan speelt zonder dat ik het hem moet zeggen.
Ook zijn schoolrapport was prima:
Met andere woorden: ook zijn bewegingsrapport is prima, maar daar had ik eigenlijk wel het volste vertrouwen in.
Ook Kobes rapport is, het overgeslagen jaar in acht genomen, bijzonder goed. Zijn schrijven en zijn snelheid blijven zijn zwakke punt, en hij focust ook niet zoals het moet. Daarin merk je duidelijk dat hij jonger is. Per slot van rekening was hij vorig jaar nog een kleuter, en dat vergeten we af en toe wel eens.
Heel duidelijk wordt in zijn attituderapport dat er nog werk aan de winkel is: hij is ongemeen slordig, geeft papieren niet af of speelt ze kwijt, moet regelmatig taken opnieuw maken omdat ze zo slordig zijn ingevuld, sommige letters zijn niet leesbaar, en in zijn boekentas kan gerust een egel doodgaan zonder dat hij het de eerste drie weken zou merken. En dan heb je zijn bank nog niet gezien… Hij vergeet altijd vanalles, speelt turnzak, turnpantoffels, gilets en andere dingen kwijt op een halve dag… We proberen er aan te werken, maar het is niet zo makkelijk met een kind dat een geest (en dus ook een aandachtsspanne) heeft van een reuzensprinkhaan.
En ook in het bewegingsrapport merk je dat hij wat jonger is: hij heeft nog niet alles onder de knie, en is motorisch ook niet zo sterk als pakweg Wolf.
Maar al bij al zijn het bijzonder mooie rapporten, en ik ben een trotse mama!
365 – 28 juni 2014 – wolkjes
Daarom dus.
Jawel, alweer het einde van een schooljaar, mijn twintigste al. Ik sta ervan versteld hoe snel het allemaal gaat, en hoe graag ik, na twintig jaar, nog steeds mijn job doe.
Dat heeft veel, zo niet alles te maken met de leerlingen zelf. Uiteraard is er nog steeds de passie voor Latijn, maar eigenlijk gaan mijn lessen vaker over de meest waanzinnige andere onderwerpen, dan over Latijn zelf. Moest ik lesgeven met dezelfde sérieux als sommige van mijn collega’s, ik zag twéé keer mijn leerplan.
Maar daar gaat het net voor mij om: de leerlingen de raarste dingen bijleren, praten over de meest bizarre dingen, en uitweiden over all things Roman (and Greek).
Dit jaar zijn er zelfs leerlingen me op de proclamatie komen bedanken, gewoon voor de drie jaar les die ze gekregen hebben van mij. Eentje leek altijd zeer ongeïnteresseerd, maar kwam me vertellen dat ze dolgraag Latijn had gedaan, heeft me zelfs het boek waarop haar onderzoekscompetentie gebaseerd is, uitgeleend, en gaat filosofie studeren. Hey, ik heb er dit jaar zelfs eentje die voluit voor Klassieke Talen gaat volgend jaar, als dat niet mooi is! En van een ander heb ik een dikke knuffel gekregen als bedankje.
Maar wat me het meest gaat bijblijven, en waar ik nota bene zelf tranen in de ogen van kreeg, was een andere knuffel.
Ik heb haar drie jaar geleden zien binnenkomen in het vierde, gigantisch verlegen, onzeker en totaal zwijgzaam. De diagnose was autisme, en in de voorafgaande vergadering met de GON (speciale begeleidster voor kinderen met een “stoornis”) was ons meegedeeld dat ze inderdaad moeilijk contact legde, niet snel mensen vertrouwde, je niet aankeek, en vaak blokkeerde als je haar rechtstreeks iets vroeg. Dat was dan ook genoteerd.
Ik liet haar doen, stelde soms een vraag, maar forceerde geen antwoord. Langzaam zag ik haar ontdooien. Af en toe kon er een lachje van af, af en toe keek ze me aan. Ze werd bewuster in haar kleding, ging voor een uitgesproken, aparte stijl die me wel lag. Nu en dan gaf ik haar daar een complimentje over, en dan bloosde ze tot achter haar oren, maar genoot. Ik zag haar groeien, stelde al vaker een vraag, kreeg meestal ook prompt een antwoord. Ze deed mondeling examen, en deed dat met flair. En ook al was ze daar zelf bijzonder onzeker over, ik zag haar uitgroeien tot een mooie jonge vrouw.
Op de proclamatie, waarbij ze haar diploma Latijn-Wetenschappen kreeg, ontving ze ook de prijs Doorzettingsvermogen. Want je moet het toch maar doen, met dat achterliggende probleem. Ik schreef voor haar het begeleidende tekstje, en ze was er duidelijk door overweldigd.
Toen de zaal na de proclamatie vrijwel leeggelopen was, zag ik haar nog achteraan staan, en ging naar haar toe. Ik feliciteerde haar met diploma en prijs, en ze straalde. En toen, voor ik het wist, trok ik haar tegen mijn gilet. En zij, zij knuffelde me intens terug. Heh. En toen stonden we alletwee schaapachtig, met tranen in de ogen, naar elkaar te kijken. En ik wist dat het goed was. En dat ze me gerust nog twintig jaar mogen geven, alleen al voor deze momenten.
Het ga jullie goed, mijn lieverdjes. Hier laten we jullie los, maar we vergeten jullie niet. Als je dat maar weet.
365 – 27 juni 2014 – Imaginatio
Dat ze werkt, die bel!
De elektricien is daarnet langsgeweest, en jawel, de bel werkt! Eindelijk!
Enfin, eigenlijk werkte ze wel al, maar niet zoals ik wilde. Bart heeft namelijk de DoorBot gekocht, een wreed wijze bel, die een signaal geeft naar je iPhone, iPad of wat je ook maar instelt. Je kan dan ‘opnemen’, en zien wie er aan de deur staat, en daar zelfs mee praten. Wreed wijs allemaal.
Alleen… Ik heb lang niet altijd mijn telefoon bij me, en wat als enkel de kinderen thuis zijn? Of ik boven zit, en zij beneden? Dan hoort niemand de bel, helaas.
Ik wilde dus dat ze ook signaal gaf naar een gewone vaste bel hier in huis, zodat je het sowieso hoort. En dat laatste bleek maar niet te lukken, de elektricien kreeg dat niet in gang. Tot vandaag dus. Nu gaat niet alleen mijn telefoon, maar ook een mooie “ding-dong” hier in de woonkamer.
Met andere woorden: ik heb een bel!
En gelukkig dat ne mens daarvan wordt, ge kunt het u niet voorstellen!
365 – 26 juni 2014 – Termont
Chaos in mijn hoofd
Soms, soms snap ik gewoon niet hoe ik het doe. Ik snap niet dat mijn huishouden min of meer draait, dat ik een job heb (en hou), en dat ik elke dag mijn kinderen proper gewassen, goed gevoed en met de juiste dingen naar school krijg.
Toegegeven, ’s morgens is er Bart die de boekentasjes maakt. Maar ik sleep wel koekjes, drankjes en fruit in grote hoeveelheden aan, zorg dat het zwemgerief gewassen is, dat de turnpantoffels nog groot genoeg zijn en genaamtekend, dat de juiste briefjes met de juiste boodschappen zijn ingevuld, en dat iedereen passende kleren, schoenen, jassen, mutsen en andere dinges heeft.
In mijn hoofd ben ik namelijk nog steeds zestien, met de bijhorende ’teenage angst’ en onzekerheden. Dat ik het allemaal niet ga kunnen. Dat alles eens onherroepelijk in de soep gaat lopen.
In mijn hoofd heerst namelijk chaos. Een grote chaos, al altijd, ik ben een warhoofd. En ik voel me vaak als een jongleur in het circus, die een hoop bordjes tegelijk draaiende moet houden. Maar net zoals die jongleur daar wellicht gigantisch veel op geoefend heeft, en talloze bordjes heeft gebroken, zit ik in mijn hoofd nog in de oefenperiode. Ze draaien niet altijd allemaal even vlot, die bordjes, maar er vallen er precies zelden, en dat is wat ik niet snap.
Job, huishouden, kinderen met bijhorende hobby’s, verbouwing, auto’s, eigen hobby’s (al zijn die momenteel herleid tot een minimum), het eist allemaal zijn plaatsje op in mijn hoofd, en ik mag niks vergeten. Ik mag geen bordjes breken.
Ik snap dat dus niet.
Hoe dóen jullie dat?