Opening van de Vinderhoutse bossen: kleuterwandeling

Ik wist er eerlijk gezegd niet van, tot ik een berichtje zag passeren op de Facebookpagina van Gentblogt (jaja, we bloggen niet meer, maar we facebooken wel, en geven daar een hoop informatie door): animatie, informatie, en een kleuterwandeling aan jeugdhuis ’t Choseken in Mariakerke-Vinderhoute.

Dik in orde, dacht ik zo: de jongens waren toch naar de scouts, Bart moest nog werken, en het was prachtig weer. Merel trok een lange broek en een paar laarsjes aan, we namen water en een paar koekjes mee in de rugzak, en reden naar ginder. Man, wat een overrompeling zeg! Dat zeiden de mensen van de organisatie ook: we waren er tegen half vier, maar de plannetjes en foldertjes waren al op.

Merel kon gelukkig wel nog meedoen aan de korte kleuterwandeling met vijf doe-opdrachtjes. Aan elke opdracht hing er een klein ponsje, en je kon uit je kaartje een figuurtje knippen als je de opdracht had voltooid. Met vijf knipjes kreeg je dan aan de infostand een strip van Suske en Wiske, of, zoals wij die nogal laat waren, een leuke badge want de strips waren op.

Merel vond het fantastisch: op het centrale plein zag ze meteen haar boezemvriendinnetje en zus! Na een – letterlijk – rondedansje vroegen beide meisjes of ze nog eens met ons de wandeling mochten doen, want eigenlijk waren ze daar net mee klaar. De ouders zagen dat meteen zitten, zo konden zij rustig in de zon iets drinken met kleine zusje.

En zo trok ik, met drie joelende meisjes, het bos in, waar we zelfs soms in de file stonden wegens de drukte. Maar ze vonden het heerlijk. Als er al, met al die drukte, beesten in het bos zaten, dan waren ze zeker weg na de passage van mijn drie gibberende meiden.

Terug aan het jeugdhuis gingen Lieze en Kaat meteen naar huis, en kreeg Merel nog een pannenkoek die de Chiro stond te verkopen. Het was heerlijk zitten, daar op een bankje in de zon.

We komen zeker nog eens terug om dit stukje bos in alle rust te verkennen, zoveel is zeker. Blij dat we weten dat het er is.

Petanque

Ik had het al de hele zomer zitten zeggen, al van sinds we de petanquebaan aan de Blaarmeersen hadden ontdekt: ik ging met Merel petanquen. Maar keer op keer vergaten we de petanqueballen, of was het eigenlijk gewoon geen goed weer.

Tot vandaag. Ik haalde de oude competitieballen van mijn ouders van onder het stof, gooide ze samen met de picknick en dergelijke in de koffer, en we reden naar de Blaarmeersen. Merel stond te glunderen bij het idee alleen al, maar wilde toch eerst nog op het bankje in de zon een eerste sandwichke opeten. Het was er heerlijk in de zon, met haar nieuwe vestje aan.

Daarna legde ik haar het principe van het spel uit, en ze vond het de max! Vooral gooien met het cochonetje was blijkbaar superleuk.

Maar na een dik half uur was ze het toch beu, werd het ook wat frisjes, en opteerden we om nog onze wandeling te maken, langs glijbaan en water.

Ik blijf het er heerlijk vinden, daar aan de Blaarmeersen. En intussen weet ik ook waarom Merel zelf geen rugby wil spelen: ze vindt die mama-dochtermomentjes veel te leuk… Ik kan haar eigenlijk geen ongelijk geven :-p

 

Familiefeest

Twee keer per jaar komen we samen met de familie van Barts moeder, en eigenlijk is dat altijd best gezellig: Barts moeder, haar broer en schoonzus, en de jongste ongetrouwde broer die intussen ook al in de 70 is. En dan de generatie daaronder: Barts broer met vriendin en twee kinderen, wij, Barts neef met vrouw en drie kinderen, en het ongetrouwde nichtje. Fijne bende, en altijd leuk om te kletsen.

Nelly wou eens iets nieuws uitproberen voor de groep, en dat werd het Konijntje op een paar kilometer van haar deur, met een speeltuin bij. We hadden in elk geval al het weer aan onze kant: we konden de kinderen regelmatig losrukken van hun schermen en buitengooien.

Ook het eten mocht er zijn, gelukkig maar. En voor het eerst aten de drie oudste geen kindermenu meer, maar gewoon een volwassen menu met ons mee.

Ze worden zo groot, meneer…

Accattone

Toen Bart me vroeg of ik zin had om op uitnodiging van ING met hem mee te gaan naar het toneelstuk Accattone van NTG in de Gentse haven, denk ik niet dat mijn antwoord langer dan een halve seconde uitbleef. Ja dus, en met bijzonder veel goesting.

Er was een uitgebreide receptie in het prachtige bezoekersgebouw van de haven, en ik genoot van het zicht.
IMG_1319

Tegen half acht liepen we naar de loods van houthandel Mahieu, en genoten we van de spectaculaire zonsondergang over de haven. Mooi!

De loods is op zijn minst impressionant te noemen, zeker omdat je als publiek een heel eind ver op de tribune zit, met zicht op een stuk treinspoor, een put, koor en orkest van Collegium Vocale, en in de verte de kaaien en de steeds donker wordende lucht.

Gelukkig waren we gewaarschuwd voor de temperatuur in de eigenlijk volledig open loods: het waaide er stevig, en ik had mijn wintermantel aan, wat geen overbodige luxe was, net zoals de dekentjes links en rechts van ons.

En dan het stuk zelf. Zwaar. Heel zwaar, maar indrukwekkend. Origineel gecreëerd voor de Ruhrbiënnale in Duitsland, en dus volledig in het Duits (met boventiteling), wat het stuk eigenlijk wel wat afbreuk deed, vond ik. Je zat de hele tijd te lezen, en het klonk ook lang niet altijd even natuurlijk, zeker niet wanneer acteur Benny Claessens improviserend mompelde in het plat Antwerps. Ik heb zelf nog genoeg toneel gespeeld – zij het op een ander niveau – en een vertaling zou voor de acteurs ook weer niet zo’n grote opgave geweest zijn, geloof ik. Het Duits gaf het geheel een intellectualistisch tintje, terwijl het stuk eigenlijk net over de zelfkant van de maatschappij gaat. Knap gespeeld, knappe regie, alleen de ‘dansstukken’ kwamen me bijzonder blasé over, een beetje van ‘Kijk eens wat ik kan!’. Dan heb ik het niet over de verkrachtingsscène, die net door de gestileerde bewegingen iets heel bevreemdends en griezeligs kreeg. Af en toe kreeg ik de indruk dat de acteurs zichzelf bijzonder au sérieux namen, waardoor het stuk extra zwaar werd.

Lang, dat ook. Chapeau voor acteurs en ook muzikanten. Want Collegium Vocale was, onder leiding van Philippe Van Herreweghe, andermaal magistraal, zeker in de koude setting. Het contrast tussen de prachtige muziek van Bach en het rauwe van het toneelstuk was adembenemend mooi. Ik heb de film van Pasolini niet gezien, en ik weet eigenlijk ook niet of ik hem nu wel nog wil zien. Hij zou voor mij afbreuk doen aan het stuk, waarin de muziek meer dan ruimte genoeg kreeg om tot zijn recht te komen. Bizar genoeg deden de momenten waarop de acteurs stil stonden en alle aandacht naar de cantates van Bach ging, niet eens artificieel aan.

Slotsom? Blij dat ik erbij was. Of zoals mijn buurman op de tribune opmerkte, nog voor het stuk begon: “Wedden dat dit één van die stukken wordt die je je jaren later nog herinnert, en waarvan je trots bent dat je erbij was?”

De man had gelijk.

Een nieuwe reeks zenoefeningen

Het nieuwe schooljaar is weer gestart, de rugby dus ook, en voor Merel en mij dus ook de picknicks aan de Blaarmeersen.

Vorige week hebben we het wijselijk overgeslagen: Merel was doodop, en na de trainingen zit ze pas na achten in bed, terwijl haar standaard bedtijd half acht is. Bart was op tijd thuis woensdag, en vrijdag konden de jongens mee met iemand anders. Oef.

Maar vandaag was het prachtig weer, en Merel is intussen ook alweer een beetje gewend aan het schoolritme, en dus gingen we picknicken.

We liepen wel eerst mee tot aan het veld, en daardoor waren we een beetje uit ons gewone doen, maar bon, we zijn evengoed geëindigd op de pier, om daar in het zonnetje heerlijk onze boterhammetjes binnen te spelen, en intussen te kijken naar de zwemmers die de pier als startpunt gebruiken. En dan hebben we het niet over gewone zwemmers, maar triatleten die in pak komen trainen in open water. Mooi om zien, eigenlijk.

We waren in het terugkeren zowaar helemaal zen. Missie geslaagd!

Plopsa!

Geef toe, een beter moment om naar Plopsaland te gaan, was er toch niet? Eind van de vakantie, stralend weer, en we zaten toch al in De Panne, waar we sowieso voor de middag uit de hotelkamer moesten zijn. Het werd dus een rustig ontbijt, alles inpakken, en de auto gaan parkeren op de grote parking van de tweede vestiging van ons hotel, zodat we de kusttram tot aan Plopsaland konden nemen. Beste. Suggestie. Ever! De files in zowel heengaan als terugkomen waren de moeite, daar in Adinkerke.

We waren er tegen half twaalf, en ik ging er snel vandoor met beide jongens, terwijl mankende papa zich samen met de rest van de familie over Merel ontfermde.

Voor de Supersplash hoefden we amper tien minuten aan te schuiven, en achteraf in het bootje heb ik nog snel een paar foto’s genomen.

En toen gingen we in de Dragon. Kobe wilde wel, maar met een bang hartje: zijn eerste echte rollercoaster! Het was wel twintig minuten aanschuiven, en wat doet ne mens dan? Spelen met het fototoestel, natuurlijk!

 

Maar Kobe was eigenlijk wel bang, ja. Tot het ding goed en wel in gang was: toen vond hij het de max! Kijk zelf maar: een voor- en tijdensfoto!

En toen was het tijd om te eten, en zagen we de anderen terug bij een pak frieten. Daarna repten we ons naar de, tsja, hoe heet dat ding? Feestzaal?

Er was namelijk een optreden van eerst Prinsessia, en daarna Ghost Rockers! Liv was vooral zot van de eerste, ons drie gasten zaten te wippen op hun stoel voor de tweede. Het was in elk geval wel goed gebracht, en kort maar krachtig.

Daarna wist Wolf zijn tante te strikken om op de Anubis te gaan – mij niet gezien zeg! – en deden wij wat rustiger dingen in Mayaland: tulpen, waterlelies, een paar andere dingen zoals koffie drinken…

En toen deden we iets vrij onverwachts: we zijn met de hele familie, inclusief Bo en Merel, maar wel zonder Omaly, op de Rollerskater, ook wel Wasmachine genoemd, gegaan. Ik dacht echt dat Merel ging huilen, maar ze vond het super, en wou nog eens! Helaas was de rij te lang, en was het eigenlijk ook wel wat welletjes. We namen het treintje terug naar de ingang om de voeten van Omaly en de knie van Bart te sparen, zagen in het passeren nog de parade, en namen de tram richting auto, om dan wat file te trotseren op de E40. Toch nog. Dju.

Dagje zee

Elk jaar gaan we met Barts familie op weekend. Het is al naar zowat overal geweest, en deze keer had Koen de zee voorgesteld. Met kleine kinderen is dat altijd fijn, zelfs al was het slecht weer geweest. Maar kijk, ook deze keer waren de weergoden ons gunstig gezind: het was echt stràlend weer! Ik had eigenlijk niet eens topjes meegenomen, alleen gewone T-shirts, maar wel mijn badpak omdat er in het hotel ook een zwembad was. Nog een chance, want aan het strand was het in de namiddag echt wel warm. Serieus warm zelfs.

Ik begon de dag met een nieuwe foto vanuit Nelly’s raam – ons kamer heeft zijdelings zeezicht, en dat pakt niet zo op foto – en daarna gingen we ontbijten.

Na het eten splitsten we op: Wolf en ik gingen eerst even het strand om op te kijken of er kon gevliegerd worden – helaas, te weinig wind – en trokken daarna de binnenstad in om te geocachen. We liepen wel eerst even mee met de anderen, die tot aan de grote buitenspeeltuin gingen, en konden op die manier toch nog de cache van gisterenavond invullen.

Toen ging het over de Esplanade naar de bibliotheek, waar we een bijzonder fijne cache konden loggen. En omdat we toen toch al aan het stappen waren en het niet zo ver meer was, besloten we ook nog twee andere caches te zoeken. De ene hebben we niet gevonden, ook al omdat er veel nieuwsgierige blikken begonnen te komen, maar de volgende, in een bunker, dan weer wel. Het leuke aan dat geocachen is dat je op plekjes komt waar je anders nooit zou passeren. En toen was het tijd voor het middageten, en keerden we in stevig tempo naar het hotel terug. We moesten wel nog door de zaterdagmarkt passeren, en kon ik niet weerstaan aan de grote blauwe kijkers van Wolf, en kocht ik hem een pet. Tsja…

We hadden er intussen iets meer dan vier kilometer op zitten, en de pizza smaakte dubbel zo goed! Daarna was het tijd om strand- en zandgerief te verzamelen, en de dijk over te steken. Bart, Koen en Bo deden een middagdutje, Nelly en Else huurden strandstoelen, en de kinderen amuseerden zich rot! De zee was – voor de Noordzee toch – een onmogelijk blauw, en de zon was heet.

Na een tijdje kwam Bart boven water, en nog iets later Koen met Bo. En toen was het tijd voor het serieuze werk, en moest er een écht kasteel gegraven worden. Alleen jammer dat het net eb werd, ze gingen hun bouwsel niet meer verslonden zien worden door de zee. En ijsjes, uiteraard waren er ijsjes.

Tegen zessen werd het welletjes: Bart wilde zijn knie wat rust gunnen, en er moest dringend gegocart worden. Aan Nelly en mij was dat niet besteed, maar de jongens kregen elk hun eigen gocart, en de meisjes mochten achterop bij Koen en Else.

En toen was het tijd voor bad, copieus avondmaal, en bed. Voor een tweede avondwandeling had niemand nog fut, eigenlijk. Maar man, was me dat een zalige dag zeg!

IMG_8340

Waimes, dag vijf (en slot)

De laatste dag op een vakantie betekent altijd inpakken, natuurlijk, en dat is wat we deden. Het gaat altijd een pak sneller dan bij het vertrek, vind ik: alle vuile was in één koffer proppen, en dan al de rest ook zo een beetje samenleggen, en een paar keer goed controleren dat je niks vergeten bent. We ontbeten, zetten de afwasmachine in gang, en begonnen aan de opruim en de opkuis. Merel zocht alle speelgoed bij elkaar – iets té goed, want hier thuis merkten we dat ze potloodjes van Lucas mee heeft – Kobe stofte af met nat, en Wolf begon te stofzuigen.

Uiteraard nadat alle bedden opnieuw waren afgehaald – grote hilariteit bij de kinderen, trouwens, ze zaten er bijna ín, in die lakens – en het meeste van de rommel buiten aan de deur stond. En ik, ik verzamelde, stapelde, kuiste keuken en badkamer, en zowat alle andere kleine dingetjes. Uiteindelijk mochten zij nog wat tv kijken, terwijl we aan het wachten waren op de afwasmachine. Gewoon vertrekken was geen optie, want dan krijg je een compleet beschimmelde vaat: been there, done that.

Enfin, tegen half twaalf zaten we gepakt en gezakt in de auto, richting Eupen. We pikten langs de baan twee caches op, fotografeerden een Romeins geïnspireerd beeld

en reden fluks naar Eupen centrum. En reden daar toch wel even rond, want de straat waarlangs de GPS ons stuurde, was eenrichting geworden, en we raakten maar via een behoorlijke omweg in de buurt van de parking. Waar we prompt een parkeerplaatsje vonden net buiten het betalende gedeelte.

We wandelden een eindje verder, en kwamen op een alleraardigst pleintje, waar we rustig en eigenlijk vrij goedkoop aten, met als afsluiter uiteraard een ijsje.

Daarna trotseerden we de dreigende wolken en op een bepaald punt zelfs de regen, en gingen rondlopen om een paar caches te zoeken. In het eerste park vonden we helaas niks, in de twee volgende gelukkig wel, en ook nog een speeltuin. Op de foto’s kan je goed zien hoe Wolf ongelofelijk lief voor zijn zusje zorgt. Helaas kon hij niet voorzien dat de glijbaan zodanig snel was, dat ze pardoes met haar poep in de grote modderplas terechtkwam, in plaats van netjes op haar voeten. Gelukkig waren er verse kleren in de auto :-p

We deden nog het startpunt van een cache aan het kerkhof, maar toen was mijn gsm bijna plat en hadden we het ook een beetje gehad. Rond half vijf reden we dus richting Leuven om de sleutels in de bus te gaan steken. Toen we om half zes aan kwamen bij de deur van Jan en Ellen, sliepen Merel en Kobe echt wel diep. Ze hebben zelfs nooit gemerkt dat ik uitgestapt ben. Enfin, intussen hadden we gehoord dat er verschillende ongelukken gebeurd waren op de Brusselse Ring, en dat er vlot anderhalf uur vertraging op zat. Hmpf. Dan liever nog wat in Leuven zelf blijven, medunkt. We reden een paar straten verder, en Wolf en ik zochten nog een cache. Na twintig minuten zoeken wilden we het opgeven, en vond ik hem op de valreep alsnog. Intussen waren eerst Merel, en daarna ook Kobe zachtjes wakker geworden. Ik doorkruiste de stad om een bakker te vinden die nog open was, we kochten een paar koffiekoeken, en probeerden verderop in de straat nog een cache te vinden, maar helaas. Intussen was het half acht, en gingen we het er toch maar op wagen.

De file viel al bij al nog mee: we stonden nauwelijks stil, en verloren uiteindelijk een dik kwartier, denk ik. Kwart voor negen waren we thuis, een paar minuten later lag Merel al in bed, en nog iets later ook Kobe, en daarna Wolf. Maar alle drie waren ze het erover eens: het was een fijne vakantie!