Digital detox

Daarnet was mijn dierbare echtgenoot, maar ook de kinderen (en ik heel even) te zien op Koppen. Ze wilden een reportage maken over ‘Digital Detox’, en hoe sommige mensen echt verslaafd zijn aan internet. Bart staat erom gekend zo goed als altijd online te zijn, en dus hebben ze hem twee weken gevolgd, compleet met een totaal internetloze zondag. Ik vermoed dat ze op dramatische resultaten hadden gerekend, maar helaas. Ook de ‘digitale diëtiste’ had een aantal tips voor Barts mensen bij Wijs, maar verklaarde dat ze Bart zelf eigenlijk bitter weinig kon leren. Het is een feit dat Bart en ik allebei niet zonder internet kunnen, maar voor ons is dat ongeveer hetzelfde als zonder elektriciteit: een heel pak toestellen werkt erop, en ons leven is erop afgestemd. Zijn jullie daarom verslaafd aan elektriciteit? Op dezelfde manier wel als wij aan internet, denk ik, als je weet hoe je je voelt als een paar uur de elektriciteit uit ligt. Het is voor ons alomtegenwoordig, maar daarom niet continu, en het eist ook niet alle aandacht op. De GSM gaat niet mee in de slaapkamer, niet in de badkamer, niet aan tafel, en ik heb het ding bijvoorbeeld vaak niet eens bij. Maar als ik thuis ben, staat mijn PC aan. En ligt het internet uit, dan voel ik me niet comfortabel.

Maar bon, we hebben hier dus een avond een filmploeg over de vloer gehad, en zelfs een ochtend bij het ontbijt. ’t Is ne keer wat anders dan de krant bij de cornflakes.

Het resultaat kan u hier bekijken.

 

Pizza’s en gezelligheid

Al maanden probeerden we af te spreken, de vriendinnen van het middelbaar en ik, maar eerst was de ene op vakantie, dan de andere, en ga zo maar door. Deze week leek perfect uit te komen: Kims man zit in India, en dus was het ideaal voor haar om met ons te gaan eten. Eindelijk.

Ik pikte de dames op rond half een, en we twijfelden nog even of we niet te voet zouden gaan. Het feit dat de hemel aan de ene kant hemelsblauw was, maar aan de andere kant donkergrijs, deed ons toch maar de auto nemen. Die stond toch voor de deur, dus waarom niet? Wij naar pizzeria da Toto, aan de Albertlaan, daar waar vroeger de cocktailbar Old Fashioned zat: Kim vond het een aanrader, en wij konden haar geen ongelijk geven. Voor het terras was het toch wel te koud, maar binnen was het gezellig, en de bediening vrolijk Italiaans.  Nathalie en ik namen pizza, Kim ging voor de lasagne, en alles kwam eigenlijk behoorlijk snel op tafel. Alleen jammer, eigenlijk, dat pizza altijd zo snel koud wordt. Dat vind ik net zo handig aan afhaalpizza: je kan een stuk nemen en de rest in de isolerende doos laten zitten. Maar bon, afgezien daarvan was de pizza echt wel lekker: knapperig, vers, ruim bestrooid met groenten, niet te veel olie, en in het begin ook vingersbrandend heet.

We hadden met opzet geen voorgerecht genomen om ons toch maar een dessert te kunnen permitteren, en ook daar hadden we precies geen foute keuze gemaakt. Kims sabayon was overheerlijk, en de stukken tiramisu die Nathalie en ik kregen, waren er om u tegen te zeggen.

Koffie hebben we daar niet meer genomen, het was intussen welletjes voor Kim. En de rekening herinner ik me niet echt meer, maar ik geloof dat ik voor de pizza, het dessert en een half litertje water iets boven de twintig euro zat. Dik in orde.

Pizzeria da Toto
Handbalstraat 1A9000 Gent

Catechese

Roeland vroeg het me zaterdagavond op het trouwfeest van ons nichtje nog: “Catechese? Serieus? Waarom in hemelsnaam?”

Tsja.

Wij zijn indertijd voor de kerk getrouwd omdat ik dat wilde. Ik zou mezelf niet katholiek noemen, maar toch ergens wel christelijk. In elk geval antiklerikaal, maar er waren niet echt andere opties, destijds. De kinderen zijn ook gedoopt, en ze hebben ook hun eerste communie gedaan.

Wolf doet in mei zijn plechtige communie, uit eigen vrije wil. Ik heb het er met hem over gehad, en dat hij anders ook een lentefeest kan krijgen, als het hem om het feest zou te doen zijn. Maar nee, hij kiest er bewust voor om zijn communie te doen, en dus christelijk te zijn.

Het gevolg was dat we gisteren om half tien in de mis zaten – na een trouwfeest, amai – en blijkbaar de enige van de communicanten waren. Ha ja, de catechese was na de mis, om half elf, en blijkbaar vond niemand dat je dan ook naar de mis moest. Tsja. Ik kon niet blijven op de catechese, wat blijkbaar wel de bedoeling was, want ik moest Merel en mezelf nog aankleden, de boel opruimen, en helemaal klaar zijn tegen dat Wolf thuis kwam, en we onmiddellijk naar het familiefeest reden.

Catechese dus. Het zal me benieuwen. Het was in elk geval wel al met beamer in de kerk, en een Youtubefilmpje van een flashmob. Ik geloof dat het nog zo erg niet zal zijn :-p

Familiefeest

Twee keer per jaar komen we samen met de familie van Barts moeder, en eigenlijk is dat altijd best gezellig: Barts moeder, haar broer en schoonzus, en de jongste ongetrouwde broer die intussen ook al in de 70 is. En dan de generatie daaronder: Barts broer met vriendin en twee kinderen, wij, Barts neef met vrouw en drie kinderen, en het ongetrouwde nichtje. Fijne bende, en altijd leuk om te kletsen.

Nelly wou eens iets nieuws uitproberen voor de groep, en dat werd het Konijntje op een paar kilometer van haar deur, met een speeltuin bij. We hadden in elk geval al het weer aan onze kant: we konden de kinderen regelmatig losrukken van hun schermen en buitengooien.

Ook het eten mocht er zijn, gelukkig maar. En voor het eerst aten de drie oudste geen kindermenu meer, maar gewoon een volwassen menu met ons mee.

Ze worden zo groot, meneer…

Fagot

Kobe lijkt echt wel aanleg te hebben voor muziek, en dus mocht hij na een jaar notenleer een instrument kiezen. Gitaar wou hij niet, want dat speelt Wolf al. Piano? Meh, te groot en te luid, en (denk ik) te gewoon voor Kobe :-p En strijkers, dat zei hem niet veel.

Hij sprak eigenlijk al lang van een blaasinstrument. Dwarsfluit, of blokfluit misschien. Voor trompet en klarinet kreeg hij een veto: het een echt te luid (en ik hou niet van koperblazers behalve hoorn), en klarinetten doedelen me te veel.

En toen kwam hij thuis met fagot. Je weet wel, houtblazer, familie van de klarinet, maar dan de grote broer. Ook met een rietje te bespelen, maar ongeveer 1.30 meter lang. Serieus.

Fagot.

Hij bleef bij zijn standpunt, ook toen ze met de notenleerklas op instrumentenbezoek waren geweest. Fagot zou het zijn. Dus maakten we op het einde van vorig schooljaar al kennis met juf Renate, de fagotlerares, en werd zijn maat bepaald. Want ja, als hij té klein is, kan hij niet aan alle kleppen, en moest het een speciaal instrument zijn. Blijkbaar was dat niet nodig, en deze morgen stond ik met hem om negen uur in de fagotles. Juf had een huurinstrument mee, een mooi houten ding, en eigenlijk hebben we samen geleerd hoe je het ding in en uit elkaar haalt, hoe je het schoonmaakt, en hoe je erop blaast. Enfin, dat heeft Kobe geleerd, want ik krijg er geen zinnig geluid uit. Maar hij blaast dus al een mooie peut.

Hij straalde.

Deze namiddag wilden ze al samen spelen, Wolf en hij. Ik wierp nog op dat Kobe maar één noot kent, de lage mi, maar dat was volgens Wolf geen bezwaar: de meeste van zijn stukjes zijn sowieso met een mi als grondtoon, en dat kon dus wel.

We hebben tranen gelachen, echt waar, en ik heb zelfs op een bepaald moment de fagot overgenomen, want Kobe zakte door zijn benen van het lachen. Het klonk dan ook hilarisch: Wolf heel delicaat op zijn gitaar: “Mi – re – mi” “Peeeeeuuuuuutttt!”

Man man man.

Fagot begot.