Zwarte botjes

Yup, ik heb er nu toch echt wel eindelijk gevonden! Twee paar, zelfs!

Zaterdag was ik dus thuisgekomen met die mooie rooie, maar dat was niet echt de bedoeling. Ik ben rond vijf uur zelfs nog naar de Antwerpsesteenweg in Oostakker/Lochristi gereden en heb daar nog vier schoenwinkels afgelopen, maar helaas. Dertien schoenwinkels in totaal, en geen deftig paar zwarte botjes met minder dan acht centimeter hak.

Vandaag begon de rugbytraining weer, en zette ik de jongens om vijf voor acht af aan het terrein aan de Blaarmeersen. Ik draaide onmiddellijk mijn kar en reed naar ’t Fabriekske, bekende schoenwinkel op de Drongenstesteenweg die open is tot half zeven. De schoenen komen niet rechtstreeks van de fabriek, maar hun winkel is eigenlijk een hoop gestapelde dozen in een grote hangar, met gigantisch veel keuze en merken. Je moet er echt goed zoeken, maar zij hadden dus nog massa’s zwarte laarsjes in de juiste maat. Ze zijn doorgaans niet goedkoper dan de doorsnee schoenwinkel, maar hebben veel meer keus, en vooral, ze doen zeer mooie afprijzingen.

Ik denk dat ik toch wel een paar of tien heb aangehad, en toen begonnen ze al aan te kondigen dat de winkel ging sluiten. Poeh! Uiteindelijk heb ik zelfs twee paar laarsjes mee: de eerste zijn van Laura & co, een merk dat ik niet kende, van 75 euro naar 45.

laarsjes1

Het tweede paar is van Hush Puppies, en ging van (reeds afgeprijsd) 80 € naar 48, en kan ik rechtop of met omgeslagen boord gebruiken.

laarsjes2

Ik blij, want online had ik al een budget in gedachten van 80 euro. Nu heb ik voor 93 in totaal twee paar laarsjes, elk met een hakje van ongeveer zes centimeter, en ben ik vooral een bijzonder contente mens, en wat wil ne mens dan nog meer? Hm?

Kapsel

Mijn haar is intussen meer dan een derde grijs. Echt erg vind ik dat niet, want het valt eigenlijk niet zo op, en vooral: mijn grijze haren zijn dubbel zo dik als mijn gewone haar! Wanneer ik volledig grijs zal zijn, zal ik eindelijk een deftige kop haar hebben (hoop ik)!

Enfin, ik wilde het al een tijdje eens laten kleuren, niet alleen voor dat grijs, maar gewoon zomaar. Mijn kapster en ik keken eens welk kleur misschien wel het beste zou zijn, maar het uiteindelijke resultaat is een pak donkerder en roder geworden dan de bedoeling was. Niet dat ik het erg vind, ik vind het wel fijn zo.

Wolf heeft dan op mijn vraag een paar foto’s genomen.

Avatardec2012_480

rost

Staartjes

Omdat deze druilerige lastige dag toch niet het noemenswaard was, geef ik je maar een paar foto’s mee van eind juni, toen Merel plots met staartjes in het haar van de crèche kwam. Ze leek plots wel een kleuter…

staartje1

staartje2

staartje3

Een ouwe kapelle…

Ik heb vreselijk moeten lachen vandaag, maar mijn dag was eigenlijk ook wel meteen goed.

Ze zijn hier al anderhalve week aan het werken in de straat: vernieuwen van de totaal verkalkte waterleidingen. Concreet betekent het een hoop lawaai, een hoop modder, alle voetpaden die opengebroken liggen, alle auto’s die ergens anders moeten parkeren, en een hoop malcontente mensen. Ik vind het ook niet leuk, maar daar kunnen die werkmannen ook niet aan doen, het is hun job en het moet gebeuren. En dus zeg ik altijd vriendelijk goedemorgen, en lach ik eens naar die mannen.

Dat had de voorman ook opgemerkt, en die zag mij blijkbaar wel zitten: al de hele week kwam hij aanbellen als er iets scheelde, om iets mee te delen, sprak hij me aan voor een babbeltje, enzovoort. Ik heb de indruk dat het een Italiaan is, of toch zoiets. Blijkbaar hield hij ook nauwlettend in de gaten wat ik droeg, want hij sprak me er lachend op aan dat ik ’s morgens nog een bril droeg, en later niet meer. Dat soort dingen dus.

Deze morgen kwam hij deemoedig melden dat ze het water in de straat hadden afgesloten, maar dat ze mij en de overbuurvrouw niet verwittigd hadden, omdat wij gedomicilieerd zijn in de andere straat, maar blijkbaar ons water betrekken uit deze straat. Ach ja. Ik heb dan maar flessenwater gedronken, douchen hadden we gelukkig allemaal ’s morgens vroeg gedaan.

Rond een uur of twee stond hij opnieuw aan de deur: dat het water terug was. En dat het zijn laatste dag hier was (het terug aanleggen van de bestrating is een andere ploeg), dat ze de werf aan het opkramen waren. En dat hij het dus jammer ging vinden dat hij me niet meer ging zien. Want, ha ja, “zo’n vriendelijkheid en mooiheid (sic) in één vrouw, dat ziet ge niet veel. Ofwel zijn ze heel mooi, maar dan zo vies en lastig, of omgekeerd”. En dat het niet eerlijk was dat ik gewoon alletwee had. Ik schoot in de lach, en zei dat mijn man dus geluk had. Wat hij volmondig beaamde, mij nog een stralende glimlach schonk (had ik al gezegd dat hij eigenlijk niet onknap was?), en weg was hij.

En ik, ik stond te grijnzen. Zeg nu zelf…

366 – 17 april

365-107

Wolf heeft deze foto getrokken, met mijn rok van Mais où est-il le soleil? uit de kringwinkel voor toch wel drie euro.

Wijvenweek – het topwijf in mij

Topwijf, zegt u? Hmm.

Ik ben gelukkig van die moordende onzekerheden van tiener en twintiger af, maar toch kan ik nog enorm twijfelen aan mezelf. Of ik wel een goeie moeder ben. Of ik Bart wel genoeg steun, als hij het lastig heeft met zijn bedrijf. Dat ik geen goeie huisvrouw ben, daar ben ik me van bewust :-p maar daarvoor heb ik dan ook een kuisvrouw.

Gelukkig zijn er wel een paar dingen die ik wél kan. En op een dag als vandaag mag ik die blijkbaar eens opsommen, zonder dat die eigen lof zo vreselijk hard stinkt. Of dat probeert men mij toch wijs te maken.

– ik denk dat ik toch wel een goeie leerkracht ben. Het kan uiteraard altijd beter, en ja, ik kan ook massa’s meer leerstof zien. Maar ik denk dat ik een goeie mix heb gevonden tussen puur lesgeven en idiote gesprekken houden. Ik doe het in elk geval graag, ik slaag erin om mijn leerlingen toch iets bij te brengen, en ze lopen niet gillend weg uit mijn klas, en da’s al veel waard met een vak als Latijn.

– eigenlijk denk ik stiekem toch wel dat ik nog niet zo’n slechte moeder ben als mijn ouders me als kind altijd voorspelden. Mijn kinderen zijn slim en vooral welopgevoed, gehoorzaam en lief, en zijn meestal toch ook proper en gevoed. Ze luisteren voorbeeldig, maar kunnen ook gigantisch onnozel doen met hun moeder. Ik ben streng, ja, dat wel, wanneer het nodig is. Soms zelfs wat té streng, vinden sommigen. Tsja.

– ik ben wel redelijk handig, ja. Ik verf kamers, maak boekenrekken, sla plintjes, repareer lusters en stopcontacten, upgrade PC’s, installeer alle mogelijke hardware, leg laminaatparket, maak en hang gordijnen op, repareer rolluiken en waterpompen… Daarnaast brei ik pulls, haak ik sjaals en beestjes, naai ik speelkleren en verkleedkostuums, schilder ik tekeningen op de muur, en nog wel wat van dat soort onzin.

– multitasken? Dat probeer ik te vermijden. Ik kan wel als de beste serieel tasken, en verschillende dingen door elkaar. Eten koken, keuken opruimen, was insteken, baby’s verschonen, haperende computerspelletjes verder doen gaan, kinderneuzen snuiten, twitter lezen, post halen, tafel zetten, planten water geven, groenafval in het compostvat gooien… Dat moet allemaal kunnen binnen hetzelfde half uur, zijnde een zaterdagmiddag tussen half twaalf en twaalf. Het enige waarin ik écht multitask, dat is het telefoneren met mijn ma. Mijn vaste telefoon is een heerlijk toestel dat ik perfect kan klemmen tussen oor en schouder. Terwijl ik dus bel met mijn ma (en dat is zelden onder het half uur) kan ik bijvoorbeeld perfect alle bovengenoemde taken uitvoeren. Om maar iets te zeggen. Zij snapt dat niet, en ik geloof Bart ook niet echt.

– ik zing niet onaardig. Ik ben geen natuurtalent, en ik zit er af en toe ook wel eens gigantisch naast, maar blijkbaar zing ik toch goed genoeg voor in een deftig koor, op behoorlijk hoog niveau.

– ik ben niet dom. Ik heb een gigantisch goed geheugen voor domme feiten en weetjes (zolang het maar geen sport of geschiedenis is) en ben dus een redelijk goed kwisser. Vandaar dat ik dat ook graag doe.

En nu heb ik genoeg gestoeft. Ik zou er bijna van gaan blozen. Bijna.