Geocaching en spelletjes

In de voormiddag moesten we ons feitelijk nog haasten, Merel en ik, om op tijd bij de dokter te zijn. Zij heeft namelijk behoorlijk veel last van waterwratjes, en daar wilden we iets aan doen. Waar de dokter bij Kobe ze ‘uitlepelde’, wilde deze dokter ze bevriezen. Ik weet niet of het effectief zal zijn, maar ik weet wel dat het pijn deed…

Intussen vloekte en ketterde ik op het weer, want ze hadden stralende zon beloofd, en volgens de radio was dat ook zo. Alleen zag het er hier net iets anders uit:

366-jul06bis

Maar bon, in de namiddag namen we het risico, en fietsten Wolf, Merel en ik richting ’t stad: geocaching én spelletjes halen. Wolf wilde met nog wat communiegeld heel graag extra gezelschapsspelletjes kopen, en zijn meester (die zelf massa’s spelletjes heeft) raadde de Spelgezel aan, op de Rooseveltlaan. We zijn dus op ’t gemak naar ’t stad gefietst, hebben links en rechts een cache opgepikt, ook een ijsje gegeten – want dat hoort zo, als we in ’t stad gaan –

IMG_5156

en meteen ook drie spellen gekocht. Nog een chance dat ik grote fietszakken heb! We wilden ook nog dobbelstenen voor Wolf, maar die had de Spelgezel niet. Ook de Games Workshop had dat blijkbaar niet, en dus zijn we meteen ook maar doorgefietst tot aan World’s End, in de Ketelvest. Het ziet er van buiten nogal onherbergzaam uit, met een poort en een duistere trap naar beneden, maar binnenin kom je in een grote, grote ruimte met aan de zijkant allemaal zithoekjes en grote ramen die uitkijken over het water. Het is niet alleen een spelwinkel, het is ook en vooral een café, denk ik, en eigenlijk zeer gezellig. Eentje om te onthouden dus.

Tegen dan was het al echt laat, en zijn we snel naar huis gefietst. Hele fijne dag, 17 kilometer gefietst, 5 caches gevonden, en gelukkig geen regen. Oef!

Fantastische woensdag

Deze voormiddag waren er de laatste lessen van dit schooljaar, en deze namiddag genoten we volop van het heerlijke weer!

We moesten Kobe afzetten om drie uur voor zijn notenleer, en ik had Wolf en Merel meegenomen om eindelijk eens die multicache in Evergem dorp af te werken. De eerste stap hadden we al in januari gedaan, en toen hadden we ontdekt dat er naast de kerk van Evergem ook nog een grote kapel staat. Nog nooit gezien dus.

Enfin, wij dus geparkeerd aan het gemeentehuis, en het tweede tussenpunt gezocht. En er blijkt dus nu, schuin tegenover de zijkant van de kerk, tegenover het grote monument achter de kerk, een waterput te staan! Ook nog nooit gezien!

Het eindpunt van de zoektocht bevond zich een heel eind weg, langs de Christoffelweg aan het Grosseknetenparkje. Met de auto moet je gigantisch rond rijden, en ze raden dan ook aan om te voet te gaan, maar dat zag mijn voet toch niet zitten. We zijn dus eerst maar boodschappen gaan doen in de Aldi (sandwichen voor vanavond aan de Blaarmeersen) en dan toch rondgereden tot aan het parkje. Het was een beetje een weg zoeken doorheen de netels in het bos, maar de cache werd desaltniettemin netjes gevonden. En toen was het tijd, vonden we, voor een donut op het bankje.

We pikten Kobe weer op, reden naar huis en deden allemaal heel rustig even zo goed als niks, en reden daarna met een picknick in de aanslag naar de Blaarmeersen. Zoals verwacht kreeg Wolf beachrugbytraining, maar Kobe bleef netjes op het veld tot half acht: voorbereiding voor het toernooi zondag.

Merel begon netjes in het zand te spelen met haar kleren aan, maar switchte toch vrij snel naar bikini. Het water durfde ze niet aan zonder haar broers: niet dat het diep is, maar toch…

En toen kwam Kobe aangelopen, en was het duidelijk tijd om te zwemmen. En ook Wolfs U12 besloten met een stevige duik.

Merel lag maar in bed tegen kwart voor negen, maar ze had wel een zalige dag, zei ze. Ze gaf me nog een dikke knuffel, en een welgemeende “Dank je, mama!” en viel toen prompt in slaap.

Blaarmeersen

Het was geen schitterend weer, en echt warm was het bepaald ook niet, maar Merel en ik namen toch onze picknick mee naar de Blaarmeersen. Zij speelde in het zand, ik las, en we moesten verschrikkelijk lachen om een eend. Ik vermoed dat het de eend is die wel vaker bij ons komt schooien als we op het steigertje zitten.

We zaten netjes naast elkaar op het bankje, begonnen onze sandwichen te eten, en plots zag ik een eend fluks uit het water springen, en een snelwaggel inzetten dwars over het strand, tot vlakbij ons. Daar stopte hij, en bleef staan. Ik gooide hem een kruimel toe, en nog eentje wat dichter, en na een paar kruimels durfde hij zowaar een stukje uit mijn hand pakken. Op voorwaarde dat Merel achter de bank ging staan, want om een of andere rare reden had hij schrik van haar. Wellicht het felwitte jasje?

In elk geval hebben we goed gelachen met het beest. Die snelwaggel, dat leek wel een pinguïn op speed, en Merel kreeg een lachstuip.

Of hoe het niet altijd goed weer hoeft te zijn om leuk te zijn.

IMG_4222

Blaarmeersen

’t Was eigenlijk wel rustig in huis, zo met ons drietjes. Merel en Kobe speelden netjes, ik kon werken, en tegen een uur of vier moesten we onszelf bijna in de auto schoppen richting rugby. Rugby op zaterdagnamiddag? Jawel, inschrijfmoment.

Ik stuurde Merel en Kobe al meteen richting strand met wat strandspeelgoed en een vlieger, ging inschrijven, en hobbelde hen zachtjes achterna. En jawel, ze waren allebei netjes aan het spelen. Kobe probeerde zijn zelfgemaakte vlieger op te laten, maar de wind was gewoon te wisselvallig. Aan het ding zelf zal het niet gelegen hebben, die vliegt schitterend.

Enfin, al bij al een rustige namiddag dus.

Stilte voor de storm, want tegen kwart over zes werd ik opgepikt door Luc, met wie ik die avond de Twitterquiz speelde. We aten eerst iets op het Vooruitterras met het hele team, en haalden nadien in een ongelofelijk warme en eigenlijk veel te kleine Backstay de zesde plaats. Niet zo slecht, al bij al, vond ik, al had ik op beter gehoopt.

Enfin, fijne dag, jawel.

Kringwinkelbuit

Naar de kapper gaan, da’s ook altijd een beetje gevaarlijk. Want op donderdagvoormiddag moet ik niet werken, en als ik dan een korte coupe heb, moet ik altijd nog passeren aan de kringwinkel, en kan ik het niet laten nog even binnen te wippen.

En wat heb ik dus mee vandaag? Een nieuwe handtas van Ghentmade, 35 euro, maar een heel mooi diep paars. En dan nog een vrolijk zomersjaaltje voor een euro, en een prachtige dikke wollen kleurrijke sjaal, ogenschijnlijk nieuw, van Olivier Strelli, voor 3.5 euro.

Tsja…

Shit happens, right?

Van die kleine dingen die je doen glimlachen

Meestal zijn het niet de grote dingen die je gelukkig maken. Neem nu vandaag. Merel was nog steeds niet in orde, en dus bleef Bart thuis van kantoor. En kwam ik dus vanmiddag thuis, en hoefde ik maar mijn voeten onder tafel te steken, want hij had eten gemaakt voor ons.

Een collega van vorig jaar die nu niet meer op school zit bij ons, had me vanmorgen even gezien terwijl hij zijn zoontje afzette. En dus belde hij ’s middags, gewoon, zomaar, om te vragen hoe het was en even bij te kletsen. Zalig, toch?

Een leerlinge liep even langs om te zeggen dat ze wel een gedicht wilde voordragen op de proclamatie van de zesdes.

En last but not least: Merel begon in de loop van de middag steeds levendiger en levendiger te worden, en dus zag ze het ook zitten om met dit zalige weer te picknicken aan de Blaarmeersen, en te spelen in het zand. En ik, ik had mijn boek mee, en een kommetje aardbeien, en was oprecht gelukkig.