366 – 18 juni

365-169

En toen had Kobe op school de badkamer van Aagje (uit Pluk van de Petteflet) gemaakt. Compleet met kastje met uitneembare handdoek, en WCtje van klei…

Ankoria

Vandaag was er dus opnieuw Ankoria, de kinderlarp van Oneiros. Voor wie geen flauw idee heeft waar ik het over heb: ik heb het hier al eens uitgelegd.

Wolf keek er al weken naar uit, raadpleegde de kalender die in de keuken hing, en telde af hoeveel dagen er hem nog scheidden van zijn tovenaarspersonage. Donderdag had ik plots zitten bedenken dat Kobe misschien nog geen zes is, maar dat hij eigenlijk toch ook al bijzonder flink is, dat zijn broer hem wel op sleeptouw ging nemen, en dat hij dat superwijs zou vinden. Er lopen nog van die kleintjes rond, en daar hebben ze geen problemen mee, zolang er een van de ouders in de buurt is. En Bart zou het ook niet erg vinden, zo’n papa-dochterdagje, zonder zonen in de buurt.

Hij kon op de valreep nog mee, en dus reed ik deze morgen met mijn twee kinderen en Koen en Quinten naar Mol. We hadden allemaal lichte kleren en veel zonnecrème mee, in zwaar contrast met vorig jaar oktober toen het quasi van het begin tot het einde regende.

Wolf zag het op slag weer helemaal zitten, legde het systeem aan zijn broertje uit (die daar wonderwel mee weg was) en was binnen de kortste keren al aan het spelevechten met een paar anderen. Van die moussen en latexen wapens, ik kan het iedereen aanraden.

Zelf heb ik de meest uiteenlopende rollen gespeeld: hofdame, boertje, pixie, roversleider, genezer… Maar altijd wel ergens met een oogje op de kinderen, uiteraard. Op een bepaald moment heb ik een hysterisch huilende Kobe uit het spel gehaald: ze werden aangevallen door een hoop monsters, en er zat een grote, boze en vooral vreselijk indrukwekkende wolfman achter hem aan. Het ventje was écht bang, en hij niet alleen: er waren er meerdere aan het huilen van de schrik, wat dus eigenlijk niet de bedoeling is.
Toen hij wat bekomen was op de schoot van zijn mama, verklaarde hij gedecideerd dat hij niet meer ging meespelen, alleen toekijken: het was veel te eng. Een paar anderen hebben hem dan maar meegenomen naar het spelkot en hem het kostuum getoond en laten aanraken, en toen was het al een pak beter. Maar toch: hij is er nog altijd niet uit of hij bij een volgende editie wel wil meedoen. De ene keer zegt hij van wel, omdat het zo leuk was, een andere keer dan weer niet omdat het veel te griezelig was. Maar hij is er wel mee bezig, want hij begint er geregeld weer over.

En Wolf? Die heeft zich te pletter geamuseerd, en zit nu alweer te vragen wanneer de volgende komt.

Kunst, iemand?

In de auto had ik daarstraks een toch wel bizarre conversatie met Kobe. Niet bizar op zich, wel omwille van het feit dat Kobe nog altijd maar vier jaar is.

– Mama?

– Ja?

– Zie jij graag Paul Klee?

– Huh?

– Ik vind Paul Klee wel mooi, maar ik vind Miró nog mooier. En Kandinsky is moeilijker om zelf te tekenen, maar die heeft wel zo mooie kleuren…

– Euh *mond efkes vol tanden* Hoe kom jij daarbij, Kobe?

– Op school (tweede kleuterklas dus) leren we over schilderkunst, en we maken dan ook dingen zoals die schilders.

– Aaaahh. Enne, zijn er ook schilders die je niet mooi vindt?

– Ja, die met zijn lijnen en vierkantjes en zo, die enkel maar zwart en wit en geel en blauw gebruikt. Oh, en soms ook rood. Maar ik kan niet op zijn naam komen.

– Piet Mondriaan?

– Ja, die, mama. Die vind ik niet zo mooi, veel te weinig kleuren. Het liefst van al zie ik Miró.

– Serieus? Wij hebben daar thuis boeken van, hoor. Misschien niet van Miró, maar zeker van de anderen.

– Oooh mama, mag ik daar thuis dan eens naar kijken? Please?

Thuis waren we dat uiteraard al lang vergeten. Ik toch. Want iets later vroeg Kobe effectief nog naar die boeken, en ben ik samen met hem naar de boekenkast op ons kamer gegaan, en heb hem een boek van Paul Klee gegeven. Waarin hij dan zeer geïnteresseerd heeft zitten kijken, en af en toe gegiecheld heeft met de tekeningen.

Tsja, die zoon van mij, die ook altijd de autoradio op Klara zet – “maar geen opera mama, ik hou niet van dat zingen van die vrouwen” –  dat is een speciaal geval. Met een olifantengeheugen. Wij gaan daar nog wat mee tegenkomen.

Koekjes bakken

Wolf is op het onverwacht gaan spelen bij een vriendje in Sleidinge. Dat vriendje ging normaal de volgende week aan zee doorbrengen, maar het appartement is niet op tijd afgewerkt geraakt. Zijn mama belde of Wolf dan volgende week ginder wilde gaan spelen, maar aangezien hij op sportkamp gaat, lukt dat niet. Dan stelde ze voor dat hij vandaag kwam spelen, en waarom dus niet? Het is wel koud buiten, maar droog, en dan kunnen ze voetballen.

Kobe vindt de afwezigheid van zijn broer niet erg (toch als het niet te lang duurt): zo kan hij eens onder de dominantie van Wolf uit, en lekker zijn eigen ding doen. Zo hebben we daarstraks samen koekjes gebakken en versierd: hij doet dat soort dingen dolgraag, en het is ideaal als cadeautje voor Marie-Julie.

koekjes

Mijn metekindje wordt vandaag twee jaar, en mijn ma belde gisteren of we geen pannenkoeken kwamen eten ter harer ere, want zij en haar broer waren vandaag toch de ganse dag bij oma. Ik moest het voorstel geen twee keer zeggen tegen mijn jongens: ze sprongen een gat in de lucht.

En dus rijden we straks naar oma, met een doos vol vrolijk en vooral vrouwelijk versierde koekjes voor de kleine meid. Ik zie het wel zitten, ja 🙂

Conversatie

Zalige conversatie gehad met Kobe daarnet, toen ik de jongens in bed stak.

Het ging om een of andere reden over kussen, en Wolf had gezegd dat hij niet graag gekust wordt, tenzij door zijn mama en door zijn liefje.

Ik vroeg aan Kobe wie zijn liefje was, en hij antwoordde dat dat nog steeds Maud was, zijn liefje uit de crèche en later uit de eerste kleuterklas. Helaas is ze intussen verhuisd en zit ze op een andere school. Hij had haar wel nog uitgenodigd voor zijn verjaardagsfeestje, en dat klikte toen als vanouds.

Ik: Maar Kobe, je ziet Maudje toch niet meer? Of is dat niet erg?
Kobe: Nee mama, maar dat geeft niet, ik wacht wel. (pauze) Als ik later groot ben en een rijbewijs heb, rijd ik wel naar haar toe met de auto.
Ik: Ah, dat is een goed idee.
Kobe: Mama, mag ik dan jouw auto?
Ik: Ja hoor liefje, als je een rijbewijs hebt, dan mag dat.
Kobe: *grijnst* En natuurlijk ook een sleutel.
Ik: *snapte niet meteen wat hij bedoelde* Een sleutel?
Kobe: *schudt meewarig het hoofd* Maar mama, anders kan ik toch niet rijden?

Dat kind van ons, daar gaan we nog wat mee tegenkomen, ik zeg het u.

Wolfloos

Wolf is voor twee daagjes op kamp. Gisterenavond is hij vertrokken, morgenmiddag komt hij al terug.

Kobe en Merel genieten ervan. Pas op, ze missen hem, dat heb ik al gemerkt, maar het is duidelijk dat Wolf de regulator is hier in huis. Zeg gerust: baasmaker. Wolf bepaalt welke spelletjes er gespeeld worden, gaat Kobe helpen met een puzzel, of werkt het kamp af dat Kobe beginnen maken is met kussens en dekens.

Vandaag heb ik de twee kleintjes prachtig zien samenspelen. Kobe maakte een bedje, en Merel ging erin slapen. Ze joelden, deden onnozel, en lachten zich te pletter.

samenspelen

Maar deze avond vroeg Kobe wanneer Wolf terug naar huis kwam. Want ja, hij miste zijn grote broer.

Toch mooi he, als ze zo samenhangen?