Gezapige zondag

Ik voelde me absoluut niet in orde: een vreselijke verkoudheid, moe, lamlendig… Het mocht dan nog prachtig weer zijn, geocachen zat er voor mij vandaag niet in, ook al omdat de rug op de rand van kraken staat.

Ik was dan ook blij dat Wolf gisteren bij Arwen was gaan slapen en deze voormiddag dus opa kon gaan ophalen. Een gemak, zo’n zoon met een rijbewijs, ge hebt er geen gedacht van!

Maar het was dus prachtig weer, en we hebben wel binnen gegeten omdat onze buitentafel echt maar voor vier personen is: vijf is al lastig, zes is quasi ondoenbaar. Maar voor taart en koffie kan het perfect, natuurlijk. En toen bleven Merel en Wolf gezellig met opa buiten zitten kletsen – Kobe was naar de scouts – en ik weet eigenlijk niet wie daar het meest deugd van heeft gehad: de kinderen of opa.

En toen ging Bart nog pizza maken en hebben we ons pa maar meteen uitgenodigd om mee pizza te eten. Hij kon niet rap genoeg “ja” zeggen, om eerlijk te zijn.

Enfin, fijne dag, alleen jammer dat ik me mottig voelde. Maar ons pa heeft ervan genoten, en dat is het belangrijkste.

Eindelijk naar huis!

Vandaag ben ik – hopelijk voor de laatste keer – ons pa gaan ophalen in het ziekenhuis. Hij zat al netjes gepakt en gezakt, en ik had Kobe mee als lastezeltje, want mijn rug doet te lastig om alles zelf te dragen.

Ons pa glunderde: na bijna drie maanden in het ziekenhuis snap ik dat wel, ja. Ik nam hem eerst mee naar bij ons thuis, om daar in rasechte zondagse traditie te eten en kousen op te vouwen en blog te lezen. Zo hoort dat nu eenmaal.

En tegen half zes bracht ik hem naar Zomergem, waar Jeroen klaar stond om mee te helpen uitladen. Ons pa keek rond en zag dat het goed was, en genoot duidelijk van zijn eigen vertrouwde zetel.

Op maandag en donderdag komt er thuiszorg om hem te wassen, op dinsdag en donderdag komt er familiehulp om het huishouden te doen, boodschappen te halen, eventueel te koken en dergelijke dingen meer.
En één keer om de veertien dagen zou er een kuisvrouw komen .

Ik denk dat het zo wel gaat lukken, ja. Hij ziet het in elk geval zitten, en dat is het belangrijkste. En hij is weer thuis. Joechei.

82

Jawel, ons pa is nog steeds in het ziekenhuis, maar het einde is in zicht. Zijn geneesheer (geneesdame?) was vorige week naar een congres en wilde hem daarom vandaag nog niet laten gaan zonder eerst met het hele team overlegd te hebben, maar wellicht mag hij binnenkort naar huis. Het is toch sterk de bedoeling…

Maar vandaag gingen Kobe en Merel – Wolf is aan het studeren – mee naar het ziekenhuis om hem een gelukkige verjaardag te wensen. Merel had een prachtig kaartje gemaakt, wij hadden een mand vol sneukelingen mee en er was taart, zoals dat hoort. De kaarsjes hebben we niet meegebracht, want ik denk niet dat ze dat in een ziekenhuis zouden appreciëren.

Maar ons pa zag er goed uit, vond ik. Snel naar huis, denk ik dan, terug in zijn eigen omgeving, zijn eigen huis.

Eersteschooldagfoto

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen – de post is ook enige dagen na dato geschreven, as usual – dat het eigenlijk de vierde-schooldagfoto is. Wolf was namelijk bij Arwen blijven slapen die eerste dag, en Kobe moest maar in de namiddag beginnen en sliep nog.

En de maandag had Kobe dispensatie wegens een zieke collega, en de dinsdag zag Wolf het niet zitten om zo vroeg op te staan wegens laat gewerkt de avond voordien. Maar woensdag, toen moest iedereen netjes op tijd op school zijn en had Wolf examen. Ergo: een foto!

En dus ook nog de foto’s van vorige jaren, want dat overzicht blijft prachtig. Kobe is nog een klein beetje gegroeid, ongeveer de lengte van zijn haar, maar vooral Merel is een stuk opgeschoten en alweer vrouwelijker geworden. Kobe ziet er eigenlijk ook wel wat matuurder uit, en Wolf is niet veel veranderd.

Echt, ik ben elke keer zo trots op mijn gebroed, die foto’s maken me zo blij…  Als ik hen zie, weet ik dat ik tenminste drie dingen goed heb gedaan in mijn leven.



366-sep01





Hij is terug thuis!

Jawel, Kobe is vannacht aangekomen in Brussel! Wolf is hem om 0.30 uur of zoiets gaan ophalen aan het Atomium, en tegen de middag zagen we zijn warrige slaapkop ook hier boven water komen.

Hij is zongebruind, moe, vol fantastische verhalen en exotisch ruikend, zoals Wolf het noemde. Wellicht het andere eten, de andere kruiden, het andere klimaat, maar hij rook eventjes niet meer naar de oude Kobe.

De verhalen zullen er mondjesmaat wel uitkomen, denk ik. Hij heeft ervan genoten, maar vond het doodjammer dat de Koreaanse organisatie zo slecht was en dat ze zo weinig échte jamboree hebben gehad: de voorreis was oké, maar door het overstromen van het terrein – opgespoten, op de zee gewonnen terrein is misschien niet het meest ideale? – waren ze er een dag later, en na vijf dagen was er de evacuatie door de tyfoon. Daarna zaten ze terug in Seoel en was het contact met de andere scouts veel moeilijker, en er was ook geen kampgevoel meer. Tsja…

Hij heeft wel een massa andere tekens mee, een Duits hemd, een jas uit Hong-Kong, een hoop verschillende sjaals, en vooral een fantastische ervaring.

Ik ben vooral blij dat mijn nest momenteel weer helemaal gevuld is. Lang zal dat niet duren, dat weet ik, maar bon. Een mama moet nemen wat ze kan krijgen, toch?

Zestien

Lieve lieve Kobe

wat moet ik toch met jou aanvangen? Je bent een superkerel die nu nog maar net zestien wordt, maar die wel al naar het zesde middelbaar gaat, en dat merken we. Soms ben je nog echt onvolwassen, een echt kind, en dan realiseren we ons dat je nog altijd vijftien was. Op andere momenten kan je heel volwassen uit de hoek komen, en je gaat ook om met vrienden die naar het zesde gaan, die dus een jaartje (of zelfs meer) ouder zijn dan jij. Dat leidt soms tot moeilijke situaties…

Verder word je alleen nog maar erger in je verstrooidheid en je klungeligheid en je slordigheid. Ik weet niet aan hoeveel fietssloten we intussen zitten waarvan jij de sleutel bent kwijtgeraakt. En de staat van jouw dikke map die je meeneemt naar school en waarin al je vakken zitten, daar wil ik het niet eens over hebben. Serieus liefje, soms word ik tureluur van jou. Je hebt namelijk zo ongelofelijk veel potentieel en dat laat je ook regelmatig zien. Aan de andere kant ben je nog steeds een gigantische onderpresteerder, met zelfs een stevige buis voor Frans op je laatste examen tot gevolg. Tsja, je bouwt een steeds grotere achterstand op, liefje, en op een bepaald moment lukt het niet meer natuurlijk.

Ook je leerkracht wiskunde heeft soms goesting om je examen naar je kop te smijten, en ik snap haar volledig. Je haalt je punten op oefeningen, niet op theorie, en blijkbaar had je een bepaald stuk van je examen zelfs blanco gelaten. Maar dan doe je – verplicht – mee aan de wiskunde olympiade, stekt zij jou bij je nekvel wanneer je wil afgeven, doet jou nog een uur verder werken, en dan haal je zomaar eventjes de tweede ronde. Aan hersens ontbreekt het je alvast niet, ik heb alleen de indruk dat je de gebruiksaanwijzing nog niet hebt gevonden.

En toch, liefje, word ik van niemand ter wereld zo vrolijk als van jou. Het optimisme, de goedlachsheid, de vrolijkheid die jij kan uitstralen, daar staat geen maat op! We weten hier ook meteen wanneer je wakker bent (en er niemand anders meer slaapt): dan horen we de Peppers of de Foos door het hele huis schallen, deels door je boxen, deels door jouw stemgeluid. Je staat dan zelfs in je onderbroek te dansen en gekke bekken te trekken. Wanneer jij lacht, liefje, klaart meteen de hele hemel op en breekt de zon door. Ik mag nog slecht gezind zijn, wanneer jij bij mij komt zingen en dansen, is dat gewoon onweerstaanbaar.

Wij, wij zijn twee gelijke, Kobe. Van mezelf ben ik stilaan zeker dat ik ADHD heb – of toch tenminste AHD – en ik heb sterke vermoedens dat dat ook voor jou geldt. Moeten we dat laten attesteren? Goh, dat weet ik nog zo niet: ik zou niet willen dat je het als excuus voor je idiotieën gebruikt. Want dat je nog stommiteiten gaat uitsteken, daar ben ik zeker van. Je beleeft momenteel de zomer van je leven, denk ik: na de examens vier dagen gaan kamperen met je maten, dan het concert van de Peppers op Werchter, daarna het speelplein, een week gewoon scoutskamp, 23 dagen jamboree, dan opnieuw speelplein, en tussendoor spreek je ook nog regelmatig af met je vrienden om samen iets te doen. Het gamen schiet er zelfs een beetje bij in. En telkens hou ik een beetje mijn hart vast: wat ga je nu weer tegenkomen? Sleutel verliezen? Je eigen alcoholdrempel lichtelijk overschatten? Ergens tegenlopen/fietsen/knallen? Nog maar eens een broek in je fietsketting laten draaien? Je gloednieuwe rugzak bij het wafels rondbrengen tegen een gevel laten staan? Je laptop nog maar eens vergeten? Of stomweg je boterhammen? Op dinsdag begon het stilaan een gewoonte te worden dat ik Levi jouw boterhamdoos overhandigde om elf uur…

Serieus, Kobe. Soms zou het fijn zijn mocht je het leven een beetje ernstiger nemen. Tegelijk: word maar niet te ernstig, jouw levensvreugde maakt je omgeving zo veel mooier… God schiep de dag en Kobe danste erdoor.

We zijn twee gelijke, Kobe. En dat is de reden waarom ik soms zo ongelofelijk boos kan zijn op jou, maar tegelijk ook waarom ik je zo hard begrijp én je zo verschrikkelijk graag zie.

Blijf vooral altijd mijn Kobe. Ik zie je graag, liefje.