De jongens hun punten, maar… een jaar van mijn leven en extra grijs haar

Vandaag kregen de jongens hun uitslag: Wolf om vier uur, Kobe om vijf uur.

Stipt een minuut over vier liep het volgende bericht binnen van Wolf:

Hij is nu dus bachelor in de ingenieurswetenschappen, computerwetenschappen. Proficiat, lieverd! Mega trots dus.

Ik was er eigenlijk behoorlijk gerust in geweest: hij had maar één vak in tweede zit en had zichzelf al meer dan bewezen. Veel stress had ik dus niet gehad.

Voor Kobe daarentegen… Het is zijn eerste jaar, hij was er ‘maar’ voor 5 van de 13 geslaagd in eerste zit en moest er dus eigenlijk nog 8 doen. Maar omdat hij zowel analyse I als II moest herdoen, en chemie I en II, heeft hij alles gezet op de I en de II doorgeschoven naar volgend jaar, ook al omdat hij echt een zwaar rooster had in tweede zit. Bon, 6 examens dus, en hij had er geen idee van hoe ze geweest waren. Ik zat dus op hete kolen, en hij zat in Frankrijk met een ganse groep vrienden van de scouts. Ik had hem al een berichtje gestuurd: dat ik zijn uitslag een minuut na vijf verwachtte.

Rond half vijf ging mijn telefoon, een mij onbekend nummer. Ik nam op.

“Hallo mama? Ja het is Kobe hier. We hebben net een via ferrata gedaan, en die was de max, maar halverwege was ik efkes gestopt om het mega schone uitzicht te filmen, en toen heb ik mijn gsm gewoon naast mijn broekzak gestoken, en die is in het water gevallen. Maar ik weet precies waar hij gevallen is, en hij heeft geen rotsen of zo meegehad, dus we gaan straks allemaal samen gaan zoeken, maar nu kan ik dus niet inloggen in Oasis (platform van de unief waar zijn punten op gepubliceerd worden nvdr.) dus ge gaat nog even moeten wachten op mijn punten. Ja sorry… ”

Zucht. Mijn stresslevels gingen nog wat de lucht in.

Kwart na vijf: opnieuw telefoon, van een ander nummer.

“Ja mama? Ja, we zijn dus gaan zoeken, maar dat water is daar dus zo’n drie meter diep en ijskoud, en we hebben allemaal samen gezocht, maar we hebben hem niet gevonden. Ja sorry… En ge kunt dus niet met een ander toestel inloggen want er zit tweestapsverificatie op, en die authenticator is gelinkt aan dat toestel. En ge kunt ook vragen om een sms te sturen… naar uw gsm. Of ge kunt ze laten bellen… naar uw gsm. En ja, ik kan ook inloggen met een IDkaartlezer, maar die heb ik hier natuurlijk niet, dus nee, dikke shit, maar ik kan dus pas aan mijn punten als ik vrijdagavond thuis kom, via mijn computer. Sorry mama…”

Stresslevels piekten. Jawel. Serieus…

Bon.

Half zes: opnieuw telefoon, van een derde nummer.

“Mamaaaaa?? Ik ben er voor alles door!!!!!!”

Ik moet blijkbaar gegild hebben, want Merel kwam kijken van boven of alles oké was. Hoe had hij het nu opgelost? Wel, een van de gasten die mee was, zijn mama is ombudsvrouw aan ’t unief, en zij heeft dus toegang tot alle accounts. En met Kobes toestemming is ze dus naar zijn punten gaan kijken.

Dit is een prachtig resultaat voor mijn klein warhoofd, een jaar jonger dan de rest want nog maar net 18. Hij had helemaal geen studiemethode en wij hielden ons hart vast, maar hij heeft het toch maar mooi gedaan.

Volgend jaar dus eerst alles op die twee nog ontbrekende vakken zetten, zodat hij veilig is voor de knip, en dan is hij gelanceerd. Allez, hij is eigenlijk nu al gelanceerd, vinden we.

Man, trots op mijn jongens. Allebei.

Wat heb ik toch een zalige kinderen, al kost die tweede me vaak een extra jaar van mijn leven…

Noodkuisploeg

Ik was van plan om vandaag me enkel met de was bezig te houden, wat te bloggen, en vooral uit te rusten.

In de voormiddag lukte dat aardig: ik moest enkel nog boodschappen doen en koken, en er gingen warempel vier machines was door. Dit weer is dan ook zalig: machine 1 wassen, buitenhangen, machine 2 wassen, ook buiten hangen, machine 3 wassen, machine 1 binnen halen en opvouwen, machine 3 in de plaats hangen, enzovoort.

Merel was in de voormiddag met Wolf mee boodschappen gaan doen: hij is gisterenavond pas thuis gekomen van UGent Racing competitie in Tsjechië, maar had vandaag een teamdag met het nieuwe autonomous drive team waarvan hij nu de captain is. Die ging eerst door in de loods, maar dan vanaf een uur of zes-zeven in het appartement, zodat ze daar konden eten, chillen, poolen en elkaar wat beter leren kennen.

Alleen… In de week voor de competitie had Wolf geschilderd, samen met Arwen en soms ook Merel. De bedoeling was dat het af was en netjes gekuist. En toen was hij ziek geworden, zodat hij de vrijdag en de zaterdag eigenlijk zo goed als niks meer gedaan had.

Resultaat? Het lag daar ronduit smerig: plastiek op de grond, overal afplaktape, de pompsteen nog vol verfresten en vuil, en alles onder een dun laagje schuurstof. Moesten het Wolfs gewone vrienden geweest zijn, ik had gezegd dat ze eerst gezellig samen konden kuisen en dan chillen. Maar dit waren niet zijn vrienden, dit was zijn nieuwe team waarvan hij de manager is.

Ik keek dus naar Merel en vroeg of ze samen met mij haar broer een mega plezier wilde doen door daar alles toonbaar te gaan maken. Ze twijfelde of hij dat wel zou willen, maar ik belde hem en hij hoorde er ongelofelijk opgelucht uit.

Nu, kuisen is niet mijn ding, of beter gezegd: niet het ding van mijn rug. Maar als Merel kon stofzuigen, afplaktape weghalen en kon dweilen, dan kon ik de keuken en de oppervlakten doen, en dat zou me wel lukken. Wij dus naar ginder, en tweeënhalf uur later trokken we de deur weer achter ons dicht, terwijl Wolf eigenlijk zelfs al vroeger klaar was en had willen afkomen. Maar het resultaat mocht er zijn: alles afgewassen – keuken, boekenkast, tvkast, tafels, keukeneiland, stopcontacten, lichtknoppen – alles opgeruimd en gestofzuigd en gedweild. De koelkast was opgevuld, de rommel stond in de berging. Best wel trots, maar we waren doodop.

En Wolf? Die was bijzonder dankbaar en had een zeer fijne, productieve en vooral propere avond.

Roll-out van Elektra

Vorig jaar was er de roll-out van Orion, de auto van UGent Racing waar Wolf aan gewerkt had bij Mechanical Composites en waarvoor hij destijds de stoel had gemaakt uit carbon fiber.

Intussen zijn we een jaar verder, heeft hij dus een jaar meegedraaid bij Autonomous Control en ontelbare uren geklopt, ging zijn Bachelor proef over het kalibreren van de Lidar en de optische camera zodat die exact op hetzelfde moment hetzelfde beeld weergeven, en is hij verkozen in het bestuur van UGent Racing als Chief Autonomous. Right up his alley, zeggen we dan, al was hij liever Captain van het hele team geworden. Yup, hij is altijd al ambitieus geweest, onze Wolf.

Maar vandaag was er dus de Roll Out  van de nieuwe auto, waarvan hij me zelfs de naam nog niet had willen verklappen. Ik stond dus tegen half acht in de Handelsbeurs, samen met blijkbaar zo’n 700 anderen, en keek vol trots naar de presentatie en uiteraard ook de auto zelf. En ja, het is een knap ding geworden. Elektra, heet ze.

Maandag waren ze nog foto’s gaan nemen met de auto overal in ’t stad:

Deze zomer gaan ze aan drie competities meedoen: Nederland, Hongarije en Duitsland. En nu maar hopen dat Wolfs tweede zit meevalt zodat hij mee kan.

Maar wat ik eigenlijk nog wijzer vond, was het nevenproject van UGent Racing: Hydra! Ze hebben de auto van twee jaar geleden, Artemis, omgebouwd naar een verbrandingsmotor. Vreemd, zegt u, en dat vonden we eerst ook, toen we het filmpje zagen en vooral ook het brullende geluid van de motor hoorden (een filmpje dat Wolf afgelopen nacht nog met een paar heeft gemaakt). Maar dit blijkt op aanvraag te zijn van ABC, de Anglo-Belgian Corporation die een van hun grootste sponsors is en op wiens terrein ze zitten, een bouwer van scheepsmotoren. Het is namelijk de bedoeling om hiervoor een waterstofmotor te ontwikkelen en verder uit te bouwen. Puur research dus, niet om mee te racen, maar wel voor praktisch gebruik in de industrie. Zalig, toch?

Enfin, leerrijke, fijne avond gehad en vooral bijzonder trots op mijn zoon die volgend jaar daar ook op dat podium zal staan met een hele uitleg rond de Autonomous control.

Doordenkertje

Ik zette mijn gerief voor de tabletopsessie klaar, en nam dus ook mijn doosje met dobbelstenen. Dat is een pracht van een doosje dat ik ooit gekregen heb, maar waarvan de scharniertjes kapot zijn. Op zich niet erg, met twee stevige rekkers blijft dat ook dicht.

Wolf had het vorige week gebruikt omdat hij zijn eigen dobbelstenen ergens verkeerd gelegd heeft en niet meer vindt. Kan gebeuren.

Ik nam het nu dus uit de kast, en merkte dat het niet echt goed dicht was, en met een dertigtal dobbelstenen is dat niet zo praktisch als dat openschiet.

En toen keek ik naar de rekkers, die mijn ingenieur van een zoon rond het doosje had gedaan.

Juist ja.

Nen ingenieur, dat kan alles berekenen, maar daarom zijn ze nog niet praktisch.

Zolder

Vandaag kreeg ik deze foto door van Wolf:

Hij zit voor het UGent Racing team in Zolder. Binnenkort moet hij naar Parijs en daarna naar de Belgian Auto Show hier in Flanders Expo.

Yup, hij is goed bezig, die zoon van me.

21

Lieve Wolf

nu kan ik er echt niet meer omheen: ook in de vroegere, ouderwetse termen ben je nu volwassen. Je prefrontale cortex zou intussen stilaan volgroeid moeten zijn: je bent eindelijk de vlinder – of dikke mot? – die uit dat rupsje is voortgekomen. Een rupsje dat ik heb mogen koesteren, dat ik zich heb zien inspinnen in een cocon, en de vlinder die ik nu echt moet loslaten, want vlinders en gevangenschap gaan niet goed samen.

Niet dat ik je gevangen wil houden, liefje, dat zou je ook niet toestaan, maar soms vind ik het lastig je los te moeten laten. Je hebt een eigen leven, dat heb je al even, maar je huis – ons huis – is al lang niet meer je voornaamste verblijfplaats, behalve dan misschien tijdens de blok en de examens. Je hebt nu eindelijk je definitieve kot voor de komende jaren, ons nieuwe appartement, en dat ben je dan ook met rustige zekerheid aan het inrichten. En daarnaast denk ik dat je meer wakende uren in Lovendegem bij Arwen doorbrengt dan hier bij ons in Wondelgem. Ik begrijp dat volkomen, liefje: zij is een huismus en het is makkelijker voor jou om naar daar te gaan dan voor haar om hier te komen. En daar heb je meer gaming gerief, meer plaats, de dieren, dat soort dingen, terwijl je hier toch maar op je kamer zit.

Maar ik hou van je rustige, kalme aanwezigheid. Daarin trek je zo hard op je papa. Ach, je trekt in zo heel veel dingen op je papa, en dat zorgt er alleen maar voor dat ik je nog liever zie. Je hebt zijn doorzettingsvermogen, zijn vastbijten in de dingen, zijn droge humor, zijn ernst… Maar tegelijkertijd heb je ook mijn koppigheid – al wil ik hiermee niet gezegd hebben dat je papa niet koppig is – en dat zorgt ervoor dat je ook zo vlot door je studies gaat. Je inzet, je werkpaardattitude is immens. En nu is daar, nog meer dan vorige jaren, UGent Racing bij. Je zit in het bestuur, je bent hoofd van de afdeling Autonomous, je werpt ideeën op, raakt gefrustreerd als daar dan niks mee gedaan wordt, werkt dan zelf maar dingen uit, en steekt er uuuuuren in. Met volle goesting en het occasionele gegrommel. Want ja, net als je ouders ben je het principe van Roger toegedaan: “Wat je zelf doet, doe je – meestal – beter”. Dat je tijdsmanagement daardoor niet altijd optimaal is, zal je worst wezen: slapen doe je wel als je dood bent, je bent maar één keer jong, toch?

Ach liefje, ik hou enorm van de man die je geworden bent. Geen idee of we, als we dezelfde leeftijd hadden gehad, ooit vrienden hadden kunnen zijn, dat weet ik nog zo niet. Maar het feit is dat je me gigantisch trots maakt, dat mijn hart telkens weer opspringt als je door de garagedeur binnenkomt, als je hier naast me in de zetel ploft, als je met een grote grijns een snoepje uit een van de glazen potten pikt of als je je zusje kan plagen.

En dan kan je me gemakkelijk manipuleren om toch maar weer een extra pull voor jou te betalen, of je mijn auto te lenen, of iets extra voor je te doen. Jij weet dat je me manipuleert, ik weet dat je me manipuleert, jij weet dat ik dat weet, en stiekem genieten we er allebei van.

Want zolang je zo hulpvaardig blijft, zo lief, zo zorgzaam, zo medelevend, zo onzelfzuchtig en tegelijk toch zo zelfbewust, zolang jij Wolf blijft, zal ik je graag zien. Ook de volgende veelvouden van eenentwintig jaar.

Trotse mama

Vandaag kwamen de punten van de jongens online: om vier uur die van Wolf, om vijf uur die van Kobe. Bij Wolf was ik er redelijk gerust in, bij Kobe was het nog met een bang hartje afwachten, want het was zijn eerste examenperiode en dan kan je echt aan geen kanten inschatten hoe een examen is geweest. Allez ja, hij was er vrij zeker van dat Analyse ging gebuisd zijn en dat hij voor wetenschappelijk programmeren een 18 of zo ging hebben, maar verder? Geen idee. En doordat hij vrijwel altijd op de scouts ging studeren, hebben wij er eigenlijk ook geen zicht op.

Maar bon, iets over vier kwam dus Wolfs uitslag:

Twee keer 15, twee keer 14, maar helaas dus ook die 8 voor AI, en die is niet delibereerbaar, dus toch tweede zit. Hopelijk blijft het bij dit eentje, maar het is wel doodjammer. Tsja… Maar de rest is dus echt wel goed.

En dan, tegen vijf uur, kwam Kobe:

Eerlijk? Doodcontent! We wisten het echt niet, en gezien zijn studiehouding in het middelbaar hielden we ons hart vast. Analyse wist hij dus, en chemie was zijn laatste en dat ging inderdaad ook niet goed, dat had hij gezegd. Het zijn ook redelijk stevige buizen… Maar de rest? Het is niet alsof hij telkens met de hakken over de sloot is: twee keer 12, een 15 en effectief een 18. Knap gedaan!

Het is intussen ook wel duidelijk dat hij, net zoals Wolf, een studierichting heeft gekozen die hem echt volledig ligt. Uiteraard zijn er nog steeds, zoals hij dat zelf noemt, “poepvakken” zoals die wiskunde, maar over het algemeen doet hij het echt graag.

Ze hebben beiden hun nieuwe luxekot dus meer dan verdiend. En ja, ze zullen allebei nog moeten studeren in de grote vakantie, maar voor een groot deel zijn ze er al vanaf. Dik in orde.